zondag 9 oktober 2011

Bart Vercauteren - Een ziel van glas

Oktober 2011 - waardering: 7,5.

Inleiding

Helaas greep Bart Vercauteren net naast de Academica Literatuur Prijs van 2011. Misschien moet men er bij de ALP toch eens over nadenken of het wel redelijk is, dat lezers die niet alle 5 de nominaties gelezen hebben toch mogen stemmen op een enkel boek. Op deze manier wint een bestseller op een nogal dubieuze manier van de andere genomineerden, zonder dat er kennis genomen is van hun literaire kwaliteiten.
Het graf van de voddenraper is en blijft voor mij de winnaar. Vandaar dat ik blij verrast was dat er nog voor de uitslag van de ALP al een nieuwe titel van Bart Vercauteren in de boekwinkel lag. Die werd meteen aangeschaft uiteraard en inmiddels heb ik het boek tweemaal gelezen.

Inhoud

Liesbeth Schreurs is draaideurpatiënte in Sint-André, een psychiatrisch ziekenhuis. Op een onbewaakt moment gaat ze ervandoor. Ze neemt gewoon de trein, helemaal tot in Italië. Daar is Liesbeth een vrije vrouw. Ze maakt brokken en belandt in een politiecel. Sint-André zit met meer dan een probleem. Het kost veel meer om voor de onbetaalde rekeningen en de stommiteiten op te draaien, dan om Liesbeth terug te halen.
Martin De Bruyne aarzelt niet. Hij gaat haar in de auto achterna. De eerste keer dat hij Liesbeth zag, was ze jaren jonger, ze slofte nog niet door de gangen, keek nog helder uit haar ogen, was nog verontwaardigd over alles wat ze zag. Ik ben toch niet gek. Hij hield haar voor een bezoekster. Dat blijft elke patiënt voor hem. In de auto en op de terugweg wordt duidelijk waarom. Doorheen herinneringen, wachten, verwachten, herkennen en verlangen. (Achterflap).

Leeservaring

Meestal lees ik een boek tweemaal voor ik er hier een verslagje van maak. Dit keer leverde dat twee totaal andere ervaringen op. Mijn gretigheid en de samenvatting op de achterzijde speelden daarbij een rol.
Liesbeth Schreurs leek de hoofdpersoon van de roman, als je de achterkant bekeek. En wie te snel leest om te willen weten of het nog goed komt met haar, ziet essentiële zaken over het hoofd. Ik vond het verhaal verwarrend, begon het pas bij deel 2 een beetje te waarderen en ontdekte in deel 3 dat ik door de achterflap op het verkeerde been was gezet.

Het thema werd me daar pas duidelijk: Waar ligt de grens tussen geestelijk gezond en ziek zijn, waar die tussen een geval en een mens en die tussen verpleger en patiënt? Is het mogelijk om deze grenzen ter discussie te stellen en wat zijn de gevolgen als ze overschreden worden? Toeval en geluk bepalen aan welke kant van de grens je staat, maar de grens tussen zin en waanzin is flinterdun.

Martin bleek de echte hoofdpersoon van het verhaal en toen ik het nog een keer las vanuit dat gezichtspunt kwam er een heel ander, intrigerend verhaal te voorschijn. De spanning in het verhaal lag minder bij: hoe zal het gaan met Liesbeth, maar kan Martin het allemaal in de hand houden of betreedt hij stukje bij beetje een moeras waaruit geen ontsnappen meer mogelijk is.
En ik hàd het kunnen weten, als ik de Proloog beter tot me door had laten dringen.

Het personale perspectief ligt meestal bij Martin. Heel soms bij Liesbeth, maar meestal wordt er òver haar verteld. Beiden hebben een traumatische jeugd achter de rug, al is die van Liesbeth vele malen erger. Martin is verpleger geworden omdat hij voor mensen wilde zorgen. Zo leert hij Liesbeth kennen die steeds vaker wordt opgenomen en die het stempel psychotisch heeft gekregen. Niets meer aan te doen, volgens de geldende regels: opnemen, medicijnen geven en weer een poosje wegsturen, tot de volgende uitbarsting. Martin wil haar blijven zien als een mens met een verhaal dat aanknopingspunten biedt om ongezonde gedragingen te kunnen veranderen. Proberen contact te maken met de mens in de patiënt is echter ongewenst in Sint André. Als het een keer, door een terloopse opmerking toch gebeurt, krijgt Martin het gevoel dat ze hem vertrouwt en dat hij haar wellicht zou kunnen helpen.

Het is dan ook vanzelfsprekend dat hij meteen aanbiedt haar op te halen. Hij hoopt haar weer op de weg naar genezing en een normaal leven te kunnen leiden, op zijn manier, buiten de muren en de regels van Sint André. Dat hoopt hij te bereiken tijdens de terugreis in de auto.
Het boek is verdeeld in een Proloog (waarin we lezen dat het niet goed is gegaan met Martin), 3 delen, een Naschrift en een Epiloog. In deel 1 omvat de heenreis, deel 2 de terugreis met Liesbeth en deel 3 de gevolgen die onontkoombaar zijn. In het Naschrift lezen we in een brief van Liesbeth voor Martin wat hij voor haar heeft betekend en de Epiloog suggereert dat Bart zich met Martin vereenzelvigt.

 Tijdens de heenreis wordt Martin geplaagd door herinneringen aan zijn jeugd, onderweg terug met Liesbeth gaat er van alles fout, dat hij niet zal kunnen verklaren aan wie niet horen wil en al een oordeel klaar heeft. Toch maakt hij vorderingen met Liesbeth, tot de reis afgebroken moet worden en ze met het vliegtuig terug moeten keren. Op zijn werk wordt het onwerkbaar: men accepteert zijn mensbeeld niet, houdt angstvallig en arrogant vast aan eigen regels en veroordeelt hem. Hij wordt ontslagen. Ook thuis is alles anders dan voor de reis.

Een verhelderend interview over dit boek en de achtergronden (B.C. was zelf werkzaam in de psychiatrie) kun je hier zien bij: Onder Cover. Hij brengt daarin o.a. Franco Bazaglia ter sprake die in Italië psychiatrische ziekenhuizen verving door therapeutische gemeenschappen, waar patiënten, verplegers en doktoren bij elkaar woonden. (In het boek is Liesbeth gevlucht naar Nocera waar Sergio Piro, een aanhanger van Bazaglia, een therapeutische gemeenschap had). Martin en B.C. voelen zich verwant met deze anti-psychiatrie. Wie hierin geïnteresseerd is, kan meer informatie vinden op de site van en in het Museum Dr. Guislain te Gent.

Qua stijl vond ik deel 2 en 3 prettiger lezen. Was het Vlaams in Het graf van de voddenraper nog poëtisch te noemen, hier stoorde het me af en toe, omdat ik bleef steken in een onbegrepen zin. Soms vond ik de  beeldspraak wat gezocht. Maar er zaten ook  hele mooie bij:

"Ze was voor iedereen een hopeloos geval, maar ze was mooi in alles wat ze had kunnen worden. Voor Martin was ze zijn eigen hopeloze droom. Zijn pop, zijn vlinder in een veel te ingewikkelde cocon van staal en beton. Hij was vertrokken met een duidelijke verwachting: deze reis moest de hamer zijn die die cocon zou openbreken."

 Of: "Ze kijkt hem aan met ogen waarin de hopeloze waanzin langzaam dooit tot tomeloos verdriet".

Al lijkt dit boek een totaal ander thema aan te snijden dan Het graf van de voddenraper toch hebben ze gemeen dat ze gaan over hoe mensen in het leven staan en hoe ze zich erdoor heen proberen te slaan. Hoe verwerk je een groot verlies en hoe kun je dan verder gaan of hoe vindt je een manier om te leven met de trauma's van je jeugd? Waarom kan de een het wel en de ander het niet?
Ik heb zo'n vaag vermoeden dat we nog wel enkele romans over levensvragen mogen verwachten.

Er zijn maar weinig boeken die over de psychiatrie gaan. Door het originele thema, de bijzondere hoofdpersonen en de dilemma's die aangekaart worden is het tevens een interessant boek voor  leesclubs.

Bart Vercauteren - Een ziel van glas. Antwerpen, Houtekiet, 2011. Paperback, 165 pg.

©JannieTr, oktober 2011.

dinsdag 4 oktober 2011

Hella Haasse - Sleuteloog

Oktober 2011 - waardering: 7,5.

Inleiding

Hoe kun je beter eer bewijzen aan een pas overleden schrijfster, dan door het lezen van een van haar boeken. Decennia geleden las ik op school Oeroeg, zonder dat er veel van bleef hangen. Toen het opnieuw uitgegeven werd voor de "Nederland Leest" campagne (2009) las ik het opnieuw en ging het voor me leven. Eerder al (2006) las ik Heren van de Thee en nu dus Sleuteloog, dat al een poosje in de kast stond. Allemaal Indische romans. Maar in 2006 verscheen ook Tuinhuis: een verzameling korte verhalen. Ik las het in 2010 en was er van onder de indruk. Er ging een wereld voor me open die zoveel meer was dan ietwat melancholische herinneringen aan Indië:  andere landen en streken, andere tijden en mensen die niet Hella's achtergrond hadden, het spelen met mysteries, raadsels en toeval. Ik nam me voor ook ander werk te gaan lezen, maar omdat Sleuteloog nog lag te wachten kwam dat eerst aan de beurt.

Inhoud

Een journalist benadert de kunsthistorica Herma Warner met de vraag of zij hem informatie kan verschaffen over Mila Wychinska. Hij is die naam tegengekomen in een dossier over mensenrechtenactivisme in Zuidoost-Azië. Op de foto die hij Herma stuurt, herkent zij echter onmiddellijk haar jeugdvriendin Dee Mijers.
Het verzoek dwingt Herma zich te verdiepen in het verleden dat zij voorgoed achter zich dacht te hebben gelaten. Ze wordt overspoeld door een golf van herinneringen aan haar jeugd in Nederlands-Indië en de jaren daarna. Herma wordt zich opnieuw bewust van de duistere kanten van de vriendschap met Dee, van haar bijna mystieke band met Non (Dees tante) en bovenal van haar verhouding tot Taco Tadema, met wie zij sinds hun middelbare-schooltijd in Batavia een paar heeft gevormd. Ingeslapen emoties komen aan de oppervlakte, maar niet alle raadsels worden opgelost.
De roman werd in 2003 bekroond met de NS Publieksprijs, de Dirk Martensprijs en genomineerd voor de AKO Literatuurprijs. (Overgenomen van de site van het  Hella Haasse Museum).

Leeservaring

Opnieuw dus een Indië roman, opnieuw het verhaal van een onmogelijke vriendschap, net als in Oeroeg, ditmaal tussen twee meisjes/vrouwen. Ook hier het moeten erkennen dat alles wat zo vanzelfsprekend leek in de jeugd, een band die verondersteld werd, in werkelijkheid niet zo hecht bestaan had.

Maar in Sleuteloog zijn de natuurbeschrijvingen talrijker en uitgebreider en de herinneringen licht melancholisch. Dit keer is de hoofdpersoon al oud en graaft in haar herinneringen, om te ontdekken dat er veel was dat achteraf anders beoordeeld moet worden, dat vragen oproept en dat raadsels laat bestaan. In Oeroeg zat een zekere politieke boodschap, in Sleuteloog meer een filosofische: onze herinneringen worden gekleurd door hoe we het heden beleven en omgekeerd. Als zich in het heden feiten openbaren waar we niet omheen kunnen, blijken de gebeurtenissen in het verleden er in onze herinneringen plotseling anders uit te zien: wat onbelangrijk leek, krijgt ineens gewicht. En daarmee beïnvloeden ze ook de manier waarop we in het heden staan. Verdrongen emoties komen naar boven, vragen dringen zich op. 

De geschiedenis krijgt ruim aandacht, veel meer dan in Oeroeg, niet alleen over wat er na 1947 gebeurd is, maar ook in een verder verleden. Kunstgeschiedenis, godsdiensten, cultuur, bevolkingsgroepen, van alles wordt terloops door het verhaal geweven. Echt spannend zou ik het verhaal niet willen noemen. Daarvoor blijven uiteindelijk teveel vragen onbeantwoord en krijgt de volwassen Dee/Mila te weinig een gezicht. Duidelijk is dat Hella Haasse bij het schrijven van deze roman met veel plezier en weemoed haar jeugdjaren in Indië (en haar latere bezoeken) herbeleefd heeft. En zich altijd verbonden is blijven voelen met haar geboortegrond.

De ebbenhouten kist speelt een symbolische rol in het verhaal: alles wat van belang is geweest in het verleden is er in gestopt. Fotoalbums, brieven, schoolschriften, dagboeken, etc. Zoals er ergens een plekje is waar iemand al zijn herinneringen opbergt. Maar de sleutel is weg. Ze kan er niet meer bij. Dan komt er een journalist die haar vraagt in die herinneringen te graven. Hoe dieper ze graaft, hoe meer ze het gevoel krijgt dat haar herinneringen niet kloppen met wat er zich werkelijk afspeelde. Dat alles anders was.  Als de kist uiteindelijk wordt geopend blijkt hij leeg: in het sleuteloog staat de tekst: "Al wat je ooit zag of hoorde, al wat je dacht te weten, is niet meer dat, maar anders".

Een mooi boek, maar even genoeg Indië voor mij. Het wordt tijd voor een van haar andere boeken. Keus genoeg!

Hella Haasse - Sleuteloog. Amsterdam, Querido, 2006. Paperback, 179 pg. Leesclub editie: met een nawoord van Margot Dijkgraaf, leesclubvragen, lijst Indische termen, familielijn hoofdpersonen.

©JannieTr, oktober 2011.

zondag 2 oktober 2011

Voor mij ben je hier: verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers - onder red. van Michiel van Kempen

September 2011 - waardering: 8


Inleiding


Omdat we dit jaar aandacht gaan besteden aan de Surinaamse literatuur met onze leesclub vroeg ik voor mijn verjaardag een verhalenbundel waaraan verschillende Surinaamse schrijvers een bijdrage geleverd hebben. Het is Voor mij ben je hier geworden. Zestien schrijvers toonden hun kunde in even zo veel korte verhalen. Het is een interessante kennismaking geworden.  Aan de keuze van de titels voor onze bijeenkomsten veranderde deze bundel niets: niet van elke auteur zijn voldoende boeken aanwezig in de bibliotheek om ze op het lijstje te zetten. Maar dat neemt niet weg, dat van de meeste titels wel een enkel exemplaar aangevraagd kan worden en dat zal ik in de toekomst ook zeker doen. 


Beschrijving:


Ter gelegenheid van 35 jaar onafhankelijkheid van Suriname stelde Michiel van Kempen een bundel samen met zestien verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers. Diversiteit en actualiteit worden moeiteloos verbonden aan herkenbare Surinaamse onderwerpen. Guilly Koster reist naar de binnenlanden van Limburg af waar hij verliefd wordt op een dominee die Surinaamse wortels heeft. Mala Kishoendayal beschrijft de reis van een Hindoestaans echtpaar op het eerste schip dat naar Suriname ging met contractarbeiders. Clark Accord treft de laatste resten van een koloniaal verleden in Santiago de Cuba aan. De verhalen zijn heel beeldend geschreven en de diversiteit geeft precies weer wat de Republiek Suriname kenmerkt: onovertroffen gemêleerd! Van Kempen is bijzonder hoogleraar West Indische Letteren aan de UvA. Hij heeft al diverse bloemlezingen Surinaamse letterkunde samengesteld. (NBD|Biblion recensie, C.H. Gajadin).


Leeservaring


In de inleiding van dit boekje stelt Michiel van Kempen, dat er in de eerste tien jaar van deze eeuw binnen de Surinaamse literatuur meer debuten verschenen zijn dan in de twee eeuwen daarvoor. Opvallend is het aandeel van jonge vrouwen daarin. Bovendien maakt het niet meer uit waar de auteurs wonen of geboren zijn om van Surinaamse literatuur te spreken. 

De ondertitel: Verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers wekt de suggestie dat het ook om jonge mensen gaat. Van elke auteur is een korte biografie opgenomen achterin het boek. En wie naar de geboortejaren kijkt, zal zien dat dat niet zo is. Uitschieters zijn: Herman Hennink Monkau (1935) en Carry-Ann Tjong Ayong (1941). Daarna is er een grote groep geboren in de jaren 50, begin 60: Joanna Werners (1953), Henna Goudzand Nahar (1953), Annette de Vries (1954), Guilly Koster (1955), Ismene Krishnadath (1956), Mala Kishoendajal (1959), Rihana Jamaludin (1959), Marylin Simons (1959), J.Z. Herrenberg (1961) en Clark Accord (1961). De jongste schrijvers uit deze verzameling zijn: Tessa Leuwsha (1967), Ruth San A Jong (1970), Iraida Ooft (1974) en Karin Amatmoekrim (1976).

Maar in de inleiding schrijft van Kempen ook, dat er als gevolg van de ontwikkelingen na de onafhankelijkheid een tijdlang weinig tot niets gebeurde op literair gebied. Pas in de eerste 10 jaar van de deze eeuw kwam de literaire productie weer op gang en debuteerden er Surinaamse schrijvers die ondertussen dus al een jaartje ouder waren. 

Met de term Jongste generatie schrijvers is m.i. dan ook vooral bedoeld: schrijvers die (ongeacht hun kalenderleeftijd) een andere, modernere Surinaamse literatuur voortbrengen. Minder gedreven door een maatschappelijke taak, zich er meer bewust van dat een literair werk een artistiek kunstwerk hoort te zijn. Dat wil niet zeggen dat ze niet open staan voor wat er gebeurt in de wereld, ook niet dat de thema's geen verband meer hebben met Suriname en haar geschiedenis. Maar er wordt vrijer, artistieker mee omgesprongen.

Zoals Van Kempen schrijft: In deze bundel is werk opgenomen van auteurs die het gezicht van de jongste Surinaamse literatuur in het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw bepaald hebben, plus het werk van enkele schrijvers die met beloftevol werk op de drempel staan van een literaire carrière. 

Ik heb deze bundel met veel plezier gelezen. De meeste verhalen waren boeiend en intrigerend. Èn afwisselend: de gemêleerdheid van al wie zich Surinamer noemt, komt in de verhalen naar voren. Ik zal in de toekomst zeker nog meer werk van deze schrijvers lezen. Verhalen die mij erg aanspraken waren de volgende:

 * Marylin Simons - Blijf stil. Het onthutsende verhaal van een oude vrouw die spijt heeft van het mishandelen van haar kind, maar die nooit aan iemand de trauma's van haar jeugd heeft kunnen vertellen.

 * Iraida Ooft - High Maintenance. Over een alleenstaande vrouw die dol is op haar kind, verwekt door een man wiens vrouw geen kinderen kan krijgen. De echtgenote roept winti in om dat kind te laten sterven en adopteert zelf een ander kind. Dan is het de beurt aan de minnares om winti in te roepen.

*  Clark Accord - Una casa particular. Een Spaanse edelvrouwe in het communistische Cuba verhuurt kamers om aan inkomen te komen. Ze wordt al jaren bezocht door de geest van een slavin van haar voorvaderen die zelf haar ongeboren kind doodde om te voorkomen dat het ook een ellendig slavenbestaan zou moeten ondergaan. Ze vertelt haar verhaal aan een student. Het Yoruba-geloof speelt er een belangrijke rol in. Als hij dit verhaal op gaat schrijven, wordt de vloek doorbroken en vindt de geest rust in het dodenrijk.

* Ismene Krishnadath - Adempauze. Een intrigerend verhaal waarin heden (de aardbeving op Haïti), verleden (mysterieuze Indiaanse verhalen) en toekomst (de voorspellingen van een Indiaanse) samenkomen.

**Zonder de anderen daarbij te kort te willen doen: deze hele bundel is het lezen waard!!

Voor mij ben je hier: verhalen van de jongste generatie Surinaamse schrijvers - samengest. en gered. door Michiel van Kempen. Amsterdam - Meulenhoff, 2010. Paperback, 254 pg., met verklarende woordenlijst en auteursinformatie. ISBN: 9789029086790

© JannieTr, 2 oktober 2011.

vrijdag 23 september 2011

Winnaar Academica Literatuurprijs 2011

De winnaar van de ALP van 2011 is geworden: Peter Buwalda met Bonita Avenue.

Mededeling van Bart Vercauteren op Facebook:
Het was een zeer mooie avond, daar in het Diligentia theater in Den Haag. Bijna de perfecte. Het was naar verluidt nog nooit zo spannend tot op het allerlaatst. Buwalda en ik werden beiden winnaar: ik van de vakjury, hij van de publieksjury. 4 stemmen, daar ging het over. Mooi van de organisatie om me ook te vermelden.
Niet meer dan terecht! Kijk maar hier: Bart Vercauteren - Het graf van de voddenraper
©JannieTr, 23 september 2011.

woensdag 21 september 2011

Bernhard Schlink - Zomerleugens

September 2011 - waardering: 8,0.

Inleiding

In augustus 2010 won ik bij via een twitter-prijsvraag van Cossee een gesigneerd exemplaar van Bernhard Schlink's Zomerleugens. Nog diezelfde maand las ik 2 verhalen uit de bundel. Ze spraken me aan, maar voor de rest had ik op dat moment geen tijd. Toen ik het boek onlangs weer eens ter hand nam, heb ik het binnen enkele dagen uitgelezen. En al is de zomer inmiddels alweer bijna voorbij: ook in de donkere maanden die komen gaan zijn deze boeiende verhalen een aanrader om even bij weg te dromen.

Inhoud

Is een leven zonder leugens en de warmte van zelfbedrog wel leefbaar? Voorstellingen van het leven, verwachtingen ten aanzien van de liefde, wijsheid die komt met de jaren - wat is illusie en wat is waar? Wat te doen wanneer een droom in één klap uiteenspat. Vluchten in een nieuwe illusie? Misschien zijn we helemaal niet opgewassen tegen een leven zonder leugens en zelfbedrog.
In Schlinks zeven vertellingen van een bijna melancholieke schoonheid - stuk voor stuk romans in een notendop - zijn de bedachte en de spontane, de ondoordachte en de verstandige leugens waarmee we leven altijd aanwezig. Van comfortabel zelfbedrog tot een leven dat een serie van meesterlijke leugens blijkt te zijn. En wij stellen verbaasd vast dat we de leugenaars heel goed begrijpen. Alsof we ons op de een of andere manier betrapt voelen. (Cossee).

Leeservaring

Laat ik beginnen met de vertaling. Die is zo goed, dat je niet in de gaten hebt dat je een vertaald boek aan het lezen bent. Complimenten dus voor Nelleke van Maaren. Dan de titel: Zomerleugens. De meeste verhalen spelen inderdaad in de zomer, al speelt die zelf niet altijd een doorslaggevende rol in het verhaal. Misschien heeft de schrijver (want in het Duits is de titel: Sommerlügen) voor deze titel gekozen om de leugen een zekere luchtigheid te geven. Want al speelt de leugen wel een belangrijke rol in alle verhalen, nergens is ze grof of doortrapt. Of het moest zijn in De vreemde in de nacht, maar daar wordt de opeenstapeling ervan bijna komisch, wat je ook op kunt vatten als luchtig.

Met het bovenstaande is echter niet gezegd, dat de leugentjes en het zelfbedrog onschuldig zijn. Soms lijken ze dat, maar de gevolgen ervan zijn doorgaans nogal ernstig.

In Naseizoen heeft een man zichzelf en zijn vakantievriendin wijsgemaakt dat hij met haar een nieuw leven op wil bouwen, maar als hij eenmaal weer in zijn eigen vertrouwde omgeving is, ziet hij tegen alle veranderingen op en maakt hij zichzelf, opnieuw, wijs, dat hij even tijd nodig heeft en dat hij altijd nog bij haar kan intrekken. Een mooi melancholisch verhaal.

In De nacht in Baden-Baden verzwijgt een man voor zijn vriendin dat hij een weekend op stap is geweest met een ander. Juist omdat hij daarover liegt, wordt hij ten onrechte verdacht van overspel. Als hij tenslotte het overspel bekent om van het gezeur af te zijn, heeft zijn vriendin de waarheid al gehoord van de andere vrouw. Over het slippertje dat hij ondertussen met een serveerster heeft gehad zwijgt hij dan maar. De man die voor geen van beide vriendinnen echt kon kiezen voelt dat hij hen nu beiden kwijt is. Over hoe ook kleine leugentjes het vertrouwen kunnen ondermijnen.

Ook in Het huis in het bos staat er een relatie op het spel. Met alweer een man in de hoofdrol. Een echtpaar heeft zich teruggetrokken op het platteland. Zij is een succesvol schrijfster en hoopt daar in alle rust aan haar boek te kunnen werken. Hij hoopt dat ze daar een gezinsleven op kunnen bouwen, weg van het uitgeverswereldje waaraan hij haar denkt te zullen verliezen. Als er tekenen zijn die erop wijzen dat ze een belangrijke prijs zal gaan winnen en haar boek sneller af is dan gedacht en ze aangeeft dan weer naar de stad te willen, onderneemt hij allerlei sabotage activiteiten om dat te voorkomen. Maar in plaats van dat hij daarmee het gezinsleven redt, raakt hij zowel zijn vrouw als zijn dochtertje kwijt. Een spannend en verdrietig verhaal.

De vreemde in de nacht gaat over twee mannen die elkaar in een vliegtuig ontmoeten. De een wil zijn bizarre verhaal graag kwijt aan de ander. Hij krijgt de ene leugen na de andere op de mouw gespeld. Voor de lezer is het soms komisch hoe de leugenaar elke verdachte handeling weet uit te leggen. Uiteindelijk misbruikt hij het vertrouwen van de andere man. Die vraagt zich achteraf af hoe het komt dat hij erin getrapt is.

De laatste zomer is een schrijnend verhaal. Een oude man is dodelijk ziek en verzwijgt dit voor zijn familie. Hij verzamelt ze allemaal voor de zomervakantie, doet leuke dingen met de kleinkinderen, heeft belangstelling voor iedereen, maakt zijn vrouw weer het hof, kortom: hij gedraagt zich volgens zijn vrouw niet zoals ze van hem gewend is. Eerst is ze blij met die verandering, dan ontdekt ze dat hij van plan was, zonder daar iemand in te kennen, op een avond een drankje in te nemen, dat een eind aan zijn leven moest maken, te midden van de familieleden. Ze vertelt het aan de anderen, neemt verontwaardig de benen en ook de anderen vertrekken. Helemaal alleen besluit hij een uiterste poging te doen haar terug te winnen en samen over zijn einde te beslissen.

In Johan Sebastiaan Bach op Rügen doet een zoon een laatste poging werkelijk contact met zijn vader te krijgen. En hoewel hij niet de dingen die hij van zijn vader wilde horen te horen krijgt, lezen wij tussen de regels dat hij in zeer veel dingen op zijn vader lijkt. Het is een ontroerend verhaal. Zijn vader vertelt geen leugens, hij zwijgt vooral over van alles. In hun liefde voor de muziek van Bach zijn ze dichter bij elkaar dan in woorden uitgedrukt kan worden. Hier gaat het niet om leugens, maar om zelfbedrog: de zoon maakte zichzelf wijs dat zij geen enkele band hebben.

Het laatste verhaal is getiteld De reis naar het zuiden. Ook hier een geval van zelfbedrog, om de pijn te verzachten van de gevolgen van een verkeerde keuze in het verleden. Het is het enige verhaal met een vrouw in de hoofdrol. Het is een mooi verhaal om mee af te sluiten. Het toont duidelijk het andere thema van deze verhalen: beslissingen nemen en keuzes maken. De meeste hoofdpersonen hebben daar moeite mee. Of accepteren die van anderen niet. Of maken de verkeerde.
De man die ze destijds niet gekozen heeft, zegt haar: "Ik heb eens geschreven dat de grote beslissingen, de beslissingen van levensbelang niet goed of verkeerd zijn, dat je alleen maar verschillende levens leeft. Nee, ik denk niet dat je leven misgelopen is."

Een karakter echt uitdiepen is in het bestek van een kort verhaal moeilijk, maar toch zijn de figuren uit deze bundel levensechte mensen, met herkenbare gevoelens en reacties. Voor mij was het een prettige kennismaking met Bernhard Schlink.

Bernhard Schlink - Zomerleugens. Amsterdam, Cossee, 2010. Geb., 268 pg., isbn 978-90-5936-300-7.

©JannieTr, 21 september 2011.

maandag 12 september 2011

Wolfgang Herrndorf - Tsjik


September 2011 - waardering: 7,0.

Inleiding

Binnenkort (op 1 oktober 2011) zal Tsjik, geschreven door Wolfgang Herrndorf, in de boekwinkels liggen. Het is een vertaling van het Duitstalige boek Tschick dat in Duitsland een groot succes is en dat inmiddels is bekroond met de Clemens Brentano Preis 2011 van de Stadt Heidelberg en genomineerd is voor de Duitse Jeugdliteratuurprijs 2011. Hoewel ik vrijwel geen vertalingen lees, wilde ik, op verzoek van Cossee, voor dit boek wel een uitzondering maken. Vooral omdat er op de achterflap gesuggereerd werd, dat het overeenkomsten zou hebben met Joe Speedboot, een van mijn favoriete boeken, dat onze leesclub destijds een interessante discussieavond opgeleverd heeft. Helaas moest ik constateren dat die overeenkomst een beetje tegenviel, maar daarmee is het nog geen slecht boek. Er zullen ongetwijfeld lezers voor te vinden zijn en ik heb het niet met tegenzin gelezen. Maar het verschilt toch wezenlijk van Joe Speedboot.

Inhoud

(FLAPTEKST) "Moeder in de ontwenningskliniek, vader met ‘assistente’ op zakenreis: Maik Klingenberg zal de grote vakantie in zijn eentje doorbrengen bij het zwembad van de villa van zijn ouders. Maar dan duikt Tsjik op.
Tsjik, die eigenlijk Andrej Tsjichatsjow heet, is niet bepaald een toonbeeld van integratie. Hij komt uit een van de aso-torenflats in Berlijn-Hellersdorf en heeft het op de een of andere manier tot het gymnasium weten te schoppen. Hij heeft een lichtblauwe Lada gescoord en daarmee begint een tocht zonder landkaart over het Duitse platteland in hartje zomer. Tsjik wil graag naar Walachije waar zijn opa woont, maar er is in de hele provincie Brandenburg geen enkele wegwijzer naar Walachije te vinden.
Wat volgt, is een reis die zo grotesk, droevig, dramatisch en grappig is dat je geregeld niet meer verder kunt lezen van het lachen, maar evenmin kunt ophouden. In de lege wereld achter Berlijn is blijkbaar niemand echt in vakantiestemming. Niet de knappe Tatjana, op wier verjaardagsfeest zij niet uitgenodigd zijn, niet WO II veteraan Fricke die een uitstekende schutter is, niet de man aan de benzinepomp en helemaal niet het varken op de autosnelweg. Maik vertelt hun vakantieverhaal zonder opsmuk met het temperament van een veertienjarige, argeloos en wereldwijs.
Tsjik is een hartverwarmende en hartverscheurende avonturenroman die maar één nadeel heeft: dat hij maar 256 bladzijden telt en dus veel te snel uit is. Maar zo gaat dat nu eenmaal met verboden tochtjes in een gejatte auto."


Leeservaring

Laat ik beginnen met commentaar op de subjectieve opmerkingen in de flaptekst: er zat zeker "humor" in het verhaal, maar "niet verder kunnen lezen van het lachen" is me niet overkomen. Wel was het zo, dat ik het boek in vrij korte tijd heb uitgelezen. Al is het niet bloedstollend spannend, je wilt wel graag weten hoe het afloopt met de twee vrienden. In de termen: " Grotesk, droevig, dramatisch en grappig" kan ik me wel vinden. Misschien hoort ontroerend er nog bij, "hartverwarmend" inderdaad ook, maar " hartverscheurend" is weer teveel van het goede.

Maik is de 14-jarige ik-verteller van dit vakantieavontuur. Op mij komt zijn manier van vertellen over als een verteltrant die bij zijn leeftijd past. Ook de innerlijke monologen komen natuurlijk over. Maar of dat echt zo is, kan eigenlijk alleen een leeftijdgenoot bepalen. Als genre zou ik het zowel een avonturenroman, als een ontwikkelingsroman willen noemen. Maar hier komt meteen een onderscheid met Joe Speedboot om de hoek kijken: die ontwikkelingsroman duikt dieper en langer de levens van de hoofdpersonen in en gebruikt spannende avonturen ter ondersteuning. Bij Tsjik gaan de avontuurlijke tocht  en de ontwikkeling gelijk op. En al ontdekken de beide jongens veel dat hun kijk op het leven en hun houding t.o.v. allerlei zaken voortaan zal beïnvloeden, het thema wordt toch minder uitgediept dan bij Joe Speedboot.

Dat neemt niet weg dat er belangrijke zaken aan de orde komen: allereerst de liefde, voor een onbereikbaar meisje, sluimerende liefde die pas later herkend wordt voor een ander meisje, tussen ouders en kinderen, tussen vrienden, lichamelijke liefde, onbaatzuchtige liefde en nauw er aan verwant: bezorgdheid, bij mensen waarvan je het niet verwacht (toevallige ontmoetingen) of juist niet van mensen waar je het juist wel van verwachten mag (ouders). Dan vooroordelen: een jongen uit een aso-wijk die op het gymnasium zit, een rijkeluiszoontje dat vereenzaamt omdat zijn ouders totaal geen interesse voor hem hebben, wildvreemde en een beetje eigenaardige mensen die gewoon aardig blijken te zijn bv. 

Wat de jongens overkomt, waarin ze verzeild raken, de landschappen die ze passeren, het getuigt allemaal van grote fantasie, maar het wordt nergens storend. Het hoort allemaal heel natuurlijk bij deze grote reis naar een niet bestaande plek. Bij dit zomervakantie-avontuur. De verwijzingen naar hun computergames (voor zover ik die op kan pikken) getuigen van humor: bij een bijna ongeluk een gedachteflits: shit, ik heb nog niet gesaved.... 
Ontroerend is de onvoorwaardelijke trouw die tussen de vrienden gegroeid blijkt, ondanks het hardhandige verzet daartegen van de vader van Maik. Vertederend de conclusie die de verbijsterende Maik trekt: Mijn vader, mijn leraren, de TV, en Der Spiegel, iedereen heeft mij geleerd dat de mensheid slecht is en dat je niemand moet vertrouwen. Hoe komt het dan dat wij alleen maar aardige en behulpzame mensen tegen gekomen zijn? Ze bestaan dus wel, daar zouden ze op school toch wat meer aandacht aan moeten geven, zodat je er niet volledig door verrast wordt als je ze tegenkomt.

Geen onaardig boek dus. Leuk om gelezen te hebben, het zal ook vast wel gewaardeerd worden door anderen. Maar ik mistte er toch wat in. Dat heeft deels te maken met mijn voorliefde voor onvertaalde literatuur: een belangrijk onderdeel is voor mij toch het taalgebruik. Ik heb genoten van de beeldspraak in Tommy Wieringa's Joe Speedboot. En al lijkt mij de vertaling in orde, ik denk toch dat Duitse lezers er qua stijl meer uit zullen kunnen halen. Ik vond de stijl prettig leesbaar, maar niet bijzonder. Een tweede probleem is denk ik, dat ik geen jongen van 14 ben, trouwens ook nooit geweest. Jongeren zullen dit boek anders lezen, misschien wordt het wel net zo'n cultboek als The Catcher in the Rye van J.D. Salinger. En misschien dat mannen het ook anders lezen.

Voor een leesclub met alleen maar vrouwen zou ik het niet aanbevelen, maar als er ook mannen lid van zijn wordt het wat anders. Dan kunnen er misschien nog interessante discussies ontstaan. Bijv. over de vraag of er zoiets als mannen- en vrouwenboeken bestaan. Het meest geschikt lijkt het me echter toch als jongerenboek.

©JannieTr - 12 september 2011.

vrijdag 9 september 2011

NTR brengt De Slavernij op televisie

AMSTERDAM - De NTR brengt twee nieuwe series op de buis: De Slavernij en De Slavernij junior.

Daarin komt het verhaal over dit gevoelige deel van onze vaderlandse geschiedenis aan het licht, maakte de omroep dinsdag bekend.
De volwassen versie, waarvan de presentatie in handen is van Daphne Bunskoek en Roué Verveer, laat aan de hand van dagboeken, persoonlijke documenten en gesprekken met nazaten de slavernij zien vanuit het perspectief van de gewone mensen.
De Slavernij bestaat uit vijf delen en begint, evenals de juniorserie, op 18 september 2011.

Curaçao
Bunskoek speurt naar historische feiten en het grote verhaal van de miljoenen mensen die slachtoffer werden van de slavernij.
Ze praat met nazaten en deskundigen en reist af naar plekken waar de sporen van het slavernijverleden nog volop aanwezig zijn, in Nederland maar ook op Curaçao, in Suriname, Brazilië en Afrika. Comedian Verveer zoekt in zijn land van herkomst, Suriname, naar de sporen van zijn eigen familieverleden.

Kinderarbeid
Lisa Wade presenteert de kinderversie, die zes afleveringen telt. Deze serie is bedoeld voor kinderen van zeven tot veertien jaar. Zij krijgen het verhaal over de slavernij voorgeschoteld aan de hand van archiefmateriaal, documentaire- en dramafragmenten.
Wade besteedt naast de geschiedenis ook aandacht aan kinderarbeid zoals die nu nog te vinden is in Benin en Bangladesh.

De series volgen op de succesvolle geschiedenisreeks De Oorlog, die eerder te zien was bij de NPS

Uit: Nu.nl/cultuur - media. Zie: http://www.nu.nl/media/2522975/ntr-brengt-slavernij-televisie.html

©JannieTr, 9  september 2011