maandag 4 december 2006

Vonne van der Meer - Een warme rug


Korte inhoud
Volwassen geworden beseft een jonge vrouw, dat haar onschuldige jeugdliefde in conflict kwam met de overspelige liefde van haar moeder voor dezelfde man.

Verhaalanalyse:

- Opbouw en tijd:
Het eerste hoofdstuk heet Aankomst/vertrek en het laatste Een warme rug. Deze hoofdstukken hebben geen nummer en spelen in het heden.
De genummerde hoofdstukken beschrijven een periode in het verleden, zo’n tien jaar geleden.
(Het hele verhaal speelt zich af in de tachtiger jaren van de vorige eeuw).

- Plaats en ruimte:
Plaats van handeling is vnl. een woning ergens in een stadje in Nederland. Alleen het eerste hoofdstuk speelt op Schiphol.

- Perspectief en verteller:
Het eerste en laatste, ongenummerde, hoofdstuk zijn geschreven vanuit een ik-perspectief van de hoofdpersoon. De rest heeft zgn. een auctoriale verteller, maar wordt eigenlijk door deze zelfde persoon verteld: het eerste genummerde hoofdstuk begint met: Zo stel ik me voor dat het gegaan is:…. Daarna volgt het verhaal van de auctoriale verteller.

- Personages:
Hoofdpersonen zijn Prikkebeen, een meisje van dertien jaar, dat eigenlijk Catherina heet. Marita, haar enkele jaren oudere zus. Helen, die eigenlijk Helga heet, haar moeder (47). Gilles, de buurman (ca. 35) en Lex, haar vader.
Terugkijkend vertelt Prikkebeen wat zich afgespeeld heeft, tien jaar geleden. Daarbij kijkt ze zoveel mogelijk met de ogen van het dertien-jarige meisje, met kleine vooruitwijzingen naar wat ze daar later pas van begreep. Gedurende de beschreven periode maakt deze hoofdpersoon een ontwikkeling door en ook nog in het laatste hoofdstuk. Het is een round-character. Van haar tienerzus weten we vooral dat ze nogal met sexy-zijn en jongens bezig is en handig weet hoe haar moeder te chanteren. Haar moeder komt iets duidelijker uit de verf, haar vader wat minder en de buurman is een flat-character, bijna het typetje van de versierder.

- Verhaallijnen:
Eerste en laatste hoofdstuk: de zus van Prikkebeen komt over uit Amerika met haar twee kinderen, omdat ze wil scheiden van haar man, dat wil vertellen en er even tussen uit wil. De vader heeft moeite met communiceren, omdat hij ondertussen een hersenbloeding heeft gehad. (Wrang is dat de zussen hem nu wel bij alles willen betrekken, terwijl de moeder tolk moet spelen door zijn spraakgebrek, terwijl hij vroeger overal buiten gehouden werd). In het laatste hoofdstuk kijken ze samen naar films van vroeger, waarop ook Gilles te zien is en waardoor (waarschijnlijk) op dat moment pas helemaal door Prikkebeen begrepen wordt welke rol hij speelde.
In de tussenliggende hoofdstukken probeert ze dat te reconstrueren: Zo stel ik me voor, dat het gegaan is. Het is het verhaal over haar vader, die hard werkt, veel weg is, laat thuis komt en overal buiten gehouden wordt. Van haar zus, die volop bezig is zich seksueel te ontwikkelen, een verhouding heeft met een getrouwde man, in verwachting raakt, met behulp van haar moeder een abortus ondergaat, van de relatie van haar moeder met Gilles weet en haar daarmee chanteert. Van Gilles, de tijdelijke buurman, die op een huis moet passen, Prikkebeen gewond naar huis brengt na een rolschaatsongelukje en daarna huisvriend lijkt te worden, maar in werkelijkheid een verhouding met de moeder begint. En van Prikkebeen zelf: die een kalverliefde heeft opgevat voor de oudere (35?) Gilles, van alles hoort, ziet en niet begrijpt, maar wel voelt, dat er iets niet klopt. En die ook overal buiten gehouden wordt.
Prikkebeen denkt, dat Gilles voor haar komt, probeert hem op een kinderlijke manier te verleiden. Als hij kort daarna breekt met haar moeder en vertrekt, denkt P. dat hij om haar weggaat.

- Thema:
Ontrouw, verliefdheid, puberteit, gezinsverhoudingen, psychologische ontwikkeling.

- Motieven:
Niets opgevallen.

- Titel:
Een warme rug: Pas in het laatste hoofdstuk wordt de betekenis van de titel duidelijk. Bij het zien van Gilles op een van de films komt de vraag van haar moeder: wat is er van hem geworden. Prikkebeen vertelt een verhaal, waarbij hij neergeschoten werd in Vietnam. Als haar moeder vraagt: dood? hoeft ze alleen maar te knikken. Maar dan herinnert ze zich de dag waarop haar moeder en inmiddels gehandicapte vader voor het eerst weer samen uitgingen. Haar moeder droeg een jurk met een laag uitgesneden rug, had gezond en was wat verbrand. Ze keek naar de warme rug, voelde de warmte stralen en dacht alleen maar: mijn moeder. Hoe ik ook oordeel, zij is een warme rug die mij passeert. Het staat nergens, maar ik vermoed, dat ook het feit, dat de moeder toch bij de vader is gebleven en hem verzorgt nu hij ziek is, een rol speelt. Ze zegt dus Nee.

- Motto’s:
Geen.

- Genre:
Psychologische roman/novelle

- Stijl- en stijlfiguren:
De stijl brengt aan de ene kant een zekere distantie met zich mee. Er wordt verteld, alsof het om een verslag gaat: steeds wordt gesproken van “de moeder”, “de vader”, Gilles, de zus en Prikkebeen worden wel bij hun naam genoemd. Door afwisselend de kinderlijke observaties van Prikkebeen te beschrijven en daarna de werkelijkheid te suggereren wordt spanning opgebouwd. Daardoor blijft er veel te vermoeden en zelf in te vullen voor de lezer. Wist de vader het bv. nu wel of niet? Tijdens het filmpje in het laatste hoofdstuk wordt het spannend: de beide dochters weten, de moeder probeert te voorkomen, dat er iets gezegd wordt. Ook is niet met zekerheid vast te stellen of Gilles wel of niet beschoten is en of hij wel of niet leeft. Een soort open einde dus, maar eigenlijk niet van belang. De verhouding dochter t.o.v. haar moeder (en vader? om hem geen zeer te doen?) is van meer belang.

- Verhouding schrijver tot de thematiek van het boek:
Op dit moment niet direct iets over bekend.

Vonne van der Meer - Een warme rug. Amsterdam, De Bezige Bij, 1987. Geb. (door de bibl.) 1e dr. Geleend in de bibliotheek.

Gelezen: december 2006.

© JannieTr, december 2006.


donderdag 30 november 2006

Frank Westerman - De Graanrepubliek


November 2006 - Waardering: 7

Korte inhoud

De graanrepubliek van Frank Westerman is de geschiedenis van het ’grimmigste stukje Nederland’, het is een boek over het gevecht tussen de herenboeren en de landarbeiders in het Groningse Oldambt. Het is het verhaal van de opkomst van het communisme, de groeiende bemoeienis van Brussel en de teloorgang van de landbouw. Dat laatste is zichtbaar in de nieuwe plannen voor de Blauwe Stad waarbij grote delen van het Oldambt onder water gezet worden.

Maar Westerman geeft tegelijkertijd een stem aan de individuen die de geschiedenis hebben geleefd, ondergaan en hebben beïnvloed. We ontmoeten de herenboeren, het geslacht Tijdens. Van Boelo Luitjen tot Tjark Eltjo. We maken kennis met de communisten, Luppo Stek en later Koert Stek. Een andere hoofdpersoon is de landbouwcommissaris, Sicco Mansholt. En er is de verteller Westerman, student in Wageningen, die zich op een gegeven moment naar Oldambt spoedt terwijl hij roept: ‘ho, geschiedenis, wacht op mij’. Westerman geeft ons de geschiedenis en legt mooie, nieuwe verbanden.

De graanrepubliek schetst de ontwikkelingen in de landbouw en de gevolgen voor Noord-Groningen. Mansholt die overtuigd was van de maakbaarheid van de samenleving en dus ook van het boerenbedrijf. Zijn rol als minister van Landbouw en later als eurocommissaris. De kunstmatig hoge prijzen, de voedselbergen. De schaalvergroting van de landbouw. De Groningse tarwebergen afkomstig van de immens grote boerderijen. Een steeds grotere opbrengst tarwe per hectare die steeds minder opbrengt. En dan: de acties van de grote boeren op het Binnenhof in 1990. Het NRC Handelsblad kon er niet mee zitten: “Het was immers hoog tijd om af te rekenen met een overproductie die met kunstmatig hooggehouden graanprijzen op kosten van de belastingbetaler in stand wordt gehouden.” Westerman legt daar zijn gewaagdste verbinding: “Maar waarom wees de krant niet op de parallel met het Oostblok? (…) dat het reeël bestaande socialisme in Oost-Europa gelijk met het West-Europese landbouwbeleid bezweek was nauwelijks toeval. De eeuw van de grote ideologieën liep op zijn eind; ook Mansholts experiment met de maakbaarheid van het boerenland ging failliet.” Westerman schreef een fascinerend verhaal, toegankelijk en werpt licht op de toch niet al te doorzichtige landbouwpolitiek van de 20e eeuw.

Verhaalanalyse:

- Opbouw:
In de Proloog maken we kennis met het gebied waarover deze geschiedenis gaat: het Oltambt in Oost-Groningen. In de verantwoording aan het eind van het boek verklaart hij zijn keuze: de plattegrond van de Blauwe Stad, met veel water, getekend over de landbouwgronden van wat eens het communistische bolwerk en tegelijkertijd de kapitale graanschuur van Nederland was, fascineerde hem. Hij besloot op zoek te gaan naar de oorzaken van de teloorgang van dit alles, aan de hand van kenmerkende personen uit deze streek. Deze worden voorgesteld in het hoofdstuk Dramatis Personae: de herenboer (het geslacht Tijdens), de communist (de familie Stek), de verteller (Frank Westerman zelf) en de landbouwcommissaris (Sicco Mansholt en zijn familie).
Daarna volgen de hoofdstukken elkaar op in de tijd.

- Tijd:
De periode 1886 tot ca. 1998 wordt vrij chronologisch beschreven, met enkele korte flash-backs of –forwards. Soms worden parallel verlopende gebeurtenissen in opeenvolgende hoofdstukken beschreven (1945 in Groningen en in de Wieringermeer).

- Plaats en ruimte:
Het verhaal gaat over het Oltambt in Oost-Groningen. Het grootste deel van de geschiedenis speelt zich daar af. Delen spelen in de Wieringermeer (waar de Mansholts opnieuw begonnen na de boeldelverkoop in Groningen), in Den Haag, Brussel en ander steden (politieke loopbaan van o.a. Mansholt) en in Wapserveen (laatste woonplaats van Mansholt).

- Perspectief en verteller:
Het geheel wordt verteld door Westerman, maar wel als een auctoriale verteller: naast de feiten vertelt hij over gevoelens, gedachten en gedragingen, waarnaar hij slechts gissen kan.

- Personages:
Er zijn in het verhaal m.i. geen round-characters. Al komen we veel te weten over de hoofdrolspelers, het blijven toch vooral feiten, geen psychologische inzichten. Dat hangt natuurlijk ook samen met het journalistieke karakter van dit boek. We moeten dus spreken van flat-characters. Typetjes komen er geheel niet in voor.

- Verhaallijnen:
Er spelen 3 verhaallijnen naast en door elkaar: dat van het herenboeren (belichaamd door het geslacht Tijdens), dat van de landarbeiders en communisten (via de familie Stek) en de Europese en Nederlandse landbouwpolitiek (voornamelijk Mansholt). Soms werken ze samen, soms onafhankelijk van elkaar, soms tegen elkaar. Het is de milieubeweging tenslotte die indirect het laatste zetje geeft, zodat uiteindelijk de Blauwe Stad mogelijk wordt en de Graanrepubliek ophoudt te bestaan.

- Thema:
Een verklaring en beschrijving van de opkomst, bloei en ondergang van het Oltambt als rijk landbouwgebied.

- Motieven:
Niet opgevallen.

- Titel:
Met de titel De Graanrepubliek wordt de bijzondere status van deze uithoek in Oost-Groningen bedoeld: een communistisch bolwerk, met ook anarchisten, en rijke herenboeren die zelf en onderling wel uitmaakten wat er in hun omgeving gebeurde.

- Motto’s:
Geen.

- Genre:
Eigentijdse geschiedenis, gepersonaliseerd verhaal.

- Stijl- en stijlfiguren:
Deels journalistieke, deels verhalende stijl. Westerman heeft gesprekken gevoerd met de betrokkenen en het nodige gelezen. Dat smeedt hij samen tot een goedlopend geheel. Hier en daar aangevuld met bijzaken, die hij slechts vermoeden kan, om het verhaal aantrekkelijker te kunnen vertellen (het sneeuwde die avond, hij had zijn beste paarden voor de koets gespannen, bv.)

- Verhouding schrijver tot de thematiek van het boek:
W. studeerde aan de Landbouw Universiteit in Wageningen, werkte als correspondent in Moskow en is gefascineerd door het communisme. In de Graanrepubliek komen landbouw en communisme samen.

Frank Westerman - De Graanrepubliek. Amsterdam, Olympus, 2006. Paperback, 21 ste geïll. dr., 256 p. (1e dr. verschenen in 1999).

Gelezen: november 2006. Besproken in de leesclub: 24 januari 2007.

© JannieTr, november 2006.

donderdag 23 november 2006

Gerbrand Bakker - Boven is het stil

November 2006 - Waardering: 8,5.


Korte inhoud 

Op een boerderij in de buurt van Monnickendam wonen Helmer, een man van in de vijftig, en zijn bedlegerige vader. Hun relatie is moeizaam, door gebeurtenissen in het verleden. De vroege dood van Helmers tweelingbroer, Henk, neemt daarbij een belangrijke plaats in. Het verleden wordt opgerakeld als Riet contact opneemt met Helmer. Zij is de vrouw met wie Henk ruim dertig jaar geleden zou gaan trouwen. Riet heeft inmiddels een zoon die Henk heet en ze vraagt Helmer of de jongen enige tijd bij hem op de boerderij mag werken. Helmer zelf begint voorzichtig te dromen van een nieuw leven in Denemarken.
Boven is het stil is een roman over eenzaamheid, onderdrukte emoties en onuitgesproken verlangens. Het is ook een roman waarin het landschap van Noord-Holland op prachtige wijze wordt beschreven.
En het is een boek dat geschreven is in een even laconieke als suggestieve kale stijl. De eerste zin is al veel geciteerd: ‘Ik heb vader naar boven gedaan.’ Die roept direct een treffend beeld op van de situatie.

Verhaalanalyse:

- Opbouw:
Het boek is ingedeeld in 4 delen en deze zijn weer onderverdeeld in korte hoofdstukken.
Het eerste deel beschrijft hoe Helmer ruimte voor zichzelf opeist en vrijmaakt, door zijn vader naar boven te doen, geeft ons enig zicht op de oorzaken van zijn kille verhouding met zijn vader en vertelt over het ongeluk van zijn broer, over zijn a.s. schoonzuster Riet, de ruzie die deze had met zijn vader en eindigt met de brieven die Riet schrijft, met het verzoek hem op te mogen komen zoeken. Hij koopt een wandkaart van Denemarken, het land van zijn dromen, een symbool voor de vrijheid.
In het tweede deel komt Riet op bezoek en scheept hem op met haar zoon Henk. Het lijkt erop, dat ze hoopt ooit op de boerderij te kunnen wonen. Ook Ada, zijn buurvrouw, is veel aanwezig en begluurt hem met een verrekijker. Ondanks de nodige strubbelingen kunnen Helmer en Henk het wel vinden samen. Ook legt Henk contact met de aan zijn lot overgelaten vader. En langzamerhand besteedt ook Helmer iets meer aandacht aan zijn vader. We lezen meer over de verhouding tussen Helmer en de knecht Jaap, door zijn vader met ruzie weggestuurd. Het deel eindigt met het bijna verdrinken van Helmer bij het redden van een schaap.
Het derde deel begint met een Riet die zich beledigd en bedrogen voelt (hij had haar wijsgemaakt, dat zijn vader al dood was). Henk blijkt hem gered te hebben van de verdrinkingsdood. Zijn vader wil niet meer verder en eet niet meer. Ze komen toch nog tot een moeizaam gesprek, waarbij zaken uitgesproken worden, zonder dat ze nog opgelost kunnen worden. Zijn vader sterft en wordt op zijn verzoek in stilte begraven. Het eindigt met de komst van Jaap, die naar zijn oude woonplek kwam kijken.
Deel 4 speelt in Denemarken, waar hij met Jaap heen is gegaan op vakantie. Hij heeft al een deel van het vee verkocht en zal ook de rest van de hand doen. De laatste zin: Ik ben alleen, spreekt Helmer uit, als hij alleen op een avondwandeling is gegaan en op een rotspunt uitkijkt over de zee, in gezelschap van een schaap.

- Tijd:
Het verhaal wordt vrij chronologisch verteld. Geregeld worden we via korte ingelaste flash-backs op de hoogte gebracht van vroegere gebeurtenissen die hun nasleep hebben in het heden. Er zijn geen flash-forwards.
De periode die beschreven wordt loopt van november (kort voor Sinterklaas) 2002 tot mei van het volgende jaar. De flash-back periode gaat over 1966-1967, het jaar waarin zijn broer verdronk.

- Plaats en ruimte:
Plaats van handeling is voornamelijk de boerderij en directe omgeving daarvan in Noord-Holland in de buurt van Monnickendam (Waterland). Een klein deel speelt in Denemarken.

- Perspectief en verteller:
Het verhaal is in ik-perspectief geschreven. Alle gebeurtenissen (ook in het verleden) worden door de ik-persoon verteld.

- Personages:
Door de stijl van schrijven (meer suggestief, dan direct) wordt er van de lezer enig psychologisch inzicht verwacht bij het leren kennen van de hoofdpersonen. Bovendien blijft het soms bij vermoedens. Je voelt meer hoe een persoon in elkaar zit, dan dat duidelijk is. Dat maakt de term round-character niet geheel bruikbaar. Of jouw mening overeenkomt met hoe een persoon werkelijk is, is nooit vast te stellen (het blijft een fictieve persoon uiteraard). Daarbij speelt ook het inlevingsvermogen een rol. Door het ik-perspectief komen we het meest te weten van Helmer. De andere hoofdrolspelers in het verhaal: Vader, Henk (de tweelingbroer), Henk (de zoon van Riet), Riet, Ada en haar kinderen, Jaap komen wat minder uit de verf. We kunnen slechts vermoeden hoe ze in elkaar zitten, daar worden wel aanwijzingen voor door het verhaal geweven. Flat-characters zouden de jonge melkrijder en de veehandelaar genoemd kunnen worden. Typetjes ben ik niet tegengekomen.

- Verhaallijnen:
Eigenlijk zijn er twee verhaallijnen: die uit het verleden en die uit het heden. Ze wisselen elkaar af, waardoor we langzamerhand een beeld krijgen van hoe de toestand van nu voortgekomen is uit dat verleden. Ze komen tenslotte samen na de dood van Vader, in Denemarken, in de laatste zin: Ik ben alleen.

- Thema:
Het thema doet een beetje denken aan dat van Margriet de Moor in de Verdronkene: Helmer heeft, tot aan het begin van de roman, niet een zelfgekozen leven geleid, maar het leven van zijn verdronken tweelingbroer, omdat de omstandigheden dat vroegen: de beoogde opvolger voor het boerenbedrijf was er niet meer, dus moest hij van zijn vader diens taak overnemen en zijn studie staken. Een verschil is, dat er hier nergens sprake is van een schuldgevoel o.i.d. Het was meer de onmacht om te weigeren (Vader vraagt op het eind van zijn leven: waarom heb je dat dan niet gezegd?). Ook de verbondenheid met zijn tweelingbroer (ik ben slechts een half lichaam) is veel sterker. Zolang hij het leven leidt, dat hij nooit gewenst heeft en dat verbonden is en blijft met zijn broer Henk (via zijn vader, de boerderij en de dieren, Riet en haar zoon) blijft diens schaduw bij hem. Pas tijdens zijn verblijf in Denemarken (het symbool van de vrijheid voor hem) voelt hij zich van hem bevrijd: ik ben alleen.
Het Kaïn en Abelmotief (door sommigen genoemd) zie ik hier niet direct in. Vader heeft een lievelingszoon, maar de twee hebben elkaar nooit naar het leven gestaan.
Volgens Gerbrand Bakker zelf (weblog 29 mei 2006) zijn de thema’s Liefde, Dood en Schapen. Als ik dat zelf vertaal naar de inhoud:
Liefde: tussen de broers, van de vader voor zijn zoons (toch ook voor de “verstotene”, zoals je tussen de regels leest), van de zoon voor de vader (ondanks zijn verbitterde, harde opstelling, zijn er genoeg scènes die iets anders laten zien), tussen Jaap en Helmer (was dat de reden waarom zijn vader Jaap wegstuurde?). Heel subtiel wordt de lezer in de richting gestuurd van mogelijke homoseksuele gevoelens van Helmer (de kanojongens, de jonge melkrijder, de jonge Henk, Jaap, zijn gadeslaan van het samenzijn van Henk en Riet, zijn gevoel de helft van een lichaam te zijn, dat een was met dat van zijn broer?).
Dood: de verdrinking van Henk, het bijna verdrinken van Helmer, het overlijden van zijn vader. Ook aan het overlijden van zijn moeder en van de oude melkrijder wordt aandacht gegeven.
Schapen: behalve melkvee heeft de boerderij ook schapen. Zijn vader wil het schilderij met de schapen op zijn kamer, hij wil steeds weten hoeveel lammetjes er al geboren zijn, Helmer verdrinkt bijna bij het redden van een schaap uit de sloot, hij verkoopt enkele schapen om een kaart van Denemarken te kunnen kopen, hij verkoopt de koeien na de dood van zijn vader, maar houdt de schapen en de lammeren nog en als hij aan het eind van het verhaal alleen op een rots zit, voelt hij de warme adem in zijn nek van een schaap.

- Motieven:
Het tweeling motief speelt door het hele verhaal. Niet alleen Helmer en Henk, maar ook de ezels (de enige dieren die hij zelf heeft aangeschaft, ondanks misprijzen van zijn vader) zijn met twee. Net als de buurjongetjes, altijd samen, Ronald en Teun. Twee vrouwen die zich opdringen: Ada en Riet, tweemaal Henk, twee jongens in een kano.
De bonte kraai blijft bijna gedurende het hele boek aanwezig. Door recensenten uitgelegd, als de aankondiger van de dood. Volgens Bakker onzin:
Aan de andere kant hebben professionele lezers, de recensenten, er dan weer een handje van om alles symbolisch uit te leggen. Die bonte kraai die Helmer en zijn vader zo in het oog houdt, wordt dan als doodaanzegger geïnterpreteerd. Dat ís hij helemaal niet: hij brengt liefde! Hij zorgt ervoor dat kleine Henk niet weggaat, hij geeft Helmers vader iets om naar te kijken, bijna een reden om nog niet te sterven. En hij gaat niet weg als die uiteindelijk dood gaat. Pas als de oude knecht Jaap weer voor het eerst de keuken binnenloopt vliegt de bonte kraai weg. (Recensieweb)

- Titel:
Boven is het stil slaat op het moment dat Riet op bezoek is in de boerderij, terwijl Helmer haar wijs gemaakt heeft, dat zijn vader dood is. Hij heeft de oude man bezworen zich stil te houden. Dat doet hij ook. Helmer denkt dan op een bepaald moment opgelucht: Boven is het stil. Maar het kan natuurlijk ook slaan op het moment, dat Vader is overleden: ook dan is het stil boven en kan Helmer eindelijk echt aan zijn nieuwe leven beginnen.

- Motto’s:
Er zijn geen motto’s aan het verhaal toegevoegd.

- Genre:
Een streekroman heeft als genre een negatieve bijklank. Maar toch is dit ook min of meer een streekroman, in die zin, dat het leven van deze boer in Noord-Holland, inclusief het landschap waar hij leeft en werkt, overtuigend beschreven wordt. Het is tevens een psychologische roman, terwijl ook de term ontwikkelingsroman van toepassing zou kunnen zijn.

- Stijl- en stijlfiguren:
De stijl is heel bijzonder: subtiel, suggestief. In een recensie stond: Bakker heeft respect voor zijn lezers. In die zin, dat hij niet uitleggerig is: je mag zelf concluderen, begrijpen tussen de regels door. Voor mij is een belangrijke regel bij het schrijven: vertel niet precies wat je wilt vertellen, schrijf er omheen. De niet voor de hand liggende details opmerken, de essentie ongezegd laten. Ik zou iets zeggen over de manier waarop jij die pen vasthoudt bijvoorbeeld, liever dan te vertellen dat je bruine ogen hebt. Zo voelt het voor de lezer alsof die er bij is, alsof hij zelf die kleine observaties doet. (Recensieweb).

- Verhouding schrijver tot de thematiek van het boek:
Bakker komt uit de Wieringerwaard en kent het landschap van Noord-Holland en zijn bewoners dus goed. Verder schijnt er geen verband tussen zijn leven en opvattingen en het boek te zijn.

Gerbrand Bakker - Boven is het stil .Amsterdam, Cossee,, 2006. Geb. met stofomsl., 3e dr. (mei 2006)  (1e dr. verschenen in mrt. 2006).  

Romandebuut, (wel eerder een jeugdboek) genomineerd voor de Debutantenprijs 2006. Winnaar Gouden Ezelsoor 2006 (zie ook Juryrapport Gouden Ezelsoor op zijn website: KLIK HIER)

© JannieTr, november 2006. 

Naschrift 2016: Debutantenprijs 2006 gewonnen. Het boek is verfilmd en over de hele wereld in vertaling verschenen. Het heeft veel, vooral internationale prijzen gekregen, waaronder:  the International IMPAC Dublin Literary Award. Inmiddels is de 25ste druk verschenen.

donderdag 16 november 2006

Simone van der Vlugt - De reünie


November 2006 – Waardering 7.

Beschrijving (achterzijde boek):

De aankondiging van een middelbare-schoolreunie zet Sabines leven plotseling op zijn kop. Het rakelt een belangrijke gebeurtenis uit haar jeugd op: de verdwijning van haar klasgenoot Isabel. Ooit waren zij hartsvriendinnen, maar toen Isabel zich ontpopte tot het populairste meisje van de school liet zij Sabine plotseling links liggen. En dat was niet het enige wat Isabel haar aandeed...Toch voelt Sabine zich enorm schuldig: misschien zou Isabel nooit verdwenen zijn als Sabine die bewuste dag met Isabel mee naar huis was gefietst...
Nu, tien jaar later, is er nog steeds dat knagende schuldgevoel en komen er steeds meer flarden van herinneringen aan die tijd terug. Sabine begint te wroeten in het verleden en komt steeds dichter bij het ware, angstaanjagende verhaal achter Isabels verdwijning.
De reunie is een razendspannende literaire thriller die intrigerende thema's aanboort, zoals het verdringen van traumatische gebeurtenissen, concurrentiestrijd tussen pubers maar ook collega's, de liefde, maar bovenal ook: vriendschap.
Simone van der Vlught geniet internationale faam als schrijfster van historische jeugdromans, maar bewijst met De reunie dat zij ook een meester is in het schrijven van literaire thrillers.

Korte bespreking van Biblion:

Als Sabine (23), die als secretaresse bij een bank in Amsterdam werkt, na een jaar met een burn-out thuis te zijn geweest net weer voor 50% is begonnen, leest ze over de a.s. reünie van haar middelbare school in Den Helder. Het rakelt op wat ze had weggestopt: de onopgeloste verdwijning 9 jaar terug van klasgenote Isabel, op de basisschool haar hartsvriendin, maar op de middelbare school een kwelgeest die haar erg pestte. Sabine denkt te weten wat er is gebeurd, maar kan niet komen bij weggestopt verdriet. Omdat ze nu toch wil weten wat er gebeurde, gaat ze naar Den Helder en zoekt mensen op, zodat er steeds meer terugkomt. Van der Vlugt (1966) publiceerde eerder goed besproken historische jeugdromans. Deze boeiende psychologische thriller is uitstekend opgebouwd, waardoor de spanning wordt opgevoerd, de lezer regelmatig op het verkeerde been wordt gezet en de vrij logische ontknoping toch nog een verrassing is. Opvallend goede, levensechte dialogen. -@ Drs. Madelon de Swart

(Een van de eerste boeken, dat ik, na een lange periode van voornamelijk non-fictie lezen, uitkoos.  De waardering is daardoor wat hoger uitgevallen, dan ik er nu (febr. 2009) aan zou toekennen. Het boek is beter dan het later verschenen Het laatste offer, maar de jeugdboekenschrijfster is ook in dit boek nog duidelijk aanwezig, m.n. in de dialogen. De vorm voor mijn blog moest toen ook nog gevonden worden).

Simone van de Vlugt - De Reünie. Amsterdam, Anthos, 2004.

© JannieTr, november 2006.