maandag 29 februari 2016

Laat jij je beïnvloeden door boeken en welke zijn dat?

De vraag die Hendrik-Jan deze week stelde, vraagt om de nodige reflectie (KLIK HIER). Ik heb er nooit zo bij stilgestaan, maar het kan haast niet anders: dat wat we lezen zal ons op de een of andere manier beïnvloeden. Daarbij kan het gaan om een bevestiging van onze overtuigingen of juist om een hele nieuwe kijk op bepaalde zaken of gebeurtenissen.

Om te beginnen moeten we denk ik een onderscheid maken tussen fictie en non-fictie. Bij fictie kies ik heel bewust voor boeken die me aanspreken omdat ze aansluiten bij mijn belevingswereld en overtuigingen. Psychologische romans hebben daarbij de voorkeur, maar ook sociaal-culturele thema's kunnen me boeien. En al weet ik dan ongeveer wat me te wachten zal staan, ze beïnvloeden toch wel de manier waarop ik naar mensen kijk die het moeilijk hebben (op emotioneel/geestelijk of sociaal gebied). En naar de verhoudingen tussen mensen, nu of vroeger. Maar ik kan niet een bepaalde roman noemen die mij blijvend beïnvloed heeft.

Voor non-fictie geldt bijna hetzelfde: het is haast vanzelfsprekend dat ik ook daar boeken kies die aansluiten bij mijn interesses. Zij beïnvloeden mij in zoverre, dat ik meestal meer te weten kom over onderwerpen die ik al van belang vond. Om een voorbeeld te noemen: Lizzy van Leeuwen - De hanenbalken: over zelfmoord op het platteland (KLIK HIER) waarin overtuigend aangetoond wordt dat er dringend hulp en onderzoek nodig is bij het terugdringen van de zelfmoordgolf onder boeren. Of Marlies Mielekamp - Kazernekind: de geschiedenis van een Moluks gezin in Nederland (KLIK HIER), een geschiedenis die ik al kende, maar waar altijd wel iets aan toe te voegen is. Steeds spelen sociale achtergronden, onrecht en/of persoonlijk leed een rol in de non-fictie die ik lees.

Maar meer dan boeken heeft mijn opleiding aan de Bibliotheekacademie (destijds nog zo genoemd) mijn kijk op het leven beïnvloed. Om over voldoende basiskennis te beschikken om in speciale en  wetenschappelijke bibliotheken aan de slag te kunnen, kregen we oriëntatielessen aangeboden op allerlei gebied. Het was mijn kennismaking met filosofie, psychologie en religieuze en spirituele stromingen. Ik zoog het allemaal op, genoot en uiteindelijk werden het de interessegebieden die ik nooit meer losgelaten heb. Is daarmee Geschiedenis van de filosofie van Hans Joachim Störig één van die boeken? Feit is wel dat later (toen studeren bij de Open Universiteit mogelijkheden bood) filosofie een van mijn lievelingsvakken werd. Psychologie en spiritualiteit komen op een gedeelde tweede plaats. Op dat laatste gebied kan ik misschien nog wel een titel noemen: Seven years in Tibet van Heinrich Harrer. Mijn belangstelling en bewondering voor stromingen als het Boeddhisme vonden daarin hun uitgangspunt.


Samenvattend: de omgeving waarin je opgroeit, je karakter, je scholing, ze beïnvloeden allemaal met welke boeken je in aanraking komt. Voor sommigen zal er een bepaald boek zijn dat een leidraad voor zijn/haar leven gaat vormen, maar voor mij geldt dat de hierboven genoemde zaken meer de keuze voor bepaalde boeken beïnvloedt, dan dat ik door bepaalde boeken blijvend beïnvloed wordt.


© JannieTr, februari 2016.



De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.




zaterdag 27 februari 2016

Hoe maak jij tijd om te kunnen lezen?

Als kind las ik het liefst de hele dag. Helaas werd niet altijd begrepen hoe belangrijk dat voor mij was. Ik werd geregeld beschuldigd van egoïstisch en ongezellig gedrag als ik liever alleen thuis bleef met een boek, dan samen met de rest van het gezin te gaan wandelen. Maar ik bleef een fervente lezer, die zelfs op de middelbare school geen problemen had met de verplichte leeslijst. En omdat ik na het behalen van mijn diploma niet precies wist wat ik worden wilde (studeren was in ons gezin geen optie), kwam al gauw de suggestie op: bibliothecaresse. Eenmaal klaar met de opleiding koos ik mijn werkgevers toch vooral bij de speciale en wetenschappelijke bibliotheken en werd het lezen van literatuur beperkt tot de vrije uurtjes of de treinreis naar en van mijn werk. Geconfronteerd met weinig tijd door een groeiend gezin en een baan schoot het lezen er steeds meer bij in. Pas toen de kinderen groter werden, was er weer ruimte voor (o.a.) literatuurcursussen bij de Open Universiteit en de boeken die daarbij hoorden. Pas na mijn pensioen kwam het lezen van Nederlandse literatuur (en het bloggen erover) weer goed op gang.

Vanwaar deze lange inleiding? Vraag 8 van Hendrik-Jan luidt: Hoe maak jij tijd om te kunnen lezen? (KLIK HIER) Terugkijkend moet ik concluderen dat het afhangt van de levensfase waarin je verkeert, je persoonlijke omstandigheden en welke keuzes daarvoor gemaakt moeten worden.

Maar laat ik uitgaan van mijn huidige omstandigheden. Eigenlijk zou ik veel meer tijd door kunnen brengen met lezen dan ik nu doe. Dat dat er niet van komt, heeft verschillende redenen. Allereerst heb ik teveel hobby's, waar o.a. wandelen en fotograferen bij horen. Musea bezoeken, film, theater: ik doe ook dat graag, liever dan TV kijken. Dan zijn er nog 5 kleindochters (ja, die horen ook bij mijn hobby's!). En genealogie en leergierigheid slokken tenslotte nog veel tijd op, want ik lees eveneens veel via internet of in een non-fictieboek dat niet ter sprake komt in mijn blog.

Mijn tip zou dus eigenlijk moeten luiden: Schaf zoveel mogelijk hobby's af en beperk je interesses, zodat er meer tijd voor lezen is. Maar helaas, dat blijkt voor mij toch wel erg moeilijk, al zal ik eens nadenken over een meer evenwichtige verdeling.

Tenslotte nog een zeer persoonlijke belemmering bij lezen van meer boeken: van elk boek (tenzij ik het echt heel slecht vind) schrijf ik een blogje. Ik begin nooit aan een nieuw boek voordat dat geschreven is. En als dat dus even op zich moet laten wachten (geen tijd of inspiratie), dan ligt een nieuw boek soms een poosje (onnodig) te wachten.

Ik hoop dat er veel tips komen van de andere deelnemers aan #50books: doe daar je voordeel mee, want aan die van mij heb je niet veel. Maar onthoud toch ook: bij het verdelen van je tijd zul je altijd moeten kiezen. Maar kiezen voor lezen is niet per se egoïstisch en ongezellig, als je daarbij ook maar oog hebt voor de behoeftes van wie je dierbaar zijn......

© JannieTr, februari 2016.

De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.

woensdag 17 februari 2016

Renate Dorrestein - Noorderzon

In mijn blog "Schrijvers over schrijven" haalde ik twee boeken van Renate Dorrestein aan: Het geheim van de schrijver (KLIK HIER) en De blokkade (KLIK HIER).  In dat laatste, intrigerende boek gaat ze op zoek naar de oorzaak van haar writer's block. Het is een intiem en persoonlijk verhaal geworden, waarbij een traumatische gebeurtenis van jaren daarvoor een grote rol gespeeld blijkt te hebben. Ze geeft aan dat dat achteraf te zien is in de boeken die ze aanvankelijk schreef. Ze noemde daarbij o.a. Noorderzon. En dat wil ik dan natuurlijk graag zelf ervaren.


Samenvatting

Topaas, een jonge vrouw, wordt getergd door schuldgevoel wanneer een automobiliste het leven laat omdat zij dronken op de fiets zat. Overal waar zij zich vertoont gebeuren er ongelukken, zelfs als ze naar een eiland vlucht. Misschien is een bedevaart de oplossing van haar probleem. Hoewel de situatie steeds benarder wordt, heeft Topaas een goede reden om het eiland niet te verlaten: hier kan ze het door haar gestolen leven afmaken. Alleen, wie zal er ondertussen het hare leiden? (www.renatedorrestein.nl).

Leeservaring

Toen ik het bij de bieb geleende e-book opende, zag ik dat het een herziene versie uit 2013 was naar het origineel uit 1986. Ik heb geen idee of dat betekent dat ze het boek heeft herzien nàdat ze haar conclusies in De blokkade had getrokken. Ik zal op dit moment dus uit moeten gaan van de herziene versie, maar ook die geeft genoeg aanknopingspunten. Daarnaast is R.D.'s derde boek een spannende roman geworden, waarin realiteit, fantasie en absurde avonturen tot een voor de lezer toch aanvaardbaar geheel gesmeed zijn. De samenvatting (hierboven) is wel erg summier gehouden, iets meer over de inhoud is daarom wel op zijn plaats.

Topaas is hoorspelschrijfster en heeft tijdelijk haar dakloze secretaresse in huis genomen. Om weer met zichzelf in het reine te komen, is ze zelf echter met de Noorderzon vertrokken, nadat ze, dronken op de fiets, een ongeluk veroorzaakt heeft, dat Lin Anemoon Savitra het leven gekost heeft. Vanaf haar onderkomen op een vakantie-eiland stuurt ze een bandje naar de achterblijvers (haar minnaar Julius en secretaresse Justine). Maar ondertussen gebeuren er meer ongelukken en krijgt ze het gevoel dat dat door haar komt. Op aanraden van een eilandbewoner besluit ze op bedevaart te gaan naar een nagenoeg van de wereld afgesloten eiland. Voor haar vertrek heeft ze geprobeerd zoveel mogelijk te weten te komen over het leven van de verongelukte vrouw en ze hoopt haar schuld in te lossen door dat leven voor haar te leven.
Eenmaal op het eiland is ze overgeleverd aan de grillen en waanzin van de eilandbewoners. Van wat daar allemaal plaatsvindt, moet iedereen zich zelf een beeld vormen door het te lezen. Ik zal er niet verder over uitweiden. Het zijn haast mythologische verhalen. Er gebeuren de gruwelijkste dingen, maar door de lichtheid en humor waarmee ze verteld worden, wordt het nergens een somber relaas.
Intussen hebben de achterblijvers meer bandjes ontvangen, die hen dusdanig verontrusten, dat ze besluiten haar achterna te reizen. Ze bereiken het eiland, maar het einde is toch nog verrassend.

"En zo te zien trekt mijn zusje in mijn onderbewustzijn nog steeds aan de touwtjes, net zoals ze deed toen ik mijn eerste vijf boeken schreef, waarin ik haar telkens moest redden." (in: De blokkade).
 
R.D. windt er geen doekjes om dat de zelfmoord van haar zusje haar een enorm schuldgevoel gegeven heeft. Ze zag het niet aankomen en vraagt zich af wat ze had moeten doen om het te voorkomen. (Ook haar zusje was met de "Noorderzon" vertrokken.) In dit verhaal komt steeds als motief dezelfde mythe terug, door verschillende mensen verteld, met een verschillend verloop, maar steeds met dezelfde afloop: een meisje stort van een rotsplateau in zee of zeeft weg richting hemel.

Maar nog betekenisvoller is misschien wel hoe Topaas met haar schuldgevoel tracht af te rekenen door haar uiterste best te doen het doel in het leven van de omgekomen automobiliste in haar plaats na te streven. Renate en haar zus droomden er allebei van om schrijfster te worden en bezaten daar ook beiden het talent voor. Zoals R.D. in De blokkade schreef: ze voelde zich niet alleen schuldig omdat ze haar zusje niet had kunnen redden, maar ook over het feit dat zij kon schrijven en succes had. Alsof ze dat haar zus ontnomen had. Later ontdekt ze dat ze haar zusje juist een eer bewijst door hun beider talent te gebruiken.
Wie eerst De blokkade leest en dan dit boek zal, ondanks dat het een herziene versie is, genoeg tegenkomen dat klinkt als Renate Dorrestein die tegen haar eigen demonen strijdt.

Eerder las ik van haar (naast Het geheim van de schrijver en De blokkade):
De leesclub
- Laat me niet alleen
 
Van die laatste heb ik het meest genoten.

Renate Dorrestein - Noorderzon. Amsterdam, Weesperzijde, 2014. E-book, herz. versie uit 2013, 194 pg. ISBN: 9789490647179

© JannieTr, februari 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 11/35.

zondag 14 februari 2016

De magie van poëzie

Misschien slaat de poëzie wel een brug tussen de verhalende kunst en de beeldende kunst. Dat was wat mij als eerste te binnen schoot bij vraag 7 alweer van #50books (KLIK HIER): Wat is de magie van de poëzie? In elk geval een intrigerende vraag die ik even moest laten bezinken voor ik er antwoord op kon geven.

Uiteraard is het toeval dat magie en poëzie in deze vraag rijmen. Als je de ontwikkeling van de dichtkunst bekijkt, dan moet je eigenlijk concluderen dat ze zich in de loop der eeuwen ontwikkeld heeft van verhalende kunst, gebonden aan wetten van o.a. metrum en rijmschema's naar een op zichzelf staande kunstvorm op basis van taal, klank en ritme. Het verhalende element werd steeds meer bijzaak in de poëzie en daarmee een zaak van de verhalende literatuur en toneel. Het gevoel of de gemoedstoestand kreeg een steeds grotere rol.

Wat ik hierboven beschrijf zijn de twee uitersten, zoals wij die nu kennen. Daartussen liggen vele vormen van poëzie die door mij (op verschillende momenten) zeker nog steeds gewaardeerd worden. Dat ik stel dat poëzie een brug slaat tussen verhalende kunst en beeldende kunst komt voort uit het feit, dat de moderne poëzie lang niet altijd eenduidig is. Er wordt een sterk beroep gedaan op onze verbeelding. Net als de moderne schilderkunst tracht zij op abstracte wijze iets over te brengen wat we vaak niet in woorden kunnen vangen. En net zoals we kunnen genieten van een kleurenspel zonder er een diepere betekenis aan toe te kennen, kan ik genieten van klank en ritme. Daarom kan ik me wel iets voorstellen bij de opmerking van Hendrik-Jan (de vragensteller van #50books) dat hij ook gedichten in een taal die hij niet begrijpt kan waarderen. Net zoals muziek kan ontroeren.

Toch beschouw ik hoe je poëzie ervaart en welke dichters aanspreken, als iets heel persoonlijks. Ik kan een eind meegaan met de moderne dichtkunst, maar toch minder ver dan bij de moderne beeldende kunst. Daar kan ik gemakkelijker het idee loslaten dat ik er iets in zou moeten herkennen en begrijpen. De kleuren en vormen roepen soms een gemoedstoestand op, waarbij ik verder niet over nadenk of het de bedoelde emotie is of dat de kunstenaar iets anders in gedachten heeft.

Bij poëzie is dat toch anders. Ik voel het als een tekortkoming als ik geen enkele duiding kan geven aan een gedicht. Een op het eerste gezicht cryptisch gedicht, waar ik na lang overdenken en zoeken (soms ook via besprekingen van anderen), uiteindelijk verbanden en aanwijzingen zie, kan veel voldoening geven. Maar meer in de vorm van: gelukkig, het is opgelost, dan dat ik dat als kunstvorm waardeer.

De grootste magie van poëzie is voor mij dat ze me kan ontroeren of aan het denken zetten door middel van zeer weinig, goedgekozen en welklinkende woorden. Ze biedt een gesublimeerde verbeelding aan van de werkelijkheid zoals we die zelden direct ervaren. Maar daarvoor moet de tekst van het gedicht (eventueel bij nadere beschouwing) wel te begrijpen zijn. Hoe minder tekst, hoe meer eigen invulling, hoe prettiger de ervaring voor mij. (Iets wat ik trouwens ook in de verhalende literatuur waardeer). Als daarbij ook nog voor treffende woorden en klankkleur is gekozen, ben ik helemaal in mijn element.

Misschien een treffend gedicht (vind ik) ter afsluiting?

Enkele andere overwegingen

Hoe zal ik dit uitleggen, dit waarom
wat wij vinden niet is
wat wij zoeken?

Laten we de tijd laten gaan
waarheen hij wil,

en zie dan hoe weiden hun vee vinden,
wouden hun wild, luchten hun vogels,
uitzichten onze ogen

en ach, hoe eenvoud zijn raadsel vindt.

Zo andersom is alles, misschien.
Ik zal dit uitleggen.

Rutger Kopland  (Tot het ons loslaat, 1997)

© JannieTr, februari 2016.

De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.

zaterdag 13 februari 2016

Renate Dorrestein - De blokkade

Twee weken geleden schreef ik over Renate Dorrestein's Het geheim van de schrijver (KLIK HIER) uit 2000. Daarin kwam ook de onverwachte opvolger daarvan ter sprake: De blokkade. In februari 2013 hoorde ik haar erover vertellen in het (helaas inmiddels vervallen) programma Kunststof TV. Gelezen had ik het nog niet en dit leek me een goede gelegenheid om dat toch maar eens te doen. Het bleek geen enkel probleem om het via de e-books van de bibliotheek te downloaden. Na een paar bladzijden wist al wat ik kon verwachten en kon ik een voorlopige conclusie plaatsen in het eerder genoemde blog. Nu hier een uitgebreidere recensie.

Samenvatting

In De blokkade onderzoekt Renate Dorrestein op nietsontziende wijze oorzaken en gevolgen van een writer's block. Na haar lovend ontvangen roman De stiefmoeder is ze al een eind op weg met haar volgende boek, wanneer het misgaat: 'De feiten zijn simpel. Ik, die altijd zo graag schreef, ben iemand geworden die kotsmisselijk wordt bij alleen al de gedachte aan een nieuwe roman [...] Nu ik ontdaan ben van wat altijd mijn bestemming leek, is het haast alsof mijn huid me is afgestroopt.'
Overmand door een gevoel van liefdesverdriet gooit ze een half jaar werk in de prullenbak. Ze licht haar uitgever in dat er geen nieuwe roman gaat komen en besluit haar creatieve blokkade in de ogen te kijken. Een jaar lang wijdt ze zich aan niets anders. Ze ontdekt dat beroemdheden als Hemingway, Nijhoff, Vonnegut, Rachmaninov en Da Vinci er ook mee kampten, maar dat gegeven biedt weinig troost. Want wat houdt een blokkade precies in? En nog belangrijker: hoe kom je ervan af? Ze gaat te rade bij collega-schrijvers (die er liever niet over spreken), een hersenwetenschapper, een psycholoog en een filosoof. In De blokkade doet ze verslag van haar zoektocht, waarmee ze lezers een intieme blik gunt op het ambacht, de angsten én het grote geluk van het schrijverschap (Uitgeverij Podium).


Leeservaring

Uit ervaring weet ik dat schrijven therapeutisch kan zijn. Zoals Renate Dorrestein haar romans schrijft: gewoon ergens beginnen en kijken waar je uitkomt. Bij haar leverde het succesvolle verhalen op, mij bracht het oplossingen voor zaken waar ik al piekerend niet uitkwam. Je gedachten vasthouden, uitbouwen en analyseren door ze op te schrijven, terug te lezen en weer verder te schrijven. En al werkt het in haar romans anders, dit laatste is wat zij uiteindelijk ook deed in De blokkade. 

Gedurende de periode waarin het writer's block zich manifesteerde, hield ze een dagboek bij. Toen de oplossing nabij leek besloot ze deze aantekeningen te gebruiken om het gehele proces dat ze doorgemaakt had te beschrijven. En laat het maar aan Dorrestein over om daar een smakelijk verhaal van te maken. De humor, zelfspot, vileine opmerkingen links en rechts, de serieuze ondertoon, de geweldige metaforen: het is een heerlijk leesbaar boek geworden.

Voorbeelden te over. Over de totaal andere manier waarop buitenlandse critici je werk serieus bespreken:
"De critici thuis hebben niet in de gaten dat schrijvers het begin van de voedselketen vormen en dat zij zelf slechts mee-eters zijn."
 
Over schuldgevoelens:
"Zou het trouwens ook zo kunnen zijn dat je een schuld op je laadt door niet-bestaande mensen ten onder te laten gaan aan hun niet-bestaande problemen?.... De slachtoffers die er vallen, sneven in dienst van het verhaal. Collateral damage. Als je zelfs door je personages aardig gevonden wilt worden, kun je beter niet schrijven." 

Wisselwerking schrijver/lezer: 
"Lezers wekken personages tot leven door ze in hun hart te sluiten, dat is precies wat lezers zo onmisbaar maakt. Zonder hen zou een boek niets anders zijn dan een stapeltje uit houtpulp gewalste vellen, bestrooid met zesentwintig fonetische tekens, zoals Vonnegut altijd zei."

Al dat raadplegen van literatuur, wetenschappers en collega-schrijvers breng haar uiteindelijk bij de oorzaak van haar blokkade. We maken het proces stap voor stap mee en ook de manier waarop ze doorgaans tot haar verhalen kwam komt aan bod. Een mooi inzicht in hoe het schrijfproces bij haar werkte en uiteindelijk weer gaat werken. Aan die werkwijze hoeft niets veranderd te worden!

Wat was er dan aan de hand? De jongere zus van Renate Dorrestein pleegde zelfmoord, na een lange strijd tegen boulimia. De zussen hadden beide de ambitie om schrijfster te worden. Nabestaanden van mensen die een eind aan hun leven maakten, blijven vaak achter met onbegrip, schuldgevoelens en woede. Ook Renate, die vaak als reddende engel optrad, kampt daarmee. Waarom heeft haar zus haar niet gebeld, waarom heeft zij nu succes als schrijfster, mag zij daar wel van genieten? De woede, het onbegrip en het traumatische verdriet dat haar zus achter liet, waren de basis voor Het perpetuum mobile van de liefde (1988). Maar de recensenten hadden meer inzicht verwacht in het zielige achtergrondverhaal van het zusje en zaten niet te wachten op een Renate die met haar woede en onmacht alle aandacht opeiste. Terwijl het haar er eigenlijk om ging te laten zien wat de zelfgekozen dood van een dierbare teweegbrengt bij de achterblijvers. Maar dat lukt haar niet op die manier.

Analyserend concludeert ze dat haar blokkade ontstond toen ze in haar laatste boek door haar Muze een zelfmoord ingeblazen kreeg. De weerzin en de onmacht die ze voelde om de enige roman te gaan schrijven waarvan ze, onbewust,  nog steeds het gevoel had dat die geschreven moest worden veroorzaakte haar writer's block: ze joeg haar Muze weg en wilde niets meer van haar weten. Met die roman zou ze alle potentiële zelfmoordenaars willen waarschuwen voor wat ze veroorzaakten bij de achterblijvers. Maar ze besefte ook, dat het lijden van haar zusje vele malen groter geweest moet zijn dan dat van haar. Na het lezen van haar dagboeken dringt dat besef nog meer door. 

Het einde van dit zeer persoonlijke, gevoelige en bijzondere boek klinkt hoopvol. Met het schrijven van haar boeken bewijst ze al eer aan haar zusje door hun beider talent voor schrijven te benutten. Of die ultieme antizelfmoordroman er ooit komt, weet ze niet. Maar ze staat weer open voor haar Muze, heeft weer zin in schrijven. Als ze ook nog van een oude schoolvriendin van haar zusje een pak brieven krijgt, die een beeld van een vrolijke, blijde puber geven, put ze troost uit het feit, dat er meer dan alleen maar ellende in het leven van haar zus is geweest.

Het boek maakt veel meer indruk dan ik hier kan weergeven. Wie van haar overige boeken houdt, kan eigenlijk niet om dit boek heen. Ze verwijst er naar bij haar zoektocht: 
"Om geslaagde en integere fictie te schrijven moet je je handen vrij hebben. En zo te zien trekt mijn zusje in mijn onderbewustzijn nog steeds aan de touwtjes, net zoals ze deed toen ik mijn eerste vijf boeken schreef, waarin ik haar telkens moest redden. Met gespreide armen blokkeert ze me de toegang tot het schrijven van een genadeloze roman die de wereld van zelfmoord zou verlossen, een project dat ook zó krankzinnig en megalomaan is dat ze waarschijnlijk groot gelijk heeft."

Het intrigeert me en een ervan: Noorderzon, heb inmiddels geleend. Deze voorkennis maakt dat ik dat toch met heel andere ogen lees. 

Renate Dorrestein - De blokkade.  Amsterdam, Uitgeverij Podium, 2013. Pb., 186 pg., ISBN: 9789057595622. 

© JannieTr, februari 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 10/35.

woensdag 10 februari 2016

Alex Boogers - Wanneer de mieren schreeuwen

Zoveel schrijvers, zoveel boeken, dan mis je wel eens wat, zelfs als je je beperkt tot de Nederlandse literatuur. Maar nadat ik De lezer is niet dood van Alex Boogers (KLIK HIER) had gelezen, begreep ik dat ik nog wat in te halen had. Dus meteen maar Wanneer de mieren schreeuwen geleend in de bieb. Ik werd niet teleurgesteld. Toen nog datzelfde weekend het VPRO-programma 24 uur met....Alex Boogers (KLIK HIER) uitgezonden werd, was ik helemaal verkocht. Van deze schrijver wil ik nog veel meer lezen.

Samenvatting

Wanneer de mieren schreeuwen herinnert ons eraan hoe fragiel het leven is, en hoe gebeurtenissen op onvoorspelbare wijze kunnen samenvloeien. Alex Boogers baseerde deze indringende novelle op de tragische dood van de Rotterdamse jongen Sedar Soares. Op 1 februari 2003 verliezen zeven mensen het leven in een spaceshuttle, tijdens een missie die de mensheid iets moet leren over de geheimen van het universum. Op dezelfde dag speelt een jongen met zijn vrienden in de sneeuw op het parkeerdek bij een metrostation. Ook hij zal die dag niet overleven. In Wanneer de mieren schreeuwen krijgt het dertienjarige voetbaltalent Socrates een stem via zijn neef Gabriel. Het is het verhaal van een jongen die eindeloos op straat voetbalt, interesse krijgt in meisjes, en ervan droomt om profvoetballer te worden, net zoals al die andere jongens, tot die ene dag.(Bibliotheek/ebooks). 

Leeservaring

De beide gebeurtenissen waartussen een verband gelegd wordt in dit verhaal, staan me nog helder voor de geest. Je gelooft je ogen niet, als je op tv ziet wat er gebeurt met de spaceshuttle. Maar minstens even verbijsterd was ik door het bericht dat een 13-jarige jongen werd doodgeschoten vanwege een sneeuwbal. Ook dat was moeilijk te geloven en onverteerbaar. Ik ken de plek waar het gebeurde, misschien speelt dat mee, omdat zich dan een film in hoofd af gaat spelen. Dat het op dezelfde dag was, is me niet eerder opgevallen. En net als in het boek kende ik niet de namen van de omgekomen astronauten, maar wel die van Sedar Soares.

In het verhaal wordt Sedar consequent Socrates genoemd. Aanvankelijk dacht ik dat dat was omdat er een enigszins geromantiseerd verhaal was gemaakt van de gebeurtenis. Maar Socrates blijkt Sedars tweede voornaam te zijn: hij is vernoemd naar een bekende Braziliaanse voetballer. Aan het einde van het boek laat Alex Boogers nog weten dat hij veel dank verschuldigd is aan de familie van Sedar voor de hulp en medewerking. Dat maakt duidelijk dat de novelle minder geromantiseerd is, dan ik dacht. 

Het verhaal wordt verteld door een schrijver die een lezing gaat geven aan een groep studenten. Met als strekking: "als je iets wilt bereiken, dan kun je dat ook, als je er maar helemaal voor gaat". Meestal gebruikt hij daar voorbeelden bij van bekende personen (Mohammed Ali of John Irving). Hij zit in de taxi bij Gabriel (de oom van Socrates). Hij voelt aan dat Gabriel op het punt staat hem een verhaal te vertellen en probeert hem de ruimte daarvoor te geven. En dan komt het verhaal waarover Gabriel 10 jaar gezwegen heeft. "U heeft het mis", zei hij. "Je bereikt niet altijd wat je wilt. Sommige botsingen zijn zo groots dat je uit je baan wordt geslingerd, in sommige gevallen voorgoed." De schrijver zegt dat hij luistert, maar de chauffeur zegt: "Vergeet het, niemand luistert". En toch vertelt hij en de schrijver is er zo van onder de indruk, dat hij zijn lezing helemaal omgooit en het verhaal over Socrates aan de studenten vertelt. 

Daarin klinkt de motivatie om het verhaal te schrijven van A.B. zelf door: "Ergens ligt er altijd een verhaal op je te wachten dat je niet zo zeer wilt horen, maar dat je nodig hebt, op de een of andere manier. Het geeft je iets." En een stukje verder, tegen de studenten: "Op dit moment is de geschiedenis van Socrates het enige verhaal dat ik wil vertellen. Ik hoorde over hem onderweg hiernaar toe, en ik krijg hem niet meer uit mijn hoofd. Nu weet ik niet wat ik er mee bereik, of wie ik ermee bereik. Dat is ook niet het belangrijkste, denk ik. Wie weet hoever de echo reikt?"


Hier klinkt voor mij de echo uit De lezer is niet dood. Voor iedereen ligt er ergens een verhaal waarin hij zich thuis voelt, dat hem helpen kan te geloven in de toekomst, hoe uitzichtloos alles ook lijkt.

Het gesprek tussen de twee mannen komt langzaam op gang en wordt tenslotte het verhaal van Gabriel over Socrates. Maar ook over dat van zijn familie, over de Kaapverdiaanse gemeenschap, over voetbaltalentjes, over onrecht, over discriminatie en over moeders die er alles voor over hebben hun kinderen een betere toekomst te geven. Je zou verwachten dat de voorkennis over het lot van Socrates het verhaal minder spannend zou maken. Het tegendeel is waar: de jongen komt meer en meer tot leven in een liefdevol verteld verhaal dat je het liefst zou willen stilzetten vóór het onontkoombare, tragische einde.

Het verhaal van Socrates komt keihard binnen, maar ook de nasleep doet pijn: de dader is bekend, maar kan niet opgepakt worden. "Ik heb nog altijd niet leren haten", zei hij uiteindelijk. "Dat is knap niet? Een herinnering levend houden doe je niet door te haten. Ook niet door iemands naam uit te spreken. Daar is meer voor nodig". Voor Gabriel  en de familie doet het er niet toe wie de dader was en waarom hij schoot. "Ik geef die naam geen inhoud, geen betekenis. Hij zal niet in één adem genoemd worden met de naam Socrates."

Als je er voor open wilt staan en echt wilt leren te luisteren en opmerkzaam te zijn voor dit soort belangrijke verhalen dan kun je zelfs "de mieren horen schreeuwen". Zoals in het verhaal over een boeddhistische monnik dat Gabriels vader hem vertelde.
 
Die overgevoeligheid voor schreeuwen, ik moest er toch even aan denken, toen ik 24 uur met....Alex Boogers zag. Wat een prachtmens!

Alex Boogers - Wanneer de mieren schreeuwen. Amsterdam, Podium, 2013. Pb, 135 pg., isbn: 978-90-5759-612-4.

© JannieTr, februari 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 9/35. 

dinsdag 9 februari 2016

Snellezen: waarom zou je?


Het lijkt wel of heel de wereld bezig is met "challenges". Ook lezers storten zich er massaal op. Moet je voor de lol eens proberen: Google "Reading challenges 2016" en dan "afbeeldingen". Je weet niet wat je overkomt!

Natuurlijk is het goed om jezelf uit te dagen en bij de les te houden, maar als ik lees wat er soms allemaal gedaan wordt om vooral het vastgestelde aantal te halen, dan betreur ik dat zeer. Dat je ook op zoek zou kunnen gaan naar een uitdaging die met de inhoud van boeken te maken heeft, ben ik nog niet tegen gekomen. Maar misschien kent iemand anders die?

Ik beschouw deze #50books challenge (KLIK HIER)  van Hendrik-Jan wel een beetje als een dergelijke uitdaging: een keer per week nadenken en bloggen over zaken die met lezen en boeken te maken hebben. Het houdt je scherp wat betreft je eigen ideeën daarover en je maakt kennis van die van andere lezers en boekenliefhebbers. 

De vraag van deze week was: Hoe snel lees je nu en zou je sneller willen lezen?

Een simpele vraag voor mij en een duidelijk antwoord: hoe snel ik lees hangt af van wat ik lees en waarom, en sneller is voor mij niet nodig, ik kan desgewenst heel snel lezen. Van de krant lees ik in eerste instantie de koppen. Interesseert iets me, dan scan ik de tekst eronder. Daarbij kan ik hele alinea's in een oogopslag beoordelen. Bij sommige stukken vertraag ik om er meer van op te steken. Maar er zijn ook artikelen die ik helemaal op mijn gemak lees omdat ze belangrijk voor me zijn. Ik ben erg te spreken over de samenvatting van de hoofdpunten die onze krant tegenwoordig onder een artikel zet. Zo kan ik sneller beoordelen of alles gelezen moet worden.

Maar als ik een roman lees, dan neem ik daar de tijd voor. Soms is dat moeilijk, als de spanning zo strak opgebouwd wordt dat je snel door wilt lezen. Dan lees ik het boek soms nog een tweede keer om van mooie zinnen, metaforen, stijlfiguren te kunnen genieten of om achteraf na te gaan hoe die spanning werd opgebouwd. En dat is opnieuw genieten, soms zelfs nog meer dan bij de eerste keer lezen. Bij non-fictie gaat het vooral om het begrijpen en onthouden van aangereikte feiten, ook dat vraagt om een ander leestempo. Poëzie is helemaal een verhaal apart. Als je dat gaat snellezen is de bundel binnen een kwartier uit. Maar als je er van wilt genieten, dan is soms één gedicht op een avond genoeg.

Ik vind het jammer dat er blijkbaar steeds meer lezers zijn die het belangrijk vinden zo snel mogelijk een boek uit te hebben. Wat blijft er hangen van die snel gelezen boeken? Of hoeft dat ook niet, is het alleen tijdverdrijf? Misschien lezen ze ook liever een ander soort boeken dan ik.

Het toeval wil dat ik deze week via Twitter dit artikeltje tegenkwam op de site van Onze Taal: 

Snellezen gaat altijd ten koste van tekstbegrip 

Volgens Amerikaanse psychologen gaat snellezen altijd ten koste van tekstbegrip. Er zijn de afgelopen decennia verschillende methoden bedacht om teksten sneller door te nemen, onder andere door meer te 'scannen' dan alles woord voor woord te lezen.
De wetenschappers publiceerden onlangs een overzichtsartikel waarin ze onderzoeken uit de afgelopen jaren op een rij zetten. Volgens hen kleven er aan elke techniek nadelen, waardoor het gedetailleerde tekstbegrip daalt. Snellezen zou vooral nuttig zijn voor teksten die je minder goed hoeft te begrijpen. (Voor het hele artikel: KLIK HIER)

© JannieTr, februari 2016.

De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.




zondag 7 februari 2016

Jan Siebelink - Oscar

Het thema van de Boekenweek 2012 was: Vriendschap en andere ongemakken. Het heeft er alle schijn van dat de korte roman die Siebelink schreef in 2012 bedoeld was daar op in te spelen. Ik herinner me nog dat ik me voornam het boek te lezen toen ik hoorde dat Zeeuws-Vaaanderen in het begin van WO II er een rol in speelde. Het is er toen niet van gekomen. Daarom nu in de herkansing.

Samenvatting

Vlak na de Tweede Wereldoorlog reist Oscar op verzoek van Esmée, de weduwe van zijn vriend Id, samen met haar naar Duinkerken. Het voert hem onherroepelijk terug naar het begin van de oorlog, naar het moment dat hij en Id, jonge leraren nog, werden gemobiliseerd en uitgekozen voor een geheime missie naar Londen. De reis begint in Zeeuws-Vlaanderen, dat zich medio mei 1940 nog niet had overgegeven, maar Oscar en Id komen niet verder dan Duinkerken, waar ze belanden in Duits spervuur. Tijdens de reis met Esmée wordt Oscar gekweld door de vraag of zij vermoedens heeft over de afschuwelijke gebeurtenis die in Duinkerken heeft plaatsgevonden en die zijn leven sindsdien heeft getekend. En hoe zijn haar gevoelens voor hem, nu Id er niet meer is? Jan Siebelink geeft een aangrijpend, ingetogen portret van een vriendschap die eindigde in een tragedie.(Bibliotheeksamenvatting)

Leeservaring

Soms, als je een bijzonder, geslaagd en succesvol boek hebt gelezen van een schrijver, is het logisch dat je niet net zo enthousiast kunt zijn over andere titels van zijn hand. Van Knielen op een bed violen (KLIK HIER) was ik erg onder de indruk, Margaretha (KLIK HIER) was best aardig om te lezen, maar met Oscar heeft Jan Siebelink me teleurgesteld. Tijdens het lezen begon ik me steeds ongemakkelijker te voelen en langzamerhand drong het tot me door, waarom ik destijds geen haast maakte met het lezen ervan: de recensies waren niet zo positief. Nu hecht ik eraan om (meestal) eerst zelf een oordeel te vellen voor ik ze lees en lees ik lang niet altijd wat "men" aanprijst. Maar over een bekend schrijver als Siebelink worden nu eenmaal al snel zoveel recensies geschreven bij elk nieuw boek, dat het bijna onmogelijk was om er niet mee geconfronteerd te worden. Toch begon ik na zoveel jaar blanco aan het boek, maar helaas, ook ik werd er niet door gecharmeerd.

Dat er een aantal anachronismen in het verhaal zitten is voor mij wel het minst belangrijke. Mij viel het meest tegen dat de personages niet levensecht waren. Oscar was aanvankelijk een nogal sullige, introverte man die ingaat op de avances van de jonge lerares Esmée en haar een tijdlang tijd als minnares heeft. Id is een vlotte man die Oscar wat uit zijn schulp lokt en vrienden met hem wordt. Maar waar die vriendschap op berust, wordt niet duidelijk en ook aan het gehalte ervan kun je twijfelen: Id laat hem geregeld op cruciale momenten in de steek en trouwt tenslotte met Esmée nadat die Oscar voor de keus stelt: je vrouw of ik.

Dan wordt het oorlog. Ze krijgen samen een opleiding en om (ook voor hemzelf) duistere reden krijgt Oscar een hogere rang dan zijn vriend en wordt zijn meerdere tijdens de geheime missie naar Londen. En al snel zijn de rollen omgekeerd: Oscar is de zelfverzekerde en nooit bange militair die weet wat de juiste beslissingen zijn en Id verandert in een ziekelijke bangerd die de meest domme en stompzinnige acties uithaalt. Er wordt beweert dat die gedragsveranderingen niet uitzonderlijk zijn in tijden van oorlog, maar op mij kwam ze niet geloofwaardig over.

Over de motieven van Esméé wordt geen duidelijkheid geschept. Vanuit het perspectief van Oscar zien we natuurlijk ook maar een kant van het verhaal. Dat brengt nog wel enige spanning met zich mee, want de lezer vraagt zich af: waarom wil ze per se naar de plek waar haar man stierf, waarom is ze getrouwd met Id, houdt ze nog van Oscar, vermoedt ze iets over de doodsoorzaak van haar man?

Maar echt spannend wordt het niet. Wat er werkelijk gebeurd is, kun je allang van te voren aan voelen komen. Ook al neemt Siebelink driemaal een aanloop. In een stream-of-counsious doorloopt hij de gebeurtenissen en vindt er daarna een verklaring voor om zichzelf gerust te stellen. Daarna spelt hij Esmée een heel ander verhaal op de mouw. En als hij tenslotte denkt dat ze samen nog een toekomst hebben, besluit hij eerlijk te zijn en biecht haar (en daarmee ook zichzelf) op wat er werkelijk gebeurde.

Nee, dit is een Siebelink om maar weer snel te vergeten. Gelukkig blijven er nog genoeg over die beter zullen zijn. 

Jan Siebelink - Oscar. Amsterdam, Bezige Bij, 2012. Geb., 125 pg., isbn: 978-90-2346-734-2.

© JannieTr, februari 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 8/35. 








woensdag 3 februari 2016

Christine Otten - Rafaël, een liefdesgeschiedenis

Atlas Contact hield rond Kerstmis een sympathieke actie: wie een ongewenst cadeau had ontvangen, kon dat opsturen en ruilen voor een boek uit hun fonds. En dus ruilde ik een DVD-box met 3 actiefilms tegen Rafaël van Christine Otten. Het boek stond op mijn leeslijstje, vanwege het verhaal, maar ook omdat ik de omslag zo sprekend vond. Het verhaal sluit mooi aan bij wat er de laatste jaren allemaal te doen is rond vluchtelingen.


Samenvatting

De Brabantse kapster Winny en de Tunesiër Nizar worden verliefd en trouwen. Ze wonen in Tunesië en verwachten een kind. Dan breekt de Jasmijnrevolutie uit en is het oorlog in hun buurt. Winny vertrekt naar Nederland om te bevallen. Intussen sluit Europa de grenzen voor immigranten uit Noord-Afrika. Maar Nizar wil koste wat het kost bij de geboorte van zijn kind zijn en met gevaar voor eigen leven probeert hij via Lampedusa naar het noorden te ontkomen. Rafaël is het waargebeurde verhaal van twee geliefden die er alles voor overhebben om bij elkaar en bij hun kind te zijn. Een spannend en actueel boek over grenzen, dromen, wilskracht - en liefde die regels, landsgrenzen en zelfs gevangenismuren overstijgt. (Achterzijde boek).

Leeservaring

Christine Otten besluit haar boek met de mededeling:

"Rafaël is een roman, gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Winny Methorst en Nizar Khemiri. Zonder hun openhartigheid en vertrouwen zou ik dit boek niet hebben kunnen schrijven."
Maar is dit wel een roman, vroeg ik me af, als alle omstandigheden en zelfs de namen van de betrokkenen overeenkomen met de werkelijkheid? Of is het non-fictie die hier en daar wat aangevuld is met de fantasie van de schrijfster? Voor de beleving tijdens het lezen maakt het niets uit: het is een aangrijpend en spannend verhaal geworden.

Het toeval wil dat, terwijl ik net begonnen was met lezen, deze week de eerste aflevering werd uitgezonden van een documentaire tv-serie onder de titel De Arabische Storm (KLIK HIER). Zo’n vijf jaar na de Arabische Lente reist de Turks-Nederlandse journalist Sinan Can naar het Midden-Oosten voor een drieluik over de nasleep van de revolutie. In de eerste aflevering zien we Can in Tunesië. Voor de jongeren in het land is de situatie niet verbeterd sinds de revolutie; er is nog steeds bijna geen werk. Velen van hen besluiten om te vertrekken en proberen Europa te bereiken. Inmiddels is het land ook nog de grootste buitenlandse leverancier van strijders in Libië en Syrië geworden.
Tel daarbij op de beelden die op de tv verschenen over de mensonterende toestanden op het Italiaanse eiland Lampedusa en je kunt je tijdens het lezen een goed beeld vormen van alle ellende die Nizar tegenkwam tijdens zijn wanhopige tocht naar Nederland om bij de geboorte van zijn zoon te kunnen zijn.

Omdat het boek niet  geheel chronologisch verteld wordt, is het prettig dat in de kantlijn steeds staat aangegeven waar het zich afspeelt. Er zitten veel flash-backs in en ook Rafaël heeft een stem gekregen: zijn gedachten worden cursief weergegeven. Toch is het soms even goed opletten wanneer een hoofdstuk zich precies afspeelt. Verder valt op dat Winny in de ik-vorm spreekt en Nizar in de hij-vorm (ook al zitten we in dat geval toch volledig in zijn hoofd). Ik heb daar niet direct een verklaring voor.

Wie alles om een rijtje zet, komt tot het volgende verhaal:
Nizar is als illegaal (via de zee en Turkije) al voor de revolutie naar het Griekse eiland Kos gevlucht en werkt er in de toeristenindustrie. Daar ontmoet hij Winny. Ook zij is op de vlucht. Na een vervelend verlopen relatie brengt ze een week op Kos door met haar vader om bij te komen. Het bevalt haar zo goed, dat ze niet lang daarna terugkeert om er te blijven en er hetzelfde werk als Nizar te gaan doen. Ze worden verliefd, trouwen en als Winny zwanger is, gaan ze bij Nizar's ouders in Tunesië wonen. Vooral zijn moeder is blij dat hij terug is na zeven jaar: haar beide andere zonen zijn ook al naar Europa vertrokken. Maar dan breekt de Jasmijnrevolutie uit. Nizar vindt het niet langer verantwoord dat Winny in Tunesië blijft . Ze gaat weer naar Nederland en ze gaan er van uit dat hij, als haar echtgenoot een visum zal krijgen om in elk geval bij haar te zijn als de baby wordt geboren. Maar zo simpel is dat niet. Een levensgevaarlijke tocht, gevangenschap, corruptie, illegale acties, het houdt maar niet op. Zelfs al hij een nieuw paspoort en een visum heeft (geregeld door de moeder van Winny en een advocaat) wordt hij nog dwars gezeten in Italië en moet hij alsnog illegaal proberen met de trein in Parijs te komen. Maar hij is op tijd en na een aantal jaar zoeken ze samen met Rafaël zijn ouders op in Tunesië.

Eind goed al goed? Toch niet helemaal. Het eerste deel van het boek, met 3 hoofdstukken, is eigenlijk tevens het (voorlopige) einde van het verhaal: Eerst geeft Rafaël de gesprekken weer die hij hoort, tussen zijn ouders en zijn Tunesische grootouders. Nizar's ouders hebben er verdriet van dat ze hun kinderen niet meer of heel weinig zien. Dan volgen we de wanhopige gedachtestroom van Nizar, die in Nederland slecht slaapt, veel nachtmerries heeft en tekenen van heimwee en depressiviteit vertoont. Maar toch ook zoveel van zijn vrouw en kind houdt, dat hij die niet missen kan. En tenslotte Winny, die wel ziet dat hij het moeilijk heeft, die hard werkt, maar die na alle ellende ook graag een rustig en gelukkig leven zou willen hebben. M.a.w. ze zijn er nog lang niet, hoeveel ze ook van elkaar houden.

Het is triest te beseffen dat dit geen verzonnen verhaal is en dat het allemaal nog veel erger is dan beschreven, zoals de media ons nog dagelijks laten zien. Ik denk dat dit boek heel goed op de leeslijst van middelbare scholieren zou kunnen staan........

Christine Otten - Rafaël, een liefdesgeschiedenis. Amsterdam, Altlas/Contact, 2014. Pb., 222 pg. ISBN: 978-90-254-4251-4.

© JannieTr, februari 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 7/35.