donderdag 23 november 2017

Rudi Hermans - De man van Marie

"De man van Marie staat om halfacht op. Hij hoeft geen wekker te zetten, elke dag is hij voor dat uur wakker. Toch blijft hij liggen tot het zijn tijd is. Oude gewoontes, ze houden zijn leven op orde. Hij kust Marie op haar schouder. Kil voelt die aan. Hij trekt haar dekbed hoger en slaat het zijne terug. Zijn vrouw is geen ochtend mens. Laat haar maar slapen, zo heeft hij het huis nog even voor zich alleen. Hij knipt het nachttafellampje niet aan, door een kier in de overgordijnen dringt al daglicht binnen."

Hoe de man van Marie heet, zullen we niet te weten komen. Opgesloten in zijn hoofd, zien we alleen wat zijn ogen zien en worden we geconfronteerd met zijn gevoelens en overwegingen. Zijn gedachten vliegen heen en weer tussen nu en vroeger. Het resulteert in een beklemmend verhaal.

Al vrij snel is hem duidelijk dat Marie in haar slaap is overleden. Het brengt de oude man uit zijn evenwicht. Hij weet niet goed wat te doen, probeert nog maar even vast te houden aan zijn vaste gewoontes en zijn aangeleerde gedrag: zorgen dat hij Marie niet boos maakt. Haar vernietigende blikken kan hij niet goed verdragen. Langzaam dringt het tot hem door dat hij niet meer zo krampachtig hoeft te leven: ze kan het immers allemaal niet meer zien en zal hem niet meer kleineren.
Opluchting en verdriet voeren een bittere strijd in zijn hoofd. Ooit waren ze een gelukkig paar, hij herinnert zich die tijd maar al te goed en verlangt er terug naar. Maar toen maakte hij een onvergeeflijke fout. Hij heeft er zo'n spijt en verdriet van. Marie heeft het hem nooit vergeven en zich voorgoed van hem afgekeerd. Niets kon hij nog doen om het goed te maken. Voor ons als lezers blijft het tot de laatste bladzijde onduidelijk wat dat geweest is. 

Spannend en beklemmend is het verhaal, maar het is meer dan dat. Het is zorgvuldig opgebouwd. Steeds een tipje van de sluier, steeds een kleine verwijzing naar wat de verwijdering tussen de man en Marie veroorzaakt kan hebben. Langzaam begint het tot de lezer door te dringen. En ook al klopt het vermoeden van wat er aan de hand was, het slotakkoord komt hard aan.
 
De novelle is het zonder meer waard om nogmaals gelezen te worden. Allereerst om te ontdekken hoe geraffineerd de aanwijzingen in het verhaal gedoseerd zijn. Hoe kennelijk losse gedachten (over bijvoorbeeld nestelende koolmeesjes in de tuin) allemaal te maken hebben met het hoofdthema. Maar daarnaast ook om volop te kunnen genieten van het prachtige taalgebruik. Een helder Nederlands, met een geweldige ritmiek. En vol klankrijm en alliteraties: schoonheid in de droefheid, een bijzondere combinatie die de beklemming af en toe wat verlicht.

Rudi Hermans (°1953) was literair recensent voor Het Belang van Limburg en redacteur bij het literaire tijdschrift Appel. Hij debuteerde in 1983 met de korte autobiografische roman Duizend dagen regen. Naast novellen en romans voor volwassenen publiceerde hij ook jeugdboeken, waaronder Thuiskomen en Uitgedaagd. Met de bundel Stuk Geluk debuteerde hij in 2005 als dichter. Rudi Hermans wordt geprezen voor de ambachtelijke liefde waarmee hij het Nederlands naar zijn hand zet, en voor de eerlijkheid waarmee hij, boek na boek, terugkeert naar dat vreemde en complexe fenomeen: familie.

Rudi Hermans - De man van Marie. Antwerpen, Manteau, 2017. Pb., 114 pg., ISBN: 978-90-223-3433-1.

© Jannie Trouwborst, november 2017.

zaterdag 11 november 2017

Thijs Feuth - Achter de rug van God, een vreemdeling in Lapland

Thijs Feuth leert zijn vriendin Laura kennen tijdens een hardloopwedstrijd in Kenia. Er is meteen een klik tussen hen. Ze blijken meer gemeen te hebben dan het talent voor hardlopen: ze studeren beiden geneeskunde. Thijs in Nederland en Laura in Finland. Thijs, die zich al heel lang niet meer thuis voelt in Nederland, besluit bij Laura in Finland te gaan wonen en doet verwoede pogingen Fins te leren. In de afrondende fase van hun studie kiezen ze voor een stageperiode van 9 maanden in Lapland. Ze gaan er werken in een gezondheidscentrum in het afgelegen dorpje Posio.


Ik was erg benieuwd naar hoe het een Nederlander vergaat in een voor hem wezensvreemd land met een moeilijke taal. Ook naar het leven van dorpsbewoners in een van de noordelijkste en meest geïsoleerde delen van Finland was ik nieuwsgierig. Net als naar de natuur en zijn beleving van de seizoenen. Het komt allemaal ter sprake in dit autobiografische boek. Maar er is nog meer, veel meer, dat Thijs met zijn lezers wil delen. En daar gaat het mijns inziens een beetje mis.

Afwisselend maakt Thijs de lezer deelgenoot van zijn beleving van de natuur en de seizoenen in Lapland, van het reilen en zeilen in het gezondheidscentrum, van de problemen van de vooral oudere mensen die er komen, van zijn hardloop- en langlaufavonturen, van de ontwikkelingen in zijn verhouding met Laura, van zijn jeugdliefdes en puberproblemen. Daarnaast komen nog aan de beurt: de Finse mythologie en zijn pogingen via het schrijven te ontdekken hoe een goed leven er voor hem uit zou kunnen zien en of hij in staat is daar de juiste beslissingen over te nemen.

Het zal voor elke lezer anders zijn. Ik heb niets met hardlopen, maar ik vond het wel heel interessant een keer een uitgebreid verslag te lezen van de inspanningen en ontberingen, tactiek en vechtlust en de pijn die bij een marathon horen. Ook de ervaringen over hardlopen en langlaufen in de extreme kou en pakken sneeuw zijn het lezen waard. Zeker als ze geregeld vergezeld gaan van rake natuurbeschrijvingen. Maar de sportbelevenissen kwamen een beetje te vaak terug, zeker voor de marathons uit het verleden verloor ik al snel mijn interesse. Ook alle verhalen over de pubertijd en jeugdliefdes waren wat te uitgebreid naar mijn zin. Misschien was het schrijven daarover therapeutisch voor hemzelf, maar voor de lezer is het op een bepaald moment wel genoeg. Waar ik wel graag meer over gelezen had, was over zijn ervaringen met de Vrije School en het antroposofisch gedachtegoed. Hij gaat daar nogal over te keer, zonder dat de invloed daarvan op zijn levensloop duidelijk wordt. Misschien iets om in een volgend boek, als roman, uit te werken?

Naast de weergaloze natuurbeschrijvingen was het (voor mij) interessant te lezen over de Kalevala, het Finse nationale epos. Het werk werd samengesteld door de folklorist en arts Elias Lönnrot op basis van mondeling overgeleverde volkspoëzie. De eerste versie dateert uit 1835, de uiteindelijke uit 1849. Het epos is de hoeksteen van de Finse nationale identiteit. Het had invloed op tal van Finse kunstenaars, maar het is dankzij vertalingen in ruim vijftig talen ook buiten Finland bekend geworden. Met enige regelmaat brengt Thijs Feuth het ter sprake en gaat hij in op het ontstaan ervan. Achter in het boek staat een samenvatting van het verhaal en een opsomming van de hoofdpersonen. Soms betrekt hij het verhaal bij ontwikkelingen in zijn eigen leven. 

De gebeurtenissen in de rest van de wereld gaan aan Posio voorbij. Maar niet aan Thijs. Geschokt door de aanslag in Parijs op Charlie Hebdo gaat hij die avond naar het grote plein, om er net als elders in de wereld te protesteren. Hij is aanvankelijk verbijsterd dat hij de enige blijkt te zijn. Maar zo is het hier: er kunnen honderden bootvluchtelingen verdrinken, er kunnen nog meer mensen omkomen bij volgende aanslagen, Posio ligt achter de rug van God en heeft zijn eigen problemen op te lossen. Zoals het vertrek van jongeren en veraf gelegen voorzieningen, ouderdomskwalen als dementie en alcoholverslaving. Van extreme kou tijdens lange en donkere winters en korte zomers met nauwelijks duisternis, maar ook met een heldere sterrenhemel, het betoverende noorderlicht en een overweldigende natuur. 

Thijs Feuth weet dat hij hier wil blijven. Hij is verknocht aan het indrukwekkende landschap, leeft op in de rust en ruimte die hem omringt in plaatsen als deze. Maar Laura vindt het te stil, te ver, te afgelegen. Eigenlijk is dat de spanningsboog in dit boek: zullen ze samen blijven? Weet Thijs eindelijk wie hij is en wat hij wil? Durft hij een van de belangrijkste beslissingen van zijn leven te nemen? Doet Laura water bij de wijn of wil ze toch liever in de grote stad wonen en werken?

Al had het wat mij betreft allemaal best wat korter gemogen, ik heb toch wel genoten van dit boek. Lezen over de bewoners van Posio, de wisseling van de seizoenen, de beeldende beschrijvingen van de natuur, de geschiedenis van de Kalevala en de worsteling van Thijs en Laura: allemaal de moeite waard. En wie van marathonlopen houdt heeft nog een extra reden om dit boek te lezen. Smaken verschillen nu eenmaal.

Ik vraag me wel eens af of het ooit zal wennen, of de bewondering voor besneeuwde landschappen afneemt naarmate je langer in Lapland woont. Vanochtend, bij de ronde over de afdeling, wees een vrouw die al meer dan negentig winters in Posio heeft meegemaakt uit het raam naar de diamanten berkentakken, die fonkelden in de morgenzon. "Moet je zien", zei ze, "wat een pracht!" Die dag weigerde ze de pijnstillers die ik haar had voorgeschreven vanwege haar gebroken heup.

Thijs Feuth (Nijmegen, 1981) is schrijver en arts en marathonloper. Hij studeerde geneeskunde in Amsterdam, promoveerde in Utrecht en werkt als arts in Finland. Zijn debuutroman Zwarte ogen verscheen in oktober 2015 bij De Arbeiderspers.

Thijs Feuth - Achter de rug van God, een vreemdeling in Lapland. Amsterdam, Arbeiderspers, 2017.  Pb., 269 pg., krt. isbn:978-90-295-1075-2.

© Jannie Trouwborst, november 2017.

donderdag 2 november 2017

Corine Kisling - De Engelenbak

Pogingen iets van het leven te maken, het dagboek van Hendrik Groen, heb ik niet gelezen. Het eerste hoofdstuk werd aangeboden als voorproefje en sprak me totaal niet aan. Toen het eenmaal een bestseller was geworden en iedereen het "hilarisch" vond, wist ik zeker, dat het niets voor mij was. Intussen is het zo'n succes geworden dat er een tv-serie van gemaakt is. Daarvan heb ik inmiddels twee afleveringen gezien en die zijn me wel goed bevallen. Ik kan dus geen uitspraken doen over wat beter geslaagd is: het boek of de serie. Ik heb ook geen behoefte achteraf nog het boek te gaan lezen. Laat mij maar van de serie genieten, met fantastische acteurs!

Waarom deze lange inleiding bij een al wat ouder boek van Corine Kisling? Vanwege het thema, dat nauw verwant is aan dat uit het boek van Herman Groen: het leven in een verzorgingstehuis. Maar met een totaal andere uitwerking. Niets hilarisch aan, maar ook geen kommer en kwel. Ook in dit tehuis woont iemand die op eigenzinnige wijze probeert er nog wat van te maken en een directie die niet geheel functioneert zoals zou moeten. Wezenlijk anders zijn de aandacht voor de levensgeschiedenis van een van de hoofdpersonen, de rake, filosofische opmerkingen van een andere en het contact tussen jong en oud. Plus een vleugje mysterie, iets waar Corine Kisling graag mee speelt.

Het boek verscheen oorspronkelijk in 1994. Uiteraard bestaat het verzorgingstehuis van toen niet meer. Jana Kardoen is al 92 jaar, maar ze woont nog in haar eigen appartement in de laagbouw bij een flatgebouw met 5 verdiepingen waar de meeste (verwarde) bejaarden op gesloten afdelingen verblijven. Ook Olivier Cirkel (88) woont beneden, terwijl zijn vrouw Margot op de vijfde verdieping van "Het Tolhuis" verblijft. Of "Dolhuis", zoals hij zegt. Olivier en Janna trekken veel samen op en vragen zich af wie bepaalt of iemand naar wat zij noemen De Engelenbak, verhuizen moet. Meestal sterft de betreffende persoon daar binnen afzienbare tijd. Het zal toch niet zo zijn dat er daarbij een handje geholpen wordt? Zeker nu Margot daar ligt, maakt Meneer Cirkel (zoals Jana hem blijft noemen) zich grote zorgen.

Maar het verhaal gaat dieper dan de gebeurtenissen in het verzorgingstehuis. Stukje bij beetje komen we te weten hoe het leven van Jana verlopen is, van het moment waarop ze als veertienjarig meisje in dienst kwam van de Hama's: het gezin van een jeugdvriend van haar vader. Vanaf die dag heeft de familie haar leven bepaald en is haar eigen verhaal naar de achtergrond gedrongen. Nu, bijna tachtig jaar later vullen de Hama's nog steeds haar leven en duiken ze op in elke herinnering: flashbacks, die door een foto, een woord, een geur kunnen worden opgeroepen en niet altijd even welkom zijn. 

Ook in dit verzorgingstehuis zijn rare regels, zit de gemeenschapsruimte vol mopperende en zich vreemd gedragende medebewoners en worden de ouderen die nog helder van geest zijn, als onmondige kinderen behandeld. Maar Jana slaat zich er wel doorheen, helpt waar ze kan bij de verzorging van twee oude dames, waarover je je af gaat vragen welke band ze daarmee heeft. Meneer Cirkel brengt wat leven in de brouwerij en laat haar door zijn relativerende, cynische en filosofische opmerkingen glimlachen.

'Vrijheid is een vreemd begrip', zegt Cirkel. Het groeit of krimpt mee met het leven. Past zich aan in grandeur en décadence. Het ene moment is de wereld je huiskamer, het volgende moment is je huiskamer je wereld. Eerst beslis je nog over leven en dood, en dan word je beknibbeld op de klontjes suiker. Het lijkt hier wel Madurodam. Een mens heeft toch op z'n minst twee behoorlijke kamers nodig om zich een beetje thuis te kunnen voelen."

Op zijn initiatief organiseren de bewoners een feestelijke fancy-fair. Boris, een kleinzoon van één van de Hama's, zal er met zijn vrienden een film over maken. En meteen over het leven in een verzorgingstehuis: tot en met het lot van de bewoners op de bovenste verdieping. Het feest krijgt echter een grimmig einde, als Margot juist op die dag overlijdt.

Langzaam maar zeker vallen de puzzelstukjes uit Jana's verleden op zijn plaats en komen ook de herinneringen die ze liever verdrong, naar boven. Als ze de film ziet die Boris er met zijn vrienden van gemaakt heeft, begrijpt ze pas echt, met pijn in haar hart, hoezeer haar hele leven door de Hama's is bepaald. 

"Weer bepaalt het bloed van de Hama's haar leven op een beslissend moment. Tweeënnegentig is ze geworden, alleen maar om te constateren dat ze nooit van die familie zal loskomen sinds ze verkocht is onder een appelboom."

Een totaal ander boek dus dan het dagboek van Hendrik Groen. Wel een verzorgingstehuis, maar geen hilarische toestanden. Met een spannend verhaal over een bijzondere levensgeschiedenis en de mysteries die daarbij stukje bij beetje ontrafeld worden. Met milde humor en een relativerende kijk op de ouderdom. Voor mij is het geslaagd. En na 23 jaar nog steeds heel leesbaar.

Het boek zelf is alleen nog tweedehands te koop of als e-book. Maar ook bij de bibliotheek te leen als papieren exemplaar of als e-book.

Corine Kisling - De Engelenbak. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1994. (Oorspr. ISBN: 90-295-2595-9)  E-book: 9789029577007, april 2011.

© Jannie Trouwborst, november 2017.