donderdag 24 februari 2022

Mirthe van Doornik - Moeders van anderen

Nico en Kine zijn zusjes. Als het verhaal begint, zijn ze respectievelijk 14 en 9 jaar oud. Ze wonen samen met hun aan alcohol verslaafde moeder in een armzalige flat in een trieste buurt. Hun vader woont in een betere wijk van de stad. Hij heeft een nieuwe vriendin met twee zoontjes. Hoewel hij alimentatie betaalt, komt dat niet ten goede aan de meisjes. Ze kunnen maar zelden bij hem op bezoek en zelfs dan is er niet veel aandacht voor ze.

Een worsteling
 
Tussen de verschillende hoofdstukken in het boek zitten steeds enkele jaren. We zien de meisjes worstelen. Ze moeten zich staande zien te houden in een onmogelijke situatie, zonder veiligheid, begeleiding en voldoende middelen voor eten en kleding, laat staan enige luxe. Door bij de wisseling van de hoofdstukken ook te wisselen van perspectief, wordt gaandeweg duidelijk wat het voor elk van hen betekent om zo volwassen te moeten worden en waarom het de één beter lukt dan de ander.

Nico voelt zich als oudste verantwoordelijk voor haar zusje en tracht haar zoveel mogelijk te behoeden voor allerlei gevaren. Kine schuilt graag bij haar zus en vindt bij haar iets van de veiligheid die elk kind op jonge leeftijd nodig heeft. Hun moeder is vooral de stoorzender, soms vrolijk en uitgelaten, soms stomdronken en soms berouwvol met allerlei loze beloften over hoe ze het beter zal doen. Het lukt Nico niet haar moeder te behoeden voor stomme dingen en ze neemt steeds meer afstand van haar. Alles wat ze wil, is voor de buitenwereld de schande en de armoede verbergen. Maar dat valt niet mee, als je broodtrommel leeg is, omdat je moeder geen boodschappen heeft gedaan en als je met kapotte kleren en schoenen naar school moet. Niemand kijkt naar de meisjes om, behalve een tante af en toe. Ze staan er helemaal alleen voor.

Op zoek naar een uitweg
 
De stompzinnige acties van hun moeder en de vreemde vrienden die ze meebrengt naar huis zijn voor Nico een reden om een plan te bedenken om af en toe te kunnen vluchten. Samen met haar zusje spaart ze (door te werken en het geld goed te verstoppen voor hun moeder) voor een scooter om daarmee erop uit te kunnen en hun vader te kunnen bezoeken. Maar ook dat geeft niet waar ze op hoopten. En op haar 16de vertrekt Nico naar de aanleunwoning van haar oma en blijft daar clandestien wonen als deze naar een verzorgingshuis gaat. Ze verbreekt al het contact met haar moeder.
 
Kine blijft thuis wonen. Ze heeft medelijden met haar moeder en begint de manier waarop Nico leeft benauwend te vinden. Nico staat angstig en wantrouwend in het leven, probeert alle risico's te mijden, trekt zich terug, heeft nauwelijks sociale contacten. Kine begint zich af te zetten tegen Nico's fatalisme. Door haar enigszins beschermde manier van opgroeien, dankzij Nico, is ze minder beschadigd dan haar zus. De zussen verliezen elkaar uit het oog.

Getekend voor het leven

In het laatste hoofdstuk zijn de meiden 26 en 31. Hun moeder is ernstig ziek en zal waarschijnlijk overlijden. Kine is bij haar. Ze is er redelijk in geslaagd in het normale leven mee te draaien. Ze heeft gestudeerd, heeft een goede baan en sociale contacten. Nico slaagt er niet in de traumatische jeugd te boven te komen. Ze ziet overal rampen, leeft krampachtig en vervreemdt zich van haar leeftijdgenoten. Het ziet er niet naar uit dat het nog goed komt met haar.

Een aangrijpend verhaal

Ergens las ik dat er ook genoeg humor zit in dit verhaal. Maar daar denk ik toch anders over. Door het perspectief bij de kinderen te leggen, krijg je als lezer alle gelegenheid je helemaal in hun omstandigheden in te leven. Van een afstandje lijken de krankzinnige dingen die de moeder uithaalt geestig, maar dat zijn ze niet voor de kinderen. Een vakantie op een hippiecamping, in plaats van met pappa naar Frankrijk. Alleen achtergelaten worden in Disneyland, omdat ma met haar vriend ondertussen even naar Parijs wil. Een tipitent in de woonkamer en een weetplantage in de slaapkamer. Dat is niet leuk.
 
Moeders van anderen is vooral een ontroerende roman over onveiligheid, onmacht en loyaliteit. Vanaf de eerste bladzijde word je gegrepen door de angsten van de kinderen en hun kommervolle omstandigheden. Toch wil je door blijven lezen, hopend op iets beters, tegen beter weten in.

Mirthe van Doornik (1982) is journalist en documentairemaker. Moeders van anderen is haar debuut.

Mirthe van Doornik - Moeders van anderen. Amsterdam, Prometheus, 2018. Pb., 284 pg.. ISBN:978-90-446-3171-5
 
© Jannie Trouwborst, februari 2022.

zaterdag 5 februari 2022

Gerbrand Bakker - De kapperszoon

Er is lang naar uitgekeken, maar daar is hij dan: een nieuwe roman van Gerbrand Bakker. En wat voor één! Een origineel uitgangspunt met verrassende wendingen in de typerende, prettig leesbare Bakker stijl. Het was het wachten meer dan waard.
 
Vliegtuigramp
 
Zeg "Vliegtuigramp" en veel mensen zullen de MH17 noemen. Maar ik herinner mij nog heel goed de ramp op zondag 27 maart 1977, toen op de luchthaven Tenerife Noord (destijds bekend als Los Rodeos) op het Canarische eiland Tenerife twee vliegtuigen van het type Boeing 747 – een van Pan Am en een van de KLM – op elkaar botsten. Daarbij kwamen 583 mensen om het leven. Het is daarmee de grootste ramp uit de geschiedenis van de luchtvaart. Slechts 61 inzittenden, allen aan boord van het Pan Am-toestel, overleefden de ramp. Dat is nu 45 jaar geleden en er is nauwelijks meer aandacht voor. Maar Bakker haalde de ramp uit de vergetelheid door er een bijzondere roman omheen te schrijven.

De kapperszoon en de schrijver

Hoofdpersonen zijn een kapper en een schrijver. De kapper, Simon, is de zoon van een van de omgekomen passagiers. Zijn vader heeft hij niet gekend: hij werd geboren na het ongeluk, maar hij zit wel met veel vragen. De schrijver is zijn klant en vindt het gegeven interessant en wil er graag meer over weten. En zo ontstaat een boek waarin heel veel achtergrondinformatie over de vliegramp naar boven komt, want Simon zoekt de antwoorden die hij van zijn moeder en grootvader niet krijgt op via internet. De schrijver speelt een kleinere, maar vermakelijke rol. Hij heeft veel weg van Gerbrand Bakker zelf. Zo heeft hij een uiterlijk dat lijkt op dat van Bernlef en heeft hij romans geschreven als Beneden is het kil, De landweg, April en Amandelbomen bloeien rood. Het ontbreekt in dit bijzondere verhaal niet aan humor. Zelfs de Verantwoording achter in het boek doet je glimlachen.

Vader, grootvader en moeder

Waarom ging Simons vader, zonder iets te zeggen, op reis om het moment dat zijn moeder net zwanger was? Waarom wil ze hem niets vertellen? Wat weet zijn grootvader precies? Waarom zat een stagiair uit de kapperszaak in hetzelfde vliegtuig? Als Simon eenmaal begint te zoeken, laat het hem niet meer los. Met zijn grootvader bezoekt hij de plek waar de resten van veel slachtoffers begraven zijn. Maar daar ontdekt hij ook, dat van velen niets is terug gevonden en dat ook zijn vader nooit geïdentificeerd is. Bakker constateert (via Simon) op verschillende momenten in het verhaal dat er voor deze slachtoffers veel minder aandacht was dan voor die van de MH17. Pas in 2007 werd er een internationale herdenking gehouden op Tenerife en een monument onthuld.
Grootvader Jan wil graag dat Simon zijn kapperszaak (die zijn zoon Cornelis runde) overneemt, nu Cornelis er niet meer is. Simon vindt het geen prettig werk en de zaak is vaker dicht dan open. Zijn moeder Anja doet vrijwilligerswerk in het zwembad met geestelijk gehandicapte kinderen, daar betrekt ze ook Simon bij. Het geeft het verhaal allerlei extra wendingen, die toch uiteindelijk wel weer met elkaar te maken hebben. Via de gesprekken die Simon met zijn grootvader en moeder voert, krijgt de lezer een goed beeld van ze.

Eind goed, al goed?
 
Het is heel moeilijk om meer over de inhoud te schrijven, zonder de plot te verklappen. De gekozen constructie houdt de spanning er tot het einde in. De schrijver en de barman van de kroeg waar Simon de schrijver ontmoet, zorgen voor de humor in het verhaal. En dan zijn er nog de honden (ook een Bakker ding) en de Spaanse woorden: als al je boeken in het Spaans vertaald worden en je daar goede contacten hebt, dan spreek je natuurlijk ook zelf een beetje Spaans. Alles samen genomen is deze dikke roman zonder meer geslaagd. Een interessant onderwerp, goed uitgewerkt in een spannend verhaal, met de nodige humor en in de kenmerkende heldere Bakkerstijl, zonder zweverige metaforen. Met als basis de kracht van familiebanden en de behoefte je herkomst te kennen. En het einde? Dat mag iedereen zelf invullen.

Gerbrand Bakker - De kapperszoon. Amsterdam, Cossee, 2022. Pb., 303 pg. ISBN:978-90-6452-001-9 (ook gebonden verkrijgbaar).

© Jannie Trouwborst, februari, 2022.

vrijdag 4 februari 2022

Ricus van de Coevering - De hooier

Het is een hele spannende dag voor Timo: hij wacht op een telefoontje van zijn mentor. Is hij geslaagd voor zijn eindexamen? Dat moet wel haast, maar het is pas zeker als hij gebeld wordt. Intussen piekert hij wat af. Over vroeger, maar ook over de toekomst. Zal hij biotechniek gaan studeren of nog een jaartje bij zijn moeder blijven? Durft hij wel naar de grote stad en hoe moet hij contact maken met andere studenten? Op het vwo was hij een buitenbeentje. Kan hij zijn moeder wel alleen achter laten of is hij het haar verschuldigd dat hij bij haar blijft? Of is dat juist een excuus om niet naar de grote stad te hoeven? Is hij een lafaard?
 
Het verleden
 
Timo had een oudere broer, Ruben, begrijpen we uit zijn gepieker. Hij had een zeldzame geestelijke beperking: het Smith-Magenissyndroom. Het duurde lang voor de diagnose gesteld werd. De vader van Timo en Ruben zag het allemaal niet meer zitten en vertrok naar het buitenland om windmolens op zee te onderhouden. Ze zagen hem nauwelijks nog. Moeder was altijd met haar "clowntje" (zoals ze Ruben noemde) bezig en Timo moest vaak op hem passen als zij moest werken. Daardoor had hij weinig vrienden en kwam hij geregeld in de problemen door de impulsieve en gevaarlijke acties van Ruben.
 
Op een dag misdraagt Ruben zich zo, dat de boer waarvoor ze karweitjes deden in woede ontsteekt en Ruben een blauw oog stompt. Timo is dan al gevlucht. Hij voelt zich er nog schuldig over dat hij niet opgekomen is voor zijn broer. Maar erger nog is de keer dat hij zich niet voor de zoveelste onzin actie 's nachts uit bed laat halen door Ruben en zich omdraait en verder slaapt. Ruben komt die nacht om bij een onbezonnen daad. Zijn moeder verwijt Timo niets, maar is uiteraard enorm verdrietig. Ze vindt troost in haar geloof. Dat Timo meer opheeft met Nietzsche en God dood verklaart, vindt ze moeilijk.
 
De toekomst
 
Zijn moeder zorgt goed voor Timo, soms op het benauwende af. Gaan studeren in de grote stad geeft vrijheid, maar is ook eng. Haar alleen laten lijkt egoïstisch, maar als hij blijft, is het dan voor haar of omdat hij te laf is om het grote avontuur van de studie aan te gaan? Het blijft maar spoken in zijn hoofd.
 
Tijdens een fietstochtje om het wachten wat dragelijker te maken, ziet Timo een bord staan bij de boer die zijn broer geslagen heeft. Hij heeft werk en het betaalt goed. Misschien eens gaan kijken wat het is en dan in de zomervakantie wat verdienen om zijn moeder een nieuwe wasmachine te geven?
Er gebeuren vreemde dingen op de boerderij. Het gesprek met de boer zet van alles in beweging bij Timo. De hooier die de boer gebruikt om het hooi op het land los te woelen en om te keren om te drogen staat model voor wat zijn verhalen en de daarop volgende spannende gebeurtenissen teweeg brengen bij Timo. Ineens wordt het gemakkelijker om een beslissing te nemen.
 
Sneeuweieren, maar dan anders

In 2007 verscheen Sneeuweieren, een van mijn lievelingsboeken. Noordgeest uit 2014 viel me een beetje tegen. Maar met De hooier heeft Van de Coevering een prachtige opvolger geschreven. Dezelfde intieme, mysterieuze atmosfeer, de compacte stijl, de psychologische aspecten, de raadsels die de lezer zelf mag uitpluizen en verklaren. Een novelle die één dag uit het leven van een puber beschrijft die op het punt staat een volwassene te worden. Karakters die summier en toch levensecht beschreven zijn. Metaforen die aan de natuur zijn ontleend. De trieste en zwaarmoedige ondertoon van Sneeuweieren ontbreekt. Wel weer het boerenland en de boerderijen, verlies en rouw, teleurstellingen, brand. Maar in De Hooier is de blik vooruit gericht, er gloort hoop. Dat Timo biotechniek wil gaan studeren en fan is van Nietzsche maakt het verhaal mooi rond.
 
Ricus van de Coevering - De hooier. Amsterdam, Atlas/Contact, 2021. Pb., 171 pg., isbn:9789025471675.
 
© Jannie Trouwborst, februari 2022.

zondag 30 januari 2022

Sander Kollaard - Stadium IV

Nils Holgersson

Sinds 2006 woont Sander Kollaard op het Zweedse platteland, het land van Nils Holgersson, de hoofdpersoon van het kinderboek Nils Holgerssons wonderbare reis van Selma Lagerlöf uit 1906. Het boek was bedoeld om kinderen op een speelse manier de aardrijkskunde van Zweden te leren. In Stadium IV speelt het ook een rol.
Sarie (62) was aardrijkskundelerares. Ze is met pensioen en hoopt samen met Barend (64) over enkele maanden, als hij als politieagent ook met pensioen gaat, de wereld rond te reizen en al die plaatsen waarover ze les gegeven heeft, zelf eens te kunnen aanschouwen. Ze heeft haar moeder al jong verloren en herinnert zich vooral de fijne uren waarin die haar voorlas uit Nils Holgersson. Gebogen over de kaart van Zweden ziet ze alle plekken waar Nils overheen vloog, ook het eiland voor de oostkust waar ze Barend ontmoette en waar hun liefde ontlook. Daar wil ze hun rondreis beginnen.

Het noodlot slaat toe
 
De maanden voor zijn pensioen maakt Barend serieus werk van het zoeken van een perfecte camper. En als hij eenmaal zijn keus gemaakt heeft, besluiten ze een proeftocht te maken naar de Ardennen. Totaal onverwacht krijgt Sarie een epileptische aanval en ze wordt opgenomen in een Belgisch ziekenhuis. Na allerlei onderzoeken volgt een bittere uitslag: uitgezaaide kanker in Stadium IV. Er zijn nog wel behandelingen mogelijk, maar beter zal ze niet meer worden.
Ze keren naar huis terug en aanvankelijk schikt Sarie zich in de behandelingen die ze moet ondergaan en waardoor ze zich meestal heel beroerd voelt. Over de rondreis wordt niet meer gesproken. Tot ze een besluit neemt: ze wil geen behandelingen meer. Ze wil met de camper naar het Zweedse Öland, waar Barend en zij elkaar ontmoetten en hun leven samen begon.

Aanvaarding
 
Terwijl Sarie aanvaardt dat haar leven gaat eindigen, kan Barend zich er moeilijk bij neerleggen dat ze wil stoppen met de therapieën. Tenslotte geeft hij toe aan haar wens en laat zich door de huisarts nauwkeurig uitleggen hoe hij voor Sarie moet zorgen, welke medicijnen hij wanneer moet geven en waar hij op moet letten. Ook verdiept hij zich in alternatieve behandelingen, gezonde voeding en dergelijke.
Het lijkt een poos goed te gaan. Ze halen herinneringen op, maken uitstapjes naar bekende plekken, maar het onheil is niet meer af te wenden. Het gaat steeds slechter met Sarie en ook Barend begint te beseffen dat hij het onvermijdelijke moet aanvaarden, als hij het niet nog moeilijker wil maken voor haar.

Een ontroerende liefdesgeschiedenis 

Dit is niet in de eerste plaats het dramatische verhaal over een ten dode opgeschreven kankerpatiënt. Het is een liefdesgeschiedenis. Van het prille begin tot het bittere einde. Na zoveel jaren kennen ze elkaar goed. Sarie kan glimlachen om het gedreven fanatisme waarmee Barend een camper uitzoekt. Maar als hij met dat zelfde fanatisme probeert haar in leven te houden en niet begrijpt dat ze niet meer wil, ontstaat er wrevel en boosheid. Toch overwint hun liefde voor elkaar alle moeilijkheden. En leidt tot een aangrijpend einde.

Schrijfstijl

Kollaard heeft een rustige, heldere schrijfstijl. Hij neemt de ruimte voor sfeertekeningen, filosofische overdenkingen, nauwkeurige weergave van gevoelens en betekenisvolle gebeurtenissen. Nergens wordt het een melodramatisch verhaal, al is het gegeven triest genoeg. Duidelijk wordt wel hoe de echtgenoten de onheilstijding verwerken, ieder voor zich. Het is geen spannend verhaal in de zin van "door willen lezen om te weten hoe het afloopt". De lezer weet waar het zal eindigen. Maar toch wil die verder lezen, omdat de hoofdpersonen zo levensecht beschreven worden. Even is het spannend, als het erop lijkt dat ze elkaar niet meer begrijpen, maar uiteindelijk overwint toch de liefde voor elkaar. "Levendig, sfeervol en intiem" stond in Het Parool over dit boek en dat is raak getypeerd.

Sander Kollaard (1961) is geboren in Amstelveen en studeerde geschiedenis in Amsterdam. Sinds 2006 woont en werkt hij op het Zweedse platteland. In 2012 debuteerde hij met de verhalenbundel Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde (Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs). In 2015 volgde zijn romandebuut, Stadium IV, dat in De Wereld Draait Door werd gekozen tot Boek van de Maand. In 2018 verscheen zijn tweede verhalenbundel Levensberichten. In 2019 de roman Uit het leven van een hond (Libris Literatuurprijs) en in 2021 zijn derde roman De kleuren van Anna.
 
Sander Kollaard - Stadium IV. Amsterdam, Van Oorschot, 2020. Pb, 2e dr.,160 pg., ISBN: 9789028223158.
 
© Jannie Trouwborst, januari 2022

vrijdag 21 januari 2022

Jonathan Robijn - Tabak

Jonathan Robijn (Gent, 1970) studeerde sociologie en psychologie, en werkte nadien lange tijd voor Artsen Zonder Grenzen. In 2013 verscheen zijn literair debuut, de roman De stad en de tijd, die genomineerd werd voor de Gouden Boekenuil. In 2017 verscheen het succesvolle Congo blues. Tabak uit 2020 is zijn derde roman.
 
Het doodvonnis
 
De zestiger Jimmy Vandaele is een levensgenieter. Hij kleedt zich verzorgd, geniet graag met vrienden van een bourgondisch diner in een gerenommeerd restaurant en op z'n tijd van een goede wijn en een smaakvolle sigaret. Misschien is zijn levensstijl niet zo gezond, maar daar bekommert hij zich niet om. Er wordt teveel verboden in het leven om er nog van te kunnen genieten, is zijn visie. Hij heeft in zijn jeugd genoeg ellende mee gemaakt en daarna hard genoeg gewerkt om te bereiken wat hij nu heeft: van schoenlapper tot eigenaar van een florerend aspergebedrijf.
En dan komt zijn huisarts met de cynische opmerking, dat hij voortaan net zo veel mag roken als hij wil: stoppen heeft geen zin meer. In plaats van te schrikken negeert Jimmy de boodschap van de aangekondigde dood. Hij vertelt het niet aan zijn vrouw en kinderen. Wel neemt hij een drastisch besluit. Stoppen met roken zal hij niet, maar hij wil wel graag dat zijn laatste sigaretten weer zullen smaken als zijn favoriete merk van vijftig jaar geleden: Davros. Pure tabak, zonder de smerige chemische toevoegingen van de sigaretten van tegenwoordig. Het merk ging failliet, maar wie weet kan hij ergens nog een paar pakjes vinden?

De zoektocht

Zo komt hij in Brussel terecht bij de Armeense sigarettenhandelaar Missirian, in wie hij een gelijkgestemde vindt, en samen trekken ze naar Armenië, het vaderland van de producenten van zijn favoriete tabak. Het heeft heel wat voeten in de aarde voor hij eindelijk iemand vindt die nog Davros sigaretten zou moeten hebben. Ondertussen wordt hij geregeld overvallen door beelden uit zijn jeugd en de mooie jaren met Ella zijn vrouw, toen ze elkaar net kenden en nog geen kinderen hadden. Hij vraagt zich af waar het fout is gegaan, waarom ze zo van elkaar zijn vervreemd. Het hoesten wordt steeds erger. En dan komt er een telefoontje van zijn vrouw. Een overrompelend einde.

Een dubbelzinnig verlangen
 
Het is duidelijk te merken dat Jacob Robijn enige tijd in Armenië heeft gewoond. Zo kleurrijk als hij het land en zijn bewoners weet te schilderen, komt het voor mij vrij onbekende land tot leven. Jimmy voelt zich er thuis, alles wat hij in België mist vindt hij hier. De restanten van het communistische bewind ervaart hij ten dele als geruststellend. De mensen zijn beleefd, zien er verzorgd uit en ze zijn gastvrij. Je mag overal gewoon roken en je hoeft geen tienduizend stappen per dag te zetten, het alcoholgebruik te beperken tot 1 glas per dag en alleen nog gezonde salades te eten.
Maar ondertussen is er behalve het verlangen naar de smaak van de Davros sigaretten ook het verlangen naar het leven van vroeger, dat voorgoed voorbij is. Steeds opnieuw wisselen de avonturen van de zoektocht zich af met de vragen over zijn verleden. Hij ziet zijn hele leven aan zich voorbij trekken. Zijn gelukkige jaren met de avontuurlijke, spontane Ella, hun reizen samen, de drukte in het gezin bij de komst van de kinderen en tenslotte de verwijdering. Ook dat wordt een zoektocht: waar ging het fout? Ella is veranderd nadat de kinderen kwamen. Hadden ze ze niet moet hebben om gelukkig te blijven? Of is het toch zijn houding geweest die de oorzaak was? 

Het is mooi om te zien hoe deze beide verlangens gelijk opgaan. Zal hij de sigaretten vinden en zullen ze de smaak hebben die hij verwacht? Zal hij erachter komen wat hun verwijdering op gang bracht en daar nog iets aan kunnen doen voor het te laat is? De plot van het verhaal is een enorme verrassing.

Tabak is een verhaal over een generatie die bijna is verdwenen, over een man die gelaten terugkijkt op zijn leven, maar tussen de hoestbuien en rookwolken door is het vooral ook een melancholisch verhaal over een verloren liefde.
 
Jonathan Robijn - Tabak. Amsterdam, Cossee, 2020. Pb., 261 pg.  ISBN:978-90-5936-881-1.
 
© Jannie Trouwborst, januari 2022.

zondag 16 januari 2022

Renske Jonkman - Dit verdronken land

Renske Jonkman studeerde Nederlandse Taal & Cultuur. Als schrijver en freelance journalist maakt ze interviews en reportages voor onder meer de Volkskrant en National Geographic. Voor dagblad Trouw schreef ze de afgelopen jaren een column over boeren en natuurbeschermers. In 2011 debuteerde ze succesvol met haar roman Zo gaan we niet met elkaar om, in 2015 verscheen haar roman Gibraltar. Eind augustus 2021 verscheen haar nieuwe roman: Dit verdronken land. Een grote boerenroman over de relatie tussen de mens en het polderlandschap. Ze woont en werkt op het Noord-Hollandse platteland.
 
Vissers werden boeren

In een sfeervol beschreven proloog van enkele bladzijden schetst Renske Jonkman de situatie van de Wogmeer in 1607. Een landmeter moet bekijken welke mogelijkheden er zijn voor het drassige gebied dat eromheen ligt. Een ringdijk lijkt de oplossing, met uitwateringssloten en molens die het meer droogmalen. Met middendoor een weg, waaraan de boerderijen komen. De stukjes land tussen de sloten kunnen gepacht worden door de boeren. Om het vee te weiden moeten de boeren ze met een schuit naar de eilandjes varen om ze te laten grazen en ze te melken.
 
"Twee jaar later was de Wogmeer ingepolderd en werden de kavels verloot. De oudste visser kreeg kavel C9 toegewezen. Dat was Endegeest. Gerrit Pieterszoon Endegeest".

Daarna springen we naar 1956. De familie Endegeest boert nog steeds op boerderij de Jona, maar het wordt steeds moeilijker in dit bewerkelijke gebied een boterham te verdienen. Met wat schapen en kippen, een kleine kudde koeien, enkele trekpaarden en een moestuin is het geen vetpot. De moeder van het gezin is overleden en de vader maakt van de administratie een rommeltje. Dat ontdekt de oudste zoon Krijn (18) als ook zijn vader omkomt. Hij voelt zich verantwoordelijk voor zijn broers Lucas (16) en Seth (7) en zus Janna (14). Janna heeft het meeste verstand van het boerenbedrijf, maar als meisje wordt ze niet serieus genomen. Zowel zij als Lucas willen bij beslissingen betrokken worden, maar Krijn gaat zijn eigen weg. Dan is er nog Grootvader Endegeest die in één van de poldermolens woont. Waar Krijn kansen ziet via modernisering en ruilverkaveling, houden zijn grootvader en Lucas vast aan de oude manier van boeren en de grond die al eeuwen in hun bezit is. Het komt tot een uitbarsting tussen Krijn en Lucas, maar wat er precies gebeurd is, lezen we pas in het tweede deel.

Een nieuw leven lokt in Canada

Opnieuw een grote sprong, nu naar 2020. Janna bestiert nog steeds de ouderlijke boerderij. Krijn is verdwenen naar Canada en heeft geen contact meer met de familie. Een van Janna's dochters, Lucia, is getrouwd met een boerenzoon wiens ouders dankzij de ruilverkaveling goed geboerd hebben. Maar hij wil het bedrijf niet overnemen, vanwege de vele regels en problemen met mestoverschot, stikstof en grote schulden voor nieuwe stallen na het loslaten van de melkquota. Hij is lid van Farmers Defence Force, maar besluit uiteindelijk dat hij naar Canada wil. Lucia werkt aan de universiteit van Wageningen en is bezig met onderzoek om uit planten elektriciteit op te wekken. Hij noemt het haar hobby.
 
We volgen het stel naar Canada tijdens hun zoektocht naar een farm. De bedoeling is te emigreren. Maar daarover is Lucia minder enthousiast dan haar man. Ze zou alles op moeten geven: haar familie, haar onderzoek. En dan zijn er ook nog hun twee dochtertjes. Wordt dat hun toekomst? Ze mist het West-Friese landschap. Maar nu ze toch in Canada zijn, wil ze op zoek naar haar Oom Krijn. Ze vinden hem en langzamerhand wordt duidelijk wat zich voor zijn verdwijning heeft afgespeeld. 

Boeren worden vissers

Het laatste korte hoofdstuk speelt in 2148. De zeespiegelstijging heeft de Wogmeer onder water gezet. Net als de wijde omgeving. De meeste mensen zijn vertrokken of wonen op woonboten en leven van de visvangst en hun groenten uit drijvende kassen. Er worden toeristische rondvaarten gehouden boven het verdronken land.  Alleen de Jona, die iets hoger ligt, staat er nog.  En nog steeds wonen er nazaten van Endegeest...

Een ode aan het West-Friese landschap
 
Het kan niet anders dan dat Renske Jonkman zich grondig verdiept heeft in de periode rond 1956. Ze tekent de ruilverkavelingstoestanden en de moeilijke keuze waarvoor boeren destijds stonden heel overtuigend. En ze verpakt het vervolgens in een spannend familieverhaal. De problemen waar de jonge boeren van nu tegenaan lopen brengt ze eveneens onder de aandacht. Maar dat er meer te kiezen valt dan emigreren en dat er tevens aandacht moet zijn voor verduurzaming, krijgt ook een plaats. In net zo'n spannend en overtuigend verhaal over een ongelijkwaardige relatie en een roadtrip door Canada. Net zomin als Janna serieus genomen werd, geldt dat voor Lucia. Maar wie trekt er aan het langste eind?
 
Dat het West-Friese polderlandschap Renske Jonkman ter harte gaat, blijkt wel uit de manier waarop ze het beschrijft in Dit verdronken land. De sfeertekening, zowel in 1956, als in 2020 in Canada, spreekt aan. De heldere, rustige stijl, zonder poespas of mooi schrijverij heeft een prettig ritme met onopvallende alliteraties. Dit verdronken land doet me denken aan een andere roman uit deze streek: Boven is het stil van Gerbrand Bakker.

"In de keuken op de westzijde was het behaaglijk warm. De wandplanken waren blauw geschilderd - in deze streek was iedereen er heilig van overtuigd dat die kleur de vliegen op afstand hield - maar zelfs begin oktober kropen de vliegen nog tegen de ramen. De paar overgebleven appels op de schaal waren aangevreten en op de koude vloertegels lag de lapjeskat languit te slapen. De zon scheen laf naar binnen en de heiige lucht vulde het raam met de zes ruiten. Op de vensterbanken voor het raam stonden de jonge stekken die Janna had opgekweekt: geraniums, begonia's, een lampionplant. Maar de herfst hing rond, alles was verdord en uitgeput, de vogels zaten doodstil op de takken van de bruine notenboom te wachten tot ze konden uitvliegen naar het zuiden."
 
Renske Jonkman - Dit verdronken land. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2021. Pb, 272 pg. ISBN: 978-90-388-0462-0.
 
© Jannie Trouwborst, januari 2022.

vrijdag 14 januari 2022

Annet Schaap - De meisjes

Vorig jaar gaf ik mijn kleindochters met Kerstmis Lampje van Annet Schaap. Ik had er veel goeds over gelezen, dus ik vertrouwde erop dat het een verantwoord en leuk cadeau was. Maar nadat mijn dochter het aan ze had voorgelezen (ze zijn groot genoeg, maar voorlezen vinden ze toch ook nog wel heel fijn) kreeg ik zo'n enthousiast verhaal te horen, dat ik toch maar besloot het ook zelf te lezen. Het bleek inderdaad heel bijzonder te zijn. Modern, spannend, leerzaam en toch leuk. En niet te vergeten met de achterliggende boodschap: geloof in jezelf en laat je niet door anderen vertellen wat je wel en niet kunt.
 
Oude sprookjes in een nieuw jasje
 
Dus toen dit jaar de vraag was wat ik ze met de Kinderboekenweek zou geven was de keus snel gemaakt: De meisjes, zeven sprookjes van Annet Schaap natuurlijk. Maar net als vorig jaar duurde het een poos voor ik het zelf las en opnieuw werd ik verrast door de creativiteit waarmee Annet Schaap oude sprookjes in een nieuw jasje stak met een nieuwe boodschap.

Sprookjes die oorspronkelijk door de gebroeders Grimm en Charles Perrault zijn opgeschreven:  Repelsteeltje (Meneer Pelsteel), Roodkapje (Wolf), Hans en Grietje (Koekjes), De kikkerkoning (Kikker), Kapitein Blauwbaard (Blauw),  Doornroosje (Slaapster) en Belle en het Beest (Monstermeisje) kregen een geheel nieuwe wending en lading. Waarbij de titel al wijst naar wat ze er mee wilde: meisjes in de hoofdrol!

Spinnewiel en GPS

De sprookjes beginnen niet met Er was eens, maar met Het meisje en de hoofdfiguren zijn altijd meisjes of twee zusjes. Ze eindigen ook niet met En ze leefden nog lang en gelukkig. Hoe het leven verder gaat wordt onbesproken gelaten en vaak zijn de meisjes tevreden met hun keuze en blijft de toekomst onzeker. Oude sprookjeselementen gebruikt ze opnieuw (spinnewiel waarmee goud uit stro gesponnen kan worden) of ze kiest juist voor een heel modern voorwerp (mobiel met GPS voor de route naar oma). De volwassenen zijn moderne ouders, die mantelzorger zijn en online boodschappen bestellen, maar er komen ook koningen, prinsen en prinsessen in voor. 
 
Van alle zeven sprookjes is duidelijk herkenbaar dat ze gebaseerd zijn op het originele verhaal. Maar zowel het verloop, als de afloop is steeds verrassend. Vooral de moderne sprookjes (Wolf en Koekjes, ofwel Roodkapje en Hans en Grietje) spelen zo met hedendaagse omstandigheden, dat ze zowel grappig als confronterend zijn en een diepere laag hebben. Niet meteen herkenbaar voor kinderen misschien, maar wel voor volwassenen. En dacht je vroeger over het einde van de wolf misschien: net goed, eigen schuld, nu laat het sprookje je met een onbehagelijk gevoel achter. Net zoals Slaapster een ontroerend verhaal is geworden over het verdriet van ouders met een zieke dochter, die niet zien hoe haar zusje zich opoffert. Het einde is triest en hoopvol tegelijk.....

Geslaagd
 
Kortom, een bijzonder sprookjesboek, voor groot en klein, om voor te lezen en te herlezen en te genieten van de prachtige zinnen waarmee het verteld wordt. Annet Schaap is er zonder meer in geslaagd om ook van haar tweede boek een succes te maken.
 
Annet Schaap - De Meisjes: zeven sprookjes. Amsterdam, Querido, 2021. Geb. 247 pg., zwart-wit ills. ISBN: 9789045126692.
 
© Jannie Trouwborst, januari 2022