Schrijvers die schrijven over schrijven, want ik daarvan vind. Vraag 5 alweer voor de #50books 2016 (KLIK HIER) Zoals Hendrik-Jan al stelt in de aanloop naar die vraag op zijn weblog: er zijn twee manieren om dat te benaderen. Er zijn romans die gaan over een schrijver die min of meer worstelt met het schrijven van een roman en er zijn handboeken die gaan over hoe je een boek zou moeten schrijven.
Nu herinner ik me niet zoveel romans die een schrijver als hoofdpersoon hebben. Ik heb ze vast wel gelezen, maar ze hebben niet zo'n onuitwisbare indruk achter gelaten dat ik de titels direct paraat heb. Mij schiet alleen een boek van Harry Mulisch te binnen dat tijdens het lezen van de eerste 50 pagina's een enorme ergernis opriep: Siegfried. Dit deel van het boek ging uitsluitend over een zeer gevierd schrijver en de egards waarmee deze ontvangen werd in Duitsland. Een schrijver die bovendien zò beschreven werd dat het onmogelijk was Harry Mulisch er niet in te herkennen.
Een andere en in mijn ogen sympathiekere manier om over jezelf als auteur te schrijven komt van Renate Dorrestein. Ik heb wel meer boeken die gaan over hoe je korte verhalen/poëzie/romans zou moeten schrijven, maar Het geheim van de schrijver (2000) koester ik, ook als lezer. Het is veel meer dan een handboek voor beginnende schrijvers. Natuurlijk reikt het gereedschappen aan en geeft het inzicht in schrijfprocessen en in de geheimzinnige werking van fictie. Maar daarnaast komt de rol van de lezer aan bod, als natuurlijke bondgenoot van de schrijver, net als het lezen zelf. Waarom boeit het ene verhaal en stelt het andere teleur. In hoeverre heeft dat met smaak te maken?
Het boek leest zo prettig omdat het gebaseerd is op de eigen ervaringen van Renate Dorrestein: als auteur, als spreekster in het literaire circuit en als schrijfdocente. Het komt dicht in de buurt van een literaire autobiografie. En toch komen ook andere schrijvers en hun uitspraken over het schrijfproces regelmatig aan bod. Voeg daar nog een snufje humor aan toe en je leest het boek in één keer uit, ook wanneer je niet de ambitie zou hebben om zelf te gaan schrijven.
Wrang is dat Renate Dorrestein in 2013 opnieuw een boek over schrijven schreef: De blokkade (KLIK HIER). Geconfronteerd met een writer's block besloot ze ook dat verhaal, en wat er met haar gebeurde ondertussen, op te schrijven. En ook nu weer heb je bijna het idee, dat je een roman leest. Over een schrijfster die worstelt met een writer's block.
Schrijven kan heel therapeutisch zijn, ook zonder dat er plannen zijn het geschrevene met anderen te delen. Renate deelde het wel en is daarmee vast ook anderen van dienst geweest. En dat het haarzelf eveneens over een dood punt gebracht heeft bewijst "Weerwater" (KLIK HIER)
Dat is overigens dus toch nog een roman over een schrijfster (die een beetje lijkt op Renate), die door Almere uitgenodigd wordt om als stadsschrijver een jaar in Almere te verblijven. Als Almere vervolgens door een ramp van de buitenwereld wordt afgesloten krijgt haar schrijverschap een zeer speciale invulling.
© JannieTr, januari 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 6/35.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
zondag 31 januari 2016
donderdag 28 januari 2016
Tania Heimans - Het huis met de leeuwen
DIERENTUINEN staat er op de sticker die de bibliotheek op de rug van het boek heeft geplakt. En daar vind je het boek ook: op de plank tussen de dierentuinboeken. Begrijpelijk, want een boek moet toch ergens een plekje krijgen. Maar een beetje jammer is dat wel, omdat het boek over zoveel meer gaat dan alleen de geschiedenis van Diergaarde Blijdorp tussen 1900 en 1950.
Samenvatting
Weinig mensen weten dat er aan de voorzijde van Rotterdam Centraal ooit een diergaarde lag. Lange tijd was deze uitgestrekte tuin vol exotisch leven een lustoord voor de elite. Daar stond ook het huis van de laatste diergaarde - directeur en zijn gezin: dr. Koenraad Kuiper, zijn vrouw Corry en hun vier kinderen. Een bezoek aan de Rotterdamse dierentuin was voor Corry als kind altijd al een avontuur. Toen ze er in 1924 met haar gezin kwam wonen wilde ze meer zijn dan alleen de directeursvrouw. Ze schreef voor NRC een column over haar leven, verbleef regelmatig in het artistieke milieu in Zwitserland en verkoos vaak haar eigen vrijheid boven de dienstbaarheid aan het gezin. Maar daarnaast bood zij een thuis aan pleegkinderen, leeuwenwelpen en dingo’s. Het bombardement van mei 1940 maakte een tragisch einde aan de diergaarde.
In Het huis met de leeuwen tekent Tania Heimans niet alleen de geschiedenis op van een bijzondere diergaarde, maar geeft ze bovenal een prachtig portret van een vrouw die haar tijd ver vooruit was. Het levensverhaal wordt verteld tegen de roerige achtergrond van Nederland in de eerste helft van de twintigste eeuw. (Achterzijde boek).
Leeservaring
Met het werk van Tania Heimans maakte ik kennis via haar debuut Hemelsleutels (KLIK HIER).
Dat was in 2008, maar het boek en dus ook haar naam staan me nog helder voor de geest. Tel daarbij op dat ik de stad en de huidige diergaarde goed ken, dan is het niet zo verwonderlijk dat ik slechts een halve aanbeveling nodig had om dit boek te willen lezen. Het bleek een nog groter genoegen dan ik van te voren ingeschat had.
Tania Heimans heeft een non-fictie boek geschreven waarvoor ze (blijkens de verantwoording achterin) veel research heeft gepleegd. Naast het bestuderen van de vele archiefstukken nam ze ruim de tijd om te spreken met nakomelingen, vrienden en bekenden van het inmiddels overleden echtpaar Kuiper-de Jongh. Daar is een prettig leesbaar boek uit voortgekomen waarin naast de geschiedenis van de dierentuin ook een levensecht portret van Corry Kuiper geschetst wordt en we een indruk van de sociale verhoudingen krijgen in de eerste helft van de twintigste eeuw.
Alle feiten kloppen, maar dat het een heerlijk boek is om te lezen komt door de manier waarop Tania Heimans gebruikt heeft gemaakt van de vele stukjes die Corry schreef en de verhalen van anderen over Corry. Zelf zegt ze daarover:
"Ook al is Het huis met de leeuwen op uitgebreid historisch onderzoek gebaseerd, het verhaal is gereconstrueerd als een roman. Met de vrijheid van de verbeelding heb ik het verhaal in scènes geschreven en me in de gedachtewereld van Corry proberen te verplaatsen. Dat laatste was alleen mogelijk doordat zij zo uitgesproken was en zo openhartig over haar gevoelens en twijfels schreef. Desondanks pretendeer ik niet de werkelijkheid van deze persoonlijke geschiedenis in al zijn facetten te hebben gevangen, dit verhaal blijft mijn interpretatie."
Voor mij is deze opzet zonder meer geslaagd. Door het perspectief van het verhaal bij Corry te leggen wordt de lezer nauwer bij het wel en wee van de dierentuin betrokken en krijgt meteen een inkijkje in de belemmerende omstandigheden voor vrouwen, nog maar zo kort geleden, om hun eigen idealen na te streven. Ook de sociale omstandigheden krijgen via haar aandacht: de kloof tussen rijk en arm, de ongelijke verhouding tussen echtelieden, de opkomst van het nationaal socialisme, de verwoestingen in de oorlog en alle ellende die daaruit voortkwam. En de dieren worden niet vergeten: van benauwde hokken tot de vrije ruimten die Koen Kuiper voor ogen had voor zijn dieren.
Toch blijft de hoofdrol voor de dierentuin, die Corry net zo aan het hart gaat als dat bij haar man het geval is. Want ondanks haar eigen aspiraties maakt ze die, soms met grote moeite, ondergeschikt aan het belang van de dierentuin en haar positie als vrouw van de directeur. Maar omdat er zich onderhuids veel roert bij Corry zoekt ze een uitlaatklep en vindt die in het schrijven van stukjes (over huisvrouwenzaken, zo onschuldig mogelijk), waarbij ze zich soms wel eens laat gaan in een pleidooi dat dichter bij haar eigen gedachten en gevoelens over haar onderdrukte positie ligt.
Toch beseft ze dat ze als directeursvrouw in bevoorrechte omstandigheden verkeert. Ze heeft wel oog voor de sociale ellende die zich vlak om de hoek van de diergaarde bevindt, maar weet er niet goed raad mee. Al voor de oorlog uitbreekt, richt ze samen met anderen een hulporganisatie op, voor het geval dat het mis gaat. Dat blijkt na de bombardementen een belangrijke besluit geweest te zijn.
Maar al doet ze geregeld iets voor minder fortuinlijke medemensen, Tania Heimans laat haar toch vooral zien in haar eigen milieu en als vrouw met feministische aspiraties die er af en toe uit moet breken om de verplichtingen van het gezinsleven weer aan te kunnen.
Kortom een spannend verhaal over de opkomst en ondergang en de herrijzenis van de Diergaarde van Rotterdam tussen 1900 en 1950. Verteld via een eigenzinnige vrouw die daar met haar gezin getuige van was en die zich niet neer kon leggen bij een huisvrouwenbestaan. Misschien geen felle feministe, maar toch zeker een vrouw die verwoordde wat meer vrouwen dwarszat in die periode.
Tania Heimans - Het huis met de leeuwen. Amsterdam, Ambo/Anthos, 2015. Pb., 367 pg., zw.-w. foto's, bronnen en lit. opg.. ISBN: 97890-472-0378-0.
© JannieTr, januari 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 5/35.
Samenvatting
Weinig mensen weten dat er aan de voorzijde van Rotterdam Centraal ooit een diergaarde lag. Lange tijd was deze uitgestrekte tuin vol exotisch leven een lustoord voor de elite. Daar stond ook het huis van de laatste diergaarde - directeur en zijn gezin: dr. Koenraad Kuiper, zijn vrouw Corry en hun vier kinderen. Een bezoek aan de Rotterdamse dierentuin was voor Corry als kind altijd al een avontuur. Toen ze er in 1924 met haar gezin kwam wonen wilde ze meer zijn dan alleen de directeursvrouw. Ze schreef voor NRC een column over haar leven, verbleef regelmatig in het artistieke milieu in Zwitserland en verkoos vaak haar eigen vrijheid boven de dienstbaarheid aan het gezin. Maar daarnaast bood zij een thuis aan pleegkinderen, leeuwenwelpen en dingo’s. Het bombardement van mei 1940 maakte een tragisch einde aan de diergaarde.
In Het huis met de leeuwen tekent Tania Heimans niet alleen de geschiedenis op van een bijzondere diergaarde, maar geeft ze bovenal een prachtig portret van een vrouw die haar tijd ver vooruit was. Het levensverhaal wordt verteld tegen de roerige achtergrond van Nederland in de eerste helft van de twintigste eeuw. (Achterzijde boek).
Leeservaring
Met het werk van Tania Heimans maakte ik kennis via haar debuut Hemelsleutels (KLIK HIER).
Dat was in 2008, maar het boek en dus ook haar naam staan me nog helder voor de geest. Tel daarbij op dat ik de stad en de huidige diergaarde goed ken, dan is het niet zo verwonderlijk dat ik slechts een halve aanbeveling nodig had om dit boek te willen lezen. Het bleek een nog groter genoegen dan ik van te voren ingeschat had.
Tania Heimans heeft een non-fictie boek geschreven waarvoor ze (blijkens de verantwoording achterin) veel research heeft gepleegd. Naast het bestuderen van de vele archiefstukken nam ze ruim de tijd om te spreken met nakomelingen, vrienden en bekenden van het inmiddels overleden echtpaar Kuiper-de Jongh. Daar is een prettig leesbaar boek uit voortgekomen waarin naast de geschiedenis van de dierentuin ook een levensecht portret van Corry Kuiper geschetst wordt en we een indruk van de sociale verhoudingen krijgen in de eerste helft van de twintigste eeuw.
Alle feiten kloppen, maar dat het een heerlijk boek is om te lezen komt door de manier waarop Tania Heimans gebruikt heeft gemaakt van de vele stukjes die Corry schreef en de verhalen van anderen over Corry. Zelf zegt ze daarover:
"Ook al is Het huis met de leeuwen op uitgebreid historisch onderzoek gebaseerd, het verhaal is gereconstrueerd als een roman. Met de vrijheid van de verbeelding heb ik het verhaal in scènes geschreven en me in de gedachtewereld van Corry proberen te verplaatsen. Dat laatste was alleen mogelijk doordat zij zo uitgesproken was en zo openhartig over haar gevoelens en twijfels schreef. Desondanks pretendeer ik niet de werkelijkheid van deze persoonlijke geschiedenis in al zijn facetten te hebben gevangen, dit verhaal blijft mijn interpretatie."
Voor mij is deze opzet zonder meer geslaagd. Door het perspectief van het verhaal bij Corry te leggen wordt de lezer nauwer bij het wel en wee van de dierentuin betrokken en krijgt meteen een inkijkje in de belemmerende omstandigheden voor vrouwen, nog maar zo kort geleden, om hun eigen idealen na te streven. Ook de sociale omstandigheden krijgen via haar aandacht: de kloof tussen rijk en arm, de ongelijke verhouding tussen echtelieden, de opkomst van het nationaal socialisme, de verwoestingen in de oorlog en alle ellende die daaruit voortkwam. En de dieren worden niet vergeten: van benauwde hokken tot de vrije ruimten die Koen Kuiper voor ogen had voor zijn dieren.
Toch blijft de hoofdrol voor de dierentuin, die Corry net zo aan het hart gaat als dat bij haar man het geval is. Want ondanks haar eigen aspiraties maakt ze die, soms met grote moeite, ondergeschikt aan het belang van de dierentuin en haar positie als vrouw van de directeur. Maar omdat er zich onderhuids veel roert bij Corry zoekt ze een uitlaatklep en vindt die in het schrijven van stukjes (over huisvrouwenzaken, zo onschuldig mogelijk), waarbij ze zich soms wel eens laat gaan in een pleidooi dat dichter bij haar eigen gedachten en gevoelens over haar onderdrukte positie ligt.
Toch beseft ze dat ze als directeursvrouw in bevoorrechte omstandigheden verkeert. Ze heeft wel oog voor de sociale ellende die zich vlak om de hoek van de diergaarde bevindt, maar weet er niet goed raad mee. Al voor de oorlog uitbreekt, richt ze samen met anderen een hulporganisatie op, voor het geval dat het mis gaat. Dat blijkt na de bombardementen een belangrijke besluit geweest te zijn.
Maar al doet ze geregeld iets voor minder fortuinlijke medemensen, Tania Heimans laat haar toch vooral zien in haar eigen milieu en als vrouw met feministische aspiraties die er af en toe uit moet breken om de verplichtingen van het gezinsleven weer aan te kunnen.
Kortom een spannend verhaal over de opkomst en ondergang en de herrijzenis van de Diergaarde van Rotterdam tussen 1900 en 1950. Verteld via een eigenzinnige vrouw die daar met haar gezin getuige van was en die zich niet neer kon leggen bij een huisvrouwenbestaan. Misschien geen felle feministe, maar toch zeker een vrouw die verwoordde wat meer vrouwen dwarszat in die periode.
Tania Heimans - Het huis met de leeuwen. Amsterdam, Ambo/Anthos, 2015. Pb., 367 pg., zw.-w. foto's, bronnen en lit. opg.. ISBN: 97890-472-0378-0.
© JannieTr, januari 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 5/35.
dinsdag 26 januari 2016
10 boeken die je gelezen moet hebben??
De vraag die Hendrik-Jan (KLIK HIER) dit keer bedacht heeft voor #50books, gaat in tegen alles wat ik als voormalig bibliothecaresse gekoesterd heb: er voor zorgen dat iedere lezer de bibliotheek verliet met een boek dat bij hem of haar paste. Iets wat ook ter sprake komt in het blog dat ik schreef n.a.v. het schotschrift van Alex Boogers - De lezer is dood (KLIK HIER).
Ik kan alleen proberen me te herinneren welke 10 boeken voor mijzelf een bijzondere betekenis hebben gehad. Maar gravend in mijn geheugen rolde er een lijst uit, die teveel titels bevatte. Heel moeilijk om daar een keus uit te maken, maar ik zal een poging doen.
Zonder twijfel op de eerste plaats: Hersenschimmen van Bernlef. Opgesloten in het brein van een dementerende man beleef je op een zeer beklemmende manier hoe het voelt om je geheugen kwijt te raken. Ik las het boek meer dan eens. En ik was meteen verknocht aan de boeken van Bernlef. Hij heeft een eigen plankje in mijn boekenkast.
Dat geldt ook voor nummer twee: Gerbrand Bakker. Uiteraard noem ik dan Boven is het stil (KLIK HIER), maar ook zijn andere boeken zijn voor mij pareltjes: De Omweg (KLIK HIER), Perenboemen bloeien wit (KLIK HIER) en Juni (KLIK HIER). Plus nog een aantal gebundelde columns. Daarnaast lees ik graag zijn weblog Gerbrandsdingetje.nl.
Ook over nummer drie geen twijfel: Kees de jongen van Theo Thijssen (KLIK HIER). Ook dat boek las ik vaker: prachtig hoe de auteur zich kon verplaatsen in de fantasie en gevoelens van een opgroeiende jongen en hoe hij het milieu en het schoolleven heeft beschreven. Ook andere boeken van deze sociaal bewogen onderwijzer staan in mijn kast: Schoolland, De gelukkig klas (KLIK HIER) en In de ochtend van het leven.
Dan is eerst de beurt aan mijn drie lievelingsdichters van wie ik verzamelbundels bezit: Remco Campert (KLIK HIER), Rutger Kopland en J.C. Bloem. Al naar gelang mijn stemming haal ik ze af en toe uit de kast en lees er kris kras weer eens wat in. Al heb ik van elk ook voorkeursgedichten natuurlijk.
Dat zijn er dus al 6 en dan wordt het moeilijk kiezen. Dat ik sommige boeken vaker dan één keer las, moet maar de doorslag geven.
Zo maakte Knielen op een bed violen van Siebelink (KLIK HIER) erg veel indruk. Zeker als je de gevolgen van een soortgelijk geloof in je directe omgeving herkent. En hoewel ik steeds van plan was meer van Siebelink te lezen, is dat er nog nauwelijks van gekomen (alleen Margaretha). Maar dat gaat vast nog wel gebeuren.
De engelenmaker (KLIK HIER) van Stefan Brijs was ook zo fascinerend dat ik het tweemaal las. Daarna kocht ik nog enkele boeken van hem, maar ik las alleen Twee levens (KLIK HIER) . Arend en Keetje Tippel komen misschien later aan de beurt en ook Post voor Mevrouw Bromley staat op mijn leeslijstje.
Twee oudere boeken krijgen tenslotte nog een plekje tussen de tien vaker gelezen boeken. Ten eerste Een nagelaten bekentenis van Marcellus Emants (uit 1894). Een raadselachtig en beklemmend boek. Opgesloten in het hoofd van de hoofdpersoon wordt het steeds moeilijker om onderscheid te maken tussen waarheid en leugen, fantasie en werkelijkheid, schuld en onschuld.
En dan een minder bekende roman van Carry van Bruggen - Een coquette vrouw (1915). Over een jonge vrouw die zich graag wil onderscheiden van anderen en een sterke behoefte heeft aan waardering en begrip. Als ze dat in haar huwelijk en directe omgeving niet kan vinden, zoekt ze het in buitenechtelijke vriendschappen, wat niet getolereerd wordt omdat het niet past binnen de conventies van haar omgeving. Met alle gevolgen van dien. Ze schreef de boeiende roman kort naar haar scheiding. Ook van haar staan nog enkele (ongelezen) romans in de kast.
En zo ben ik bij tien. Geen plaats meer voor de Publieke werken van Thomas Roosenboom, Titaantjes en de Uitvreter van Nescio, De verdronkene van Margriet de Moor, Parnassia van Josha Zwaan, Sneeuweieren van Ricus van de Coevering, Scheurbuik van Annette de Vries en de boeken van Hella Haasse, Adriaan van Dis, Elsschot, Jan van Mersbergen en nog vele anderen........
Mijn tien, maar geen "must-reads" (wat een vreselijk woord!). Waarschijnlijk zeggen deze boeken meer over mij dan het kijkje in mijn boekenkast uit een van de vorige #50books!
© JannieTr, januari 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Ik kan alleen proberen me te herinneren welke 10 boeken voor mijzelf een bijzondere betekenis hebben gehad. Maar gravend in mijn geheugen rolde er een lijst uit, die teveel titels bevatte. Heel moeilijk om daar een keus uit te maken, maar ik zal een poging doen.
Zonder twijfel op de eerste plaats: Hersenschimmen van Bernlef. Opgesloten in het brein van een dementerende man beleef je op een zeer beklemmende manier hoe het voelt om je geheugen kwijt te raken. Ik las het boek meer dan eens. En ik was meteen verknocht aan de boeken van Bernlef. Hij heeft een eigen plankje in mijn boekenkast.
Dat geldt ook voor nummer twee: Gerbrand Bakker. Uiteraard noem ik dan Boven is het stil (KLIK HIER), maar ook zijn andere boeken zijn voor mij pareltjes: De Omweg (KLIK HIER), Perenboemen bloeien wit (KLIK HIER) en Juni (KLIK HIER). Plus nog een aantal gebundelde columns. Daarnaast lees ik graag zijn weblog Gerbrandsdingetje.nl.

Dan is eerst de beurt aan mijn drie lievelingsdichters van wie ik verzamelbundels bezit: Remco Campert (KLIK HIER), Rutger Kopland en J.C. Bloem. Al naar gelang mijn stemming haal ik ze af en toe uit de kast en lees er kris kras weer eens wat in. Al heb ik van elk ook voorkeursgedichten natuurlijk.
Dat zijn er dus al 6 en dan wordt het moeilijk kiezen. Dat ik sommige boeken vaker dan één keer las, moet maar de doorslag geven.
Zo maakte Knielen op een bed violen van Siebelink (KLIK HIER) erg veel indruk. Zeker als je de gevolgen van een soortgelijk geloof in je directe omgeving herkent. En hoewel ik steeds van plan was meer van Siebelink te lezen, is dat er nog nauwelijks van gekomen (alleen Margaretha). Maar dat gaat vast nog wel gebeuren.
De engelenmaker (KLIK HIER) van Stefan Brijs was ook zo fascinerend dat ik het tweemaal las. Daarna kocht ik nog enkele boeken van hem, maar ik las alleen Twee levens (KLIK HIER) . Arend en Keetje Tippel komen misschien later aan de beurt en ook Post voor Mevrouw Bromley staat op mijn leeslijstje.
Twee oudere boeken krijgen tenslotte nog een plekje tussen de tien vaker gelezen boeken. Ten eerste Een nagelaten bekentenis van Marcellus Emants (uit 1894). Een raadselachtig en beklemmend boek. Opgesloten in het hoofd van de hoofdpersoon wordt het steeds moeilijker om onderscheid te maken tussen waarheid en leugen, fantasie en werkelijkheid, schuld en onschuld.
En dan een minder bekende roman van Carry van Bruggen - Een coquette vrouw (1915). Over een jonge vrouw die zich graag wil onderscheiden van anderen en een sterke behoefte heeft aan waardering en begrip. Als ze dat in haar huwelijk en directe omgeving niet kan vinden, zoekt ze het in buitenechtelijke vriendschappen, wat niet getolereerd wordt omdat het niet past binnen de conventies van haar omgeving. Met alle gevolgen van dien. Ze schreef de boeiende roman kort naar haar scheiding. Ook van haar staan nog enkele (ongelezen) romans in de kast.
En zo ben ik bij tien. Geen plaats meer voor de Publieke werken van Thomas Roosenboom, Titaantjes en de Uitvreter van Nescio, De verdronkene van Margriet de Moor, Parnassia van Josha Zwaan, Sneeuweieren van Ricus van de Coevering, Scheurbuik van Annette de Vries en de boeken van Hella Haasse, Adriaan van Dis, Elsschot, Jan van Mersbergen en nog vele anderen........
Mijn tien, maar geen "must-reads" (wat een vreselijk woord!). Waarschijnlijk zeggen deze boeken meer over mij dan het kijkje in mijn boekenkast uit een van de vorige #50books!
© JannieTr, januari 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
zaterdag 23 januari 2016
Alex Boogers - De lezer is niet dood - schotschrift
"De lezer is niet dood. We laten hem in een verschraald landschap sterven
van de dorst. We geven hem zand in plaats van water. Maar dood is hij
niet. Hij tijgert. En hij is niet alleen, hij is met meer. Altijd is er
wel ergens een lezer – jong of oud, arm of rijk, blank of zwart – die
zoekt naar het verhaal dat voor hem is bestemd. Maar niemand neemt de
belangrijke taak van verloskundige op zich. Wie helpt de nieuwe lezers
op weg? Waar staan de kraamkamers?" In dit schotschrift roept Alex Boogers docenten, boekhandelaren,
schrijvers en uitgevers op om lezers te zoeken waar je ze niet
verwacht. (flaptekst).
Wie zich, zoals ik, beperkt tot de Nederlandse literatuur, komt er niet onderuit ook kennis te nemen van dit hartstochtelijke pleidooi van Alex Boogers. En wie, zoals ik, uit overtuiging koos voor het openbare bibliotheekwerk (50 jaar geleden), kan alleen maar met weemoed terugdenken aan de periode waarin het de normaalste zaak van de wereld was, zoveel mogelijk mensen (jong en oud) in staat te stellen via boeken kennis te laten maken met wat de wereld nog meer te bieden had dan hard werken voor een karig loon in een baantje ver beneden hun mogelijkheden.
Er is al veel geschreven over het schotschrift van Alex Boogers. Het lijkt me niet nodig dat allemaal nog eens te herhalen. Ik kan me vinden in zijn betoog. Eigenlijk komt wat hij schrijft neer op de "economisering van het boekenvak" (zoals Jesse Klaver zou zeggen).
Citaat pg. 63: De schrijver als ondernemer. De beurshandelaar die wekelijks de stijging of daling van zijn aandelen bekijkt in de Bestseller 60. De docent als bedrijfsleider die moet bevoorraden die de spullen er door heen moet jagen, de verplichte lesstof. Het boek als zaak, en in het onderwijs vooral als bijzaak.
De schrijver als verkoper: al tienduizend exemplaren verkocht, al twintigduizend exemplaren verkocht, al vijftigduizend exemplaren verkocht. Nu al vierde druk, zesde druk, negende druk. De accountmanagers van de literatuur met hun cijfers in plaats van letters. Wat betekent zoiets nu werkelijk? Voor wie zijn ze aan het werk? Wat hebben ze u te zeggen, of mij?
Ook in Eland van Lykele Muus (KLIK HIER) wordt de draak gestoken met een uitgever die nauwelijks interesse heeft in het manuscript van een nieuw boek, als het maar met veel gerichte publiciteit een verkoopsucces wordt. Die alleen enige richtlijnen aangaande de inhoud geeft die dat moeten garanderen. En dat verhaal lees je tegenwoordig ook wel eens tussen de regels door bij interviews met schrijvers: "mijn redacteur vond dat ik het verhaal moest aanpassen". Dat zal, als het goed is, bedoeld zijn ter verhoging van de kwaliteit, maar hoe vaak is het advies ingegeven door de commercie? Kun je dat als lezer achteraf nog vaststellen?
Alex Boogers: "Altijd is er wel ergens een lezer - jong of oud, arm of rijk, blank of zwart - die zoekt naar het verhaal dat voor hem is bestemd. Maar niemand neemt de belangrijke taak van verloskundige op zich. Wie helpt de nieuwe lezers op weg? Waar staan de kraamkamers?"
Hij roept de docenten, boekhandelaren, schrijvers en uitgevers op er iets aan te doen, maar hij vergeet waar zijn eigen zoektocht begon: in de bibliotheek. Ooit lag deze belangrijke taak bij de (jeugd-)bibliothecarissen. Ik leerde destijds bij de aanschaf van boeken rekening te houden met de bevolking van de wijk waarin de bibliotheek stond, lezers vroegen om advies, kinderen kwamen er lezen of boeken halen voor werkstukken of gewoon omdat ze iets interessant vonden. Dat waren de kraamkamers! Maar met lede ogen heb ik moeten toezien hoe eerst de deskundigheid verdween ("vrijwilligers kunnen ook stempelen") en daarna de bibliotheken zelf. Wie nu een boek wil lenen moet er een eind voor reizen of het online opvragen (dan moet je dus al weten wat je hebben wilt). In de grote bibliotheken is geen tijd meer voor advies, uitlenen en inleveren doe je zelf. Advies is er wel online (met schuifjes aangeven waar je voorkeur naar uitgaat), maar dat haalt het natuurlijk nooit bij rondsnuffelen, iets aangereikt krijgen dat bij je past omdat de bibliothecaresse je voorkeuren en belangstelling kent. De Openbare Bibliotheek, ooit de plek die het voor iedereen mogelijk moest maken zich in boeken te verdiepen, om te lezen, leren of kennis op te doen, is kapotbezuinigd.
Alleen de basisschoolbibliotheken hebben de slag overleefd, daar valt nog iets te winnen. Maar op die leeftijd lezen kinderen ook nog graag. In de gemiddelde middelbare schoolbibliotheek zul je de boeken waar Alex Boogers het over heeft, niet snel vinden.
Toch wil ik niet in mineur eindigen. Het meest hoopvolle bericht dat ik las, ging over een vmbo-leraar Nederlands die zijn leerlingen voorlas uit boeken die bij hun belevingswereld pasten. En die dat zo boeiend kon, dat ze uit zichzelf aan het lezen sloegen. En als ze dan ook nog eens in hun schoolbibliotheek boeken kunnen vinden die daarbij aansluiten.... wie weet komt het dan toch nog goed.
Alex Boogers - De lezer is niet dood. Schotschrift. Amsterdam, Podium, 2016. Pb., 64 pg. ISBN: 978-90-5759-790-9.
© JannieTr, januari 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 4/35.
Wie zich, zoals ik, beperkt tot de Nederlandse literatuur, komt er niet onderuit ook kennis te nemen van dit hartstochtelijke pleidooi van Alex Boogers. En wie, zoals ik, uit overtuiging koos voor het openbare bibliotheekwerk (50 jaar geleden), kan alleen maar met weemoed terugdenken aan de periode waarin het de normaalste zaak van de wereld was, zoveel mogelijk mensen (jong en oud) in staat te stellen via boeken kennis te laten maken met wat de wereld nog meer te bieden had dan hard werken voor een karig loon in een baantje ver beneden hun mogelijkheden.
Er is al veel geschreven over het schotschrift van Alex Boogers. Het lijkt me niet nodig dat allemaal nog eens te herhalen. Ik kan me vinden in zijn betoog. Eigenlijk komt wat hij schrijft neer op de "economisering van het boekenvak" (zoals Jesse Klaver zou zeggen).
Citaat pg. 63: De schrijver als ondernemer. De beurshandelaar die wekelijks de stijging of daling van zijn aandelen bekijkt in de Bestseller 60. De docent als bedrijfsleider die moet bevoorraden die de spullen er door heen moet jagen, de verplichte lesstof. Het boek als zaak, en in het onderwijs vooral als bijzaak.
De schrijver als verkoper: al tienduizend exemplaren verkocht, al twintigduizend exemplaren verkocht, al vijftigduizend exemplaren verkocht. Nu al vierde druk, zesde druk, negende druk. De accountmanagers van de literatuur met hun cijfers in plaats van letters. Wat betekent zoiets nu werkelijk? Voor wie zijn ze aan het werk? Wat hebben ze u te zeggen, of mij?
Ook in Eland van Lykele Muus (KLIK HIER) wordt de draak gestoken met een uitgever die nauwelijks interesse heeft in het manuscript van een nieuw boek, als het maar met veel gerichte publiciteit een verkoopsucces wordt. Die alleen enige richtlijnen aangaande de inhoud geeft die dat moeten garanderen. En dat verhaal lees je tegenwoordig ook wel eens tussen de regels door bij interviews met schrijvers: "mijn redacteur vond dat ik het verhaal moest aanpassen". Dat zal, als het goed is, bedoeld zijn ter verhoging van de kwaliteit, maar hoe vaak is het advies ingegeven door de commercie? Kun je dat als lezer achteraf nog vaststellen?
Alex Boogers: "Altijd is er wel ergens een lezer - jong of oud, arm of rijk, blank of zwart - die zoekt naar het verhaal dat voor hem is bestemd. Maar niemand neemt de belangrijke taak van verloskundige op zich. Wie helpt de nieuwe lezers op weg? Waar staan de kraamkamers?"
Hij roept de docenten, boekhandelaren, schrijvers en uitgevers op er iets aan te doen, maar hij vergeet waar zijn eigen zoektocht begon: in de bibliotheek. Ooit lag deze belangrijke taak bij de (jeugd-)bibliothecarissen. Ik leerde destijds bij de aanschaf van boeken rekening te houden met de bevolking van de wijk waarin de bibliotheek stond, lezers vroegen om advies, kinderen kwamen er lezen of boeken halen voor werkstukken of gewoon omdat ze iets interessant vonden. Dat waren de kraamkamers! Maar met lede ogen heb ik moeten toezien hoe eerst de deskundigheid verdween ("vrijwilligers kunnen ook stempelen") en daarna de bibliotheken zelf. Wie nu een boek wil lenen moet er een eind voor reizen of het online opvragen (dan moet je dus al weten wat je hebben wilt). In de grote bibliotheken is geen tijd meer voor advies, uitlenen en inleveren doe je zelf. Advies is er wel online (met schuifjes aangeven waar je voorkeur naar uitgaat), maar dat haalt het natuurlijk nooit bij rondsnuffelen, iets aangereikt krijgen dat bij je past omdat de bibliothecaresse je voorkeuren en belangstelling kent. De Openbare Bibliotheek, ooit de plek die het voor iedereen mogelijk moest maken zich in boeken te verdiepen, om te lezen, leren of kennis op te doen, is kapotbezuinigd.
Alleen de basisschoolbibliotheken hebben de slag overleefd, daar valt nog iets te winnen. Maar op die leeftijd lezen kinderen ook nog graag. In de gemiddelde middelbare schoolbibliotheek zul je de boeken waar Alex Boogers het over heeft, niet snel vinden.
Toch wil ik niet in mineur eindigen. Het meest hoopvolle bericht dat ik las, ging over een vmbo-leraar Nederlands die zijn leerlingen voorlas uit boeken die bij hun belevingswereld pasten. En die dat zo boeiend kon, dat ze uit zichzelf aan het lezen sloegen. En als ze dan ook nog eens in hun schoolbibliotheek boeken kunnen vinden die daarbij aansluiten.... wie weet komt het dan toch nog goed.
Alex Boogers - De lezer is niet dood. Schotschrift. Amsterdam, Podium, 2016. Pb., 64 pg. ISBN: 978-90-5759-790-9.
© JannieTr, januari 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 4/35.
Labels:
bibliotheek,
boeken,
lezen,
non-fictie,
persoonlijk
dinsdag 19 januari 2016
Spring je ook uit de band bij de boekenopruiming?
Er was een tijd dat ik geregeld te vinden was op boekenmarkten, bibliotheekboekenverkopen, boekenbeurzen, boekenfestijnen en uiteraard boekopruimingen. Die tijd ligt achter me. Het is niet meer verantwoord nog meer boeken in huis te halen en al helemaal geen boeken die ik voor ik ze zag niet begeerde. Dat laatste woord is doorslaggevend. Want als ik ze zie liggen voor belachelijk lage prijzen, dan moeten ze mee naar huis. Omdat ze te mooi of interessant zijn om te laten liggen of omdat ik ze altijd al eens had willen lezen of omdat het zonde is dat ze weggedaan worden.
Eerst stopte ik met de bibliotheekopruimingen: mijn verontwaardiging voor wat daar allemaal afgeschreven werd was groot. Voor een klein bedrag kon ik ze redden, maar dat ik er vervolgens ook iets mee moest doen vergat ik. Lezen kwam er vaak niet van en zo stonden ze alleen maar ruimte in te nemen. Op een enkeling na gaan ze binnenkort allemaal naar de regionale boekenmarkt voor het goede doel. Ik heb er vrede mee dat ze daarna, als ze onverkocht blijven, weggedaan worden.
Toen ben ik gestopt met boekenmarkten. Het toenemende aantal houdt gelijke tred met de hoeveelheid ouderen die hun huis opruimen omdat ze kleiner willen wonen en jongeren die ruimte genoeg hebben op hun mobieltje of e-reader en dus de papieren versies kunnen missen. Tot 7 à 10 jaar geleden verkocht ik via Boekwinkeltjes nog gemakkelijk 3 tot 4 boeken per week, uit mijn eigen bezit of bij elkaar gescharreld op boekenmarkten. Een leuke hobby, dat snuffelen en weer onderbrengen bij iemand die er naar zocht. Maar de tweedehandsboekenmarkt is helemaal ingestort en nu zit ik met veel boeken waar ik niemand voor vinden kan en waar ik afscheid van zal moeten nemen.
Sinds onze verhuizing naar Zeeuws-Vlaanderen zijn boekenbeurzen en -festijnen moeilijker bereikbaar. Soms ligt de verleiding voor een Boekenfestijn in de Ahoy in Rotterdam nog wel eens op de loer, vooral als mijn dochter er op zoek wil naar kinderboeken voor mijn kleindochters. Maar tot nog toe ben ik sterk gebleven.
Blijft over "boekopruimingen in boekwinkels". Het is al lang geleden dat ik die bezocht. In het verleden kwam ik geregeld bij De Slegte in Rotterdam of Den Haag. Sinds we hier wonen soms in Gent. Daar is het constant opruiming. Maar voor een interessante opruiming in een echte boekwinkel moet je toch in een wat grotere stad zijn. Voor mij zou dat dus De Drukkerij in Middelburg moeten zijn, maar ja de reis erheen en die toltunnel hè, dat maakt het een stuk minder lucratief.
Daar komt bij dat ik, gezien de grote hoeveelheid die hier al is, besloten heb het kopen van nieuwe boeken tot een minimum te beperken. Van mijn lievelingsauteurs koopt ik uiteraard hun boek meteen bij verschijnen, de overige boeken leen ik via de bieb of probeer ik (als ik toch besluit ze aan te schaffen) tweedehands te kopen.
Dus: voor mijn geen reguliere boekopruimingen. Al zal ik nooit een stalletje met afgeprijsde boeken voorbijlopen zonder er even te snuffelen.......
© JannieTr, januari 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Eerst stopte ik met de bibliotheekopruimingen: mijn verontwaardiging voor wat daar allemaal afgeschreven werd was groot. Voor een klein bedrag kon ik ze redden, maar dat ik er vervolgens ook iets mee moest doen vergat ik. Lezen kwam er vaak niet van en zo stonden ze alleen maar ruimte in te nemen. Op een enkeling na gaan ze binnenkort allemaal naar de regionale boekenmarkt voor het goede doel. Ik heb er vrede mee dat ze daarna, als ze onverkocht blijven, weggedaan worden.
Toen ben ik gestopt met boekenmarkten. Het toenemende aantal houdt gelijke tred met de hoeveelheid ouderen die hun huis opruimen omdat ze kleiner willen wonen en jongeren die ruimte genoeg hebben op hun mobieltje of e-reader en dus de papieren versies kunnen missen. Tot 7 à 10 jaar geleden verkocht ik via Boekwinkeltjes nog gemakkelijk 3 tot 4 boeken per week, uit mijn eigen bezit of bij elkaar gescharreld op boekenmarkten. Een leuke hobby, dat snuffelen en weer onderbrengen bij iemand die er naar zocht. Maar de tweedehandsboekenmarkt is helemaal ingestort en nu zit ik met veel boeken waar ik niemand voor vinden kan en waar ik afscheid van zal moeten nemen.
Sinds onze verhuizing naar Zeeuws-Vlaanderen zijn boekenbeurzen en -festijnen moeilijker bereikbaar. Soms ligt de verleiding voor een Boekenfestijn in de Ahoy in Rotterdam nog wel eens op de loer, vooral als mijn dochter er op zoek wil naar kinderboeken voor mijn kleindochters. Maar tot nog toe ben ik sterk gebleven.
Blijft over "boekopruimingen in boekwinkels". Het is al lang geleden dat ik die bezocht. In het verleden kwam ik geregeld bij De Slegte in Rotterdam of Den Haag. Sinds we hier wonen soms in Gent. Daar is het constant opruiming. Maar voor een interessante opruiming in een echte boekwinkel moet je toch in een wat grotere stad zijn. Voor mij zou dat dus De Drukkerij in Middelburg moeten zijn, maar ja de reis erheen en die toltunnel hè, dat maakt het een stuk minder lucratief.
Daar komt bij dat ik, gezien de grote hoeveelheid die hier al is, besloten heb het kopen van nieuwe boeken tot een minimum te beperken. Van mijn lievelingsauteurs koopt ik uiteraard hun boek meteen bij verschijnen, de overige boeken leen ik via de bieb of probeer ik (als ik toch besluit ze aan te schaffen) tweedehands te kopen.
Dus: voor mijn geen reguliere boekopruimingen. Al zal ik nooit een stalletje met afgeprijsde boeken voorbijlopen zonder er even te snuffelen.......
© JannieTr, januari 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Labels:
#50books,
algemeen,
boeken,
lezen,
persoonlijk
woensdag 13 januari 2016
Elke Geurts - Lastmens & andere verhalen
Met Elke Geurts maakte ik op heel verrassende wijze kennis via De Weg naar Zee (KLIK HIER)
in 2013. Het is één van de boeken die zoveel indruk op me maakte, dat
ik het nog steeds aanprijs en dat me deed besluiten ook haar twee eerder
verschenen verhalenbundels te lezen. Haar veelgeprezen debuut Het besluit van Dola Korstjens
(2008) las ik nog niet, maar wel haar tweede verhalenbundel Lastmens (2010)(KLIK HIER)
Onlangs is er opnieuw een verhalenbundel verschenen met de titel Lastmens & andere verhalen. Van de 10 verhalen die daarin staan komen er 2 uit Lastmens (Lastmens en Retour Carboon). De overige 8 verhalen zijn nieuw voor mij (5 daarvan zouden in haar debuutbundel hebben gestaan). Bijzonder is dat Esther Gerritsen ze uitgezocht heeft en een voorwoord schreef voor deze bundel. Een betere aanprijzing is haast niet mogelijk!
Samenvatting
De personages in de verhalen van Elke Geurts willen van hun alledaagse bestaan een A-leven maken, al gaan de dingen steeds anders dan ze hadden bedacht. Een veertienjarig meisje zet alles op alles om goed voor haar familie te zorgen, maar is vermoedelijk het kwaad zelf; een neurologe wordt 's nachts van haar fiets geschoten en wil nog iets voor de wereld betekenen; een stadse dame wreekt zich op haar stervende plattelandsoom; een moeder neemt afstand van haar driejarig dochtertje door zich uit te geven als haar au pair. Esther Gerritsen schreef een inleiding bij deze bundel, die de beste verhalen van Elke Geurts bevat tot nu toe. (Achterzijde boek)
Leeservaring
Het proza van Elke Geurts blijft fascineren, of het nu in de vorm van een roman of van korte verhalen gegoten wordt. Misschien zijn de korte verhalen wel heftiger, omdat je steeds opnieuw geconfronteerd wordt met een situatie die normaal lijkt, maar gaandeweg steeds beklemmender wordt en veelal eindig met een open einde waar je nog lang over kunt dubben. Soms lukte het me niet om meer dan 2 verhalen op een avond te lezen. Dat een kort verhaal je nog zo lang bezig kan houden is op zich al bijzonder. En hoewel ik uitkijk naar een nieuwe roman, weet ik eigenlijk niet of dit misschien wel is wat ze het beste kan: intrigerende korte verhalen schrijven.
De titel van de bundel is Lastmens, naar het meest aangrijpende verhaal uit de vorige bundel. Ook bij de tweede keer lezen werd ik geraakt: door de moeder die eigenlijk geen kind wilde, die niet goed weet hoe ze haar op moet voeden, besluit zich als haar au-pair te gaan gedragen en de kilheid waarmee ze haar kind bejegend. Je begrijpt hoe het zo uit de hand kon lopen, maar niet dat ze niet vermurwd wordt door de peuter die het allemaal niet meer begrijpt en de altijd afwezige vader net zo mist als haar moeder.
Is dit een absurd verhaal? Nee, ongelooflijk, maar niet ondenkbaar. Het thema past bij de andere verhalen uit de bundel met meestal vrouwen of meisjes in de hoofdrol. Allemaal lijden ze onder het gezinsleven en/of de familierelaties. Vaders, ooms, minnaars ze vormen doorgaans een bedreiging of belemmering van hun ontplooiing of geluk.
Wat als een onschuldig beschrijving van een normaal leven begint, verandert ongemerkt is een wurgende toestand waarvan niet helemaal duidelijk is of die echt gebeurt (zou best kunnen), gefantaseerd wordt, gevreesd wordt (in gedachten), een nachtmerrie blijkt. De grens van waar de werkelijkheid overgaat in fantasieën, hallucinaties e.d. is soms moeilijk te ontdekken.
Alleen wie zelf over voldoende fantasie beschikt, kan zich mee laten slepen door het verhaal, kan aanvaarden dat het echte leven soms absurder is dan wat je zou kunnen fantaseren. Kan aanvaarden dat jouw werkelijkheid niet die van een ander hoeft te zijn. En dat maakt tevens het open einde van de meeste verhalen zo gruwelijk en benauwend. De consequenties van doordenken na de laatste zin, zijn soms angstaanjagend: Denkt ze maar dat oom de baby iets aangedaan heeft, is het haar angst die dat spookbeeld oproept? Of is er echt iets helemaal mis gegaan?
Omdat Elke een meester is in de stijl die "show-don't-tell" wordt genoemd wordt alles nog beklemmender: de lezer moet zelf invullen wat er niet staat. Maar ongemerkt dwingt ze je met haar taalgebruik in een bepaalde denkrichting, die je eigenlijk niet op wil. Gewoon omdat het mogelijk is, maar ook zo schrijnend of pijnlijk of aangrijpend.
Een citaat tenslotte uit De tussenbuurvrouw. Een jonge vrouw woont met haar dochtertje op de eerste verdieping, op de tweede een oude vrouw die dol is op het kind en haar als haar kleindochtertje beschouwt. Het slaapkamertje van de peuter is op de zolderverdieping. Dan vertelt de jonge vrouw haar dat ze gaat verhuizen.
"Ik hoor het kraken van de houten trap naar de zolder en hoef de babyfoon niet tegen mijn oor te drukken om het gescharrel op de derde verdieping op te vangen. Zelfs de piep in het oor van de tussenbuurvrouw (red. een kwaaltje) klinkt al luid en duidelijk door mijn kamer. Het geluid van op volle toeren draaiende wasmachines zwelt aan. Het rode licht knippert vanaf de schoorsteenmantel. System not linked."
Hoe het verder gaat en waarmee de lezer wordt opgezadeld? Daarvoor zul je de laatste alinea's van het verhaal moeten lezen en daarna je eigen fantasie gebruiken. Er zijn meer dan 2 mogelijkheden te bedenken. Maar Elke geeft in elk geval geen uitsluitsel.
Ik weet dat verhalenbundels zelden in leesclubs worden besproken, maar dit zou er een kunnen zijn die daar erg geschikt voor is. Vanwege het thema, de schrijfstijl en vanwege de grens tussen fantasie en werkelijkheid. Kies desnoods drie verhalen uit die nader besproken gaan worden en ontdek hoe anderen hun fantasie gebruiken, welk einde zij zien, waar die grens ligt voor verschillende lezers. Een fascinerende leesclubavond, daar ben ik van overtuigd.
Elke Geurts - Lastmens & andere verhalen. Amsterdam, De Bezige Bij, 2015. Pb., 268 pg., met een voorw. van Esther Gerritsen. ISBN: 978-90-234-9534-5.
© JannieTr, januari 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 3/35.
Onlangs is er opnieuw een verhalenbundel verschenen met de titel Lastmens & andere verhalen. Van de 10 verhalen die daarin staan komen er 2 uit Lastmens (Lastmens en Retour Carboon). De overige 8 verhalen zijn nieuw voor mij (5 daarvan zouden in haar debuutbundel hebben gestaan). Bijzonder is dat Esther Gerritsen ze uitgezocht heeft en een voorwoord schreef voor deze bundel. Een betere aanprijzing is haast niet mogelijk!
Samenvatting
De personages in de verhalen van Elke Geurts willen van hun alledaagse bestaan een A-leven maken, al gaan de dingen steeds anders dan ze hadden bedacht. Een veertienjarig meisje zet alles op alles om goed voor haar familie te zorgen, maar is vermoedelijk het kwaad zelf; een neurologe wordt 's nachts van haar fiets geschoten en wil nog iets voor de wereld betekenen; een stadse dame wreekt zich op haar stervende plattelandsoom; een moeder neemt afstand van haar driejarig dochtertje door zich uit te geven als haar au pair. Esther Gerritsen schreef een inleiding bij deze bundel, die de beste verhalen van Elke Geurts bevat tot nu toe. (Achterzijde boek)
Leeservaring
Het proza van Elke Geurts blijft fascineren, of het nu in de vorm van een roman of van korte verhalen gegoten wordt. Misschien zijn de korte verhalen wel heftiger, omdat je steeds opnieuw geconfronteerd wordt met een situatie die normaal lijkt, maar gaandeweg steeds beklemmender wordt en veelal eindig met een open einde waar je nog lang over kunt dubben. Soms lukte het me niet om meer dan 2 verhalen op een avond te lezen. Dat een kort verhaal je nog zo lang bezig kan houden is op zich al bijzonder. En hoewel ik uitkijk naar een nieuwe roman, weet ik eigenlijk niet of dit misschien wel is wat ze het beste kan: intrigerende korte verhalen schrijven.
De titel van de bundel is Lastmens, naar het meest aangrijpende verhaal uit de vorige bundel. Ook bij de tweede keer lezen werd ik geraakt: door de moeder die eigenlijk geen kind wilde, die niet goed weet hoe ze haar op moet voeden, besluit zich als haar au-pair te gaan gedragen en de kilheid waarmee ze haar kind bejegend. Je begrijpt hoe het zo uit de hand kon lopen, maar niet dat ze niet vermurwd wordt door de peuter die het allemaal niet meer begrijpt en de altijd afwezige vader net zo mist als haar moeder.
Is dit een absurd verhaal? Nee, ongelooflijk, maar niet ondenkbaar. Het thema past bij de andere verhalen uit de bundel met meestal vrouwen of meisjes in de hoofdrol. Allemaal lijden ze onder het gezinsleven en/of de familierelaties. Vaders, ooms, minnaars ze vormen doorgaans een bedreiging of belemmering van hun ontplooiing of geluk.
Wat als een onschuldig beschrijving van een normaal leven begint, verandert ongemerkt is een wurgende toestand waarvan niet helemaal duidelijk is of die echt gebeurt (zou best kunnen), gefantaseerd wordt, gevreesd wordt (in gedachten), een nachtmerrie blijkt. De grens van waar de werkelijkheid overgaat in fantasieën, hallucinaties e.d. is soms moeilijk te ontdekken.
Alleen wie zelf over voldoende fantasie beschikt, kan zich mee laten slepen door het verhaal, kan aanvaarden dat het echte leven soms absurder is dan wat je zou kunnen fantaseren. Kan aanvaarden dat jouw werkelijkheid niet die van een ander hoeft te zijn. En dat maakt tevens het open einde van de meeste verhalen zo gruwelijk en benauwend. De consequenties van doordenken na de laatste zin, zijn soms angstaanjagend: Denkt ze maar dat oom de baby iets aangedaan heeft, is het haar angst die dat spookbeeld oproept? Of is er echt iets helemaal mis gegaan?
Omdat Elke een meester is in de stijl die "show-don't-tell" wordt genoemd wordt alles nog beklemmender: de lezer moet zelf invullen wat er niet staat. Maar ongemerkt dwingt ze je met haar taalgebruik in een bepaalde denkrichting, die je eigenlijk niet op wil. Gewoon omdat het mogelijk is, maar ook zo schrijnend of pijnlijk of aangrijpend.
Een citaat tenslotte uit De tussenbuurvrouw. Een jonge vrouw woont met haar dochtertje op de eerste verdieping, op de tweede een oude vrouw die dol is op het kind en haar als haar kleindochtertje beschouwt. Het slaapkamertje van de peuter is op de zolderverdieping. Dan vertelt de jonge vrouw haar dat ze gaat verhuizen.
"Ik hoor het kraken van de houten trap naar de zolder en hoef de babyfoon niet tegen mijn oor te drukken om het gescharrel op de derde verdieping op te vangen. Zelfs de piep in het oor van de tussenbuurvrouw (red. een kwaaltje) klinkt al luid en duidelijk door mijn kamer. Het geluid van op volle toeren draaiende wasmachines zwelt aan. Het rode licht knippert vanaf de schoorsteenmantel. System not linked."
Hoe het verder gaat en waarmee de lezer wordt opgezadeld? Daarvoor zul je de laatste alinea's van het verhaal moeten lezen en daarna je eigen fantasie gebruiken. Er zijn meer dan 2 mogelijkheden te bedenken. Maar Elke geeft in elk geval geen uitsluitsel.
Ik weet dat verhalenbundels zelden in leesclubs worden besproken, maar dit zou er een kunnen zijn die daar erg geschikt voor is. Vanwege het thema, de schrijfstijl en vanwege de grens tussen fantasie en werkelijkheid. Kies desnoods drie verhalen uit die nader besproken gaan worden en ontdek hoe anderen hun fantasie gebruiken, welk einde zij zien, waar die grens ligt voor verschillende lezers. Een fascinerende leesclubavond, daar ben ik van overtuigd.
Elke Geurts - Lastmens & andere verhalen. Amsterdam, De Bezige Bij, 2015. Pb., 268 pg., met een voorw. van Esther Gerritsen. ISBN: 978-90-234-9534-5.
© JannieTr, januari 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 3/35.
dinsdag 12 januari 2016
Wat vertelt Mijn Boekenkast over mij?
Via Twitter werd ik door Hendrik-Jan de Wit op het spoor gezet van #50books (KLIK HIER), een rubriek waarbij elke week een aan boeken en lezen gerelateerde vraag gesteld wordt aan bloggers die die vervolgens beantwoorden in een blog en de link plaatsen op genoemde site. Even rondneuzend tussen de voorgaande vragen en de antwoorden werd ik enthousiast. En hoewel ik meestal alleen over een specifiek boek blog, lijkt dit me wel een leuke zijsprong. Dus sluit ik aan bij Vraag 2 van 2016:
Wat vertelt jouw boekenkast over jou?
Leuke bijkomstigheid is dat mijn blog Mijn Boekenkast heet. De inhoud van dat blog vertelt al veel over mij: dat ik vrijwel uitsluitend oorspronkelijk Nederlandse literatuur lees. Dat ik vooral positieve recensies schrijf (misschien komt er nog eens een vraag waarbij ik dat kan toelichten). Dat ik een aantal favoriete auteurs heb (weerspiegeld in de alfabetische index op auteur). Dat mijn manier van boekbespreken in de loop der jaren sterk veranderd is. Ik blog al bijna 10 jaar, maar na een aantal jaar werd de overkoepelende site waarop ik blogde overgenomen en ging er (door fouten bij de betreffende instantie) veel mis. Gelukkig had ik alle besprekingen nog in Word op de PC staan, maar nog steeds is niet alles compleet. Mijn voornemen voor 2016 is (de Vraag van vorige week ;-)) om te zorgen dat alles er weer op komt te staan, op de datum waarop het oorspronkelijk verscheen. En dan in november 2016, als mijn blog echt 10 jaar bestaat, iets speciaals te organiseren.
Maar dan nu zoals de vraag bedoeld is: de inhoud van mijn boekenkast. Ook daarbij eerst een opmerking: ik heb niet 1 boekenkast, maar meerdere.
- In de woonkamer staan er drie. Een met boeken over de streek waar wij wonen: Zeeuws-Vlaanderen: de (cultuur-)historie, atlassen en enkele ficiteboeken. Kees Slager is goed vertegenwoordigd.
Dan een kast met iets oudere Nederlandse literatuur (1950-2000). Niet alles daarvan is gelezen, maar het is nog steeds de bedoeling dat dat ooit gaat gebeuren (al verdwijnt er af en toe toch iets richting antiquariaat). Nog zo'n voornemen voor dit jaar: eens goed uitzoeken welke boeken daarvan me dierbaar zijn (en die dus blijven), welke ik nog ga lezen (en die dus ook nog even mogen blijven) en waar ik toch nooit aan zal beginnen.
In de derde boekenkast staan mijn lievelingsauteurs (waaronder Bakker, Bernlef, Campert, van Dis en van Mersbergen) en de boeken vanaf 2000 waar ik goede herinneringen aan heb. Ook staan daar de nieuwere nog te lezen boeken. Tenslotte wat boeken over de natuur, filosofie en psychologie.
- Op de logeerkamer staan kinderboeken (oudere om te bewaren en recentere voor als de kleinkinderen komen logeren).
- Op zolder staan de meeste boeken (honderden), langs alle wanden. Een groot deel non-fictie: studieboeken van mijn dochter, kunst- en geschiedenisboeken en cultuurhistorie, natuur- en tuinboeken, wandelgidsen, literatuurnaslagwerken, etc. Daarnaast romans van voor 1950 en non-fictie uit de jaren 1920-1940 van mijn ouders en grootouders. De inhoud van die boeken zegt niets over mij, maar het bewaren ervan, wel. Het zijn er veel, te veel! Maar boeken weggooien kan ik niet. Ik heb altijd het idee, dat ik iets weggooi waar een ander heel blij mee zou zijn. Maar zelfs de studieboeken van mijn dochter wil niemand tegen vergoeding van alleen de verzendkosten!
Ik heb niet alle reeds gestelde vragen al gelezen, maar ik zou wel eens willen weten hoe anderen dat doen: Hoe houd je je hoeveelheid boeken op peil?
Wat volgt er uit het beantwoorden van deze vraag: Wat vertelt jouw boekenkast over jou?
- Dat ik van Nederlandse literatuur houd, vooral van na 2000.
- Dat ik het prettig vind om van de gelezen boeken een overzicht in de vorm van een blog bij te houden.
- Dat mijn voorkeur uitgaat naar psychologische romans.
- Dat ik van sommige boeken geen afscheid kan nemen omdat ik ze koester en vaker wil lezen.
- Dat het tijd wordt dat ik eens schoon schip ga maken met de vele andere waar ikzelf niets mee heb.
- En dat een van de voornemens van dit jaar zal zijn: de resterende oude blogteksten overzetten.
© JannieTr, januari 2016.
De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" hoop ik ook elke week mee te doen.
Wat vertelt jouw boekenkast over jou?
Leuke bijkomstigheid is dat mijn blog Mijn Boekenkast heet. De inhoud van dat blog vertelt al veel over mij: dat ik vrijwel uitsluitend oorspronkelijk Nederlandse literatuur lees. Dat ik vooral positieve recensies schrijf (misschien komt er nog eens een vraag waarbij ik dat kan toelichten). Dat ik een aantal favoriete auteurs heb (weerspiegeld in de alfabetische index op auteur). Dat mijn manier van boekbespreken in de loop der jaren sterk veranderd is. Ik blog al bijna 10 jaar, maar na een aantal jaar werd de overkoepelende site waarop ik blogde overgenomen en ging er (door fouten bij de betreffende instantie) veel mis. Gelukkig had ik alle besprekingen nog in Word op de PC staan, maar nog steeds is niet alles compleet. Mijn voornemen voor 2016 is (de Vraag van vorige week ;-)) om te zorgen dat alles er weer op komt te staan, op de datum waarop het oorspronkelijk verscheen. En dan in november 2016, als mijn blog echt 10 jaar bestaat, iets speciaals te organiseren.
Maar dan nu zoals de vraag bedoeld is: de inhoud van mijn boekenkast. Ook daarbij eerst een opmerking: ik heb niet 1 boekenkast, maar meerdere.
- In de woonkamer staan er drie. Een met boeken over de streek waar wij wonen: Zeeuws-Vlaanderen: de (cultuur-)historie, atlassen en enkele ficiteboeken. Kees Slager is goed vertegenwoordigd.
Dan een kast met iets oudere Nederlandse literatuur (1950-2000). Niet alles daarvan is gelezen, maar het is nog steeds de bedoeling dat dat ooit gaat gebeuren (al verdwijnt er af en toe toch iets richting antiquariaat). Nog zo'n voornemen voor dit jaar: eens goed uitzoeken welke boeken daarvan me dierbaar zijn (en die dus blijven), welke ik nog ga lezen (en die dus ook nog even mogen blijven) en waar ik toch nooit aan zal beginnen.
In de derde boekenkast staan mijn lievelingsauteurs (waaronder Bakker, Bernlef, Campert, van Dis en van Mersbergen) en de boeken vanaf 2000 waar ik goede herinneringen aan heb. Ook staan daar de nieuwere nog te lezen boeken. Tenslotte wat boeken over de natuur, filosofie en psychologie.
- Op de logeerkamer staan kinderboeken (oudere om te bewaren en recentere voor als de kleinkinderen komen logeren).
- Op zolder staan de meeste boeken (honderden), langs alle wanden. Een groot deel non-fictie: studieboeken van mijn dochter, kunst- en geschiedenisboeken en cultuurhistorie, natuur- en tuinboeken, wandelgidsen, literatuurnaslagwerken, etc. Daarnaast romans van voor 1950 en non-fictie uit de jaren 1920-1940 van mijn ouders en grootouders. De inhoud van die boeken zegt niets over mij, maar het bewaren ervan, wel. Het zijn er veel, te veel! Maar boeken weggooien kan ik niet. Ik heb altijd het idee, dat ik iets weggooi waar een ander heel blij mee zou zijn. Maar zelfs de studieboeken van mijn dochter wil niemand tegen vergoeding van alleen de verzendkosten!
Ik heb niet alle reeds gestelde vragen al gelezen, maar ik zou wel eens willen weten hoe anderen dat doen: Hoe houd je je hoeveelheid boeken op peil?
Wat volgt er uit het beantwoorden van deze vraag: Wat vertelt jouw boekenkast over jou?
- Dat ik van Nederlandse literatuur houd, vooral van na 2000.
- Dat ik het prettig vind om van de gelezen boeken een overzicht in de vorm van een blog bij te houden.

- Dat ik van sommige boeken geen afscheid kan nemen omdat ik ze koester en vaker wil lezen.
- Dat het tijd wordt dat ik eens schoon schip ga maken met de vele andere waar ikzelf niets mee heb.
- En dat een van de voornemens van dit jaar zal zijn: de resterende oude blogteksten overzetten.
© JannieTr, januari 2016.
De leesvraag #50books is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" hoop ik ook elke week mee te doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)