donderdag 29 januari 2015

Ricus van de Coevering - Noordgeest

Sneeuweieren is een van de beste boeken die ik in de afgelopen zeven jaar heb gelezen. Ik ben dan ook vol verwachting aan de opvolger van dit debuut begonnen: Noordgeest. Maar helaas kon ik er niet echt enthousiast over worden. Ik las het daarom nog een keer en daarna Sneeuweieren (KLIK HIER) nogmaals ter vergelijking. Maar ook dat hielp niet. Verwachtte ik teveel of had het echt  minder kwaliteit dan Sneeuweieren?

Samenvatting

Willem Noordgeest heeft maar één droom: de eer van zijn familie herstellen. Die was rijk in de Gouden Eeuw, maar is in later tijden aan lager wal geraakt. Hij wil een voornaam grachtenpand bewonen en zijn kinderen in staat stellen in grote stijl te leven. Na de dood van zijn vrouw en een carrière op zee brengt Willem uit Afrika de mooie Ghanese Ama mee. Zij zal de verzorging van zijn zoon en dochter op zich nemen. Als Ama op een dag plotsklaps verdwijnt uit het leven van de kinderen komen de spanningen in het gezin tot een climax en raakt Willem de regie volkomen kwijt.
NOORDGEEST is een roman over de verheerlijking van het verleden en het verlangen om over het graf heen te regeren. (Achterflap boek).

Leeservaring

Als het verhaal begint, staat Willem Noordgeest (47 jaar) voor het raam van zijn Amsterdamse grachtenpand en slaat de rondvaartboten gade met toeristen die foto's maken. "Pas als die toeristen thuiskwamen en de foto's goed bekeken, ontdekten ze hem misschien, maar ze zouden niet zien wat hem zo bijzonder maakte". Het zinnetje doet denken aan een andere Amsterdammer: Kees Bakels (uit Kees de jongen van Theo Thijssen): die zich ook voorstelt dat de mensen zullen denken: "daar gaat een bijzondere jongen". (KLIK HIER). Maar waar Kees in al zijn eenvoud, zonder het zelf na te streven, in de loop van het verhaal een heel bijzondere jongen wordt (waar de lezer sympathie voor op kan brengen) blijft Willem Noordgeest een vrij kleurloze hoofdpersoon, met slechts één allesbepalende karaktereigenschap: tomeloze ambitie.

En hier is meteen een aanknopingspunt met Sneeuweieren: ook daar speelt ambitie een rol, maar uiterst subtiel. Dat is een echt psychologische roman, waarin niet vervulde dromen en ambities een rol spelen in de ontwikkeling van het verhaal en inhoud geven aan de karakters en hun onderlinge verhoudingen. In Noordgeest is de onstuitbare ambitie de abstracte hoofdpersoon en vormen de personen in het boek slechts de illustratie van wat ambitie met mensen kan doen, zonder er echte mensen van te maken.

Het verhaal wordt chronologisch verteld, met de nodige korte of langere flashbacks. Willem is een slagerszoon, net als zijn vader en diens vader. Toch is hij een telg uit een rijk voorgeslacht: zijn verre voorvader Ferdinand Janszoon Noordgeest was medeoprichter van de VOC en bewoonde het grachtenpand dat Willem na veel studeren, hard werken en carrière maken uiteindelijk terug in de familie heeft weten te brengen. Zijn vrouw overlijdt jong en hij laat zijn beide kinderen kort daarna achter onder de hoede van zijn moeder om weer te gaan varen. Na een scheepsongeluk belandt hij in Ghana voor herstel. Daar ontmoet hij een jonge Ghanese en neemt haar mee naar huis om voor de kinderen te zorgen. Als zij plotseling verdwijnt, ontstaan er problemen met zijn kinderen, vooral met zijn puberdochter. Ter wille van de plot laat ik het hierbij wat betreft het verloop van het verhaal.

Opvallend is dat hier, net als in Sneeuweieren, Ghana weer een rol speelt. Daar kwam de adoptiefzoon uit Ghana, hier de hulp. In Sneeuweieren speelt vooral de leefomgeving een belangrijke en sfeerbepalende rol in het verhaal (het platteland in de buurt van De Peel).
In dit verhaal sprak de beschrijving van Ghana mij meer aan dan die van Amsterdam: Het rijke grachtenpand als symbool van status, de coffeeshop als symbool van jeugd in de grote stad en de woonboot en de rondvaartboot als typerende elementen. Het blijft toch allemaal meer een decor, dan een wezenlijk onderdeel van het verhaal.

Het perspectief ligt meestal bij Willem. Soms bij Rosa (zijn dochter), minder bij Thomas (zijn zoon) en nooit bij Ama, de Ghanese hulp. Dat betekent dat we eigenlijk alleen Willem een beetje leren kennen via zijn gedachten. Dat zijn nog de beste stukken: als Willem nadenkt over zijn leven. Maar ook dan wordt er teveel uitgelegd, blijft er te weinig mysterie over, wordt vooral het gedrag beschreven en alles naar de ambitieuze gevoelens toegeschreven.
Alle suggestie en mysterie die Sneeuweieren zo bijzonder maakt, is hier ver te zoeken. De spanning die op iedere bladzijde van Sneeuweieren tastbaar is en die tot tweemaal toe naar een zeer verrassende gebeurtenis leidt (waarbij ook nog eens genoeg eigen invulling mogelijk is), kon ik bij Noordgeest niet voelen.
De plot was niet verrassend, de moraal duidelijk: hoogmoed komt voor de val en voor de kinderen: Eind goed, al goed.

De stijl is vrij eenvoudig en feitelijk. De dialogen zijn veel talrijker dan in Sneeuweieren en nogal gekunsteld. Naast het thema van de onbeteugelbare ambitie is de verbinding die gelegd wordt tussen het Nederlandse slavernijverleden en hedendaagse slavernij een goed gevonden diepere verhaallaag. Willem gedraagt zich ten opzichte van Ama niet anders dan zijn voorouders destijds: net zo gewetenloos en zelfzuchtig. Ook al probeert hij het mooier te verkopen en geeft hij de schuld aan zijn genen en de armoedige en gewelddadige opvoeding die hij kreeg.

Sneeuweieren is een strak gecomponeerde, zeer suggestieve, spannende psychologische roman. Die ook na meerdere malen lezen vragen blijft oproepen en tot nadenken aanzet: over wat er nu precies is gebeurd, waarom, en of de drama's die zich afspeelden voorkomen hadden kunnen worden. Wat het betekent een kind uit een andere cultuur op te voeden, wat het met mensen doet, als ze hun ambities en dromen niet uit kunnen laten komen. Het werd een boek zonder hoop aan het einde, maar wel een waar iets uit te leren viel. Het kreeg dan ook niet voor niets de Debutantenprijs in 2007!

Noordgeest daarentegen laat zien wat er gebeurt als mensen ten koste van alles en iedereen hun dromen en ambities wel waar proberen te maken. Al lijkt het einde triest, het boek geeft wel hoop, voor de volgende generatie die haar eigen weg kiest en een ander soort dromen nastreeft, waarbij andere mensen niet gebruikt worden, maar geholpen. Het verhaal is mooi rond met zoon Thomas die als hij de rondvaartboot langs ziet varen de gordijnen sluit. Toch is het allemaal wat simpeler, een echte psychologische roman is het niet geworden.

Maar ik geef de hoop niet op. Noordgeest is best een aardig boek en er zullen genoeg lezers zijn die het met plezier lezen. Het is ook heel moeilijk om zo'n geweldig debuut te evenaren. Daar hebben meer schrijvers moeite mee. Maar dat wil nog niet zeggen dat een volgend boek niet weer meer in de richting van Sneeuweieren komt. Daar wil ik best nog zeven jaar op wachten!

Ricus van de Coevering - Noordgeest. Amsterdam, Van Gennep, 2014. Geb., 208 pg. ISBN: 9789461643124.

Ik las dit boek als 6/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015(KLIK HIER)

©JannieTr, januari 2015. 

zaterdag 24 januari 2015

Lizzy van Leeuwen- De hanenbalken: zelfmoord op het platteland

Er bestaan nog steeds taboes in Nederland. Dat ontdekte Lizzy van Leeuwen toen ze zich afvroeg waarom er in Nederland veel minder dan in andere landen bekend is over zelfmoord onder de agrarische bevolking. Dat is ernstig, want het ziet er naar uit dat de boerenbevolking veel meer slachtoffers telt dan de burgerbevolking: tot 2 maal zoveel. Zolang we de oorzaken daarvan niet kennen, kunnen we ook niets doen om daar verandering in te brengen. Ondanks tegenwerking vanuit agrarische kringen is het haar gelukt onderzoek te doen en een zeer leesbaar boek te schrijven. Een boek dat nergens uit is op sensatie, maar waarin ze alleen probeert te begrijpen wat er speelt en wat er zou moeten gebeuren om aan deze eenzame en trieste gebeurtenissen een halt toe te roepen.

Samenvatting

Dat boeren een grotere kans lopen door eigen hand te overlijden dan anderen is in vele landen aangetoond. Maar Nederland wil het niet weten. Er is geen onderzoek, er zijn geen cijfers. Er is er al geruime tijd reden tot zorg, want het leven van de boer wordt steeds moeilijker. Maar zelfmoord is een groot taboe op het Nederlandse platteland, dus blijft het een verborgen probleem. Lizzy van Leeuwen verdiepte zich in de achtergronden van het taboe, sprak met nabestaanden, hulpverleners en wetenschappers in Nederland en de VS. Ze laat zien dat de hulpverlening in Nederland op schokkende wijze tekortschiet – maar ook dat er op het gebied van preventie veel mogelijk is. De hanenbalken licht de sluier van een onbekend stuk cultuurgeschiedenis en is tegelijkertijd een indringend pleidooi voor meer openheid. (Atlas/Contact).

Leeservaring

Lizzy van Leeuwen is cultureel antropoloog en schrijver. Een cultureel antropoloog bestuurde in het verleden vaak "verre en exotische volkeren". Tegenwoordig is de culturele antropologie veel meer dan de bestudering van 'andersheid'. Ook de eigen cultuur kan bestudeerd worden en nuttige en waardevolle inzichten verschaffen over hoe er binnen bepaalde sectoren omgegaan wordt met een specifiek probleem en hoe andere culturen dat oplossen.

Op 4 januari 2015 kwam Lizzy van Leeuwen bij Wim Brands in VPRO-boeken vertellen over haar boek De hanenbalken. (Uitzending gemist? KLIK HIER) Ondanks haar nervositeit en de korte tijd waarin ze haar verhaal moest doen, intrigeerde het relaas me. Wat bleef hangen waren de opmerkingen over: waarom is zelfmoord onder boeren een taboe, waarom gebeurt het onder boeren vaker dan onder andere beroepsgroepen (ook in andere landen), waarom wordt het in Nederland (letterlijk) doodgezwegen en waarom is er in andere (westerse) landen inmiddels wel aandacht voor en worden er hulpprogramma's ontwikkeld?

Het boek bleek via de bibliotheek te leen, al is er voor heel Zeeland maar 1 exemplaar beschikbaar!! Typerend? Geen idee, wel bleek uit het interview dat L.v.L. vaak niet welkom was om over de problematiek te komen praten en ze kreeg zelfs vijandige reacties, o.a. vanuit Zeeland. In Zeeuws-Vlaanderen kon ze wel een nabestaande vinden, die wilde praten, maar dat is dan ook een Landje Apart.

Voor ik (enigszins) op de inhoud inga, wil ik eerst iets kwijt over de schrijfstijl. Het is niet eenvoudig om een non-fictieboek te schrijven, dat zowel wetenschappelijk aanvaardbaar is, als leesbaar voor een groter publiek. Dat wordt soms schipperen. Het was in dit geval uitermate belangrijk iedereen te bereiken die met de resultaten van haar onderzoek iets zou kunnen doen om deze onwenselijke toestand te verbeteren en om een groter publiek ervoor te interesseren. Ik denk dat het haar prima gelukt is: ik heb het boek met grote belangstelling en interesse gelezen. Nergens werd het taai of saai. Het is helder geschreven en heeft een aantrekkelijke indeling.

Naast de proloog, de epiloog, de verantwoording en een uitgebreide lijst van gebruikte literatuur en bronnen (waaronder de nodige titels van documentaires over het boerenleven) bevat het boek 3 delen:

Deel I: Geschiedenis (met als ondertitel: Het is van alle tijden).
Van de Grieken en de Romeinen, via de Middeleeuwen in Europa, naar de praktijk van de 19e en 20ste eeuw: alleen al het zicht op de mentaliteitsveranderingen geeft houvast voor antwoorden op de vragen uit het boek. Daarbij gaat het vooral om: waarom en wat was de reactie van de omgeving. "Hoe" is maar bijzaak, daar is het boek ook niet voor geschreven. Maar het zijn niet meer dan aanknopingspunten, mogelijke verklaringen. Interessant om te lezen waar deze mentaliteitsverschillen en veranderingen vandaan komen. Een stukje cultuurgeschiedenis!

Deel II: Verhalen (met een onder verdeling in Fictie en non-fictie).
In fictie komen tal van romans voorbij uit de 20ste eeuw. Zowel literatuur (zoals Anton Coolen, Theun de Vries, Felix Timmermans, Maarten 't Hart, en Gerbrand Bakker), als de boeren- of streekromans. Het gaat over de rol die de godsdienst speelt (net als bij andere taboes) in deze laatste soort boeken  en over het feit dat in de orale plattelandsverhalen en straatliederen niet moeilijk werd gedaan over zelfmoord en het dus bepaald geen taboe was.
In non-fictie komen de nabestaanden aan het woord. Het bleek moeilijk mensen te vinden die daartoe bereid waren, sommigen wilden alleen als ze niet meer herkenbaar zouden zijn in het verhaal. Degenen die mee wilden werken stelden unaniem dat ze dat alleen deden omdat er iets moet gebeuren om te voorkomen dat het andere boerengezinnen overkomt. Het zijn trieste, integere verhalen, zonder enige sensatie opgeschreven. Maar wel zeer invoelbaar.

Deel III: Hulp en bijstand (met een onderverdeling In Nederland en In Amerika).
Over Nederland kan ik kort zijn: er wordt weinig of niets aan het probleem gedaan: er zijn geen cijfers (of ze worden onder de pet gehouden), het probleem wordt ontkend of, als het wel erkend wordt, wordt er gebagatelliseerd of naar anderen gewezen voor de oplossing. Alleen kleinschalige initiatieven vanuit de boerenstand zelf geven nog enige hoop.
In Amerika heeft men sinds de jaren 70/80 van de vorige eeuw begrepen hoe belangrijk het welzijn van boeren is: zonder boeren geen eten, zo simpel is het. En dan is het alarmerend als zovelen zich door onduidelijke oorzaken van het leven beroven. Rondgeleid door enkele deskundigen die op de hoogte zijn van wat er allemaal gebeurt op het gebied van preventieve en andere hulpprogramma's, kreeg L.v.L. zoveel initiatieven te zien dat het moeilijk werd dat allemaal op een rijtje te zetten. Hoopgevend lijkt het, maar er was ook frustratie: de Republikeinen en m.n. de Tea-party stellen alles in het werk om deze pogingen onmogelijk te maken. Belangrijke rapporten blijven in de la, hervormingsgezinde wetten worden al jaren tegengehouden, benodigde subsidies worden bevroren.

Toch kan Nederland wel iets met de conclusies, ik wil er één uit halen. Er is in Amerika onderzoek gedaan naar het verband tussen depressies/zelfmoordpogingen en het gebruik van gif in het boerenbedrijf. Sommige gifsoorten (die de boer inademt bij de verwerking of via zijn handen binnenkrijgt als hij behandelde zaden aanraakt bv.) veroorzaken hormoonveranderingen die slaapproblemen en depressies met zich meebrengen. En juist de boeren die voor deze depressies antidepressiva krijgen voorgeschreven lopen een extra risico: het medicijn werkt dan averechts!
In Amerika volgt na elke zelfmoord door een boer een "autopsie". Door achteraf zoveel mogelijk gegevens te verzamelen die kunnen helpen de oorzaak te achterhalen, kunnen die gegevens tevens helpen bij het voorkomen van soortgelijke gevallen in de toekomst. Wie leest wat er allemaal in Amerika gebeurt, gaat geloven dat wij in een achterlijk land leven. De aanwijzingen voor mogelijke oorzaken van deze epidemie zijn zo overweldigend, dat het misdadig is, als hier geen aandacht aan gegeven wordt in dit zgn. "kennisland".

Voor de duidelijkheid: ik kom niet uit een boerenfamilie. Maar ik ben er nu nog meer van overtuigd: het is niet alleen onmenselijk, maar ook levensgevaarlijk om nog langer de problemen van de boerenbevolking te negeren. Maak jezelf niet wijs, dat heel Nederland er zo gezellig uitziet als in Boer zoekt Vrouw. 
Amerika ziet het goed: er zal steeds meer voedsel nodig zijn en waar moeten we dat vandaan halen als er geen boeren meer zijn? Dit boek verdient aandacht, van ons allemaal. En wat je er vervolgens mee doet, is uiteraard je eigen verantwoordelijkheid.

Een hoopvol bericht tot slot: De Boerderij, een van de meest gelezen bladen onder boeren, heeft in een recensie over De hanenbalken van Lizzy van Leeuwen geschreven: 
Helder boek over een groot taboe. Een echte must read, zeker voor mensen in en om de agrarische sector. - De Boerderij


Lizzy van Leeuwen - De hanenbalken: zelfmoord op het platteland. Amsterdam, Atlas Contact, 2014. Paperback, 334 pg., met lit. opg. ISBN: 978-90-450-2512-4.

Voor leesclubs lijkt me dit een prima boek voor een zinvolle en enerverende bijeenkomst, zeker wanneer daar leden van plattelandsorganisaties bij zitten, zoals Vrouwen van Nu. Uit het boek bleek dat àls er al initiatieven ontplooid worden op dit gebied, ze vooral bij vrouwen vandaan komen!

Ik las dit boek als 5/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015(KLIK HIER).  

© JannieTr, januari 2015.

donderdag 15 januari 2015

Maartje Wortel - IJstijd

James Dillard. Wie is James Dillard? Daar heb ik geen eenduidig antwoord op. De buitenkant en zijn omstandigheden vormen geen probleem. Maar al is hij het gehele boek aan het woord en deelt hij al zijn gedachten en gevoelens met de lezer, na de laatste pagina vraag ik me nog steeds af: wie is James Dillard? Zal hij ooit wel iemand zijn?

Samenvatting

James Dillard laat het leven over zich heen komen. Hij woont in hotels, bestelt Franse kazen en dure wijnen en gaat soms met een meisje naar bed. Maar met Marie is het anders. Voor het eerst heeft hij het idee dat er echt iets van hem gevraagd wordt. Tussen James en Marie ontwikkelt zich een uitzonderlijke liefde. Op een klein Zweeds eiland gaat het toch mis: waar James houvast vindt, zakt Marie steeds verder weg in haar zelfverkozen isolement.
Niet veel later krijgt James telefoon. Monica, redacteur van een literaire uitgeverij, heeft een verzoek. Of James een boek wil schrijven. Hij stemt toe, in de hoop eindelijk verlost te worden van zijn verdriet, door opnieuw iemand te worden.
IJstijd is een roman over de liefde, over literatuur en over identiteit. Bepaal jij wie je bent, of word je gedefinieerd door de omstandigheden? (Achterflap Bezige Bij).


Leeservaring

Het schijnt dat James Dillart een personage is uit een eerder boek van Maartje Wortel. Maar aangezien ik nog niet eerder iets van haar las, is dit mijn eerste kennismaking met beiden. En dan is er nog Marie, die via de verhalen van James tot leven zou moeten komen en nog een beetje Monica. Ze blijven allemaal wat vaag en ongrijpbaar voor me. Maar laat ik bij het begin beginnen.

In IJstijd wisselen twee (chronologische vertelde) verhaallijnen elkaar af: het heden en het nabije verleden. Beide worden in de tegenwoordige tijd verteld, alsof dat verleden nog niet echt voorbij is. In het heden maken we kennis met James die in een hotelkamer zit te treuren om zijn verbroken relatie met Marie. Tussen de huidige gebeurtenissen door lezen het gehele relaas over zijn ontmoeting met Marie, het verloop van hun relatie en de afloop ervan. Via flashbacks wordt ook duidelijk hoe de relatie van James (enig kind) met zijn ouders was/is: zeer afstandelijk, terwijl hij zich wel steeds opmerkingen van vader en moeder herinnert en zich die aantrekt. Het contact met zijn vader is zo goed als verbroken, met zijn moeder bestaat het nog uit een enkel telefoontje. Ze betaalt alles voor hem, noemt hem lieverd en knapperd, maar verder moet hij zichzelf maar redden.

Als hij in het heden gebeld wordt door Monica (redacteur bij een uitgeverij) die hem vraagt een boek te schrijven, leeft hij even op, maar het project mislukt en het lijkt er op dat hij weer terug bij af is. Maar toch is er iets veranderd. Wie wil weten wat, moet het verhaal maar lezen.

Arnon Grunberg wordt door velen beschouwd als een groot literair talent. Maar helaas ben ik na één boek (Tirza) afgehaakt. Soms zijn er schrijvers waarbij dat gebeurt: ze worden door een deel van de lezers op handen gedragen en anderen houden niet van hun schrijfstijl. Daarmee wordt geen waardeoordeel uitgesproken, het is gewoon een verschil in smaak. En ik ontdekte al snel, dat ik in de manier van vertellen van Maartje Wortel Grunberg herkende.

De meest vreemde wendingen en onwaarschijnlijke gebeurtenissen in het verhaal kun je lekker absurd of hilarisch noemen. Je kunt er om lachen of juist diep over nadenken, maar ze kunnen je ook storen. Omdat ze op zich wel zouden kunnen en het echte leven ook niet logisch in elkaar zit, zijn ze volkomen legaal in fictie. Maar voor mij is het allemaal teveel van het goede.
Wel kon ik de humor inzien van de satirische manier waarop het literaire wereldje op de hak genomen wordt. Van de uitnodiging om schrijver te worden ("kan iedereen, echte schrijvers zijn dood"), via de boekhandel met boekenclub en een schrijversavond, tot een feestje op de uitgeverij met andere schrijvers en recensenten. En Monica, die uiteindelijk bepaalt waarover geschreven moet worden en hoe, want dat kan natuurlijk niet aan een schrijver overgelaten worden. "Het gaat niet om wat de schrijver wil zeggen, maar om wat de mensen willen lezen".
Ik vind het een pluspunt, dat Maartje Wortel duidelijk wel haar eigen weg gevolgd heeft in dit boek.

Er worden terloops heel wat citaten van andere schrijvers aangehaald en teksten van muziek. Ze zullen allemaal wel bijdragen aan de diepgang die onder de ijsschotsen verborgen moet liggen. Maar ik heb geen moeite meer gedaan daar naar op zoek te gaan. Zowel James als Marie gingen voor mij niet leven. Het bleven vage, tobberige figuren zonder enige richting in hun leven. Ik kon me niet in hen verplaatsen, ik kon niet met ze meevoelen en ik begreep ze ook niet.
 
Ik kwam zeker mooie uitdrukkingen tegen die om overdenking vragen, alleen konden die (voor mij) het verhaal niet redden. Jammer, want ik heb begrepen dat haar korte verhalen wel de moeite waard zijn. Misschien moet ik die nog maar eens proberen.

Maartje Wortel - IJstijd. Amsterdam, De Bezige Bij, 2014. Paperback, 234 pg. ISBN: 978-90-234-8541-4.

Leesclubs die zich aan dit boek willen wagen, hebben wellicht belangstelling voor de bijbehorende discussietips van Boek-delen: Discussietips IJstijd (KLIK HIER)

Ik las dit boek als 4/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015(KLIK HIER).
© JannieTr, januari 2015.



maandag 12 januari 2015

Simone Lenaerts - Zeewater is zout, zeggen ze.


In 2008 las ik voor de Academica Debutantenprijs 2009 Zeewater is zout zeggen ze van Simone Lenaerts en voor mij was het de winnaar. Ze werd uiteindelijk tweede, na Rinus van de Coevering met Sneeuweieren (KLIK HIER), ook een steengoed boek! Maar wel werd ze de winnaar van de Vlaamse debuutprijs 2009 met dit boek!
(De hierbij geplaatste foto van de cover is niet perfect, maar het is wel de originele cover, die mij meer aansprak dan de huidige: want dit boek is anno 2015 nog volop verkrijgbaar!)

De bij dit boek behorende recensie is bij de verandering van provider verloren gegaan en helaas had ik er geen reservekopie van. Alles wat ik zelf nog heb is de beoordeling die ik instuurde. Die luidde als volgt: 

Een Vlaams boek, maar beslist een boek dat ook Nederlanders zal aanspreken. Sterke karaktertekening, uitzonderlijk goed inlevingsvermogen in een kind (Rosa), stilistisch heel goed, goede sfeertekening van zowel de periode waarin het boek speelt, als van de draad van het verhaal: een opgroeiend kind gevangen tussen twee botsende karakters. Een heel gewoon leventje, op een bijzondere manier voor het voetlicht geplaatst.

Voor mij de beste van dit jaar. 

Bij De Leestafel (KLIK HIER) maken ze er al jaren een gewoonte van om alle debuten die jaarlijks ingezonden worden voor de Debutantenprijs te lezen en beoordelen. Gelukkig kreeg ik toestemming om hun recensie, waar ik helemaal achter kan staan, op mijn blog over te nemen. Onderaan vind je een link naar het forum op De Leestafel waar je kunt lezen wat anderen ervan vonden en waar je desgewenst je eigen mening kunt plaatsen.

 "Altijd dat verschrikt opveren. Die schelle wekkerbel. Afzetten. Voeten op de kille vloer. Brrr. De deken over mijn bedwarme schoot trekken. Lampje aan. Het wiebelt op het gebarsten roze marmeren blad van het nachtkastje. Een gelig lichtschijfje. Een halve maan schijnt door het raam. Tegen mijn brillenglazen asemen, de asem wegpoetsen met de punt van het laken. En zij, met haar rug naar mij, verroert zich niet. Slaapt ze? Doet ze alsof? Zoals ze daar ligt, precies een amoebe met een flanellen nachtkleed aan. Och, laat haar, dat ze haar plan trekt.
Au, au. Door die geeuw lijkt mijn kinnebakkes wel uit het gelid geraakt."

Zo begint het boek, na een proloog waarin dochter Rosa aan het woord is en waaruit al gebleken is, dat het niet allemaal even denderend verloopt in het huisgezin. Waar wel, denk je dan, maar als het verhaal begint zit je meteen in een huwelijk, waar de echtelieden tot elkaar veroordeeld lijken te zijn. Van liefde is geen sprake meer, en zelfs kameraadschap is nauwelijks te vinden. Hij, Raymond, aan het woord in bovenstaand stukje, is een harde werker met communistische idealen. Hij discussieert met zijn maten, leest socialistische kranten en probeert thuis tevergeefs de vrede te bewaren. Rika, zijn vrouw, heeft het hoog in haar bol, ze droomt van theedrinken in restaurants, van dansen en plezier maken. Huishoudelijk werk heeft ze nooit geleerd en doet ze niet, ze is een luxe poppetje, en, teleurgesteld in man en huwelijk neemt ze haar toevlucht tot hoofdpijnpoeders en ligt hele dagen in bed.
Er zijn twee kinderen: Rosa, een weetgierig filosofisch ingesteld kind, en een jonger broertje, Jean-Pierre, verwend door zijn moeder. Rosa voelt de spanningen en probeert zonder partij te kiezen een eigen weg te vinden. Ze wonen in Antwerpen, eind jaren vijftig, de jaren van de Koude Oorlog. Het vertelperspectief wisselt steeds: Raymond, Rika en Rosa zijn wisselend aan het woord. Jean-Pierre doet daar niet aan mee.


Als hij 's avonds na een lange dag naar huis gaat:
Raymond: "op vijftig stappen van mijn voordeur steekt het de kop op. Een klem op hart en keel. Nooit van tevoren weten of je haar van voren of van achteren hebt. Omdat ik mijn gezond verstand gebruik, omdat ik de kerk in 't midden probeer te houden. Hoe krijgt een mens het voor elkaar het tij te keren, dat zij denkt: Oei, oei, hij is op komst, ik zal me maar een beetje voegen."
Hierop volgt een soort dialoog tussen hem en zijn vrouw Rika. Hun onuitgesproken gedachten, de reacties op elkaar.
Rika: "Hij is er, je kan er de klok op gelijk zetten. De kille klik van het verspringende slot, de eerste voetstap op de marmeren tegels, witte en zwarte, ruitvormig gelegd. Hij zal zorgvuldig zijn voeten vegen, zo is hij. Onlangs zei ik hem nog: 'zoals jij je voeten veegt, is binnen de kortste keren de hele vloermat kaal, al een geluk dat het echt kokos is.' Je had die blik in dat afgetobde gezicht moeten zien..."

Het is een meesterlijke tekst. Je volgt de feitelijke gebeurtenissen en de gedachten die er bij horen van twee kanten, je proeft de ergernissen, de spanning, de kribbigheid. In dit stukje wordt de toon gezet voor het hele boek.
Het is het verhaal over een mislukt huwelijk, socialistische idealen tegenover katholieke schijnheiligheid. Het is ook het verhaal over de jaren vijftig. De politieke gebeurtenissen klinken door in de persoon van Raymond; de katholieke kleinburgerlijkheid wordt vooral door Rosa verwoord, en bij monde van Rika proeven we de economische veranderingen in de maatschappij.


Door steeds van verteller te wisselen is er een fraaie uitdieping van karakters maar wordt ook het verhaal levendig. Dat doen ook de vele dialogen en een sappig Vlaams taaltje. 


Het wederzijdse onbegrip, de irritaties, ze leiden onontkoombaar naar een climax. Politiek en religie vormen een belangrijk onderdeel van het verhaal, en dat samen met het onvervalste Vlaamse taalgebruik doet onmiskenbaar denken aan Hugo Claus. Ook Marcella Baete zou wel eens invloed gehad kunnen hebben op deze nieuwe schrijfster. Een nieuwe schrijfster in een oude traditie, het levert een prachtige roman op, genieten van begin tot einde, zelfs al ken ik de betekenis van vele Vlaamse woorden niet... blaffeturen? Gardevil? Jappekes?


Hardcover | 415 Pagina's | Uitgeverij De Geus ISBN10: 9044511149 | ISBN13: 9789044511147

© Marjo, juli 2008

Op De Leestafel worden nog twee boeken van Simone Lenaerts besproken. Ik meen uit de recensies te mogen concluderen, dat het daarin (HELAAS) met het "sappige Vlaamse taaltje" afgelopen is. Maar in de ondertitel van dit boek stond dan ook: "de warmte van taal".

© JannieTr, januari 2015

Omdat ik dit boek al in 2008 las, telt het niet mee voor de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015, maar wil ik het hiermee onder de aandacht brengen van andere deelnemers.

zaterdag 10 januari 2015

Esther Gerritsen - Roxy

Rouwen is een machteloze worsteling die voor elk mens en in elke situatie anders ervaren en aangegaan zal worden. Een uniek proces, waar geen regels voor gelden. Esther Gerritsen heeft dat perfect aangevoeld en is er in geslaagd dat op een overrompelende en overtuigende manier onder woorden te brengen. Roxy is een meisje geworden van vlees en bloed dat je het liefst in je armen zou willen nemen om haar te troosten en gerust te stellen. Waarvan ik na twee keer lezen nog geen afscheid kon nemen. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt, maar het schuurt dat je daar geen invloed op hebt na de laatste woorden.....

Samenvatting

Op een avond staan er twee agenten voor de deur. Ze komen Roxy vertellen dat haar man verongelukt is. Zijn auto is aangereden op de vluchtstrook. En alsof dat nog niet erg genoeg is, wordt hij naakt aangetroffen samen met een vriendin. Haar wereld stort in, maar Roxy houdt zich sterk. Ze wil niet dat haar dochtertje Louise de dupe wordt en beschermt haar kind tot het uiterste. Ondertussen raast de woede door haar hoofd. Roxy is een vulkaan die op uitbarsten staat (Flaptekst De Geus).

Leeservaring

Volgens de psychologie van de rouwverwerking zijn er een vijftal fasen te herkennen in de verwerking van rouw. Maar in hoeverre iemand die allemaal doorloopt en welke de overhand hebben en hoe iemand er tenslotte uitkomt (of niet) is puur persoonlijk en hangt van nog veel meer factoren af. Zoals de omstandigheden rond het overlijden, de relatie met de persoon om wie het gaat, de persoonlijkheid en achtergrond van de rouwende zelf en het sociale netwerk. Als we het leven van Roxy bekijken ziet het er allemaal niet erg hoopvol voor haar uit. Naast rouw speelt het thema vluchten een belangrijk rol.

Het verhaal wordt chronologisch verteld en begint bij het moment waarop de agenten aanbellen en haar het nieuws vertellen. Via flashbacks komen we meer te weten over haar achtergrond. Op haar 17de is ze het huis uit gevlucht (een meestal dronken moeder en een vader die vrachtwagenchauffeur was en nooit thuis) en ingetrokken bij de 30 jaar oudere Arthur, filmproducent. Ze hebben samen een dochtertje, Louise, nu 3 jaar, en ze waren 10 jaar bij elkaar. De diepte van hun relatie wordt niet helemaal duidelijk. Blijkbaar heeft Arthur haar als een kind beschermd en alle beslissingen genomen. Zijn assistente Jane (ook van middelbare leeftijd) neemt na de dood van Arthur die rol over, wat Roxy in een dronken bui de woorden ontlokt: Arthur en Jane zijn mijn vader en moeder en Louise is mijn pop. Want Arthur heeft ook voor een oppas voor Louise gezorgd: de jonge studente Feike. Hij liet merken er niet helemaal op te vertrouwen dat Roxy de zorg voor het kind aan kan.

De schok van zijn dood en de paniek hoe nou verder (dit was niet de afspraak, Arthur zou voor haar zorgen) wordt na enkele dagen verhevigd doordat blijkt dat hij niet alleen in de auto zat en dat hij een verhouding had met een stagiaire. Van alles roert zich van binnen, maar Roxy weet er niet mee om te gaan, kan het niet uiten. Woede en schaamte, ontkenning, depressieve gevoelens, opstandigheid, het zoeken naar verdoving in alcohol en mannen: het is een chaos in haar hoofd. Maar ook het gevoel: ik moet sterk zijn voor mijn kind. En de wanhoop niet te weten hoe.

Gelukkig blijkt Jane gaarne bereid alle praktische zaken te regelen. En Feike ontfermt zich zoveel mogelijk over Louise. Vlak voor de begrafenis staan ook haar ouders ineens op de stoep en daarna blijven ze. Het begint Roxy allemaal te benauwen. Al snel is de sfeer vergelijkbaar met toen ze nog thuis woonde. Jane dringt erop aan ze aandacht heeft voor de financiële zaken die geregeld moeten worden. Feike maakt haar verwijten dat ze haar kind niet goed opvoedt. En Roxy ziet nog maar één mogelijkheid om aan de verantwoordelijkheden te ontkomen en haar ouders opnieuw te ontvluchten: ze gaan op vakantie, er even tussen uit. Ze: dat zijn Feike, Jane, Louise en zij.

Maar natuurlijk helpt deze vlucht niet. En i.p.v. de gevoelens van rouw, verdriet en woede toe te laten en er over te praten ontkent Roxy ze en probeert ze te negeren. De sfeer wordt er onderling niet beter op. Tot een dramatische uitbarsting een nieuwe vlucht in gang zet. 

Het is onmogelijk de wurgende opbouw van het verhaal in enkele woorden te vangen. Je herkent wat er met Roxy gebeurt. Louise blijft vragen: "Waar is Papa? Wanneer komt hij terug? Ik mis hem." Ook al zegt iedereen, ook Roxy, steeds: "Hij is dood, hij komt niet meer terug". Maar Roxy begrijpt wel het steeds weer willen horen dat het zo is, omdat het zo ongelooflijk is. In haar hoofd is ze boos op Arthur en scheldt op hem, ze kan niet huilen zegt ze tegen Jane, die wel huilt. Maar ze moet wel huilen om de ouders van de stagiaire die hun enige dochter kwijt zijn. Er begint zich een depressie af te tekenen: ze drinkt teveel, laat zich met allerlei mannen in in de hoop iets te voelen, voelt nergens meer medelijden voor, terwijl ze vroeger zo gevoelig was. Steeds weer probeert ze op te komen voor haar kind, zegt tegen zichzelf dat ze sterk moet zijn voor haar, maar vraagt zich ook af of het kind niet beter af is met Feike. Ze houdt ontzettend veel van Louise en ziet haar als enige reden om nog voor te leven.

Als ze in een museum naar een schilderij kijken, breekt er iets. Plotseling ziet ze het ongeluk voor zich:

"Onverwacht komt Arthurs verwrongen lijf uit het autowrak tevoorschijn, het zachte vlees van zijn buik, billen, de magere benen. Heeft hij pijn gehad? Zeg dat hij geen pijn heeft gehad. Roxy voelt haar armen die hem willen oppakken, beschermen en troosten, maar hoe kan ze zijn lichaam in haar armen nemen als iemand anders hem al vast heeft? 
"Gaat het?" vraagt Feike."

Maar in plaats van te zeggen wat er in haar omgaat zegt ze: "Ik mis de Camaro" (haar auto, waar Arthur op het moment van het ongeluk in reed).
De sleutelpassage van de plot is die met de schapen die voor op het boek staan. Daar kan ik dus niet teveel over zeggen. Typerend is de opmerking:

"Als ze zich als kind verveelde op de lange zondagochtenden, haar moeder sliep nog, liep ze soms door de schapenwei van de buren. Het troostte haar hoe de schapen voor haar opzij gingen, een zeldzaam moment waarop de wereld zich aan haar aanpaste en niet andersom."

Esther Gerritsen schrijft in een stijl die ik zeer waardeer. Er wordt van de lezer meedenken, veronderstellen, begrijpen, invoelen verwacht. Daarom kan het zijn dat iedereen een eigen verklaring vindt voor de handelswijze van Roxy, zelfs voor de afloop van het verhaal. De droge dialogen, vaak kort door de bocht of verhullend wat echt bedoeld wordt, zijn geniaal. De gedoseerde humor in situaties en gesprekken maken dat het verhaal nergens melodramatisch wordt.


Dit is bij uitstek een leesclubboek! Kun je de gevoelens van rouw bij Roxy herkennen, kun je haar gedrag verklaren of is haar houding absurd? Is er een open einde of is duidelijk hoe het afloopt?

De discussietips van Boek-Delen vind je hier: Discussietips Roxy
Het Leesclubdossier van De Geus: KLIK HIER

Esther Gerritsen - Roxy. De Geus, 2014. Geb. als Colibri-boek, 285 pg. isbn: 978-94-6237-090-6.

Ik las dit boek als 3/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015(KLIK HIER).

© JannieTr, januari 2015.

woensdag 7 januari 2015

Keuzestress, hoe los je dat op? 10 Tips.

Onlangs kreeg ik de vraag van LALAGÉ LEEST hoe ik bepaal welke boeken ik ga lezen. Dat is een begrijpelijke vraag. Er verschijnt elk jaar zoveel moois en er waren daarvoor al zoveel boeken die niet aan de beurt kwamen en dan nog de klassiekers natuurlijk. Waar moet je beginnen?
Iedereen moet daarvoor natuurlijk zijn eigen oplossingen kiezen, maar ik deel graag de mijne. Misschien kun je er wat mee.

1. Dat ik mee doe met Ik Lees Nederlands is niet zo verbazingwekkend: ik las ook daarvoor al voornamelijk oorspronkelijk Nederlandse en Vlaamse literatuur. Het was ten eerste een manier om de hoeveelheid literatuur die ik bij moest houden en waaruit ik zou moeten kiezen, te beperken tot een overzichtelijker geheel. Ten tweede houd ik veel van het Nederlands en gaat er bij de meeste (niet alle) vertalingen veel verloren w.b. de beeldspraak, symboliek en connotatie van woorden. Ten derde kijk ik graag naar de ontwikkelingen binnen ons taalgebied. Debutanten lees ik graag, maar ook klassiekers en non-fictieboeken over aan Nederland gerelateerde onderwerpen.

2. Daarbinnen beperk ik het genre: ik lees geen literaire thrillers of chicklits, maar uitsluitend romans, poëzie en non-fictie, uitgegeven door literaire uitgevers. Wat onder literair verstaan moet worden is een hoofdstuk apart, maar ik ga er maar van uit, dat wat ik zoek bij deze uitgevers te vinden zal zijn.

Uitgeverij Cossee
3. Nu zijn er ook veel uitgevers, maar de ervaring van jaren leert, dat bepaalde uitgevers vaker boeken uitgeven die bij mijn smaak passen dan andere. Van deze uitgevers krijg ik de Nieuwsbrief over e-mail, ik volg ze via Twitter en Facebook en bekijk een paar maal per jaar hun aanbiedingscatalogi. Ik heb geen behoefte aan ongevraagde recensie-exemplaren (want wat ik niet interessant vind, lees ik niet), maar heb met enkele de afspraak dat ik op aanvraag een recensie-exemplaar kan ontvangen. De rest koop ik (tweedehands of nieuw) of leen ik via de bibliotheek: het liefst als papieren boek, maar soms als e-book omdat dat vaak eerder beschikbaar is.

4. Voor Klassiekers bestaat er een mooi boekje, uitgegeven door Waanders en de Koninklijke Bibliotheek (2003) : Het Literatuur boek. Bijna 450 pg., met de hoogtepunten uit de Nederlandse literatuur tussen 1100 en 2003. En ja: er staan ook Vlamingen tussen! De keuzes zijn soms verrassend: ze zijn gemaakt door medewerkers van de KB en het Letterkundig Museum en het zijn niet altijd de meest voor de hand liggend titels. Aanbevolen!

5. Voor Debuten ga ik meestal naar de site van de Debutantenprijs (zie ook: Debutantenprijs blijft bestaan). Daar staan op een bepaald moment alle ingezonden debuten van het jaar op, later de longlist en nog later de shortlist waarover het publiek zich uit mag spreken. Al deze debuten worden ook gelezen en besproken door de LEESTAFEL (onder Nieuwe debutenrecensies). Dat is trouwens een heerlijke site met enorm veel besprekingen van allerlei Nederlandse en vertaalde boeken.

6. En dan telt ook nog het thema of onderwerp: spreekt dat me aan? 

7. Verder kan ik nog kijken op HEBBAN, DIZZIE, DE BOEKENSALON e.d. waar het wemelt van de lezersrecensies. Of de aankondigingen/besprekingen bekijken in BOEK_DELEN of de BOEKENKRANT (via de site of als abonnement).  De officiële recensiesites (van kranten of bv. Recensieweb, Literatuurplein e.d.) bekijk ik zelden, ik wil eerst mijn eigen mening vormen voor ik die eventueel raadpleeg.

8. Voor de Vlaamse boeken heb ik recentelijk deze site ondekt:  IEDEREEN LEEST.Te vergelijken met bv. Hebban. Een prima uitgangspunt als je niet zo thuis bent in de Vlaamse literatuur.

9. Op zondagmorgen is het vaste prik: VPRO BRANDS met BOEKEN. Een zeer informatief televisieprogramma. Overigens heeft VPRO-boeken ook een prachtig archief en een dagelijks radioprogramma.

10. En last but not least zijn er de blogs van vele collega boekbloggers die enthousiast boeken aanprijzen die ik anders misschien over het hoofd zou zien. Ik volg ze via Bloglovin' of Twitter of Pinterest.

Toch is ook mijn lijst langer dan ik waar kan maken. Ik lees een boek graag zorgvuldig, soms zelfs wel tweemaal als het erg mooi is, voor ik er een leesverslagje van schrijf. Soms vind ik het jammer dat er boeken niet aan de beurt komen, maar als ik voldoende heb kunnen genieten van wat ik wel las, dan is dat niet erg. Dat maakt alleen dat ik zorgvuldig moet kiezen en dat blijft moeilijk!

Succes en heel vooral heel veel leesplezier!

©JannieTr, januari 2015.

dinsdag 6 januari 2015

Debutantenprijs blijft bestaan, dankzij het ANV!

Het ANV heeft het mogelijk gemaakt om de Debutantenprijs te laten voortbestaan. De Debutantenprijs is een initiatief van DordtLiterair.

In het jaar waarin sommige van ons (boekbloggers) besloten hebben de Vlaamse literatuur meer aandacht te gaan geven worden we verrast met een verheugend persbericht. Na de schok dat de al 20-jarige Debutantenprijs een probleem had omdat de laatste sponsor zich terugtrok, werd onlangs onderstaand persbericht de wereld ingestuurd.

Ik heb hier heel blij mee en heb me weer aangemeld voor de Kernjury. (Uit onvrede over bepaalde zaken bij de vorige sponsor was ik daar na jaren mee gestopt). Binnenkort zal ik daar meer aandacht aangeven, want het is wellicht ook iets voor meer van de deelnemers aan de Ik Lees Nederlands uitdaging van 2015(KLIK HIER).


Wat is het ANV?

Op de website (KLIK HIER) staat o.a. het volgende:

Het ANV staat sinds 1895 voor de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen. 
Missie
Het ANV wil de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen op elk gebied bevorderen.
Doelstellingen
- De handhaving en de ontplooiing van de Nederlandse taal- en cultuurgemeenschap waar ook ter wereld
- de bevordering van de culturele integratie van Nederland en Vlaanderen
- het onderhouden van de verbindingen met de verwante taal, het Afrikaans, en met de daarmee verbonden cultuurgemeenschappen.


Hier het verheugende persbericht:

Het ANV heeft het mogelijk gemaakt om de Debutantenprijs te laten voortbestaan. De Debutantenprijs is een initiatief van DordtLiterair.
De prijs kent een rijke historie. In 1995 werd de toenmalige Dordtse Debutantenprijs voor het eerst toegekend aan Anna Enquist voor haar roman Het meesterstuk. De prijs, toen 9999 gulden, was een initiatief van de literaire stichting Perspektief (nu: DordtLiterair) en de gemeente Dordrecht, die de financiën beschikbaar stelde. Het bijzondere en unieke aan de prijs was én is dat het zowel een vakjury- als een publieksprijs is: een vakjury nomineert uit de Nederlandse en Vlaamse prozadebuten van een jaar eerst een longlist en daarna een shortlist van drie titels die door lezers in Nederland en Vlaanderen beoordeeld worden. De gezamenlijke oordelen bepalen de uiteindelijke winnaar.
Na het wegvallen van de gemeente Dordrecht als financieel ondersteuner nam Academica in 2008 het sponsorschap op zich. De geldprijs werd verhoogd naar € 10.000,- voor de winnaar en er kwam een aanmoedigingsprijs voor de overige twee debutanten.

In iets afgeslankte vorm wordt de prijs voor de winnaar dit jaar 7500 euro.

Winnaars van de prijs in het verleden waren bijvoorbeeld Erwin Mortier (2000) met Marcel, Gerbrand Bakker (2006) met Boven is het stil, Marieke van der Pol (2007-2008) met Bruidsvlucht, Ricus van de Coevering (2009) met Sneeuweieren, Ellen Heijmerikx (2010) met Blinde wereld, Erik Menkveld (2012) met Het grote zwijgen, Shira Keller (2013) met M. en dit jaar Hannah van Wieringen met De kermis van Gravezuid.

Bijzonder is dat in de geschiedenis van de prijs deze net zo vaak een vrouw als een man als winnaar had. Wellicht is dit te verklaren uit het feit dat de beoordelende lezers, gelijk het overgrote deel van het lezerspubliek, voor een belangrijk deel vrouw zijn.

Meer informatie op: www.dordtliterair.nl

Bron: persbericht ANV 



© JannieTr, januari 2015.

maandag 5 januari 2015

Niet alleen voor Leesclubs: Boek-delen

Boek-delen ("tijdschrift voor lezers en leeskringen") is aan haar 15de jaargang begonnen. In het colofon staat te lezen: Boek-delen is een tijdschrift voor iedereen met een levendige belangstelling voor literatuur, met specifieke aandacht voor het lezen in leeskringen. Verantwoordelijk voor de inhoud is de NBD ( Nederlandse Bibliotheek Dienst) Biblion. De discussietips die ze verzorgen zijn ook voor niet-abonnees gratis beschikbaar.

In de loop van deze 15 jaar is er het een en ander veranderd aan de inhoud. Daartoe worden de wensen van de abonnees regelmatig gepeild. Maar ook ontwikkelingen op lees- en leesclubgebied worden in de gaten gehouden. Zo gaat de inleiding van het jongste nummer over Slow-reading. Een stukje daaruit:

"Een belangrijke motivatie voor deelnemers aan de "Slow Reading Clubs" is dat zij bij zichzelf constateerden dat ze niet meer de concentratie konden opbrengen om een boek te lezen. Dat is een vaardigheid die onderhouden moet worden. Leden van leesclubs hoeven zich waarschijnlijk niet al te veel zorgen te maken op dit punt: hun verlangen om te lezen zal er voor zorgen dat zij zichzelf nog wel de tijd gunnen daarvoor (en, naar mijn idee, ook wel moeten nemen om zinvol met elkaar over een boek te kunnen praten). Maar ook een te groot leesverlangen kan het genot in de weg staan: er zullen altijd meer titels op het "to-do-lijstje" van een boekenliefhebber staan dan er in alle rust genoten kunnen worden. Kies bewust dus, als het om boeken gaat. Beter één boek in de hand, dan tien in "the Cloud".

Herkenbaar? Het is een van de redenen waarom ik op enig moment besloot me voornamelijk te beperken tot oorspronkelijk Nederlands (incl. Vlaams). In Boek-delen komen ook vertaalde boeken aan bod, maar het merendeel gaat over boeken van Nederlandse en Vlaamse auteurs.

Wat staat er zoal in?

In het laatste nummer van Boek-delen (dec. 2014): Een interview met Amy Bloom gevolgd door de analyse van Wij geluksvogels. Met daarbij discussietips voor een bespreking. Uiteraard zijn die ook goed te gebruiken voor individuele lezers, die meer uit hun boek willen halen.

In de rubriek Nieuwe namen aandacht voor Nina Weijers - De consequenties en in Van alle tijden komt Francoise Sagan aan de beurt met haar Bonjour tristesse.
Recensies zijn er over Monte Carlo van Peter Terrin, Gebed voor de vermisten van Jennifer Clement, Tijgers in de nacht van Fiona McFarlane en Bodemdrang van Laura van der Haar (poëzie).

Er zijn discussietips gemaakt voor: Anna Enquist - Kwartet, Ida Simons - Een dwaze maagd, Wessel te Gussinklo - Zeer helder licht, Nina Polak - Wij zullen niet te pletter slaan, Siri Hustvedt - De vlammende wereld, Thomas van Aalten - Leeuwenstrijd.
In Literair landschap wordt de plek beschreven waar Karin Blixen (Out of Africa) werd geboren en begraven en waar een museum aan haar leven en werk gewijd is. Literair wandelen beschrijft een route door Schiedam.

Het Dossier tenslotte gaat over Gijs IJlander: eerst zijn biografie en aandacht voor al zijn werken. Daarna een ananlyse van Vergeef ons onze zwakheid en discussietips bij de bespreking van dit boek (in totaal 6 pagina's).

Het blad verschijnt 4 keer per jaar. Je kunt er een abonnement op nemen (een voor de hele club of tegen gereduceerd tarief meerdere exemplaren), maar het is ook in te zien in de bibliotheek. Vaak kun je de oudere nummers ook lenen.

Is dat alles?

Nee, wie www.boek-delen.nl in tikt, wordt automatisch doorgesluisd naar deboekensalon.nl. Daar vind je allereerst alle informatie over Boek-delen. De Lezersservice is voor abonnees (je kunt o.a. romananalyses en auteursportretten bestellen). Maar de overige zaken zijn toegankelijk voor iedereen. Zoals het uitgebreide archief met discussietips (KLIK HIER) bij vele boeken. Het komende jaar zal ik proberen (indien beschikbaar) de link naar deze tips op te nemen aan het eind van mijn boekbesprekingen.

Hebban, Dizzy, Boekensalon?

En dan kan iedereen zich ook nog registreren bij de Boekensalon, vergelijkbaar met Hebban of Dizzy. Deze bestond al veel eerder, maar ik ben bang dat de functionaliteiten inmiddels ingehaald zijn door nieuwere sites.... Maar smaken verschillen, ieder zal zo zijn eigen voorkeuren hebben. Ook hiervoor hoef je geen abonnement te hebben op Boek-delen.
Op de homepage staan ook nog een aantal links naar nieuwe titels, de literaire agenda, winacties, ken uw klassiekers. Misschien toch eens even neuzen?

© JannieTr, januari 2015