vrijdag 30 mei 2014

Naomi Rebekka Boekwijt - Pels



Mei 2014 - waardering: 6,0.
Inleiding

Een paar jaar geleden maakte ik nog deel uit van de Kernjury van de Academica Literatuur Prijs voor debuten. Waarom ik daarmee gestopt ben staat elders op dit Blog (onder trefwoord ALP). Dat wil niet zeggen dat ik de debutanten die daarvoor genomineerd werden in de jaren daarna niet meer gevolgd heb. Dit jaar kwam ik via de Dioraphte Jongerenliteratuurprijs  2014 terecht bij Ineke Riem en haar Zeven pogingen om een geliefde te wekken. Ik was erg enthousiast over haar debuut en toen ze kort daarna voor de ALP werd genomineerd, besloot ik ook de andere twee genomineerden te lezen. Vanwege de mooie kaft liet ik me verleiden eerst Pels te lezen van Naomi Rebekka Boekwijt.

Samenvatting

Een onsentimentele ode aan het buitenleven. In zeven verhalen worden verschillende jonge mensen naar buiten gejaagd. Een vrouw komt op het platteland terecht. Een jongen rijdt met twee vreemden naar Aalborg. Een wetenschappelijk instituut met aan het hoofd de beruchte docent Bruska valt uit elkaar. Zowel in de stad als op het land stuiten de hoofdfiguren op het dier dat de mens is. (Achterflap).

Leeservaring

De samenvatting op de achterkant van het boek is wel erg summier. Echt een idee van wat ik verwachten kon, had ik dan ook niet. Zeven korte verhalen, in een vrij dun boekje (123 pg.), waar het buitenleven kennelijk een grote rol in speelt en "het dier dat de mens is".
Gewoon maar in beginnen dan. Maar na twee verhalen wist ik niet meer zo goed wat ik er mee aan moest. Het platteland: ja, dieren, ja. Verder: Een benauwende, onheilspellende sfeer, moeilijk te duiden gebeurtenissen. Relaties, of wat daarvoor door moest gaan, die maar niet willen vlotten, moeizame communicatie. Ik was er niet zo van gecharmeerd, maar ik houd niet van al te snel opgeven. Doorlezen dus. Maar nadat het boek uit was, had ik er nog steeds een heel ongemakkelijk gevoel  over. Dit moest haast wel aan mij liggen, dacht ik, als het boek genomineerd voor de debutantenprijs?
Dus tegen mijn principes in, toch eerst eens gekeken wat anderen ervan vonden. Op Recensieweb vond ik mijn eigen gevoelens t.a.v. dit boek weerspiegeld in een artikel met de titel: De lezer als detective.

"Patsboem vallen we midden in de levens van personages in Pels. We pikken ze ergens op in hun dagelijkse beslommeringen, lopen een eindje met ze op, kijken over hun schouders mee en laten ze weer los. Naomi Rebekka Boekwijt debuteert met een verhalenbundel waarin ze probeert haar personages in een beperkte setting tot leven te wekken." (Recensieweb: zeker het nalezen waard!)

Ik zag ook dat er genoeg lovende recensies zijn. Maar mij viel het dus tegen. Ik houd er best wel van als niet alles voorgekauwd is en als er van de lezer verwacht wordt dat hij zelf nadenkt, interpreteert. Dat hij een diepere laag herkent en dat er te genieten valt van verwijzingen en beeldspraak. Maar ik ben dus blijkbaar niet te enige die de verhalen onbegrijpelijk vond. En te geforceerd literair. Die wel dieren voorbij zag komen, maar niet zo zeer "het dier zag dat de mens is".

Het is overigens wel knap om de ongemakkelijke sfeer op te roepen waar alle verhalen door gedragen worden. Onzekerheid, eenzaamheid, twijfel, afhankelijkheid, kwetsbaarheid maken het beklemmende verhalen, terwijl er eigenlijk in werkelijkheid weinig gebeurt. Misschien is dat wel het thema van deze bundel: een weerspiegeling van hoe veel opgroeiende jongeren zich voelen in deze afstandelijke maatschappij.

Geen leesclubboek wat mij betreft, maar het is vrij dun, dus wie erover twijfelt, heeft het zo gelezen. Verhalenbundels zijn meestal niet zo geschikt voor een leesclub. Alleen hele sterke korte verhalen zijn daar geschikt voor. Die bundels bestaan wel, maar daar hoort deze zeker niet bij.

Naomi Rebekka Boekwijt - Pels. Amsterdam, Arbeiderspers, 2013, 123 pg., isbn: 9789029587389

©JannieTr, 30 mei 2014

Ik las dit boek als 8/20 voor de Ik lees Nederlands Uitdaging 2014

dinsdag 27 mei 2014

Gijs IJlander - Geen zee maar water



Mei 2014 - waardering: 7,0.

Inleiding

Van Gijs IJlander (Alkmaar, 1947) las ik onlangs Vergeef ons onze zwakheid. Ik was er erg van onder de indruk en omdat hij al 14 titels op zijn naam heeft staan, besloot ik ook een wat oudere titel uit te proberen.  Het werd Geen zee maar water, omdat de samenvatting van de inhoud voor mij als Zeeuws-Vlaamse associaties opriep met het drama rond de Hedwige polder. Zeker, er waren raakvlakken, maar toch was dit niet helemaal wat ik ervan verwachtte. En dat lag niet alleen aan het onderwerp. Van Vergeef ons onze zwakheid wordt al gezegd dat het zijn beste boek is, dat hij gegroeid is als schrijver. Dan is het eigenlijk logisch, dat ik wat gemengde gevoelens aan dit oudere boek overhield: mijn verwachtingen waren gewoon te hoog gespannen. De manier van schrijven die mij raakte in Vergeef ons onze zwakheid, vind ik wel terug in Geen zee maar water. Alleen minder vaak dan ik zou wensen.

Samenvatting

De jonge staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat Annet de Goede is niet omzichtig in haar omgang met ambtenaren en collega's in het kabinet. Ze is ervan overtuigd dat het nieuwe beleid dat ze voorstaat het enige juiste is en onderschat de weerstand die ze oproept met haar voornemen om land terug te geven aan de zee. Haar plannen zaaien angst en verwarring bij de mensen die het betreffende land bewonen, zoals rattenvanger Bennie en zijn drankzuchtige vader, die aan politiek geen boodschap hebben, maar des te meer aan het waterrijke land waaraan ze hun bestaan ontlenen. Terwijl Annets populariteit in de aanloop naar nieuwe verkiezingen stijgt tot onvermoede hoogte, wordt haar familie in de Wieringermeer onder druk gezet door nietsontziende actievoerders. Geen zee maar water vertelt uitermate levendig over een actueel conflict dat het zelfbeeld van dit land fundamenteel raakt en daarom niemand onberoerd laat, en tegelijkertijd is het een liefdesverklaring aan het Nederlandse landschap met zijn hoge luchten en rechte lijnen. (Achterflap)

Leeservaring

Voor iemand dat zou kunnen gaan denken: dit is echt geen slecht boek! Het heeft me nog dagen bezig gehouden voor ik erachter kwam waarom ik er gemengde gevoelens over had. Gelukkig ben ik daar nu uit. Nogmaals: ik geef in dit blog altijd mij eigen leeservaring weer en toets verder alleen of ik het geschikt vind als leesclubboek en waarom. Maar wat voor de meeste lezers zal gelden, geldt ook voor mij: het moet wel klikken tussen mij en een boek om er volop van te kunnen genieten. En daar haperde het een beetje aan in dit geval. Ik moet me thuis voelen in het boek: zowel de plaats en ruimte, als het tijdperk moeten me aanspreken en ik moet me kunnen inleven in de hoofdpersonen. Laat ik daar eens een voor een naar kijken.

De plaats en ruimte: ik had dus een soort Hedwigepolder verwacht. En dat kwam omdat ik me herinnerde dat er ooit een plan was om delen van het voormalige eiland Wieringen op te offeren voor een randmeer of zoiets. Dat onzalige plan is gelukkig niet doorgegaan. De kleinschaligheid daarvan komt echter dichter in de buurt van de Hedwigepolder dan de uitgestrektheid van de rechtlijnige Wieringermeer (althans zoals ik me die voorstel). Maar toch, zoals Gijs IJlander deze omgeving omschrijft, dat heeft ook wel wat. De weilanden, het water, de luchten, de vogels. Het werk van de rattenvanger, het oude veerhuis. Nee,  aan de sfeerbeschrijving  ontbreekt niets. En ook de beschrijving van de ruimte waar de andere hoofdpersoon doorgaans verblijft, Utrecht en Den Haag en de snelwegen daartussen, is helder.  Een mooi contrast, nodig voor het verloop van het verhaal, dat trouwens vol dergelijke contrasten zit.

Het tijdperk is meestal niet zo'n issue voor me. Elke periode heeft z'n charme, het is maar net wat de schrijver er mee doet. Het boek is uit 2007. Het verhaal komt nog steeds actueel over. Toch zou het ook veel eerder hebben kunnen spelen.  Vernieuwers in de politiek? Sinds 1966 blijven ze opstaan. Het gepolder, het gekonkel, de verborgen agenda's, de blinde ambities, de gewetenloze compromissen, achterkamertjespolitiek, spindokters, machtswellust? Het wordt alleen maar erger.
 En land onder water zetten? Ook dat is al heel lang bezig: Groningen, Zeeland, het Grote Rivierengebied? En naast de al uitgevoerde plannen, zijn er de afgeblazen projecten. De rol van de milieuclubs? Ook die is niet altijd even zuiver. En ook daar speelt Gijs IJlander op een onderhuidse en ironische manier mee. Laten we het er maar op houden dat het boek weinig aan actualiteit heeft verloren. En dat het daarom nog steeds het lezen waard is.

Blijven over de hoofdpersonen. En daar wringt de schoen bij mij, heb ik gemerkt. Het boek is verdeeld in 4 hoofdstukken. In het eerste leren we Annet kennen, als een zeer gedreven jonge politica, die het tot staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft geschopt en die de ambitie heeft een nieuwe partij op te richten die alles anders zal gaan doen in de politiek. En al probeert IJlander haar neer te zetten als een in wezen goed mens met eerlijke bedoelingen, die echter omringd wordt door mensen die haar een kant op drijven die haar in conflict brengt met haar geweten,hij slaagt er niet in bij mij enige sympathie voor haar op te roepen. Het blijft een onecht mens, zelfs in haar rol als liefhebbende kleindochter en dochter.
Het tweede hoofdstuk is voor Bennie. Wat een verademing na bijna 100 bladzijden politiek. In dit hoofdstuk herkende ik de schrijfstijl die ik in Vergeef ons onze zwakheid zo bewonderde. Bennie's ouders hadden een veerdienst met café, De Lier genaamd. Ze woonden in het  veerhuis. Terwijl vader de mensen overzette, schonk moeder in het café of op het terras koffie e.d. Ze had het er druk mee en op een dag verloor ze Bennie uit het oog, hij raakte te water en verdronk bijna. Sindsdien is hij zwakbegaafd, heeft geen werk, kan de veerdienst niet overnemen en woont als volwassen zoon bij zijn ouders. Als zijn moeder overlijdt, is hij erg verdrietig. Zijn vader raakt aan de drank, doet vreemde nachtelijke zaken en verwaarloost de boel, zichzelf en Bennie. En dan sterft ook zijn vader. Bennie is op zichzelf aangewezen, met weinig hulp van de omgeving.
Het is zo ongelooflijk knap hoe IJlander in de huid en hoofd van Bennie kruipt. Je voelt al lezend wat het betekent om zoals Bennie te zijn: bang, onzeker, maar ook tot op zekere hoogte overtuigd van zijn eigen mogelijkheden, zijn besef gebruikt te worden en misleid, zijn pogingen te ontsnappen aan verwarrende gedachten, zijn vaste geloof in het nabij zijn van zijn moeder, in de vorm van een vogel. En meer. Een grotere tegenstelling is niet mogelijk: hier is een echt mens, een oprecht mens, een veracht mens, dat alleen vraagt met rust gelaten te worden en zijn simpele werkzaamheden in de polder voort te kunnen zetten.
De structuur zit goed in elkaar, want in het derde hoofdstuk wisselen Bennie en Annet elkaar af. Maar de achtergrond krijgt ook steeds meer nadruk: een belachelijke milieuclub van bejaarde activisten (ook vooral met zichzelf ingenomen) profiteert van Bennie's huis en onvermogen iets tegen te werpen en een groep mediatrainers en een oud-hoogleraar zetten Annet onder druk. Het al dan niet onder water zetten van de polder staat op het spel, de peilingen voor de  verkiezingen met Annet als lijsttrekker, er zijn bedreigingen, chantage, plannen voor het opblazen van dijken en meer zaken die het verhaal spannend moeten maken.
In het vierde hoofdstuk tenslotte vindt de confrontatie tussen Bennie en Annet plaats. Mag Bennie in het veerhuis blijven wonen? Wordt de milieuclub ter verantwoording geroepen? Gaat de polder onder water? Zet Annet haar plannen voor een nieuwe partij door?

Wie het weten wil, zal het boek moeten lezen. Mij blijven vooral de stukken vanuit het perspectief van Bennie bij en de prachtige beschrijvingen van de poldernatuur. Die twee zaken kunnen zich met Vergeef ons onze zwakheid meten. De rest sloeg bij mij niet zo aan, maar bij andere lezers vast wel. Of dit een leesclubboek is? Misschien toch wel, gezien de nog steeds actuele thema's. Gewoon proberen, zou ik zeggen.

Gijs IJlander - Geen zee maar water. Amsterdam, Cossee, 2007.Geb. met stofomsl., 286 pg. ISBN: 978-90-5936-196-6.

©JannieTr, 27 mei 2014.

Ik las dit boek als 7/20 voor de Ik lees Nederlands Uitdaging 2014

woensdag 21 mei 2014

Ineke Riem - Zeven pogingen om een geliefde te wekken



Mei 2014 - waardering: 8,5

Inleiding
Ineke Riem (1980) bracht haar jeugd door op de Zuid-Hollandse eilanden, studeerde Nederlands in Groningen en Londen en een jaar Beeld en Taal aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Ze werkte jarenlang als docent Nederlands en geeft poëzieworkshops aan kinderen en jongeren. Zeven pogingen om een geliefde te wekken is haar debuutroman. Voor een hoofdstuk dat eerder werd gepubliceerd in De Gids ontving ze de Nieuw Proza Prijs 2012. Op 23 april 2014 kreeg ze de juryprijs van de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs 2014 in de categorie Oorspronkelijk Nederlandstalige literatuur. Kort daarna werd bekend dat ze tot 3 genomineerden behoort voor Academica literatuurprijs voor debuten van 2014. Wat mij betreft een goede kanshebber! 

Samenvatting 

Oudering is een dorpje op het eiland Voorne-Putten waar de inwoners langs elkaar heen leven en hun nooit uitgekomen dromen in oude sokken bewaren. Lioba, een ambitieus en kunstzinnig meisje, wil niets liever dan het dorp ontvluchten. Als zij op een dag bewusteloos wordt aangetroffen op het nabije gors, gonst het dorps van de geruchten. Diverse dorpsgenoten zoeken koortsachtig naar een manier om haar weer wakker te krijgen. Wie weet Lioba te bevrijden uit haar mysterieuze slaap? (Omslag boek). 

Leeservaring 

De gewonnen Dioraphte Jongerenliteratuurprijs wekte mijn interesse voor dit debuut, maar het feit dat het verhaal zich afspeelt op Voorne-Putten gaf voor mij de doorslag om het daadwerkelijk te gaan lezen. En ik moet toegeven, dat is uiteindelijk ook één van de redenen waarom ik er zo van genoten heb. Maar dat doet niets af aan de literaire kwaliteiten van het boek. Daarover later meer, eerst Voorne-Putten dus.
Wie 35 jaar op Voorne-Putten heeft gewoond en het Zuid-Hollandse eiland in die jaren met veel plezier heeft doorkruist, komt veel bekends tegen en geniet van de manier waarop de schrijfster daarmee gespeeld heeft. Dat Oudenring over Oudenhoorn ging, was al snel duidelijk en toen wij half mei onderweg naar onze huidige woonplaats nog eens over de kerkring reden, zagen we de partytent van de jaarlijkse rommelmarkt (waar het verhaal mee begint) nog op het grasveld bij de kerk staan. En al heeft Oudenhoorn een museum (in een boerenschuur) dat 's zomers af en toe open is, voor het museum waar Lioba werkt heeft vast het aardige museumpje In den Halven Maen http://www.indenhalvenmaen.nl/  in Tinte model gestaan. En de oude directrice? Ook daar is een beetje mee gegoocheld. In Abbenbroek kende ik een hele oude dame die een woonkamer vol met poppen heeft (net als wijkverpleegster Arina uit dit boek) met de mooiste, zelfgemaakte kleding aan. De bejaarde dorpsgenoten die allemaal in Vlietsteyn zitten? Dat moet Voornesteyn of Bernissesteyn zijn... En dan was er ook nog die pittig rijdende domineesvrouw met haar scootmobiel. Ach, teveel om op te noemen, maar o zo leuk om te ontdekken en herkennen.

Dan iets over het genre. Wat Ineke Riem ons heeft voorgeschoteld is een modern sprookje: een mengeling van Doornroosje en Alice in Wonderland. De karakters zijn daarop aangepast. Lioba is een dromerig meisje, dat zich niet thuis voelt in het dorp met zijn bijzondere, maar o zo aardse bewoners. Niet dat zij geen dromen hebben, maar ze houden ze voor zich, lopen er niet mee te koop, terwijl Lioba in kleding en houding probeert haar dromen te leven.

In elk hoofdstuk komt een bewoner aan bod, in een personaal hij-/zij-perspectief. Alleen de oude museumdirectrice vertelt in ik-perspectief. Voor mij is zij de hoofdpersoon van het boek, ze komt geregeld terug en speelt een belangrijke rol bij de oplossing.
De afzonderlijke verhalen laten ons achter het geheim van elke dorpsgenoot komen, daarbij worden bepaalde karaktertrekken aangedikt. Karikaturaal, stond in een recensie, maar ik vond dit juist passend in dit sprookje: de dorpsfiguren vertonen allemaal een uitvergrote menselijke eigenschap, die beteugeld dient te worden of die als na te jagen droom niet meer voldoet en losgelaten moet worden om als persoon te kunnen groeien. De geheimzinnige slaaptoestand van Lioba, waarbij uiteindelijk iedereen betrokken wordt, zorgt er voor dat ook de dorpsbewoners op de een of andere manier wakker worden.

Er zijn veel verhaallijnen en al heeft elke figuur zijn eigen hoofdstuk(ken), toch komen ze tenslotte allemaal samen. Met name via de "inbreker", een verlegen jongeman die 's nachts bij zijn dorpsgenoten binnensluipt om hen beter te leren kennen en achter hun geheimen te komen. Hij is niet goed in contacten leggen. 

"Inbreken ging hem gemakkelijker af dan een gesprek voeren. Bovendien kwam je tenminste werkelijk iets over een persoon te weten als je zijn huis binnendrong en zijn eigendommen onderzocht. Die onthulden heel wat meer dan iemand tijdens een praatje op een verjaardag van zichzelf liet zien." 

De stijl past zich aan aan de beschreven persoon en de omstandigheden. Poëtisch als de dromerige Lioba zit te piekeren, kordaat en vol cynische humor als de oude dame (92) aan het woord is. 

"Ik had allang dood moeten zijn. Er zijn kansen genoeg geweest. Vrieskoude winternachten in een onverwarmde slaapkamer, tuinwerkzaamheden in de brandende zon, levensgevaarlijke verkeerssituaties. Ik maak desserts van rauwe eieren. Ik rook als een ketter. Ik lik mijn vingers af als ik de kip in de pan heb gedaan. Ik klim zelfs op het dak om de bladeren uit de dakgoot te vegen, ik was de zolderramen vanaf een ladder - ik ben tweeënnegentig. Een ongeluk zit in een klein hoekje, maar niet voor mij." 

Haar leven staat in het teken van spijt: ze dorst niet te kiezen voor een liefdesrelatie met de vrouw van de dominee en koestert nu haar brieven en foto en hoopt haar in een hiernamaals weer te zien. En daarom is ze het hier zat, geeft vast zoveel mogelijk spullen weg aan de rommelmarkt elk jaar. Maar ook voor haar brengt de toestand van Lioba uitkomst. Zodat ook voor haar geldt: eind goed al goed, zoals dat hoort in een sprookje. 

Het begin van het hoofdstuk met de dorpsroddel is uniek: hoe die hoorde van die, omdat die bevriend was met de buurvrouw van die, enz. Hilarisch bijna, zoals dat kan gaan in een dorp.
Humor ziet er ook in, bv.: "Wolff wist niet hoe dat moest: janken".

Genoten heb ik van de toegepaste beeldspraak: mooi, niet gezocht. Een paar voorbeelden. Ze komen vooral voor in de teksten over en van Neeltje (de oude vrouw).
Lioba haalt de oude brieven die Neeltje van haar vriendin kreeg onder water uit de enveloppen: 

 "Ze vouwde ze open en liet ze een voor een los. In de zachte stroming golfden de randen van de blaadjes licht, als de vinnen van zeekatten. De inkt maakte zich los van het papier en vormde kortstondig een sepiakleurig spoor voordat hij oploste in het water. Langzaam zweefde de school brieven van de duikers weg."

Over de brieven die Neeltje van de domineesvrouw ontving:

"...vooraleer ik de moed had hem te openen. Daarna spelde ik alle regels steeds opnieuw, bang om ook maar een notie van het bedoelde te missen. Terwijl het papier onder je handen tot stof vervalt, etsen de woorden zich voorgoed in je ziel."

Waarom het niet kon:

"Armoede zou onze vriendschap uitgemergeld hebben. De zorgen en spanningen zouden alle steken van het borduurwerk van de liefde hebben uitgehaald."

Denkend aan vroeger:

"Misschien hebben we wel allemaal iemand die we ons hele leven in ons hoofd mee nemen. Een eerste liefde die zoveel indruk maakt dat die als een watermerk in je ziel zit." 

Zoals ik al zei: Voorne-Putten speelt als achtergrond van het verhaal een grote rol. Veel is bij elkaar verzonnen, maar wie de moeite neemt er eens rond te kijken, zal ontdekken dat het boek tot op zekere hoogte de sfeer van dit eiland goed weer geeft. Met Spijkenisse op de noordoostelijke punt en Hellevoetsluis op de meest zuidwestelijke als groeikernen, is het platteland nog ongerept. Brielle is een fraai vestingstadje en aan de kust zijn de familiebadplaatsen Rockanje en Oostvoorne. En ook de oude vesting van Hellevoetsluis is een bezoek waard. Het Duingebied van Voorne is uniek in Europa, de Bernisse is een schitterend en rustig nog onontdekt recreatiegebied. Maar daarnaast zijn er de talrijke oude, soms middeleeuwse stadjes en dorpen. De tijd heeft er echt stilgestaan: in Heenvliet en Geervliet, in Abbenbroek, Zuidland en Nieuwenhoorn. En natuurlijk Oudenhoorn. Het is helemaal niet moeilijk om daar de sfeer van dit verhaal op te pikken. 

Egypte speelt ook een rol. Directe en indirecte verwijzingen komen in alle hoofdstukken voor. Wellicht moeten we het zoeken naar geheimen van de "inbreker" (de enige zonder naam) wel relateren aan Howard Carter bij zijn zoektocht naar het graf van Toetanchamon. Lioba's vriend heet Ramses, dat is duidelijk, maar veel zal alleen voor wie er wat meer van weet begrijpelijk zijn, zoals ik dat met Voorne-Putten had.

Water is een belangrijk motief, net als verwijzingen naar andere literatuur. Maar ook voor wie dat allemaal niet zo nodig hoeft, valt er volop te genieten van dit moderne sprookje.
 
Het voornaamste thema is denk ik onze dromen. We hebben ze nodig. De een streeft ze na, de ander probeert ze uit. Maar soms is alleen dromen genoeg. Tot het moment komt, zoals bij de meeste dorpsbewoners, waarop je je afvraagt: hoe nu verder? Ze hebben er allemaal een ander antwoord op. Het mooist vond ik dat van Lem Looij: hij hoopte ooit een filmster te worden, maar op het moment dat het misschien had gekund, trok hij zich terug: soms kun je beter dromen van iets dat nooit werkelijkheid zal worden, dan je droom voorgoed kwijtraken. Ook dat is een keus.

Een lang interview met Ineke Riem over haar debuut is te horen via deze LINK. 

Ineke Riem - Zeven pogingen om een geliefde te wekken. Utrecht, De Arbeiderspers, 2013. 206 pg., isbn: 978-90-295-8622-1. 

©JannieTr, 21 mei 2014.

Ik las dit boek als 6/20 voor de Ik lees Nederlands Uitdaging 2014

zaterdag 17 mei 2014

Gijs IJlander - Vergeef ons onze zwakheid


Mei 2014 - waardering: 8,0.

 Inleiding

Gijs IJlander (Alkmaar, 1947), een auteur waar ik wel nieuwsgierig naar was, maar waarvan ik nog niet eerder iets las.  Veertien romans schreef hij tot dusver, en vaak gaat het daarin om morele dilemma's. Zo ook in zijn nieuwe roman 'Vergeef ons onze zwakheid' : Gijs IJlander brengt de lezer via een oude man met een doodswens, een verpleeghuisarts en een aangespoelde walvis in morele verwarring over leven en dood.
Hij debuteerde in 1988 met De kapper (bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs en de Anton Wachterprijs). Voor Twee harten op een schotel (1998) ontving hij de Bordewijkprijs. In 2008 verschenen bij Uitgeverij Cossee de roman Geen zee maar water en een heruitgave van De aanstoot. Zijn meest recente roman was Wildzang (2010). En nu dus Vergeef ons onze zwakheid. De kennismaking viel niet tegen: ik heb dus nog wat tegoed!

Samenvatting

Sybrand Staring heeft zich strikt aan de regels gehouden en zorgvuldig gehandeld. De dood op verzoek van de oude heer Mos is zonder problemen verlopen. Toch komt zorginstelling De Uiver onder vuur te liggen wanneer de dochter van Mos, woonachtig in Amerika, de verpleeghuisarts wil laten vervolgen wegens moord.
Trek de stekker uit de telefoon, zorg dat je voorlopig incommunicado bent,’ is het advies van zijn baas. Maar de pers heeft er al lucht van gekregen en Sybrand wordt meedogenloos opgejaagd.
Hij vlucht naar zijn huisje op een Schots eiland, maar ook daar vindt hij geen rust. Uit het keukenraam ziet hij een aangespoelde walvis op het strand liggen en kan amper geloven hoe de eilanders met het enorme beest omgaan. IJlander beschrijft het langzame sterven van de gigantische potvis in ongeëvenaarde scènes. Met kippenvel zien wij Sybrands verontwaardiging over de nog levend gefileerde reus en begrijpen zijn paniekerige reacties na het sterven van de heer Mos. We constateren – volledig geboeid door het verhaal – hoe moeilijk het soms kan zijn om het goede van het kwade te onderscheiden. Vooral als het om een leven gaat.
Wij zijn geneigd te denken dat wij principiële vragen over leven en dood verstandig en moreel verantwoord tegemoet treden. Maar Gijs IJlanders betoverende roman laat zien hoe een aangespoelde walvis en de doodswens van een oude man ons in uiterste morele verwarring kunnen brengen. (website Cossee).

Leeservaring

"Romans waarin het gaat om morele dilemma's", ik kan niet zeggen dat dat voor mij als een aanbeveling klinkt om een boek te gaan lezen. Niet dat ik niet geïnteresseerd zou zijn in morele dilemma's (juist wel), maar als een boek daarmee aangeprezen wordt, vrees ik voor een saai, betuttelend boek, waarbij de lezer  een bepaalde morele overtuiging krijgt opgedrongen. Niets bleek minder waar! Dit boek van Gijs IJlander doet precies wat van literatuur verwacht mag worden: het zet je  aan het denken over zaken die zo vanzelfsprekend lijken en het verandert je kijk op bepaalde aspecten van het leven voorgoed. En dat allemaal in een emotioneel geladen en spannend verhaal, dat op een aangename manier verteld wordt en boeit van begin tot einde.

Rond het thema euthanasie spelen allerlei (verwante) motieven een rol: leven en dood, verantwoordelijkheid, respect, het geweten, oordelen, dier en mens, vriendschap, status, menselijke waardigheid. Maar ook angst, eenzaamheid en waanzin.

Het grootste deel van het verhaal speelt zich af op een van de Hebriden (Schotland). Het eiland is de perfecte symbolische plek voor deze innerlijke, eenzame strijd. Zonder verwanten, met slechte communicatiemiddelen, als buitenstaander  vaak vijandig  bejegend door de eilandbewoners, gevlucht en toch een gevangene: niet gemakkelijk weg kunnen, maar wel geconfronteerd worden met je geweten en levensvragen.

Het perspectief ligt uitsluitend bij dokter Sybrand Staring. Een keuze die het mogelijk maakt te begrijpen waar zijn verwarring, spijt, gewetensbezwaren vandaan komen en ook zijn reacties daarop.

Als verpleeghuisarts leert hij het echtpaar Mos kennen als mevrouw Mos ziek wordt en ernstig lijdt, maar zich op geen enkele manier door hem wil laten helpen, zelfs niet met pijnbestrijding. Hij kan het maar met moeite aanzien en krijgt de indruk dat ze met haar lijden haar man wil straffen: hij moet het allemaal machteloos aanzien. Ten einde raad pleegt ze zelfmoord en verontschuldigt zich daarvoor in een briefje. De arts vindt het naar dat ze zo moest eindigen, maar probeert zichzelf voor te houden, dat men respect op moet brengen voor de keuze van elk individu in zake leven, dood en lijden.
Hij leert Arend Mos beter kennen, te goed misschien wel. De man vertelt hem over zijn leven: over hoe hij zijn vrouw en dochter nauwelijks zag door zijn werk in Afrika en hoe hij daar een ander gezin had. Hoe hij na zijn definitieve terugkeer uit Afrika voor zijn daar geboren zoon in Nederland woonruimte en een opleiding regelde. Hoe zijn dochter en vrouw het daar heel moeilijk mee hadden. Weer probeert Sybrand geen oordeel te hebben over het leven van de ander en als die ander hem tenslotte om euthanasie vraagt, ziet hij geen reden waarom hij die zou moeten afwijzen. Ook al voelt het niet goed. Hij neemt alle regels in acht, vraagt de man expliciet of hij geen contact op moet nemen met zijn zoon en dochter. Niet nodig, wordt er gezegd. En als alles formeel geregeld is, voert hij de euthanasie uit. Maar dan al voelt hij zich er niet prettig bij.

We leren Sybrand goed kennen, als een gevoelig mens, misschien wel te gevoelig om een goede dokter te kunnen zijn (en dat terwijl we doorgaans de neiging hebben dokters teveel afstandelijkheid te verwijten....). Ook in Schotland komt hij gevoelsmatig in de problemen: daar is de aangespoelde walvis en de respectloze manier waarop daarmee om gegaan wordt. En een zwerfhond die hij beschermt tegen afschot door een schapenboer die zegt dat hij zijn lammeren heeft doodgebeten. Ook al zo'n dilemma: het is het instinct van de hond, mag een mens beslissen dat het leven van zijn dieren belangrijker zijn dan dat van de hond. Hij probeert de hond, die aan hem gehecht lijkt, binnen te houden.
Dan is er de eenzaamheid, de angst ontdekt te worden, een bericht in een Britse krant waarin hij Dr. Death wordt genoemd. Hij krijgt nachtmerries, achtervolgingswanen, verwaarloost zichzelf, drinkt teveel, kortom het gaat niet goed. Dan komt het moment waarop hij beseft dat het zijn geweten is dat hem verwijt, dat hij Mos een gemakkelijke uitweg bood, dat hij zijn dochter niet de kans gegeven heeft haar vader te confronteren met zijn fouten. Daar verandert een vrijspraak en goedkeuring van zijn handelen niets aan. Hij heeft niet goed gehandeld!

"Hij mocht zich aan de regels hebben gehouden- toch klopte er iets niet. Waren de regels niet te beperkt in hun nadruk op zelfbeschikking, zonder veel rekening met de omgeving te houden? Steeds meer kreeg hij het gevoel Arend Mos te hebben geholpen bij het ontlopen van zijn verantwoordelijkheid. Hij kon de beschuldiging van de boze dochter niet van zich af zetten."

Zijn vrouw (die thuis was gebleven) weet hem uiteindelijk te overtuigen naar huis te komen.  Daar gaat het niet echt beter. Hij blijft thuis met ziekteverlof, blijft piekeren, voelt niets voor een "verzoeningsgesprek" met de uit Amerika overgekomen dochter, twijfelt ernstig aan zijn geschiktheid als arts. Als hij op uitnodiging van zijn baas naar het verpleegtehuis komt voor een gesprek, raakt alles in een stroomversnelling.

Dit is bij uitstek een boek dat geschikt is als leesclubboek. Niet zozeer vanwege het thema euthanasie op zich, maar juist vanwege ermee verwante zaken. Het oordeel:  "een mens heeft recht op euthanasie, dus is de dokter verplicht dat te doen" , wordt hier o.a. ter discussie gesteld. Wat betekent het voor de dokter als mens? En respect: voor het leven en sterven van mens èn dier, voor de individuele beslissingen inzake lijden en vroegtijdig sterven. Verantwoordelijkheid, betrokkenheid. Kortom: wie een spannend en boeiend boek wil lezen en daarna een enerverende en zinnige discussiebijeenkomst wil meemaken zal over dit boek niet teleurgesteld zijn. Nergens is sprake van de door mij gevreesde betutteling: zelf nadenken over wat Gijs IJlander aandraagt, daar gaat het om!

Een interview over het (schrijven van) dit boek kun je via deze LINK beluisteren.

Gijs IJlander - Vergeef ons onze zwakheid. Amsterdam, Cossee, 2014. E-book, 154 pg.  Als paperback: isbn:  9789059364738.

©JannieTr, mei 2014.

Ik las dit boek als 5/20 voor de Ik lees Nederlands Uitdaging 2014