donderdag 21 juni 2012

Lot Vekemans - Een bruidsjurk uit Warschau


Juni 2012 - waardering: 8,0.
Inleiding

In de voorjaarscatalogus van Cossee viel mijn oog meteen op de omslagfoto van dit romandebuut van Lot Vekemans. De kleur trekt, maar ook de details. De hand van een boerendochter (met eieren, een klein rouwrandje onder de duimnagel, een beetje smoezelig werkshirt) en dat in combinatie met de titel: een bruidsjurk. Dat intrigeert. Na het lezen van de tekst die op de flap zou komen te staan wist ik dat ik dit boek beslist wilde lezen. Maar het duurde nog wel even voor het in de boekhandel lag. De verwachtingen waren hoog gespannen.
Inmiddels heb ik het twee keer gelezen. En ik ben niet teleurgesteld. Het heeft alle kenmerken van een geslaagd boek: een verhaal dat zo boeiend is, dat je het boek snel uit hebt, dat daarna nog minstens een week in je hoofd na blijft zingen en dat je tenslotte nog een keer "moet" lezen om te ontdekken hoe knap het in elkaar zit en hoe goed het geschreven is. Alle kenmerken dus ook voor een boeiende leesclubavond!

Inhoud

De mooie Marlena woont op het Poolse platteland en is tot grote zorg van haar moeder op haar 26ste nog steeds niet getrouwd. Als ze op een dag verliefd wordt, verandert haar leven radicaal. Wat volgt, is een reis die haar van Warschau naar Nederland brengt en terug. Een reis ook langs drie mannen die ieder een grote invloed hebben op haar leven en die allemaal op hun eigen manier van haar houden. En waarbij een nadrukkelijk zwijgend kind en een stapel ongeopende brieven haar aandacht opeisen.
De eerste is Natan, een jonge Amerikaans Joodse journalist, met wie Marlena haar eerste intense liefde beleeft. Maar als zij zwanger van hem blijkt te zijn, zit Natan onbereikbaar in Amerika. De tweede is Andries, een Nederlandse boer die via een huwelijksbureau met Marlena trouwt in een poging de leegte in zijn boerderij te vullen. Als hij hoort dat Marlena zwanger is van een andere man, accepteert hij haar zoon Boris als de zijne. De derde is Szymon, een Joodse Pool en oom van Natan die voor de oorlog als baby met zijn moeder in Nederland terechtkwam en begin jaren tachtig voor het eerst naar het land van zijn ouders reist. Hij blijft er hangen, bij zijn nicht Basia, en helpt haar door met zijn erfenis haar hotel en restaurant draaiende te houden. Als Natan bij hen logeert, leert Szymon ook Marlena kennen. Hij geeft haar een baan. En als Marlena jaren later met haar zoon Boris terugkeert naar Polen, vangt hij hen op. Met hen probeert hij het gemiste gevoel van familie en verbondenheid te herstellen.

Leeservaring

Drie perspectieven heeft L.V. gekozen voor dit verhaal. En niet op de meest voor de hand liggende manier: driemaal hetzelfde verhaal vanuit een ander invalshoek. Maar juist een doorlopend verhaal dat op een cruciaal moment overstapt naar een ander perspectief.
Het begint met het verhaal van Marlena. Haar leven op de Poolse boerderij, onder de plak van haar dominante moeder. Haar toevallige ontmoeting met Natan in het restaurant van Szymon en Basia tijdens een uitstapje met de buren naar Warschau. Hun verliefdheid en beloftes, de zwangerschap, de maatregelen die haar moeder in het vooruitzicht stelt. Haar vlucht na een gesprek met haar vader, de strohalm die haar bij toeval wordt geboden via het huwelijksbureau, het leven bij Andries, de geboorte van haar zoon, de terugkeer naar Polen i.v.m. de dodelijke ziekte van haar moeder. Daar ontdekt ze dat ze eigenlijk niet meer terug wil naar Nederland, maar als Boris ziek wordt van heimwee moet ze knopen doorhakken.

Op dat moment stappen we over op Andries. Ook zijn leven wordt door anderen bepaald: aanvankelijk zijn dominante vader, later zijn zus. Zijn verhaal sluit aan: het begint bij zijn bezoek aan een advocatenkantoor, om de scheiding te regelen. Niet dat hij dat wil, maar zijn zus dringt er op aan. In flashbacks wordt duidelijk hoe hij (als weduwnaar) tot het huwelijk met Marlene is gekomen (ook op aandringen van zijn zus) en hoe gek hij op Boris is. Als blijkt dat zijn zus er vooral bezorgd over is dat Boris later het familiebedrijf zal erven, probeert hij de in gang gezette scheiding terug te draaien. Maar hij is te laat, het lijkt erop dat hij ook Boris kwijt zal raken en dan neemt hij eindelijk voor het eerst zelf een ingrijpend besluit.

En vanaf dat moment ligt het perspectief bij Szymon. Basia is overleden en hij woont nog steeds in het hotel, waar hij niet veel meer mee doet. Marlena en Boris wonen voorlopig bij hem. Ook het leven van Szymon wordt in flashbacks vorm gegeven. Een leven waarin ook het toeval en vooral de anderen bepaalden hoe het geleefd moest worden. Zijn vader heeft hij nooit gekend, zijn moeder leek voor haar carrière te leven. Als ook zij overlijdt, als hij 26 is, blijkt ze een fortuin bij elkaar verdiend te hebben, zodat hij onbezorgd zal kunnen leven. Maar hij trekt van plek naar plek, niet in staat zich aan iets of iemand te binden. Bij Basia vindt hij voor het eerst een beetje rust. En met Marlene en Boris in huis begint bij de inmiddels oude man toch een sprankje hoop te ontstaan op een verbondenheid die hij altijd heeft moeten missen. Maar dan staat Andries op de stoep en moet hij bekentenissen doen die alles op losse schroeven zetten.

En zo kom ik haast vanzelf op het thema van dit boek. In hoeverre geven wij zelf vorm aan ons leven? Welke rol speelt het toeval, maar vooral hoe belangrijk zijn onze eigen beslissingen en hoe afhankelijk zijn we van die van anderen, vaak zelfs zonder het te beseffen? En nemen ook wij niet op onze beurt beslissingen die het leven van een ander bepalen?

De dominante moeder van Marlena laat haar geen andere mogelijkheid dan te vluchten, haar vader geeft haar het laatste zetje om te gaan. Het toeval stuurt haar richting Andries, niet haar weloverwogen beslissing om een Nederlandse boer te gaan trouwen. De zus van Andries drijft hem richting huwelijk en later scheiding. Terwijl hij het boerenbedrijf runt op gezag van zijn (inmiddels overleden) vader. Boris verandert zijn leven (bij toeval). Boris is afhankelijk van de beslissing van zijn moeder niet meer terug te gaan naar Nederland en zijn stiefvader, hij zoekt naar een machteloos protest. De moeder van Szymon heeft gekozen voor een leven van hard werken om hem later een zorgeloos leven te laten leiden, maar ontnam hem daarmee een warm gezinsleven en het vermogen later zelf een verbondenheid met anderen op te bouwen. En de beslissing die Szymon zelf nam t.a.v. Natan heeft in feite het leven van alle andere hoofdpersonen bepaald, incl. dat van hem zelf.

Geregeld wordt in besprekingen van het boek verwezen naar het feit dat L.V. eigenlijk een (gevierd) toneelschrijfster is. Mij viel dat bij de eerste lezing niet op. Pas bij de tweede lezing merkte ik dat L.V. graag in scènes schrijft. Geen overbodige tussenstukken. Bv.: Bij haar zus wordt over haar zieke moeder gepraat, die in het ziekenhuis ligt. In de volgende scène zit ze aan haar bed.
Maar waar je van een toneelschrijfster uitgebreide beschrijvingen verwacht van personen en hun gedragingen, is L.V. juist zuinig met woorden. Haar stijl is to-the-point: zorgvuldig gekozen woorden en het show-don't tell-principe geven het verhaal een intensiteit die je bij de les houdt. Op de dialogen is niets aan te merken: ze komen natuurlijk over.

Over de uitwerking van de karakters zal niet iedereen het eens zijn. Er is veel dat je als lezer zelf moet invullen. Niet iedereen vindt dat prettig. Maar de flashbacks in de verschillende levensverhalen verklaren veel van het gedrag dat de hoofdpersonen vertonen op het moment dat ze in beeld komen. En van de beslissingen die ze namen en nemen. Ze maken alle drie ontegenzeggelijk een ontwikkeling door.
Marlena, helemaal murm geworden door haar dominante moeder, verdoofd door de klap van het verlies van haar grote liefde, kiest toch voor haar ongeboren kind. Ze accepteert alle consequenties die dat met zich meebrengt gelaten. Even wordt het haar teveel (als ze voor het eerst een foto ziet van Andries): "Ik zag verdrietige ogen. Ogen die bedrogen waren door het leven. Ogen die ik herkende van mijn vader. En mijn grootvader. Ineens moest ik huilen." Dan laat ze alles verder maar gebeuren. Terug in Polen wordt ze pas wakker uit de verdoving: "Voor het eerst in negen jaar stond ik weer met beide benen op Poolse bodem. Ik slaakte een diepe zucht. Het gebeurde onverwachts. Het was alsof ik jarenlang mijn adem had ingehouden en die verborgen lucht nu eindelijk naar buiten kwam. Ik had niet gedacht dat ik zo blij zou zijn om terug te zijn." Uiteindelijk is ze in staat het geluk van haar kind en dat van zijn stiefvader niet in de weg te staan.
Andries leren we pas goed kennen vanuit zijn eigen perspectief. Vooral in het verdriet over het vertrek van Boris (die hij echt als zijn zoon beschouwt) en Marlena en in de tweestrijd tussen wat van hem verwacht wordt en wat hij zelf wil. Maar ook het leven van de jonge Andries maakt veel duidelijk.
Bij de oude Szymon is het vooral de knagende wroeging die naar voren komt. En de hunkering naar een familieleven. En het besef dat hij zijn laatste kans daarop waarschijnlijk vergooid heeft. Maar naar de jonge Szymon en hoe die zich voelde, moeten we raden. Al kunnen we ons daar wel een beeld van vormen bij het lezen van zijn geschiedenis.

En zo hebben we hier te maken met een boek dat een echte aanrader is voor leesclubs. Zowel het thema als de vorm nodigen uit tot interessante discussies. En natuurlijk het open einde.
 "Gaat het morgen weer sneeuwen?" vroeg hij aan Marlena. Ze haalde haar schouders op. "Ze hebben het niet voorspeld" zei ze, "maar zeker weten doe je het nooit".

Lot Vekemans - Een bruidsjurk uit Warschau. Amsterdam, Cossee, 2012. Geb., 253 pg., isbn: 978-90-5936-341-0.

©JannieTr, 21 juni 2012.

dinsdag 22 mei 2012

Clark Accord - Bingo!


Mei 2012 - waardering: 7,0.

Inleiding

Het seizoen 2011-2012 van de Leeskring Philippine staat in het teken van Surinaams-Nederlandse literatuur. We begonnen met De groeten aan de koningin (2006), het reisverslag van Karin Anema, om een beetje achtergrondkennis te verzamelen. Daarna de romans: Scheurbuik (2002) van Annette de Vries en  Solo, een liefde (2009) van Tessa Leuwsha, over de keuze van Surinamers tussen blijven of weggaan uit Suriname in de 2de helft van de 20ste eeuw. Het vierde boek was een klassieker: De stille plantage (1931) van Albert Helman, een historische roman die zowel de ellende van de slavernij, als het leven van de planters beschreef, de goedbedoelende en de hardvochtige, in de 17de eeuw. Daarna volgde een historische roman van Cynthia McLeod: De vrije negerin Elisabeth, gevangene van kleur (2000) met een uitzonderlijke vrouw in de hoofdrol. Het is tevens een zedenschets van de Surinaamse maatschappij in de 18e eeuw (en de beperkte kennis van de Nederlanders overzee van deze kolonie).
Als een na laatste is Clark Accord aan de beurt, met Bingo! (2007). Een sociale roman die aandacht vraagt voor een maatschappelijk probleem: de gokverslaving van sommige Surinaamse vrouwen in Nederland.

Samenvatting

Bingo vertelt het verhaal van een avond uit het leven van de 49-jarige Leanda en haar 22-jarige dochter Naomi. Moeder en dochter zitten gevangen in een cirkel van armoede, hebzucht, wederzijds onbegrip, eenzaamheid en verlangen naar geluk. Sinds op last van de gemeente de bingohallen in Rotterdam zijn gesloten, nemen ze bijna dagelijks de gratis bingobus naar Amsterdam. Op deze avond vertrekken ze verwachtingsvol naar de Suikertuin, een bingohal op de Amsterdamse Wallen, waar ze gaan spelen voor de jackpot. Maar de avond heeft voor hen een heel andere verrassing in petto. Realistisch verhaal, vol onderhuidse spanning, over de bingosubcultuur binnen de Surinaamse gemeenschap in Nederland.

Leeservaring

Het overlijden van Clark Accord in mei 2011 was de aanzet tot het thema voor onze leeskring dit seizoen: Surinaamse literatuur. Ik vond het beschamend te ontdekken dat ik weinig hedendaagse Surinaamse schrijvers kende. Wat speurwerk via bibliotheek en internet leverde al snel ruim voldoende interessante boektitels op, helaas niet allemaal in voldoende aantallen aanwezig in de bibliotheek voor onze leeskring. Met wat puzzelen bleek het gelukkig mogelijk toch een gevarieerd pakket samen te stellen. Voor Bingo! koos ik om ook Surinamers in Nederland aan bod te laten komen en omdat we nog niet eerder een sociale roman lazen.


Het stortregent, er staat een gure wind, het is donker en er is te weinig plek voor alle bingoklanten om te schuilen in afwachting van de Bingobus. Men beloert elkaar, roddelt, lacht, moppert, vecht om een zitplaats als de bus eindelijk arriveert. De sfeer wordt meteen goed getroffen door C.A. en dat zal in de rest van het boek ook zo blijven: in de bus, in de rokerige bingohal, op de terugweg. Ondanks de onderliggende drama's blijft de toon licht, wordt er geregeld een grap gemaakt, maar nergens verdwijnt de onderliggende spanning. Er is geen overdaad van Surinaamse woorden, al moet er soms wat opgezocht worden, waardoor je de draad weer op moet pakken, maar dat gaat vrij gemakkelijk. De schrijfstijl is passend bij het verhaal over gewone mensen die niet willen of kunnen inzien dat ze  gevangenen zijn van hun bingoverslaving.

"De rook van de sigaretten waarmee de zenuwen in bedwang worden gehouden, hangt als een ijl wolkendek onder het plafond. Achter in de zaal prijkt op een wit papier in zwierige, handgeschreven letters de tekst VERBODEN TE ROKEN. De door dampen omgeven vermaning werkt op Leanda's lachspieren. Het wordt tijd dat ze zich weer eens beklaagt bij René, de eigenaar van de Suikertuin. Ze vindt het storend dat ze ongewild blootgesteld wordt aan de kankerverwekkende uitstoot van mensen die hun leven en dat van anderen op het spel zetten, louter en alleen omdat ze te zwak zijn om zich te bevrijden van het kwaad dat hen regeert. Nee, zo niet Leanda! Zij gaat er prat op zich door niets en niemand de wet te laten voorschrijven."

Het hoofdthema is uiteraard de bingoverslaving. C.A. heeft er uitgebreid onderzoek naar gedaan en geconstateerd dat het een levensgroot probleem is binnen de Surinaamse gemeenschap in Nederland (overigens: bij Nederlanders komt het net zo goed voor, zegt hij in een interview: dan gaat het over kienen in Limburg). Hij moraliseert niet in het boek, maar probeert via het verhaal de gevolgen te laten zien. En zegt in een interview dat hij hoopt dat er hulp voor deze groep komt.
De gevolgen zijn niet mis: grote schulden, verwaarlozing van kinderen, prostitutie van de speelster zelf of haar kinderen, huisuitzettingen.
Andere thema's zijn een problematische moeder-dochter verhouding (wel om elkaar geven, maar dat niet kunnen tonen, niet goed kunnen communiceren), foute Surinaamse mannen (die ontrouw zijn, kinderen verwekken en vertrekken, de playboy uithangen) en de herhaling van de geschiedenis (3 generaties moeders die hopen dat het hun dochter beter zal vergaan: een trouwe echtgenoot die samen met haar voor het kind zal zorgen).

De verhaallijnen, die de verschillende thema's belichten, zijn mooi door elkaar geweven. De Bingoavond is de rode draad, de moeizame verhouding tussen moeder en dochter speelt geregeld op, net als opmerkingen over alleenstaande moeders en rondscharrelde mannen. Een witte envelop blijft opduiken, als symbool van waar deze verslaving toe kan leiden. Aan het eind van het boek komt alles mooi bij elkaar. De plot was de aandachtige lezer waarschijnlijk al lang duidelijk, maar de uitwerking ervan is ontroerend. De avond is ten einde, de jackpot ging hun neus voorbij, er is nog een hoop op te lossen, maar tussen moeder en dochter is een begin van toenadering.

"Leanda reikt naar de hand van haar dochter. Ze legt hem boven op de doos met de magnetron. Zonder iets te zeggen houdt ze haar vast. Woorden schieten te kort om de puinzooi die ze van haar leven en dat van haar dochter heeft gemaakt uit te drukken. Voor Aisa (haar kleindochter- red.) moeten ze een uitweg vinden uit deze ellende.
In stilte staren moeder en dochter voor zich uit. Ronkend zoekt de bus zijn weg in het donker. Buiten is het opgehouden met regenen."

Over de uitwerking van de karakters werd verschillend gedacht binnen de leeskring. Persoonlijk vond ik het jammer dat de karakters van de 2 hoofdpersonen nogal vlak bleven en dat er erg veel nevenpersonages opgevoerd werden, waarvan een aantal min of meer als typetjes fungeerden. Maar niet iedereen vond dat bezwaarlijk. De opgebouwde spanning en de geslaagde manier waarop het probleem en de gevolgen van de bingoverslaving onder het voetlicht gebracht werden, maakten dat uitdiepen van de karakters niet gemist werd. Bovendien zorgden de typetjes voor wat humor in het feitelijk trieste verhaal.

Gemiddeld kreeg het boek een 7 van de leeskringleden. Het was vooral het thema dat aansprak en dat men op een goede manier vond uitgewerkt. En over dat thema werd nog lang doorgediscussieerd. Ook over de uitdrukking: Golfbaan der armen (zoals C.A. de bingohal noemt). We kwamen uiteindelijk tot de conclusie dat waarschijnlijk bedoeld wordt: de plek waar gelijkgestemden elkaar opzoeken onder het genot van een spelletje golf of bingo.
C.A. heeft aandacht willen vragen voor een maatschappelijk probleem. Als een van de weinigen tegenwoordig, schreef een recensent. Is dat zo? Er kwamen genoeg titels op tafel van auteurs die dat ook deden, die niet alleen met het kleine individuele drama bezig waren. Adriaan Van Dis werd o.a. genoemd: De wandelaar en Tikkop.

Tot slot kwam de vraag op of er geen boek bestaat dat een succesvolle Surinaamse integratie beschrijft. Natuurlijk zullen die er ook zijn. De moeizame strijd van een Surinaams meisje dat niet opgeeft, staat bijvoorbeeld beschreven in Het Gym van Karin Amatmoekrim. Omdat het een bestseller was op het moment van het regelen van de boeken voor dit seizoen, kon het helaas niet op onze leeslijst, maar inmiddels is het gewoon te leen.

Samenvattend: een heel geschikt leesclubboek, zowel w.b. thema als de uitwerking ervan. Er was meer dan genoeg discussiestof. Informatie over de auteur is te vinden bij Schrijversinfo.  Voor de discussievragen bij dit boek: zie aldaar.

Clark Accord - Bingo! Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2007. Geb., 236 pg., met woordenlijst. ISBN: 978-90-388-0024-0.

©JannieTr, 22 mei 2012.


maandag 21 mei 2012

Vragen ten behoeve van de boekbespreking “Bingo”, door Clark Accord



1.           Waar verwijst het motto van het boek naar?

2.           In de landelijke pers is Accord nogal aangevallen op zijn stijl, vol clichés. Ben je het hiermee eens?

3.           Volgens Clark Accord hebben Surinamers de illusie dat ze een geslaagde integratie achter de rug hebben, terwijl de problemen binnen de groep levensgroot zijn. Klopt dit beeld?

4.           Op internet trof ik het volgende:  “Met Bingo! schreef Clark Accord een realistische, ontroerende en geestige roman over wat ook wel de 'golfbaan der armen' wordt genoemd.”  Wat wordt hiermee bedoeld?

5.           Bingo! vertelt het verhaal van een avond uit het leven van de 49-jarige Leanda en haar 22-jarige dochter Naomi. Moeder en dochter zijn gevangen in een cirkel van armoede, hebzucht, wederzijds onbegrip, eenzaamheid en verlangen naar geluk. Waaruit blijkt dit?

6.           Bingo! wordt een psychologische roman genoemd. Onder welk ander genre zou je hem nog kunnen indelen?

7.           De maatschappelijk bewogen schrijver is een bijna uitgestorven genre. Hedendaagse auteurs houden zich liever bezig met het individuele kleine drama dan met grote verhalen. Ben je het hier eens?

8.           Wat kun je zeggen over de karaktertekening in de roman? Denk daarbij aan de termen rond personage (round character), vlak personage (flat character) en typetje (type).  Zie ook pg. 49-51 van het cursusboek. Welke rol spelen de verschillende personages in de opbouw van het verhaal (zie de discussievragen op pg. 51).

9.           Welke verhaallijnen kun je ontdekken, zijn ze op een natuurlijke manier met elkaar verweven? Zijn er "losse eindjes" (verhaallijnen die eigenlijk geen rol spelen en dus blijven "hangen"?).

10.         Let in dit boek eens op de tijd (pg. 58-63): de historische tijd (wanneer speelt het verhaal), de vertelde tijd (hoeveel tijd beslaat het verhaal), chronologie (zijn er flashbacks),  verteltijdstip (beleven we het gebeuren rechtsreeks mee of wordt het achteraf verteld). Probeer het effect van het verteltijdstip in te schatten.

 © M.A. en JannieTr.

maandag 7 mei 2012

Jan van Mersbergen - De macht over het stuur


Mei 2012 - waardering: 7,5.

Inleiding

Het voordeel van het pas ontdekken van een schrijver als hij al meerdere titels op zijn naam heeft staan, is dat je niet hoeft te wachten op een nieuw boek. Zo kan ik voorlopig door blijven lezen. Aan de overkant van de nacht staat al in de kast te wachten, maar ik wil eerst de oudere titels lezen. Ik las intussen De grasbijter (zijn debuut), De hemelrat (zijn derde) en Zo begint het (zijn vijfde). Daarna was dit boek, zijn tweede roman, geschreven in 2003, aan de beurt. En weer was ik onder de indruk. Blijft alleen nog Morgen zijn we in Pamplona over (2007) en Aan de overkant van de nacht (2011). Dat boek is genomineerd voor de Libris literatuurprijs. Vanavond is de uitslag. Het zou me niet verbazen, als hij die gaat winnen.

Samenvatting

Het leven van Ronnie heeft zo op het oog een beperkte horizon: zijn crossauto, bier, meisjes en zijn werk als hulpje in de bouw. De gebruikelijke branie van hemzelf en van de jongens met wie hij verkeert, raakt plotseling vleugellam als Leon, hun ongekroonde leider, met zijn auto tegen een boom knalt.
Alles komt in een stroomversnelling, die Ronnies leven binnen enkele dagen volledig uit zijn voegen tilt. Het onvermogen te praten over zichzelf en wat hem overkomt, leidt tot wurgende dagen - de trillende boor in zijn handen zegt meer dan er woorden uit zijn mond kunnen komen. De begrafenis van Leon valt samen met de jaarlijkse kermis in het dorp, normaal een welkom verzetje, maar nu een beangstigend festijn. Een van de kermisjongens is bovendien een jongen die vanwege zijn natuurlijke charme en - niet minder belangrijk - zijn opvallende auto alle jongens uit het dorp naar de kroon steekt. Ook Ronnie ontsnapt niet aan diens uitstraling (Flaptekst Cossee).

Leeservaring

De wereld van Ronnie, ik weet er weinig van. Ik heb er vast ook vooroordelen over. Het was dat ik dit boek meegestuurd kreeg met mijn prijs (De hemelrat) van Cossee, want ik zou het niet zo gauw zelf gekocht hebben. Ik las de binnenflap, sloeg het open om de eerste pagina te lezen en ik was verkocht. Weer diezelfde stijl (zie bij De hemelrat) die er voor zorgt, dat je tot de laatste bladzijde geboeid blijft, dat je mee kunt voelen met jonge mensen uit een heel ander milieu.
Toen Cossee mij een poos geleden vroeg een recensie van Tsjik (Wolfgang Herrndorf) te schrijven op mijn weblog, kon ik na lezing helaas niet anders dan tot de conclusie komen, dat het weliswaar een boek was met enkele ontroerende passages, maar dat het toch vooral geschikt was voor jongeren. Ik weet nu zeker, dat dat niets met de leeftijd van de hoofdpersonen heeft te maken. Joe Speedboot en Fransje  zijn net zo jong als Ronnie en zijn vrienden. Maar Tommy Wieringa en Jan van Mersbergen blijken  in staat generaties te overbruggen en een verhaal te schrijven dat jong èn oud boeit.

De vertelde tijd is slechts enkele dagen: van 7 dagen na het ongeluk als de kermis het dorp binnen rijdt tot de dag nadat de kermisgasten weer zijn vertrokken. Het wordt chronologisch verteld. In de flashbacks herleeft Ronnie vooral de gebeurtenissen rond het ongeluk. Het verhaal zelf zit opgesloten tussen twee rampen: het fatale ongeluk aan het begin en een dramatische gebeurtenis aan het slot. Lamgeslagen door het ongeluk, voorzichtig opkrabbelend na de begrafenis, en opnieuw eens zo hard lamgeslagen worden. Het zou een sentimenteel verhaal op kunnen leveren, maar dat doet het beslist niet.

De karaktertekening is vergelijkbaar met de andere boeken van J.v.M. die ik las: een zwijgzame hoofdpersoon die we vooral via zijn gedrag moeten leren kenen en begrijpen. En dat lukt wonderwel.
Het personale perspectief ligt uitsluitend bij Ronnie. Anderen leren we kennen via hem. Zij komen niet echt tot leven. Voor hen geldt des te meer: we zien alleen de buitenkant. Zo is er zijn opgroeiende zusje, waar hij erg bezorgd om is en die hij beschermd omdat zijn vader steeds afwezig is voor het werk en zijn moeder zich eigenlijk nauwelijks met de kinderen bezig houdt. Zijn overgebleven vrienden, Robert en Ed. Daniel, de zoon van de botsautobaas (hoe symbolisch), zijn rivaal op het gebied van auto's en meisjes. Zelfs het karakter van zijn zusje blijft redelijk vaag. De enige die iets meer uit de verf komt is zijn baas in de bouw: Chris. Hij helpt hem zijn woede, onmacht en verdriet te kanaliseren. Maar ook hier weer: niet via rechtstreekse, indringende gesprekken, maar door terloopse opmerkingen, handelingen en gebaren. Ze begrijpen wat de ander voelt, bedoelt, en de lezer ook, zonder dat dat nadrukkelijk verteld wordt. Knap hoor!

De titel is raak: De macht over het stuur. Ronnie en zijn vrienden voelen zich almachtig in hun snelle, sterke wagens, de hele dorpsjeugd kijkt naar hen op. Tot een van hen de macht over het stuur verliest en dan raken ze stuurloos, lijken de macht over hun eigen leven kwijt.

Opnieuw snijdt van Mersbergen het thema van onvermogen tot communicatie aan. In dit verhaal is het alom aanwezig: tussen de drie overgebleven vrienden, binnen het gezin van Ronnie, tussen Ronnie en de ouders van de omgekomen jongen. Maar ook de dorpsgenoten: treffend wordt weergegeven hoe de omgeving zich geen houding weet te geven en de jongens onbeholpen benadert. Je voelt als lezer wat er woedt in Ronnie, je leest het in de maniakale manier waarop hij, op zijn vrije zaterdag met boor en zaag tekeer gaat in het nog af te bouwen huis van zijn baas, in de razernij waarmee hij door de polders scheurt of in een wezenloze stilte de zonsondergang gadeslaat.

Alles waar Ronnie mee worstelt is herkenbaar, is niet gebonden aan leeftijd of milieu. En daardoor is het mogelijk om tot de laatste bladzijde geboeid te blijven door een verhaal over zgn. stoere gasten in crossauto's, opgroeiende pubers en kermisklanten. Op een onverklaarbare manier is Ronnie zo levensecht geworden, dat je, nadat je het boek uit hebt, blijft zitten met de vraag hoe het nu verder moet met deze gewonde ziel.

Dus: ook dit was weer een geslaagd boek. Zeker geschikt voor leeskringen.  Symboliek en motieven zijn hierboven nog niet ter sprake gekomen. Discussie over het bovengenoemde thema en rouwverwerking kunnen ook interessant zijn.

Jan van Mersbergen - De macht over het stuur. Amsterdam, Cossee, 2003. Geb., 176 pg., isbn: 90-5936-022-2.

©JannieTr, 7 mei 2012.

woensdag 18 april 2012

Jan van Mersbergen - De Hemelrat


April 2012 - waardering: 7,5.

Inleiding

Tijdens de Boekenweek 2012 schreef uitgeverij Cossee elke dag een wedstrijdje uit, waarmee een boek te winnen viel. Ik was één van de gelukkigen: ik won een boek naar keuze van Gerbrand Bakker. Ik trok de stoute schoenen aan en vroeg of het ook van een andere Cossee auteur mocht zijn: ik heb nl. alle denkbare titels van G.B al in de kast staan, soms zelfs in verschillende uitgaven. Niet zo lang geleden ontdekte ik Jan van Mersbergen: ik was meteen weg van zijn manier van schrijven. Dus vroeg ik om De hemelrat. Dat kon. Tot mijn verrassing ontving ik zelfs 2 boeken, De macht over het stuur (2003) zat er ook bij. En zo kwam na De grasbijter (2001) en Zo begint het (2009), De hemelrat (2005) aan de beurt.

Samenvatting

Edward, een werkstudent in een ziekenhuis, neemt stiekem een proefdier, een rat, mee naar huis. Nora, een meisje dat hij ontmoet, vraagt hem goed voor het diertje te zorgen. Zij blijkt regelmatig op bezoek te gaan in het ziekenhuis, zeer bezorgd om haar vriend die aan kanker lijdt. Edward op zijn beurt treurt om een geliefde die hem heeft verlaten. Edward en Nora zoeken en vinden (naar blijkt voor een korte tijd) troost bij elkaar waarbij het ratje, dat geluk zou brengen, een belangrijke rol speelt, met als achtergrond het werk en de mensen in het proefdierenlaboratorium en in het ziekenhuis. Heel subtiel worden de gevoelens en de ontmoetingen van de hoofdpersonen, alsmede het bijna onverbiddelijk einde getekend in een zeer goed daarbij passende stijl. (Biblion).

Leeservaring

Wat is het toch met de schrijfstijl van J.v.M. dat maakt dat ik bij elk boek opnieuw het verhaal in getrokken word en tot het eind geboeid blijf? Ik denk dat ik het langzamerhand begin door te krijgen. Ogenschijnlijk beschrijft hij uitermate nauwkeurig en uitgebreid hoe zijn personages zich gedragen, waar ze zich bevinden, hoe hun omgeving eruit ziet. Gedachten en gevoelens worden echter niet of nauwelijks benoemd. En toch gebeurt er iets met je als lezer: de beschrijvingen zijn niet zo onschuldig als ze lijken. Eronder ligt een onzichtbare, maar invoelbare wereld verborgen. De lezer trekt zijn eigen, subjectieve conclusies en creëert zo zijn eigen ideeën over de hoofdpersonen, over hun gedachten en gevoelens en onderlinge relatie. En omdat het slechts vermoedens zijn, wil je ze als lezer graag bevestigd zien en dus blijf je tot de laatste bladzijde geboeid. Er zijn schrijvers die beweren dat een boek tweemaal geschreven wordt: eenmaal door de auteur en eenmaal door de lezer. Voor de boeken van J.v.M. gaat dat zonder meer op.

Maar hoe zit het met de karaktertekening, als er zo weinig verteld en zo veel "geraden" moet worden over de gedachten en gevoelens van de personages? Dit verhaal wordt verteld vanuit een personaal perspectief dat bij uitsluitend bij Edward ligt. Door de bovengenoemde schrijfstijl vormen we ons eigen beeld van deze jongen. Dat lukt vrij aardig: een gevoelige, zwijgzame jongen, slim genoeg om te gaan studeren, maar zonder motivatie. Lam geslagen door zijn verbroken verkering, met heimwee naar zijn geboortedorp, eenzaam in de grote stad, zonder vrienden. Werkstudent in een proefdierenlaboratorium, met weinig contact met zijn collega's. Omdat hij het ratje niet wilde doden (hij vond het in een kooi die schoongemaakt moest worden) neemt hij het mee naar huis. Hij vindt het wel prettig iets van leven om zich heen te hebben.
Van Nora, zijn tegenspeelster, is het moeilijker een beeld te vormen. De lezer ziet haar alleen door zijn ogen en moet net als Edward gissen naar wat er aan de hand is en hoe de zaken zich verder ontwikkelen. Ook dat schept een band tussen de lezer en Edward.
Alle andere figuren blijven vrij vaag: alleen Tom komt iets meer tot leven uit de gesprekken die ze met elkaar voeren.

Het is Tom die hem vertelt dat er een fabel bestaat dat zwarte ratten geluk brengen, dat er in India zelfs tempels zijn waar ze vertroeteld en aanbeden worden. Edward weet niet of hij het geloven moet, maar Nora gelooft er blijkbaar wel in. Vanaf dat ze hem met de rat ontmoet in de tram is ze goede maatjes met het dier. Ze neemt hem ook een keer mee naar het ziekenhuis waar haar ernstig zieke vriend ligt. Daaruit is de titel te verklaren: De hemelrat.

Het verhaal wordt chronologisch verteld, maar aanvankelijk veel en later regelmatig onderbroken door korte flashbacks over de tijd in zijn geboortedorp, veelal opgeroepen door associaties met geuren of geluiden in het lopende verhaal. Ze gaan vaak over Elizabeth, zijn ex-vriendin, over de boerderij van haar vader, over hun onafscheidelijkheid, over de omgeving waar hij opgroeide. Over de breuk die hij nog steeds niet begrijpt.

Is er een bepaald thema in het verhaal? Na 3 boeken van J.v.M. gelezen te hebben krijg ik de indruk dat er één thema is dat ten grondslag ligt aan al zijn boeken (ik zal wel merken bij het lezen van de resterende 3 of dat zo is).  Het onvermogen tot werkelijke communicatie en miscommunicatie. En in het verlengde daarvan verwachtingen en illusies. Als ik me beperk tot dit boek: in de plot van het verhaal wordt duidelijk dat zowel tussen Nora en Edward, als tussen Elizabeth en Edward heel wat verkeerd begrepen en geïnterpreteerd is. Als gevolg daarvan speelt ook eenzaamheid een belangrijke rol. Wie niet in staat is tot echte communicatie zal problemen hebben met het aangaan en onderhouden van relaties en de kansen er wat aan te doen voorbij laten gaan. Wat dat betreft zijn er zeker parallellen te trekken met de Grasbijter en Zo begint het. In dit verhaal was een mooie rol weggelegd voor de troost: Nora en Edward zoeken troost bij elkaar in hun grote verdriet. Voor Edward groeit hun verhouding langzaam tot verliefdheid, voor Nora niet. Hem blijft de hemelrat als maatje en troost.

Kortom: weer een mooi en boeiende boek. Enige minpuntje vond ik het grote aantal korte flashbacks in het begin, ze kwamen een beetje gekunsteld over. Verder niets dan lof.

Jan van Mersbergen - De hemelrat. Amsterdam, Cossee, 2005. Geb., 175 pg. isbn: 90-5936-066-4.

© JannieTr, 18 april 2012.

maandag 9 april 2012

Hans Buddingh - De geschiedenis van Suriname

April 2012 - Waardering: 8,0.

Inleiding

Een goede vriendin, die wist dat ik Suriname als thema voor de leeskring gekozen had dit seizoen, maakte me attent op de hernieuwde uitgave van een standaardwerk over Suriname: De geschiedenis van Suriname door Hans Buddingh. Hoewel ik al eerder een zeer toegankelijk boek over de geschiedenis van Suriname besprak: De geschiedenis van Suriname - Walburg pers wil ik dit boek hier ook noemen voor wie zich uitgebreider wil informeren.

Samenvatting

Suriname werd in 1975 onafhankelijk. Nog geen vijf jaar later pleegden militairen een staatsgreep. Daarna bepaalden de Decembermoorden, drugshandel, een binnenlandse oorlog en economische teloorgang ons beeld van het voormalige Nederlandse rijksdeel. Wat een modeldekolonisatie had moeten worden, was jammerlijk mislukt. In 2010 werd Desi Bouterse, veroordeeld wegens drugshandel en hoofdverdachte in het Decembermoordenproces, de democratisch gekozen president van Suriname. De fascinatie van buitenstaanders voor Suriname is er altijd geweest. Op een kaart werd de 'wilde kust' eind 16e eeuw aangeduid als 'het wonderbaer ende goudrijcke landt'. Slavenhandelaren met hun menselijke koopwaar en plantagehouders maakten van Suriname een wingewest, maar werden ook geconfronteerd met een heftige strijd van weggelopen slaven. Na de afschaffing van de slavernij volgde vanaf eind 19e eeuw immigratie van Hindoestaanse en Javaanse contractarbeiders ten behoeve van de plantage-economie, te midden van sociale spanningen en de roep om autonomie. In dit alom geroemde standaardwerk beschrijft Hans Buddingh' op heldere en boeiende wijze vier eeuwen Surinaamse geschiedenis. Hans Buddingh' studeerde economie en is als redacteur verbonden aan NRC Handelsblad. Hij bezocht voor deze krant veelvuldig Suriname. In 1994 schreef hij met Marcel Haenen het onthullende en geruchtmakende boek. De danser over het Surinaamse drugskartel en de banden met de Colombiaanse cocaïnemaffia (Achterkant omslag).

Leeservaring

N.B. Voor de volledige recensie verwijs ik naar de website van de Leestafel, waar ik een uitgebreidere versie voor maakte: De geschiedenis van Suriname


Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij in Suriname officieel werd afgeschaft. Op dit moment staat Suriname in het middelpunt van de belangstelling vanwege het aannemen van een amnestiewet die de huidige president Desi Bouterse moet vrijwaren van een veroordeling voor betrokkenheid bij de Decembermoorden van 1982. Dat er nu juist een herziene en uitgebreidere versie van De Geschiedenis van Suriname verschijnt is toeval, zegt de auteur in een interview.

 De 1ste druk van dit door deskundigen zeer betrouwbaar genoemde standaardwerk over de geschiedenis van Suriname verscheen in 1995. In 1999 en 2000 verschenen er geactualiseerde herdrukken. In deze 4e herziene druk uit 2012 is daar de periode 2000-2012 aan toegevoegd en de auteur is er van overtuigd dat er na 2015 opnieuw het een en ander bij zal komen. Dan is niet alleen bekend waar de amnestiewet toe geleid heeft, maar zijn er ook nieuwe verkiezingen met mogelijk een andere meerderheid die de amnestiewet desgewenst kan terugdraaien.

 Misschien wordt het dan ook tijd om eens na te denken over een opsplitsing in twee delen: met zijn 576 pg. is het boek nu al aan de dikke kant. Dat levert overigens geen bezwaren op wat betreft de uitvoering: een prettige lay-out met hier en daar een zwart-wit foto, tabel, landkaartje of grafiek. Ook met de leesbaarheid is niets mis: het boek heeft een duidelijke structuur en de schrijfstijl is onderhoudend. Wie echt in de geschiedenis van Suriname wil duiken, zal niet teleurgesteld worden: het boek leest vlot, verveelt geen moment en is toch uitermate volledig.

Ongeveer de helft van het boek beslaat de periode van de prehistorie (o.a. over de oorspronkelijke bewoners) tot begin 20ste eeuw. Over de transformatie van de plantage-economie en de weg naar autonomie en de onafhankelijkheid en alles wat daarna gebeurde, gaat de andere helft. Een uitgebreide, becommentarieerde literatuurlijst en de index vormen samen de laatste 90 blz. Een gedegen werk dus, maar desondanks niet helemaal volledig.

De focus van het boek ligt op de sociale structuur en de economische en politieke ontwikkelingen van Suriname in de loop der eeuwen. Dat is logisch, gezien de achtergrond van de auteur. En daarom ook is het op deze gebieden een belangrijk standaardwerk geworden.
Voor de cultuurgeschiedenis echter zullen andere bronnen geraadpleegd moeten worden. Want dat daarover een minstens zo dik boek geschreven kan worden, dat staat vast!

Hans Buddingh - De geschiedenis van Suriname. Amsterdam, Nieuw Amsterdam/NRC Boeken, 2012. Paperback, 4de herz. dr., 576 pg., met lit. opg en index. isbn: 978-90-468-1103-0.

©JannieTr, 9 april 2012.