zondag 27 april 2014

Johanna Spaey - Vlucht


April 2014 - waardering: 7,5.

Inleiding

De Groote Oorlog, zo noemen Vlamingen de wereldoorlog van 1914-1918. Deze naam geeft al aan hoe groot de impact daarvan in België geweest is en het is begrijpelijk dat in de aanloop naar de 100-jarige herdenking daarvan veel boeken verschijnen met  deze oorlog als thema.
 Maar Johanna Spaey (Leuven, 1966) is al langer gefascineerd door WO I: ze debuteerde in 2005 met ‘Dood van een soldaat’, een literaire thriller over WO I waarmee ze de Nederlandse Gouden Strop en de Vlaamse Hercule Poirotprijs won.  In 2007 verscheen ‘Vlucht’. Ook deze psychologische roman speelt zich af tijdens en na WO I, maar nu zowel in Vlaanderen, als in het neutrale Nederland. In 2010 verscheen: De eenzaamheid van het Westen, waarin dit keer de naoorlogse slagvelden van WO I in Vlaanderen een rol spelen.
Voor meer informatie over Johanna Spaey , haar boeken en andere teksten, en de achtergronden van WO I  kun je terecht op haar site: Johanna Spaey (link)

Samenvatting

Voor Marieke is 1914 een dood jaar, ook al staat de wereld in brand. Na de inval van de Duitsers in Leuven, vlucht ze naar Nederland nadat haar ouders en kinderen voor haar ogen werden vermoord. Ze is niet de enige Belg die de grens over wil, maar haar vlucht brengt geen troost of opluchting. Ze stapt bijna letterlijk een nieuwe oorlog binnen als ze werk vindt in een hotel in Oosterhout, eigendom van een weduwe met drie kinderen. Marieke is ‘onwelvoeglijk’. Ze denkt met haar lijf en hoopt dat mannen haar dode kinderen uit haar hoofd zullen verjagen. Uiteindelijk wordt ze verbannen naar een vluchtelingenkamp.
Sybille, de dochter des huizes, ontdekt intussen dat haar liefde voor een gevluchte Belgische officier, geen kant op kan. Loopgravenliefde. Het duurt tot lang na de oorlog, wanneer zij op haar beurt naar Leuven reist, voor ze grip krijgt op de pijn die haar passie heeft veroorzaakt.
Vlucht speelt zich af in de schaduw van de Groote Oorlog en brengt het verhaal van een andere oorlog, dat van vluchtelingen in een land dat hen eerst met open armen ontvangt, maar dat daarna steeds minder gastvrij wordt.
De vijand heeft er een gezicht, maar liefde moet anoniem blijven.(Achterflap).

Leeservaring

Het boek stond al een poos in de kast. Ik had er een dubbel gevoel over: Oorlogsverhalen lees ik niet graag, maar aan de ander kant werd hier een thema aangeroerd waar ik wel in geïnteresseerd ben: de vluchtelingenproblematiek van WO I. Een groot deel van mijn jeugd woonde ik in Amersfoort, vlakbij het zgn. Belgenmonument. We speelden er 's zomers vaak, sleden van de heuvel af in de winter en kwamen luisteren naar het carillon, als de leerling-beiaardiers erop oefenden. Maar ik was toen te jong om te beseffen waar het voor staat.


Nu weet ik dat het door België geschonken is aan Nederland als dankbetuiging voor de internering van gevluchte militairen en hun gezinnen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het is in omvang het grootste monument van Nederland. Later ben ik er nog eens terug geweest, nadat het gebouw uit 1919 in 2000 (opnieuw) gerestaureerd was en weer zichtbaar gemaakt vanaf de weg, hoog op de Amersfoortse Berg. Ook de lager gelegen muur, met indrukwekkende beeldhouwwerken, en de omringende tuin zijn in oude luister hersteld.

 
Na de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog waren de uiterst gespannen verhoudingen tussen Nederland en België er de oorzaak van  dat pas op 22 november 1938 een officiële plechtigheid plaats vond. Koningin Wilhelmina en Koning Leopold III onthulden toen gezamenlijk een gedenkplaat. Wie er meer over wil weten, kan het nalezen op Wikipedia (link).


 Maar nu het boek. Om met het genre te beginnen: het is in de eerste plaats een psychologische roman, met de oorlog als achtergrond. De gruwelijke gebeurtenissen die beschreven worden op de eerste 10 bladzijden bepalen het verloop van het leven van de hoofdpersonen. Het trauma van Marieke, de opvang van vluchtelingen en soldaten, de interneringskampen, de mobilisatie van Nederlandse soldaten, de vergeefse verliefdheid van Sybille op een Belgische officier: het is allemaal het gevolg van WO I, maar strijd wordt er niet meer geleverd in de rest van het boek, of het moest de innerlijke en de onderlinge strijd zijn die beide vrouwen moeten leveren om zich staande te houden. Hoewel de schrijfster zich vooraf goed gedocumenteerd heeft en er tal van historische feiten in verwerkt zijn, is het pas op de tweede plaats een historische roman:  de uitwerking van het thema zou zo overgeplaatst kunnen worden naar andere oorlogen, trauma's en vluchtelingenkampen. Waarmee niet gezegd is dat de historische waarde van deze roman er niet zou zijn. Toch zou ik graag nog eens een uitgebreider verhaal lezen over de ervaringen van opgevangen Vlamingen in Nederland in deze periode. Als iemand zo'n boek kent, verneem ik graag de titel!

De structuur is helder. Er zijn 4 delen, met elk een andere ik-persoon die het woord voert. Ze sluiten vrijwel chronologisch op elkaar aan binnen het verhaal; daarnaast zijn er af en toe flashbacks ter verduidelijking of als herinneringen zich opdringen. Elk deel wordt vooraf gegaan door een of twee citaten die weergeven waar de persoon in dat deel mee worstelt.
Het eerste deel gaat over een jonge Duitse soldaat; zijn gemoedstoestand als hij Leuven binnenkomt, bepaalt mede het lot van de familie van Marieke. In enkele bladzijden wordt zijn korte leven geschetst. Hij vertelt het terwijl hij al gestorven is.
Daarna het drama dat Marieke overkomt: haar ouders worden doodgeschoten en ook haar tweeling, peuters nog. Door zich dood te houden overleeft ze. Maar ze blijft zich haar levenlang (ten onrechte) schuldig voelen voor de dood van haar kinderen, die haar achtervolgen in haar dromen en ook overdag steeds in haar gedachten zijn. Ze heeft ze niet kunnen begraven. Haar leven in Nederland biedt geen troost en al eindigt haar deel van het verhaal op het oog "gelukkig" , van binnen ettert het schuldgevoel voort en blijft zijn tol eisen.
Ook uitgebreid aan het woord komt Sybille, de dochter van de weduwe die het hotel drijft waar Marieke aanvankelijk ondergebracht wordt en waar ze een poos werkt. Het is een uiterst kuis en ingetogen meisje, in tegenstelling tot Marieke die zich aan elke man geeft om haar verdriet te kunnen bezweren. Ook aan de Belgische officier Leon die in het hotel verblijft en waarop Sybille verliefd wordt. Ze zorgt er samen met haar moeder voor dat Marieke opgenomen wordt in een kamp in Nunspeet voor "onwelvoeglijke" vrouwen.  Haar verhaal begint met de dag dat ze uit het klooster vertrekt waar ze ingetreden was aan het einde van de oorlog toen bleek dat Leon plotseling vertrokken was en zij wist dat ze niet op zijn liefde hoefde te hopen. Ze gaat naar Leuven om hem alsnog te zoeken, maar vindt hem niet.
Het korte, laatste deel is voor Leon. Ook hij vertelt zijn verhaal vanaf "gene zijde" net als de jonge soldaat, na zijn dood dus.

Vooral de karaktertekening van Marieke is compleet: geregelde interne monologen zorgen voor een beter begrip van wat er in haar omgaat. Voor Sybille is dat iets minder, maar genoeg om ook met haar strijd een beetje mee te kunnen voelen. De mannen blijven vrij vaag, maar spelen in het verhaal eigenlijk ook een bijrol. Dat geldt ook voor de broer van Sybille, Victor, waar Marieke uiteindelijk mee trouwt.

De namen zijn waarschijnlijk niet willekeurig gekozen. Marieke doet denken aan het verhaal van Marieke van Nimweghen (link), het meisje dat met de duivel in zonde leefde. Maar de betekenis/oorsprong van de naam is ook bitter/bedroefd en zee. Uiteraard is Marieke bitter en bedroefd, maar in het verhaal wordt ze ook meegnomen voor het eerst van haar leven naar zee.
Sybille = Reeds in de 14e eeuw stelt men zich de Sibyllen voor als een rei van 12 door God geïnspireerde vrouwen. Vaak werden ze afgebeeld op kerkdeuren, aangezien ze als heidense profetessen de Kerk voorspellingen deden, maar er niet binnenkwamen. Deze verklaring staat op de site van het Meertens instituut. Dat zou mooi kloppen met de zgn. kloosterzuster, want ze heeft zich nooit echt overtuigd non gevoeld. Zelf geeft ze echter een andere verklaring voor haar naam.
Victor = overwinnaar. Victor is het uiteindelijk die door zijn behoedzame en tedere manier van optreden en door respect op te brengen voor haar manier om om te gaan met haar verdriet de overwinnaar genoemd kan worden van "de duivel"  die Marieke in zijn greep heeft.
De onbekende Duitse soldaat heeft terecht geen naam: hij is inwisselbaar voor elke andere soldaat. Voor Leon heb ik niet echt een verklaring. Een Vlaamse Leeuw zou ik hem niet willen noemen.

De titel Vlucht geeft goed weer wat het thema van deze roman is: escapisme. Iemand die lijdt aan escapisme trekt zich terug in een "andere wereld", om de echte wereld te vergeten. Voor Marieke zijn het de vele mannen waar ze het bed mee deelt om haar verdriet te vergeten. Voor Sybille is het het klooster, als ze begrijpt dat Leon of een andere man er voor haar niet inzit, omdat ze zich daar te lelijk voor acht. Ook Leon is op de vlucht: eerst voor zijn liefdeloze huwelijk en voor de oorlog. En daarna, als hij merkt dat ook Marieke niet echt van hem houdt en Sybille wel, vlucht hij opnieuw en vlucht uiteindelijk in de dood.
Binnen dit thema zijn de belangrijkste motieven:
- het leed tijdens de Grote Oorlog in Vlaanderen
- liefde en seksualiteit (als middel voor escapisme)
- de behandeling van Vlaamse vluchtelingen, o.a. in interneringskampen
- de vlucht in het klooster (als vorm van escapisme)
- dood en zelfmoord

Johanna Spaey - Vlucht. Breda, De Geus, 2007. Geb., 160 pg., isbn: 978-90-445-0823-9

© JannieTr, april 2014.

Ik las dit boek als 3/20 voor de Ik lees Nederlands uitdaging 2014.

donderdag 24 april 2014

Remco Campert - Te vroeg in het seizoen: autobiografische schetsen



April 2014 - waardering: 7,5. 


Inleiding 

Er zijn een paar schrijvers waarvan ik elke nieuwe titel ongezien bestel bij onze plaatselijke boekhandel, vaak nog voor het boek verschenen is. Een daarvan is Remco Campert. En nog nooit ben ik teleurgesteld, al krijg ik soms iets anders te lezen, dan ik verwachtte. Zo ook dit keer. De titel deed iets anders vermoeden dan een verzameling columns. Maar uiteindelijk bleek vooral de ondertitel wonderwel te kloppen.

In de bundel 'Te vroeg in het seizoen' geeft schrijver Remco Campert het proces van ouder worden weer. Zijn wereld wordt weer klein, net als vroeger, en details worden belangrijker dan ooit. Het heden bestaat voornamelijk nog uit herinneringen, maar hoe betrouwbaar zijn die? Verslaggever Maarten Westerveen van de VPRO zocht hem thuis op om er met hem over te praten. Via de deze link kun je het interview beluisteren. 

Leeservaring 

De in dit boek opgenomen columns verschenen van september 2012 tot januari 2014 wekelijks in de Volkskrant. Omdat ik geen abonnement heb op de Volkskrant waren de meeste stukjes nieuw voor mij. Meestal spelen columns in op de actualiteit en daardoor krijgen ze gebundeld al snel iets gedateerds. Dat ligt in dit boek volkomen anders. Zonder de expliciete verwijzing op de achterzijde van de titelpagina herken je de stukjes nauwelijks als columns. Vandaar dat de ondertitel "autobiografische schetsen" zo goed de lading dekt. Het is aangenaam lezen in deze bundel met herinneringen, beschouwingen, overpeinzingen en dagdromen. De toon is wisselend: melancholisch, vlak of droef, maar ook uitdagend en met soms nauwelijks onderdrukt vilein plezier of  vol zelfspot en droge humor. Dat ze met een tussenpoos van minstens een week geschreven zijn, zorgt vermoedelijk mede voor deze prettige afwisseling.

De titel Te vroeg in het seizoen komt terug in het stukje Fladderen, waarin hij beschrijft hoe hij al associërend van herinnering naar herinnering fladdert. Via een dichtregel van Paul Rodenko komt hij tot de conclusie: "Voor tulpen is het nog te vroeg in het seizoen". Ik zag echter al eerder een verband in De dood als product. Daarin beschrijft hij hoe hij o.a. door een literair tijdschrift wordt gevraagd zijn eigen in memoriam te schrijven, wat hij weigerde: "Ik vond mezelf niet de aangewezen persoon om mijn eindvonnis op schrift te stellen en weigerde. Voor je het weet ga je jezelf serieus nemen". Daarna volgde een glossy die hem op de foto in een doodskist wilde ("Ik leef nog, de glossy is intussen ter ziele") en de EO met De Kist. Ze schreven bij het verzoek dat er haast bij was, omdat er plotseling iemand uitgevallen was. "Dit deed het ergste vermoeden, dood door schrik?"

Om te eindigen met: "And death shall have no dominion", schreef Dylan Thomas. Althans niet zolang ik leef". Met andere woorden: ik ben misschien aan mijn laatste seizoen bezig, maar voorlopig is het nog Te vroeg in het seizoen om op mijn einde vooruit te gaan lopen.

Zoals gezegd: de stukjes bevatten veel herinneringen. Niet chronologisch, maar willekeurig. Aan het eigen leven en de ontwikkeling als mens en schrijver/dichter, over gelezen boeken en gewaardeerde schrijvers en vrienden, aan plaatsen en gelegenheden. Of juist over het ontbreken van herinneringen, als de regels in de notitieboekjes niets meer oproepen of alleen vragen over wanneer, met wie, hoe? Geregeld gaat het ook over het weinig opwindende dagelijkse leven en de beperkingen van de ouderdom, de valkuil van een depressie. En tenslotte over het fenomeen van het schrijven en dichten zelf.

Het is ondoenlijk om hier alle rake zinnen te vermelden die ik tijdens het lezen opschreef. Neem maar van mij aan, dat er genoeg te genieten valt in de bundel. Ik zal er hieronder een aantal citeren. Ervoor staat het stukje waarin ze te vinden zijn. 

Ademen: Ik vermoed dat er heel wat schrijvers zijn, maar laat ik voor mezelf spreken, die in het diepste van hun wezen twijfelen aan het belang van hun schrijverschap. Toch maar doorschrijven, want als je die gedachte echt tot je toelaat dan duurt het niet lang of je adem stokt en er komt geen woord meer uit je.

Roken en drinken: Denkend aan drank zie ik oneindige rijen flessen in mijn leven staan.

Voetbaldroom en poëzie: Ik schrijf graag over het niet-bijzondere, in de hoop het een paar honderd woorden bijzonder te maken.

Bril in bad: De regenjas bleek te weerloos voor de gemene streken van de slachtmaand, een bruut woord dat al genoeg zegt over november. En: Op de radio en televisie wordt geleden aan een overmaat van politiek. Je zou bijna weer naar radiostilte verlangen.

Kalender: Sissend, knallend en gierend kwam het oude jaar tot stilstand. Ik betastte mijn ledematen, gelukkig niets gebroken, stapte uit en hees me, door weer en wind bestookt, aan boord van het volgende jaar. En: De eindejaarskranten, waarin de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, die we juist graag zouden vergeten, omstandig werden opgerakeld.

Writers' block: Schrijven mag dan volgens Cees N. het tegenovergestelde van leven zijn, maar eenmaal dood komt er niets meer van.

Achter het bonsaiboompje en Inhaallezen zijn in zijn geheel mooi om te lezen. Net als:

Herinneringen: Twee passen vooruit en dan weer anderhalve pas terug, zo twijfel ik me door het leven. En: Herinneringen zijn de mest van de kunst. Zolang ze niet vervlogen zijn, kan ik het erover hebben. En: Ik beschik over veel herinneringen. Ze hoeven niet echt te zijn. Als er maar mee te schrijven en te leven valt.

Winterjas: Het is altijd een feest om andere dichters te ontmoeten, al was het alleen maar omdat je niet met elkaar over poëzie hoeft te praten.

Lucebert: Alles gaat voorbij, daar heb ik me bij neergelegd, maar als er een tijd is die ik zou willen terughalen dan is het wel die tijd, toen alles nog beginnen moest, alles nieuw was, de toekomst open. 

Veel herinneringen in deze bundel, veel autobiografische schetsen. Toen zijn dichtbundel Nieuwe herinneringen (link) uitkwam, keek hij ook nog vooruit.
Nu schrijft hij:

Mijn vlucht vooruit in het heden heb ik opgegeven. Mijn heden bestaat nu voornamelijk uit de herinnering. Pogingen om opnieuw te beginnen, met een schone lei als het ware, geef ik op. Mij rest -  en dat is meer dan genoeg - de herinnering aan vroegere hedens, vol gebeurtenissen die soms goed, soms verkeerd uitvielen. Het hoort allemaal bij elkaar. Eerst de herinnering en dan de eeuwigheid. Maar die moet nog even wachten ( in: Koffers pakken).

Het is nog te vroeg in het seizoen. 

Remco Campert - Te vroeg in het seizoen: autobiografische schetsen. Amsterdam, Bezige Bij, 2014. Paperb., 196 pg., isbn: 978 90 234 8621 3 

©JannieTr, april 2014.

Ik las dit boek als 2/20 van de Ik lees Nederlands Uitdaging 2014.




woensdag 16 april 2014

Jan van Mersbergen - De laatste ontsnapping



April 2014 - waardering: 9,0. 
Inleiding 

Nadat ik Jan van Mersbergen bij toeval in begin 2012 ontdekte, heb ik met terugwerkende kracht en met heel veel plezier, al zijn eerder verschenen boeken gelezen. In januari 2013 was ik aan zijn meesterwerk toe: Naar de overkant van de nacht. En toen begon het lange, ongeduldige wachten op de volgende titel.  Zijn dagelijkse blog (link) zorgde gelukkig voor wat afleiding, geschreven in dezelfde, hem typerende stijl: sober en tegelijkertijd, tussen de regels door, aan veel kleine details een volle, vaak ontroerende betekenis gevend.  In februari van dit jaar was het dan eindelijk zover:  De laatste ontsnapping verscheen en een onophoudelijke stroom van lovende recensies kwam op gang. Ik heb ze nog niet gelezen: ik wil eerst zelf bepalen wat ik er van vind. En dat laat zich simpel samenvatten. Opnieuw een bijzonder en ontroerend  verhaal : een echte Van Mersbergen dus. 

Samenvatting 

Jij bent mijn vader, zegt de jongen aan de telefoon. Hij heet Deedee en is tien jaar. Wat betekenen familiebanden als je elkaar nog nooit gezien hebt?  De vader (Ivan) vluchtte ooit voor de dienstplicht uit voormalig Joegoslavië en treedt al jaren op in het nachtleven in Amsterdam met een ontsnappingsact, waarbij hij zich aan een stoel laat vastbinden en vrij moet zien te komen. Na het eerste telefoontje van de tienjarige jongen dringt het nieuws nog niet tot hem door. Neemt iemand hem in de maling? Na het tweede telefoontje ontmoeten ze elkaar. Nu hij de jongen voor het eerst ziet, weet hij het zeker:  Deedee lijkt sprekend op zijn jongere broer, die in Joegoslavië achterbleef en wel ging vechten.

Tijdens een verblijf aan de Zuid-Franse kust, waar de ontsnappingskunstenaar is uitgenodigd om op te treden, wordt duidelijk dat er meer speelt dan alleen de band met zijn zoon. Welke waarde heeft vrijheid als je volledig ongebonden bent? Op welke manier hebben je kinderen jou nodig en op welke manier heb jij je kinderen nodig? (Cossee). 

Leeservaring 

Wat is toch het geheim van Jan van Mersbergen? Hoe komt het dat boeken die zich afspelen in een mannenwereld zonder probleem door zowel mannen als vrouwen gewaardeerd kunnen worden? Dat geldt bv. voor Morgen zijn we in Pamplona(link), De macht van het stuur(link) en Naar de overkant van de nacht(link). Mannenonderwerpen (boksen, auto's), mannenvriendschappen (carnavalskameraden), extreem mannengedrag (kroegen en vrouwen), maar zó beschreven dat het allemaal slechts een levendig decor vormt voor een psychologisch goed onderbouwd verhaal. Een verhaal dat veel meer in zich heeft, dan je op het eerste gezicht vermoedt.

Zoals dat gaat bij een goed boek, moest ik het tweemaal lezen om er optimaal van te kunnen genieten. Het verhaal is zo geraffineerd opgebouwd dat de spanningsboog dwingt tot doorlezen. De subtiele verwijzingen, ontroerende details en de vele onderliggende thema's dreigen daarbij over het hoofd gezien te worden. Dan voelt het beter je maar onder te laten dompelen in het verhaal en pas bij een tweede lezing op die zaken te letten die in een recensie thuishoren.

Om met de structuur te beginnen. Even een term uit de verhaalanalyse:  " in medias res": in het midden van de zaak, de vertelling start zonder duidelijke inleiding of sfeerschepping, terwijl de voorafgaande gebeurtenissen pas later (impliciet of expliciet) uit de doeken worden gedaan. Een vaak gebruikte techniek is het werken met flashbacks om de ontbrekende informatie te onthullen.

Het verhaal begint tijdens het opstijgen van het vliegtuig waarmee de ik-figuur (zonder naam, ik zal hem X noemen), Ivan (de gevluchte Joegoslaaf) en hun beider zoontjes (Ruben en Deedee) naar Zuid-Frankrijk gaan. Verwarrend voor de lezer, die zich meteen van alles afvraagt. Dat geeft al een zekere spanning. Daarna  komen er via flash-backs steeds gedeeltelijke antwoorden, net genoeg om iets te verklaren en tevens de spanning vast te houden. De reis naar Frankrijk en alles wat zich daar afspeelt loopt als een rode draad door het boek. De lezer maakt alles mee terwijl het gebeurt, met in zijn achterhoofd de titel: De laatste ontsnapping. Ondertussen denkt X terug aan wat vooraf ging en daarbinnen komen de verhalen en herinneringen van Ivan die aan X verteld werden: flash-backs in flash-backs. Het klinkt ingewikkelder dan het is: alles loopt soepel in elkaar over en vormt één geheel. Toch is het deze structuur die zorgt voor het vasthouden van de spanning.

De hoofdrolspelers zijn uitsluitend mannen, de vrouwen zijn figuranten en er loopt ook nog een typetje rond: de vader van Elsje. Deedee en Ruben zijn dikke vrienden en echte jongetjes van 10. Knap neergezet en van precies de juiste leeftijd: wie nu nog een band met zijn zoon wil opbouwen zoals dat voor beide mannen geldt, heeft geen tijd te verliezen: het is nu of het is te laat. De moeders spelen nauwelijks een rol: het stoort niet. Zij kunnen hierin niets bijdragen, dit is nu eenmaal een vader-zoon verhaal.

Twee vaders, twee zonen, de verhaallijnen lopen samen op. X is de verteller: over zijn eigen situatie en wat hij weet van Ivan. Het kost veel moeite die informatie naar boven te halen: Ivan wil vooral vergeten. Naar wat hij voelt, moet X vaak gissen. Of hij moet het horen van anderen uit de omgeving van Ivan. X is door de crisis zijn baan kwijt, maakt zich zorgen over de toekomst. De mannen trekken veel met elkaar op. Maar terwijl Ivan zich steeds meer afkeert van zijn leven vol verdovende drank en vrouwen, omdat hij voelt dat hij maar één kans krijgt om alles anders te maken, stort X zich juist heviger in het nachtleven van de Delta, een kroegengebied in Amsterdam, waar Ivan zijn act opvoerde. Tot ook X  begint te voelen dat er meer knaagt, dan alleen zijn werkeloosheid. "Jij bent verliefd op je hypotheek", zegt Ivan.  Dat is raak: geld verdienen was belangrijker dan de omgang met zijn kinderen: wat weet hij van zijn eigen zoon? Die is voor hem bijna net zo vreemd als Deedee nu nog voor Ivan.

In Zuid-Frankrijk volgt een onverwachte apotheose. Ivan zal nog één keer de ontsnappingsact opvoeren, speciaal voor zijn zoon, die dat nog nooit gezien heeft. X zoekt wanhopig toenadering tot een onwillige Ruben. Het blijft spannend tot de laatste pagina.
Wie het boek voor de tweede maal leest, ontdekt prachtige uitspraken, kleine vooruitwijzingen, melancholische passages. En symbolen die het verhaal (en de titel) ondersteunen. Een leuke opdracht voor leesclubs die op te zoeken.

Tenslotte iets over het genre. Uiteraard is het een psychologische roman. Maar het is meer dan dat. Het is een geëngageerde roman. Niet van het ouderwetse, belerende type, maar heel subtiel en onderhuids. Veel thema's krijgen er een plaats in, maar voor mij sprong die van de vluchteling eruit. In een tijd waarin (mede door de "crisis") alle niet-autochtonen  op één hoop gegooid worden, wordt in dit boek op een ontroerende manier beschreven hoe het is om een vluchteling te zijn. Het is een schrijnend portret geworden van iemand die alles wat hem lief was achter gelaten heeft, gekweld wordt door herinneringen en heimwee, door spijt en berouw, om wie hij achter moest laten en niet redden kon. Die zich na 20 jaar nog steeds een vreemdeling voelt en zich aan niemand meer durft te binden en zijn geheugen het zwijgen probeert op te leggen.

Wie dat met zoveel invoelingsvermogen in een spannend verhaal kan vangen, is een groot schrijver!

Jan van Mersbergen - De laatste ontsnapping. Amsterdam, Cossee, 2014. 224 pg. isbn 978 90 5936 4691.

© JannieTr, april 2014.

Ik las dit boek als 1/20 van de Ik lees Nederlands uitdaging 2014.