zaterdag 27 april 2013

Josha Zwaan - Zeevonk


April 2013 - waardering: 8.

Inleiding

In juni 2011 lazen we met onze leesclub Parnassia (volg deze link voor het verslag). Deze keuze werd eigenlijk bepaald door het feit dat het verhaal zich voor een groot deel afspeelt in Zaamslag, waar een aantal van onze leden vandaan komt. Het bleek echter voor ons allemaal een openbaring: we maakten kennis met een prachtig boek over een intrigerend thema van een nog onbekende schrijfster. Toen Artemis dit voorjaar voor 1 dag het e-book van Zeevonk gratis aanbood, werd daar dan ook dankbaar gebruik van gemaakt. En zo konden we opnieuw genieten van een bijzonder mooi en origineel geschreven verhaal. Wie nu de naam Josha Zwaan nog niet kent, heeft iets gemist. We kijken nu al uit naar het volgende boek.

Samenvatting

Nieuw-Zeeland, 1967. In de havenstad Wellington scheept de jonge Freya (26) samen met haar man Herman en hun zoontje Volkert in op de Achille Lauro. Herman hoopt dat Freya eenmaal terug in Nederland haar minnaar (een kiwi) snel zal vergeten. Maar tijdens de reis, die door de dreigende sluiting van het Suezkanaal bijna in een drama eindigt, beseft Herman dat hij zijn vrouw voorgoed kwijt is. Hij besluit samen met zijn zoontje terug te keren naar Nieuw-Zeeland. Het samenzijn met haar minnaar brengt Freya niet het leven waarop ze gehoopt heeft. Als de relatie stukloopt, verlangt zij terug naar het Grote Blauwe Schip waarop zij de laatste uren met haar zoontje heeft doorgebracht. Het schip brengt haar dichter bij haar herinneringen aan haar jeugd, aan het jappenkamp waar ze met haar moeder geïnterneerd was en aan haar vader, die zich pas zes jaar na de overgave van Nederland aan Japan weer bij hen voegde. Reis na reis wordt duidelijker waarom het Freya niet is gelukt het grootse en meeslepende leven te leiden waarvan ze in haar jeugd droomde.(Flaptekst).

Leeservaring

De invalshoek die Josha Zwaan kiest voor haar boek blijkt ook ditmaal verrassend. Maar terwijl de thema's van beide boeken vergelijkbaar zijn is er toch sprake van een totaal ander verhaal.

Wederom wordt er een verstoorde moeder/dochter relatie opgevoerd, zijn er communicatieproblemen en is er sprake van onverwerkte oorlogstrauma's. Maar was bij Parnassia de originele invalshoek het weinig bekende historische gegeven van Joodse kinderen die opgevoed werden in een andere religie en die vervreemden van hun wortels en echte ouders, hier wordt de ruggengraat van het verhaal de geschiedenis van het schip de Willem Ruys, later Achille Lauro. En die geschiedenis loopt parallel met het leven van Freya: als peuter opgegroeid in het Jappenkamp en met een getraumatiseerde en door de ervaringen getekende vader en moeder blijkt haar leven niet meer onbevangen geleefd te kunnen worden. Dat gegeven wordt door de schrijfster psychologisch zeer overtuigend uitgewerkt.

Met de Willem Ruys als personage in het verhaal heeft Josha Zwaan een bijzondere en geslaagde keuze gemaakt. De "gedachten en gevoelens" van het schip weerspiegelen die van Freya en door het schip een ik-stem te geven hebben we naast het "onbetrouwbare" personale perspectief van hoofdpersoon Freya een soort van alwetende verteller (hij vertelt ons bv. dat haar minnaar aan boord is, zonder dat zij dat weet).

Hoewel een schip als personage misschien vreemd overkomt, voegt het zich vanzelf in de structuur van het verhaal. Ook in de typografie wordt duidelijk gemaakt wie aan het woord is. Echt moeilijk te volgen is het verhaal daardoor niet. De hoofdstukken vanuit het perspectief van het schip en die vanuit Freya wisselen elkaar af. Voor beide geldt dat het verhaal vrij chronologisch met de nodige flashbacks wordt verteld.

De geschiedenis van de Willem Ruys is een historisch gegeven. Het verhaal van Freya is verzonnen, maar tegelijkertijd verweven met de geschiedenis van wie te maken had met de Jappenkampen en de politionele acties in Indonesië. En net als in Parnassia wordt er aandacht gevraagd voor wat dat voor een kind betekende: eerst van je geboorte tot je 4de opgroeien in een Jappenkamp, daarna een zwijgende moeder, terwijl je zelf niet genoeg feitelijke herinneringen hebt om je onbestemde gevoelens en hechtingsproblemen te kunnen begrijpen en verklaren.

De spanningsboog wordt gevormd door de verbondenheid van het lot van het schip met Freya. Dat het schip samen met Freya ten onder zal gaan is al vanaf de eerste bladzijden bekend. Maar er zijn genoeg verhaallijnen om de spanning over de manier waarop vast te houden. De geschiedenis van haar vader, het verhaal van haar moeder: stukje bij beetje komt het los. Haar pogingen, steeds weer, iets van haar leven te maken, een band aan te gaan en toch weer "te vluchten" naar de enige plek waar ze zich veilig voelt: het schip. Ook wat het schip overkomt, wordt (door de ik-vorm) op een spannende manier verteld.

In plaats van een motto, staat er op de bladzijde voor het boek begint de bladmuziek van een Indisch kinderliedje dat geregeld terugkeert in het verhaal. Het is een vertrouwd liedje voor Freya, maar het gaat over een schijndode krokodil. Wellicht een symbool voor de onderhuidse, onbehagelijke gevoelens die ze niet kan benoemen, maar die wel degelijk aanwezig zijn en mede haar leven bepalen.

Citaat: Haar leven lang was ze blijven herhalen wat ze als peuter geleerd had: zich onzichtbaar maken, zwijgen en vooral niet lastig zijn. Tenslotte had ze zich op het schip verscholen, de eerste plek waar ze zich ooit veilig had gevoeld. De reling was het kawat (prikkeldraad), ze had het kamp nooit verlaten (pg. 283 - Freya).
Citaat: Mijn radar leek de signalen van het hier en nu soms niet te ontvangen, alsof de boodschappen van vroeger de frequenties stoorden. Steeds vaker werden de belevenissen van de dag gewist door gisteren, maar vooral door de beelden uit mijn jeugd (pg.271-272 - Achillo Lauro).

De titel Zeevonk verwijst naar een natuurkundig verschijnsel: het fluorescerende lichten van de zee onder bijzondere omstandigheden. Freya slaat het de laatste nacht van haar leven lange tijd gade.

Het boek is geschreven in een aantrekkelijke, heldere stijl, met filosofisch getinte beeldspraken. Het is een geslaagde, speelse combinatie van (historische) feiten en fictie.

Er valt nog zoveel meer over dit boek te zeggen. Het is dan ook, net als Parnassia, een dankbaar gespreksonderwerp voor een leesclub. Nog interessanter kan het zijn om de beide boeken met elkaar te vergelijken.



Josha Zwaan - Zeevonk. Amsterdam, Artemis, 2013. Geb., 347 pg. ISBN: 9789047203193


©JannieTr, 27 april 2013.

woensdag 3 april 2013

Marieke van der Pol - Bruidsvlucht (Leesclubverslag)

Maart 2013 - waardering: 7,5.

Inleiding

Het is al weer 5 jaar geleden dat ik een leesverslag schreef over De Bruidsvlucht van Marieke van der Pol. Wie dat nog eens na wil lezen kan  HIER terecht. In dit stukje zal ik mij beperken tot een verslag van onze leesclubbijeenkomst. We lazen dit boek in het kader van ons jaarthema historische romans.
De bijbehorende discussievragen staan ook weer op dit Blog, klik daarvoor HIER.

Samenvatting

Drie jonge vrouwen, Ada, Marjorie en Esther, willen aan de beklemmende naoorlogse sfeer in Nederland ontsnappen en een bestaan opbouwen in Nieuw-Zeeland. Ze nemen deel aan een internationale luchtrace en reizen naar hun nieuwe vaderland in een vliegtuig vol meisjes zoals zij: bruiden op weg naar hun toekomstige echtgenoten.Tijdens de vlucht ontmoeten zij Frank, die alleen reist en op wie niemand wacht. Deze ontmoeting zal de koers van hun levens in Nieuw-Zeeland drastisch wijzigen, nog meer dan ze zelf beseffen. Vijftig jaar later, wanneer ze elkaar op de begrafenis van Frank weer treffen, staan ze oog in oog met de waarheid. Het is de vraag of je kunt vluchten voor wie je bent. Een meeslepend verhaal, gebaseerd op historische werkelijkheid: in 1953 werd The Last Great Air Race London-Christchurch gehouden. Het KLM-vliegtuig won. Omdat er zo veel bruiden onder de passagiers waren, werd er in de internationale pers van 'de bruidsvlucht' gesproken.

Verslag leesclubbijeenkomst

Dat iedereen dit toch vrij dikke boek helemaal en met plezier had gelezen zegt al wel iets. Bovendien bleek het waarderingscijfer te schommelen tussen een 7,5 en een 8,5. Dat sluit denk ik aan bij wat Kees van der Pol (geen familie, leraar Nederlands, die voor Scholierenweb boekverslagen maakt, zeer goed bruikbaar voor leesclubs!) in de inleiding van het verslag over Bruidsvlucht schreef:

Marieke van der Pol schrijft gewoon een goed, lekker leesboek. Volgens mij is dat geen schande maar een compliment.(...) De meeste lezers willen volgens mij gewoon een goed en lekker doorlezend boek met een boeiende inhoud die hen ergens (namelijk naar een einde) brengt. Zelfs tot nadenken mag een roman stemmen: het hoeft echt niet allemaal van het snel lezende thrillerachtige literatuurniveau van de nieuwe eeuw te zijn. Er is m.i. niets mis met het etiket een goede verteller te zijn. Is ook de recent overleden Jan Wolkers niet gewoon een begenadigd verteller geweest?
Zo heb ik als lezer het debuut van Marieke van der Pols “Bruidsvlucht” ervaren.

Naar aanleiding van enkele recensies hebben we vervolgens enige tijd besteed aan het begrip Literatuur. Het is niet eenvoudig om een afgebakend terrein te schetsen met wat nog wel of net niet onder Literatuur gerekend mag worden. Wie er met de leesclub over wil praten, kan als uitgangspunt misschien dit opiniestuk nemen van Buzzboek. Daarin wordt o.a. gesproken over Het Nationale Lezersonderzoek. Wie deze link volgt, kan zelf meedoen met de beschreven enquête. Zo kunnen lezers zelf de antwoorden geven op:
Wat is literaire kwaliteit? Wat maakt een roman goed of slecht? Wanneer is een roman literair, of juist niet? En zijn deze dingen objectief vast te stellen?


Met behulp van de bij dit boek gemaakt discussievragen bespraken we vervolgens zowel de inhoud als de kwaliteit van het boek. Iedereen was zeer te spreken over de spanningsopbouw. En ook de structuur werd niet als ingewikkeld, maar juist als functioneel en natuurlijk ervaren. 
T.M. had voor een prachtige verzameling beeldspraken en symboliek gezorgd, daarmee meteen aantonend dat de stijl van Marieke van der Pol niet zomaar afgedaan kan worden als clichématig.
De symbolische rol die het weer en de natuurlijke omstandigheden/omgeving speelden in het verhaal was voor sommigen een eye-opener (zoals het slechte en sombere weer en de trieste woonplaats van Ada bv.).
De zeer uitgesproken karakters werden beschouwd als noodzakelijke elementen nodig voor een boeiend verhaal en werden niet als storend ervaren. Geen van de vrouwen kon echter op onverdeelde sympathie rekenen. Identificatie met een van de hoofdfiguren bleef daardoor achterwege, maar ook dat bleek geen reden voor minder leesplezier.

Aparte aandacht ook nog even voor ons thema: is dit een historische roman en hoe ligt de verhouding feiten/fictie? Alles wat achter ons ligt is in feite historie, maar voor sommigen geldt toch dat ze bij een historische roman meer denken aan langer geleden dan 60 jaar. De Watersnoodramp, de beide Wereldoorlogen, voor mij is het historie, maar voor een ander misschien niet.

Ik persoonlijk denk dat we van historische boeken kunnen spreken als iets lang genoeg geleden is om er een andere, modernere kijk op te kunnen hebben.

Als we de feiten en fictie in deze roman bekijken, dan is het toch in de eerste plaats een roman (fictie), een psychologische of Bildungsroman, als je wilt. De Great Air Race is een leuk uitgangspunt (het historische feit). De levens van de vrouwen zijn verzonnen (de fictie). En toch vormen ze samen een historisch verhaal over emigratie. We kunnen er met de kennis van nu op terugkijken: het was allemaal niet zo zaligmakend als vlak na de oorlog (door allerlei instanties) werd voorgesteld. Ook de emigranten zelf hielden zich vaak groot. Dat werd aangegeven in de roman met de verdraaide brieven die naar huis werden geschreven.

Na afloop van een geslaagde avond spraken we af binnenkort de film (te leen in de bieb) gezamenlijk nog eens te gaan bekijken en te vergelijken met het boek.

Marieke van der Pol - Bruidsvlucht. Amsterdam, Arbeiderspers, 2007. Paperback, 415 p. isbn: 9789029562997

©JannieTr, 3 april 2013.

dinsdag 2 april 2013

Discussievragen bij Bruidsvlucht van Marieke van der Pol



1. De titel Bruidsvlucht kan op verschillende manier worden uitgelegd. Welke kun jij verzinnen?

2. Het basisthema van de roman is emigratie en alle praktische en emotionele zaken die daarbij komen kijken. Heeft Marieke van der Pol dat thema HISTORISCH gezien goed uitgediept? M.a.w. maakt zij duidelijk hoe het in 1953 was om te emigreren? Hoe is dat nu voor Nederlanders? En hoe was het voor de gastarbeiders om hier in de zestiger jaren te komen werken?

3. In hoeverre zijn de hoofdpersonen in staat gebleken te integreren? Waarom lukte dat wel of niet?

4. Marieke van der Pol heeft 3 zeer verschillende vrouwen neergezet. Het zijn zeer uitgesproken karakters geworden. Kun je een karakteristiek geven van elk van de vrouwen? Wie spreekt jou persoonlijk het meest aan? Maken de vrouwen nog een ontwikkeling door in de loop van hun leven? Kun je vluchten voor wie je bent?

5. Het eerste hoofdstuk van het boek wordt vertelt door een alwetende verteller. Kun je stukjes aanwijzen waar dat uit blijkt?

6. In de rest van het boek ligt het perspectief meestal bij een van de vrouwen, nooit bij Frank. Heb je daar een verklaring voor? Heb je zijn perspectief gemist?

7. Een van de belangrijkste motieven in Bruidsvlucht is de dood.  Kun je de momenten opsommen waarin die ter sprake komt?

8. Andere motieven zijn: (on)gewenste zwangerschap, onverwerkt oorlogsleed, de invloed van het geloof. Daarnaast worden in de bespreking van Biblion nog genoemd: vertrouwen versus angst en (gebrek aan) communicatie. Kun je daar zelf de voorbeelden bij bedenken?

9. Hoe denk je over de verhouding feiten/fictie? Heb je een beeld gekregen van Nieuw-Zeeland en haar bewoners in de beschreven periode? Heb je het idee iets "opgestoken" te hebben van dit boek?

10. De structuur van de roman bestaat uit een vertelheden en een vertelverleden. Ze worden afwisselend beschreven. Hoeveel tijd beslaat het vertelheden?

11. Het vertelverleden beslaat in principe de periode tussen 1953 en het vertelheden (2003). Enkele perioden krijgen daarbij de nadruk (1953, 1961-1963). Daarnaast zijn er herinneringen van de verschillende hoofdpersonen die als flashback niet-chronologisch voorkomen in het verhaal. Een ingewikkelde structuur, maar wel met een reden. Welke denk je? Vond je het moeilijk?

12. Is het je opgevallen dat de ruimte die Nieuw-Zeeland biedt en de klimaatverschillen binnen het land een symbolische rol spelen t.o.v. het leven dat de vrouwen en Frank leiden?

13. Wat vind je van de schrijfstijl van Marieke van der Pol? Is ze te uitleggerig (zoals in een recensie wordt beweerd) of kun je merken dat ze eerder scenario's schreef? Ze won met dit boek in 2008 de Debutantenprijs, is het merkbaar dat dit een romandebuut is?

14. Ik kon de terloopse humor wel waarderen. Zoals die Nieuw-Zeelandse die wel begreep dat het  wennen moest zijn voor de Hollanders, om hier op schoenen te moeten lopen.
Ook ontdekte ik enkele mooie beeldspraken. Zoals het samenzijn van Ada met Derk: met de graaiende handen van een drenkeling. Als je ze tegenkomt, wil je ze dan noteren? (Zie pg. 67 en 68 van het cursusboek).

15. Als je de verfilming hebt gezien (te leen via de bieb) kun je dan iets zeggen over de uitwerking?

©JannieTr, 2 april 2013.

dinsdag 26 februari 2013

Jan van Mersbergen - Morgen zijn we in Pamplona



Februari 2013 - waardering: 7,5.

Inleiding

Wie eenmaal een schrijver ontdekt heeft die aanspreekt, wil alles van hem/haar lezen. Dat overkwam mij bij Jan van Mersbergen. Via het Winterboek van Gerbrand Bakker kwam ik bij de Grasbijter terecht en daarna bleek dat er nog voldoende titels over waren om voorlopig even zoet te zijn. Ik las ze inmiddels bijna allemaal. Met nog één te gaan (deze) kwam ondertussen Naar de overkant van de nacht uit. Perfect om te lezen rond het carnaval. Maar tenslotte was deze aan de beurt. De achterstand is hiermee ingehaald en het is wachten op het volgende boek. Daar wordt aan gewerkt, begrijp ik. Dus behelpen we ons voorlopig maar met de dagelijkse stukjes op zijn weblog: die zijn meestal ook de moeite waard.

Samenvatting

De regen stroomt over de ruiten, de ruitenwissers kunnen het water bijna niet de baas. Dan ziet Robert – op weg naar Pamplona voor zijn jaarlijks uitje naar het stierenrennen – een lifter langs de snelweg staan. Hij stopt, en neemt hem mee. Gaandeweg ontstaat er een band tussen de twee. Robert is nieuwsgierig naar de teruggetrokken en weinig spraakzame Danny, een bokser: het lijkt alsof Danny zich willoos laat meevoeren, ogenschijnlijk verslagen door een geheim.

Maar dan, in Pamplona, temidden van de aanstormende stieren en de stofwolken, blijkt dat je je voor elkaar kunt opofferen, ook al zijn we allen onbekenden. Als het echt dreigt mis te gaan, als de verplettering nabij is, reageert onze naastenliefde. Onverbiddelijk. (Website Uitgeverij Cossee).

Leeservaring

De trefwoorden die de bibliotheek aan dit boek geeft, zijn: boksers en mannenleven. Niet direct iets wat voor mij aansprekend genoeg geweest zou zijn om eraan te beginnen, ware het niet dat ik door de andere boeken van Van Mersbergen er genoeg vertrouwen in had, dat ook dit boek de moeite van het lezen waard zou zijn. En daarin werd ik niet teleurgesteld.

Danny is op de vlucht, dat lezen we al in de eerste zin:" Een bokser rent door de stad." Wat daar de reden van is, lezen we pas op de laatste bladzijden. Robert neemt hem mee, voelt wel aan dat de zwijgzame en teruggetrokken Danny ergens mee zit, maar het lukt hem niet de feiten aan de oppervlakte te krijgen. Ook de lezer tast lang in het duister.

"Morgen zijn we in Pamplona", zegt Robert tegen Danny. Hij moet hem uitleggen wat zich daar afspeelt, hoe levensgevaarlijk het kan zijn, als je niet op de juiste manier reageert. Danny geeft aan mee te willen doen. Maar Robert vertrouwt het niet helemaal.

De lange weg van Amsterdam naar Pamplona (en terug) wordt er weinig gesproken door de beide mannen. Des te knapper is het dat het verhaal blijft boeien en dat de lezer zich toch een beeld kan vormen van wie deze mannen zijn, wat hun drijfveren zijn en hoe hun onderlinge verhouding zich ontwikkelt.
Van Robert komt de lezer niet veel te weten. Het zijn vooral zijn daden (vragen en handelingen) die hem zichtbaar maken. Het perspectief ligt hoofdzakelijk bij Danny. Hij beschrijft Robert, denkt na over wat hemzelf tot hier gebracht heeft en stelt de vragen die ons zicht geven op het gezinsleven van Robert. Robert zegt en vraagt regelmatig dingen die (zo ontdek je bij een tweede lezing) voor Danny onverdraaglijk moeten zijn. De daarop volgende korzelige reacties en uitbarstingen van Danny om kennelijk niets,  houden de spanning in het verhaal vast.

Ook de structuur speelt bij de spanningsopbouw een rol. Twee verhaallijnen kronkelen om elkaar heen: de flashbacks, die in chronologische volgorde het achterliggende verhaal vertellen, en het vertelheden, dat de autorit, het stierenrennen in Pamplona en de terugreis omvat. Stukje bij beetje wordt duidelijk wat er gebeurd is en waarom Danny is gevlucht.

De stijl van Van Mersbergen is ook in dit boek weer sober en toch (ver)beeldend. Heldere taal, maar weinig woorden en juist veel meer de gedragingen van de hoofdrolspelers om je eigen verhaal mee in te vullen. Als lezer betekent dat dat er vragen overblijven waarmee je blijft zitten. Soms komt daar een antwoord op, als je het boek nogmaals leest, soms blijven ze door je hoofd spoken, als je het boek allang weer in de kast hebt staan.

Om op de trefwoorden terug te komen: boksers en mannenleven. De boksschool is een van de plekken waar zich een deel van het verhaal afspeelt. Wie niets van boksen weet, zal er mooi gedoseerd kennis van kunnen nemen: genoeg om kloppend te zijn met de werkelijke situatie en niet te uitgebreid. Mannenleven is een beetje vage term. Om dit boek te kunnen waarderen is vooral empathie nodig. Dat Robert naar het stierenrennen wil en dat Danny een bokser is en dat deze beide samen op stap zijn, maakt hier nog geen roman over mannenlevens van. Ik denk dat veel vrouwen het ook met genoegen zullen lezen. Sommigen noemen het zelfs een liefdesverhaal. Ook dat vind ik niet helemaal kloppen. Het is een van die vragen die overblijft: wat bracht Danny tot zijn daad? Was het liefdesverdriet, jaloezie of vernedering en ligt er een symbolische link met het stierenrennen?

Kortom: ik durf dit boek over Boksers en Mannenleven wel aan te bevelen voor leesclubs, zelfs als die vnl. uit vrouwen bestaan. Het geeft genoeg in zich om over te discussiëren.

Jan van Mersbergen - Morgen zijn we in Pamplona. Amsterdam, Cossee, 2007. Paperback, 189 p., isbn: 978-90-5936-130-0.

©JannieTr, 26 februari 2013.

dinsdag 19 februari 2013

Tatiana Rosnay - Het huis waar jij van hield



Februari 2013 - waardering: 7,5.


Inleiding

Ons thema dit jaar: historische romans, bracht ons dit keer naar Parijs. Opnieuw een vertaald boek, niet de gewoonte in onze leeskring. Zonder meer de complimenten voor de vertaalster, Alice Teekman: tijdens het lezen kreeg je nergens het idee dat het een vertaling was en zo hoort het natuurlijk eigenlijk ook te zijn. De keuze voor dit boek kwam voort uit de periode waarover geschreven werd, de plaats van handeling en het succes dat de schrijfster had met eerdere boeken. Door juist niet voor het meest succesvolle boek te kiezen valt beter te beoordelen over welke kwaliteiten ze beschikt. Bovendien was dit  boek nog niet gelezen door de leden van de leeskring. Bij het boek hoort een uitgebreide website met allerlei achtergrondinformatie die een verrijking van het leesplezier kan betekenen.

Samenvatting


Parijs, tijdens het Tweede Keizerrijk, in de tweede helft van de 19de eeuw. Honderden huizen worden met de grond gelijkgemaakt en complete wijken verdwijnen van de kaart. Het oude Parijs wordt vernietigd door de ambities van baron Haussmann, die opdracht heeft gekregen de stad opnieuw vorm te geven, en veel Parijzenaars verzetten zich tevergeefs tegen de onverbiddelijke onteigeningsbevelen. Rose Bazelet leidt een rustig leven in haar huis aan de rue Childebert, in de schaduw van de kerk van Saint-Germain-des-Prés. Ze leest haar krantje, Le Petit Journal, gaat op bezoek bij haar vriendin Alexandrine, de bloemenverkoopster die de winkelruimte op de begane grond van haar huurt, en koestert zich in de goede zorgen van Germaine en Mariette, haar toegewijde bedienden. Tot de dag komt waarop ze een brief van de prefectuur ontvangt waarin staat dat de rue Childebert op het tracé ligt van de nieuwe boulevard Saint-Germain: de sloop van haar huis is onvermijdelijk geworden.
Rose heeft haar overleden echtgenoot, Armand, een belofte gedaan en voor haar is het ondenkbaar dat ze zijn ouderlijk huis zal verlaten. Ze is vastbesloten zich tot haar laatste snik te verzetten en schrijft hem, haar grote liefde, over haar dagelijkse strijd. Met elke brief graaft ze dieper in haar verleden en onthult, stukje bij beetje, het geheim dat ze dertig jaar heeft bewaard.

Tatiana de Rosnay neemt ons met deze briefroman mee in een wereld waarin tal van eenvoudige beroepen en ambachten floreerden – kruidenverkoopster, boekbinder, voddenraper –, en waarvan nu weinig sporen meer resten. Een bladzijde van de geschiedenis wordt omgeslagen en Rose doet als getuige van dat tijdperk verslag van het trauma dat door die grote ‘verfraaiingswerken’ werd veroorzaakt.
De brieven houden het midden tussen zelfanalyse en boetedoening en vormen een eerbetoon voor een vrouw die in haar eentje het gevecht aangaat en niet van plan is zich gewonnen te geven. In deze lofzang op Parijs zijn de huizen vol geheimen en de muren doordrenkt van herinneringen. (Website Het huis waar jij van hield).

Leeservaring

Voor de allereerste keer waren de leden van de leeskring het roerend eens: een 7,5 voor dit boek. Maar de redenen die ze er voor gaven verschilden, dat dan weer wel. De een vond het verhaaltje nogal dun, maar de sfeer uitstekend beschreven. De ander vond de manier waarop de historie verwerkt was in het verhaal goed geslaagd. Weer een ander vond de stijl waarin het boek was geschreven bijzonder. Maar uiteindelijk had iedereen er wel iets in gevonden en het dus met plezier gelezen, waardoor een unaniem cijfer uit de bus kwam: 7,5.

De uitgebreide achtergrondinformatie die via de website bij het boek hoort, bewees zijn nut. Nadat hier in de inleiding enige aandacht aan was besteed en ook de biografie van de schrijfster aan de beurt was geweest, werd naar aanleiding van de vooraf per mail toegestuurde vragen (zie bij Discussievragen) over zowel inhoud als de uitwerking van het boek uitgebreid gediscussieerd. Ik zal er een enkel punt uit halen.

De titel: Rose was de oorspronkelijke titel. Bij de Nederlandse uitgave werd dat Het huis waar jij van hield. Voor beide is wel iets te zeggen. Hoewel Rose haar verhaal vertelt via een lange brief aan haar overleden man vormen toch de gebeurtenissen in Parijs meer de hoofdmoot van het verhaal dan het geheim dat zij daarnaast op wil biechten. "Het huis" staat daarbij symbool voor wat er met andere huizen en bewoners gebeurde. Maar "waar jij van hield", verwijst ook (cynisch) naar het trieste geheim dat er bewaard werd. Wie voor Rose als titel kiest, zal het opgevallen zijn dat bloemen een terugkerend motief en symbool vormen.

Feiten en fictie:  een dun verhaaltje, noemde een van de leden van onze leeskring het. Als we het over de fictie hebben, dan ben ik het daarmee wel eens. Het geheim dat Rose aan haar man op wil biechten vormt naar mijn idee ook niet de echte plot van het verhaal, het is aanwezig om de spanning er in te houden. En dat lukt redelijk. Maar omdat wij dit jaar op zoek zijn naar hoe auteurs omgaan met de feiten in historische romans kijken we anders naar dit boek, met meer interesse voor het historische verhaal. En dat klopt tot in de kleinste details. Er is veel zorg aan besteed, er wordt heel veel historische kennis overgebracht en toch krijgt het nergens een schoolmeesterachtig toontje. Het drama waar vele inwoners van Parijs in deze periode mee te maken kregen, is gegoten in een verhaal dat leest als een intrigerende roman. Met een perfecte sfeertekening.

Partij kiezen: Bij deze historische romans vragen we ons ook steeds af: kiest de auteur partij in het historische onderwerp? Omdat Rose ons haar visie geeft van de gebeurtenissen die tot de verwoesting van o.a. haar huis leiden, lijkt het alsof de auteur haar kant kiest. Toch is dat niet zo. Niet alleen in haar noot op de laatste pagina maar ook via de bloemenverkoopster en vriendin van Rose, Alexandrine, laat Rosnay ook een tegengeluid horen met de positieve kanten van het verhaal: meer schone lucht, veilig drinkwater, ruim baan voor het toenemende verkeer, elektrische straatverlichting en niet te vergeten: een goede riolering.

Ook inhoudelijk waren er genoeg vragen om over door te praten, zoals: Waarom zou Rose nooit over haar geheim met Armand gesproken hebben, Is er een verklaring voor de slechte relatie tussen Rose  en haar dochter, Wat is de rol van de literatuur waar Rose plotseling belangstelling voor krijgt (titels, onderwerpen)?

Kortom: we hebben hier te maken met een boek dat met plezier werd gelezen, waar we weer een hoop van opstaken  en waar we daarna nog een aangename avond aan beleefden bij de bespreking. Zeker aanbevolen voor leesclubs!



Tatiana Rosnay - Het huis waar jij van hield. Amsterdam, Artemis, 2011. Geb., 205 pg., isbn: 978-90-472-0205-9.



©JannieTr, februari 2013.