donderdag 31 december 2015

Chris de Stoop - Dit is mijn hof

Op de valreep toch nog een Vlaams boek. Een echt Vlaams boek. Want niet alleen is de auteur een Vlaming, ook de beschreven gebeurtenissen vinden voornamelijk plaats in Vlaanderen: in de streek in het Waasland die grenst aan de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. Hoewel het een zeer persoonlijk boek is geworden, heeft het een veel grotere reikwijdte. Het kreeg in Nederland veel aandacht, maar het verdient het zeker ook in Vlaanderen gelezen te worden.
Chris de Stoop is auteur en journalist. Hij schreef verschillende non-fictie boeken over in België spraakmakende onderwerpen, zoals Ze zijn zo lief meneer over vrouwenhandel. Vijftien jaar geleden trok de Stoop zich al eerder een jaar terug in een polderdorp, Doel, dat moest wijken voor industrie en haven. Hij schreef er zijn boek De bres. "Het is zijn betrokkenheid die De bres tot een meesterwerk maakt", schreef auteur Hans Warren toen.

Samenvatting

De Hedwigepolder, de beroemdste polder van de lage landen, schrijlings op de Zeeuws-Vlaamse grens, moet en zal onder water worden gezet. Deze polder is symbool geworden voor het oude boerenland dat moet wijken voor nieuwe natuurgebieden. Dit raakt de bevolking diep in de ziel.
Schrijver Chris de Stoop, boerenzoon uit de streek, keert terug naar de ouderlijke hoeve, die van de ene op de andere dag leeg is komen te staan. Terwijl hij de boerderij bestiert, ziet hij hoe het landschap om zich heen verandert. Hij is zo iemand die nog in vervoering kan raken van een mooi gevormde koe. Hij kan nog lyrisch worden over een vers geploegde akker. De auteur ziet om naar het boerenleven dat het land maakte tot wat het was, duizend jaar lang. En hij kijkt met verbijstering naar het geradbraakte land dat het geworden is.
Dit is mijn hof is een aangrijpend, persoonlijk relaas over het ellendige verdwijnen van de boeren, iets wat zich nu overal in Europa voordoet, maar nergens zo schrijnend als hier. (Achterzijde kaft).


Leeservaring

Heel Nederland kent de naam van de Hedwigepolder, maar weinigen hebben er iets meer van gezien dan wat luchtbeelden tijdens het journaal. Al wonen wij pas 10 jaar in Zeeuws-Vlaanderen, wij zijn er verschillende malen op bezoek geweest en hebben er rondgewandeld en met eigen ogen kunnen zien, dat dit een prachtige gebied is. Zonde om dat onder water te zetten. En waarvoor? Omdat België ons verplicht de Westerschelde uit te diepen. De natuurschade die dat oplevert, moet gecompenseerd worden door de polder af te graven en onder water te zetten. Hoe krankzinnig de hele toestand is, mag blijken uit het feit, dat er inmiddels langs de Zeeuws-Vlaamse oevers van de Westerschelde damwanden nodig zijn om te voorkomen dat de dijken in de steeds dieper wordende, schurende geulen dreigen te storten. Wordt het niet eens tijd te stoppen met het uitdiepen? Kan Zeebrugge niet beter uitbreiden i.p.v. de Westerschelde nog verder te beschadigen en dat vervolgens weer te compenseren?

Goed, dat was een zijsprongetje. Want hoewel dat achter op het boek staat, gaat het nauwelijks over de Hedwigepolder. Het gaat over de geboortegrond van Chris de Stoop in de aangrenzende polders in het Waasland. En eigenlijk zijn die verhalen daarover nog veel schrijnender en ongelooflijker dan die over de Hedwigepolder.
Chris de Stoop vertelt ons de geschiedenis van zijn hof (zoals een boerderij in deze streken genoemd wordt) en streek, verweven met de levensgebeurtenissen van hemzelf en zijn familieleden. Het is een prettig leesbaar verhaal geworden, waarbij je soms hoofdschuddend constateert hoezeer in België de overheid, de industriëlen en de havenbaronnen, gesteund door de natuurlobby, blijkbaar ongestoord hun gang kunnen gaan. Zo erg is het hier niet. Nog steeds worden er rechtszaken gevoerd en al zal het helaas niet meer terug te draaien zijn, het gaat wel volgens de rechtsregels die we nu eenmaal met elkaar hebben afgesproken. Ruim tien jaar geleden hebben er enkele mensen zitten slapen en daar plukken we nu de wrange vruchten van. Al vraag ik me af wat er gebeurt, als we gewoon weigeren nog mee te doen... (voor het volledige verhaal kun je terecht op Wikipedia). 
Het laatste jaar van de Hertogin Hedwigepolder kun je volgen via: http://www.standplaats-hedwige.info/. Daar o.a een interview met Chris de Stoop over zijn boek en leven.

In het boek vertelt hij hoe zijn ouders op de boerderij kwamen, hoe het was voor hem en zijn broer om er op te groeien. Hoe ze elk hun weg gingen, hij de journalistiek in, zijn broer als boer op de hof, na de dood van hun vader. Hoe moeder na een beroerte naar een verzorgingshuis moest en de broer eenzaam achterbleef. Hoe de bureaucratie en de eenzaamheid er tenslotte mede oorzaak van werden dat de broer zelfmoord pleegde en hijzelf zich genoodzaakt zag het boerenhof zo goed mogelijk, afbouwend, draaiende te houden.
Daardoorheen maken we mee hoe de omgeving verandert. Dat is een ingrijpender verhaal dan dat van de Hedwigepolder. De Hedwigepolder dateert van 1907, de polders in Vlaanderen zijn honderden jaren oud. Er gaan waardevolle cultuurhistorische elementen verloren, rijke akkergrond wordt afgegraven en tot moeras gemaakt, er worden sociale structuren vernietigd en hele gemeenschappen worden ten gronde gericht. Het geeft de ongelijke strijd weer tussen overheid en bewoners. (Voorbeeld: eerst een historisch waardevolle boerderij slopen, voor de rechter uitspraak kan doen en als de boer in het gelijk gesteld wordt, beloven het weer op te bouwen, maar zolang wachten dat herstel niet meer mogelijk is.) Het betreft ook een veel groter gebied dan in Nederland, met veel meer bewoners. In dat gebied ligt ook Doel, een ten dode opgeschreven plaatsje, waar nog steeds enkele bewoners krampachtig proberen het tij te keren. Triest is ook dat enkele boeren al vaker elders in de streek zijn onteigend.

Het is een pijnlijk verhaal geworden van monddood gemaakte en machteloze mensen. En terwille van wat? Het oude cultuurlandschap was ook waardevol, was in feite ook natuur. Nu is er vastgesteld hoeveel vogels er moeten komen van bepaalde soorten, die aantallen moeten gehaald worden i.v.m. de subsidie, maar vogels laten zich niet dwingen en als je vossen met schrikdraad buiten het broedgebied moet zien te houden? Waar ben je dan mee bezig?

De voorbeelden en verhalen zijn soms ongelooflijk. Hoe frustrerend is dat alles. Toch is het goed er kennis van te nemen. En de literaire stijl waarin het opgeschreven is, maakt dat een niet onplezierige bezigheid.
Het boek bevat een flinke literatuurlijst, waarin ik enkele eerder op dit blog besproken boeken terug vond (bv. Lizzy van Leeuwen - De hanenbalken). Zowel romans over het onderwerp, als wetenschappelijke titels en historische bijdragen vinden daarop een plekje. Voor wie meer wil lezen. En dat wil ik eigenlijk best wel. Voorin staat, heel handig , een kaartje om je tijdens het lezen te kunnen oriënteren.

Chris de Stoop - Dit is mijn hof. Amsterdam, De Bezige Bij, 2015. Geb., met stofomsl., 286 pg., met lit. opg. en kaart. ISBN: 978-90-234-9321-1.


 Ik las dit boek als 41/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, december 2015.

dinsdag 22 december 2015

Remco Campert - Verloop van jaren

Remco Campert wordt een jaartje ouder.  Het is hem aan te zien, lichamelijk gaat het allemaal wat moeizamer. Maar dat zijn geest nog helder genoeg is om ons alweer met een prachtige dichtbundel te verrassen blijkt uit Verloop van jaren. De toon is als vanouds: ironie, milde humor, melancholie, relativering en ogenschijnlijke lichtheid en eenvoud. Maar wie het drieluik van de laatste jaren bekijkt, zal begrijpen dat het thema serieus genoeg is: na Nieuwe herinneringen (zolang ik leef ontstaan nieuwe herinneringen, KLIK HIER) en Licht van mijn leven (verlies van vrienden, geliefden, ouders, KLIK HIER) is het in Verloop van jaren tijd voor een terugblik op zijn eigen leven.

Samenvatting

In Verloop van jaren is de taal als altijd bij Remco Campert licht en transparant. Hij voert de lezer naar een onbekend gebied vol weemoedige vreugde, waar de herinneringen even tastbaar zijn als de belevenissen van de nieuwe dag.(Achterzijde bundel).

Leeservaring

De ondertitel van de bundel is: 40 poëtische notities. Dat spreekt me wel aan. Waren de Vijftigers niet degenen die het geforceerde rijm en ritme afzworen? Die het woord "gedicht" een heel andere betekenis gaven? Vraag me niet om uit te leggen waarom deze term zo goed bij de inhoud van deze bundel past. De genummerde notities zien er uit als gedichten. Klinken soms zelfs als gedicht en toch past ook notities er prima bij: van alles wat er zoal als herinnering naar boven borrelt. Daarbij zijn de doorleefde gevoelens het belangrijkst.
Wie het Schrijversprentenboek 46 over Campert las (Al die dromen al die jaren: (KLIK HIER) , zal in de gedichten genoeg momenten herkennen uit zijn leven. Zoals zijn jaren op Jagtlust bij zijn toenmalige echtgenote Fritzie Harmsen van Beek.

Storm bestookte het dak
sneeuw bedekte de onvruchtbare velden
in liefde verwaarloosde katten stierven
de dichteres zweeg dagenlang
in alle talen

Het duurde even
voor ik begreep dat ik weg moest
het donker in
met een gebroken hart
dat ik in mijn verlangen om te vergeten
al spoedig lijmde

Hij noemt zichzelf soms Walter in de gedichten, naar de romanfiguur uit zijn Hotel du Nord (KLIK HIER). Het is geen chronologische opsomming geworden van de hoofdzaken die in een biografie horen ("liever geen biografie /  waarin al deze gevoelens worden gemist /  het cement van zijn leven"). Maar inderdaad vooral een bundel vol herinneringen aan zaken die nog altijd gevoelens bij hem oproepen: van twijfel, spijt, schaamte, verliefdheid, verdriet, gemis, verwondering. Verwoord in de hem zo kenmerkende stijl.

Een ontroerende bundel, waarin ook nu weer een aantal gedichten waarbij ik volschiet, omdat ze ongetwijfeld geciteerd zullen gaan worden als het gevreesde moment aanbreekt. Daarmee wil ik hier niet eindigen. Lees die liever zelf.

Dit lijkt me een toepasselijker afsluiting:

Eindelijk lag ik naast haar
ze wilde dat ik haar bezat
maar mijn lichaam taalde er niet naar
het was als een gedicht
je moet het eigenlijk niet schrijven
wil je het behouden.

Een uitgebreide, informatieve recensie vind je bij Tzum: http://www.tzum.info/2015/10/recensie-remco-campert-verloop-van-jaren/

Remco Campert - Verloop van jaren, 40 poëtische notities. Amsterdam, De Bezige Bij, 2015. Geb., 42 pg., isbn: 9789023496946

 Ik las dit boek als 40/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, december 2015.

zaterdag 12 december 2015

Jan van Mersbergen - Oase

Op 30 oktober presenteerde Jan van Mersbergen in Venlo een novelle: Oase. Een uitgave ter gelegenheid van de Week van het Venlose Verhaal 2015. Jan van Mersbergen is elk jaar te vinden in Venlo tijdens het carnaval. Hij wordt er omarmd als één van de weinige "import-carnavalsvierders" die er helemaal bij horen omdat ze echt begrijpen waar het bij het carnaval om gaat. Wie daar meer over wil weten leest zijn succesvolle roman: Naar de Overkant van de Nacht (KLIK HIER)
Vlak voor Sinterklaas bood hij de novelle Oase als e-book gratis aan. Te downloaden via zijn website: KLIK HIER.  Een heel sympathiek gebaar, maar of dat een goed idee was? Ik heb zo mijn twijfels....


Samenvatting

Het is een klein, onopvallend restaurant, net buiten het centrum van de stad. Geen wonder dat er niemand komt, denken de broers Dahir en Sulayman, maar ze krijgen hun vader niet zover om het Ethiopische tentje een aanlokkelijkere uitstraling te geven. Totdat een groots evenement dit jaar aan de boulevard neerstrijkt, en de broers zich beiden op eigen wijze in het verleden van hun vader verdiepen. De verhalen van de broers, van hun vader en van de stad komen in een even spectaculaire als ontroerende ontknoping samen. (Achterzijde gebonden uitgave).

Leeservaring

Jan van Mersbergen heeft ondertussen al 7 prachtige boeken op zijn naam staan. Ik heb ze allemaal met veel plezier gelezen en de recensies ervan zijn allemaal op dit boekenblog te vinden (via de alfabetische auteurslijst: KLIK HIER). Geen wonder dat ik altijd vol verwachting uitkijk naar een volgend boek. Toch zijn er ook genoeg lezers die zijn boeken nog niet kennen. Waarschijnlijk heeft hij gedacht dat hij, door het speciaal voor Venlo geschreven boekje als e-book aan de rest van Nederland beschikbaar te stellen, hij ook deze lezers een kans gaf hem als auteur te leren kennen. Ik vermoed dat het heel vaak gedownload is, maar of dat evenveel nieuwe fans oplevert, betwijfel ik.

Waarom? De in opdracht van Venlo geschreven novelle heeft niet de diepgang en kwaliteit die ik van hem gewend ben. Misschien heeft dat te maken met de doelgroep: voor iedereen in Venlo moet het een leuk boekje zijn. Het thema is serieus genoeg en schuurt aan tegen wat ik hierboven zei over het carnaval: hoe het is om een buitenstaander te zijn, wat je daar zelf aan kunt veranderen en hoe je kunt beïnvloeden hoe de omgeving op je reageert door geen masker (!) op te houden, maar open en eerlijk te zijn over je achtergronden en pijn.
Een mooi verhaal, een toepasselijk thema in deze tijd van achterdocht en vluchtelingenhaat. Maar de uitwerking is niet zoals ik die ken van Jan van Mersbergen. Ik zou dit boekje eerder aan de onderbouw van het voortgezet onderwijs aanraden dan aan volwassen literatuurliefhebbers. Maar zoals gezegd, wellicht komt dat door de opdracht: aantrekkelijk voor een zo'n breed mogelijk publiek. (N.B. zie ook het NASCHRIFT).

Daar is dus niets mis mee, ware het niet dat ik bang ben dat de lezers die (zeker weten!!) echt van zijn romans zouden kunnen genieten, daar na dit boekje waarschijnlijk niet aan beginnen. En dat zou zo jammer zijn. Daarom hierbij de oproep: als dit je eerste kennismaking is met het werk van Jan van Mersbergen, laat het daar dan niet bij maar lees eerst nog een van zijn andere boeken. En dan hoor ik graag wat je daar van vindt. Zelf ben ik begonnen met Zo begint het (KLIK HIER)  en daarna De Grasbijter KLIK HIER ) . En bevalt het, dan heb je nog veel mooie boeken tegoed van deze auteur!


Jan van Mersbergen - Oase. Amsterdam, Cossee, 2015. Geb., 92 pg. ISBN: 978-90-5936-636-7. Als e-book gratis te downloaden via http://www.janvanmersbergen.nl/?page_id=1364.

Ik las dit boek als 39/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, december 2015. 


NASCHRIFT: Zojuist van Jan van Mersbergen vernomen, dat de opdracht voor het boekje helemaal vrij was (niet leuk of aantrekkelijk). Maar dat een novelle die in twee maanden tijd geschreven moet worden, niet vergeleken kan worden met een roman, waar jaren werk in zit. Ik begrijp dat, maar mijn bezorgdheid wordt daarmee niet weggenomen. Niet elke nieuwe lezer zal die afweging maken. Daarom wil ik hier toch blijven benadrukken dat je eerst zijn romans gelezen moet hebben om tot een echt oordeel te kunnen komen. En ik gun heel veel mensen dat leesplezier!

dinsdag 8 december 2015

Erwin Mortier - Gestameld liedboek : Moedergetijden

Het was de bedoeling dit jaar minstens 15 boeken van Vlaamse auteurs te lezen. Daar ben ik nog niet helemaal in geslaagd. Eerder dit jaar las ik met veel plezier het debuut van Erwin Mortier uit 1999: Marcel (KLIK HIER). Gestameld liedboek, een autobiografisch getint relaas over de "dementering" van zijn moeder uit 2011, stond ook nog op mijn leeslijstje. Hoog tijd dus om daar eens aan te beginnen. Geen vrolijke kost, maar wel ontroerend beschreven. Voor wie er in de directe omgeving mee te maken heeft, zal de herkenning van de dilemma's en verwarrende gevoelens die bij een dergelijk proces komen kijken, troost en wellicht steun kunnen bieden.


Samenvatting

De moeder van Erwin Mortier lijdt aan alzheimer. Ze heeft geen wilsbeschikking gemaakt en geleidelijk wordt ze door de ziekte overmeesterd. De zoon heeft dit wrede proces vastgelegd in een literair en universeel meesterstuk dat veel verder reikt dan het ziekbed van zijn moeder. Gestameld liedboek is een rauwe en tegelijk tedere elegie over ouders en kinderen, liefhebben en verlies, over afscheid nemen en herinneren. (Flaptekst).

Leeservaring

Hoe geef je vorm aan een boek dat zoveel wanhoop, verdriet en onmacht weergeeft? Hoe zorg je ervoor dat het niet te zwaar wordt om te lezen? In de titel tracht Erwin Mortier al iets van zijn ideeën daarover op de lezer over te brengen. "Gestameld" wijst op de moeizame zoektocht naar woorden, zowel bij de moeder (die steeds meer haar taal kwijt raakt) als bij de schrijver die moeite heeft duidelijk te maken wat er ondertussen met hemzelf gebeurt. "Liedboek" is eigenlijk een kerkelijke term, getijden ook. Het is hier de Lofzang op de moeder, haar Leven en Lijden, over hoe ze was en over wat er nu met haar gebeurt. Ook "Getijden" is een kerkelijke term, voor de gebeden die monniken enkele malen per dag op vaste tijden bidden. Zo ziet dit boek er ook uit. Met veel witregels, korte stukjes tekst en de rest van de bladzijde leeg. Alsof Mortier geregeld korte overpeinzingen heeft geschreven, die om bezinning vragen. Soms herinneringen, soms dilemma's, soms liefdevolle handelingen. Vaak ook wanhoop, verdriet, verzet tegen het onvermijdelijke.

"Ik merk dat ik alleen al schrijf om zinnen zonder haperingen door mijn kop te laten dansen. Om ritme, versnelling, vertraging, om rustpunten te laten zingen. Alleen al om aan gedachtestrepen - de trapezes van de syntaxis - heel even gewichtloos in de nok van een zin te kunnen hangen, laat ik deze woorden los. Wat een weelde is het, als een gedresseerde aap van liaan naar liaan door regenwouden van taal te kunnen zwieren."

Hoewel de moeder langzaam aan steeds verder achteruit gaat, is het relaas toch niet helemaal chronologisch. Er is terugkijken naar hoe het begon, er zijn herinneringen. Maar steeds volgen er stukjes waarin het weer slechter gaat.

"Telkens weer slikken we, bij elke nieuwe afbraak, en maken er het beste van. Soms vragen we ons af: Wij ook? Straks? Wanneer?"

Tot het moment waarop het voor de vader niet langer mogelijk is thuis voor haar te zorgen. Elkaar na 50 jaar loslaten is moeilijk. De kinderen zoeken een tehuis voor haar. Vader vindt het vreselijk, voelt zich schuldig. Hij was nog de enige die ze herkende en die altijd in de buurt moest zijn omdat ze anders angstig werd.

"Dat zal nu zachtjes uitgaan, zegt hij. Dat zal allemaal zachtjes uitgaan. En dan herkent ze mij ook niet meer."

De taal waarin Mortier dit wrede proces beschrijft is bijzonder. Bij vlagen poëtisch, geregeld heel beeldend en soms emotioneel. Niemand blijft onberoerd bij dit relaas, want dat is het enig juiste woord voor dit samenstelsel van indrukken, gedachten en gevoelens.

"En toch "is" hij er nog, in mij, als een soort van gaswolk, een constellatie van beelden, indrukken, geluiden, geuren, door anderen overgeleverde verhalen. De tijd bindt ons niet samen in vergetelheid, maar ontrafelt ons tot herinneringen. Met schrijven ben ik pas echt begonnen, vermoed ik, toen ik ging beseffen dat de woorden op hun best zijn wanneer we ze als minuscule kompasnaalden kunnen laten trillen op die ongrijpbare magneetvelden die iemands gehele zijn uitmaken - ongeveer zoals ijzervijlsel zich ordent in patronen op een vel papier waaronder een magneet wordt gehouden. Uit de wolk die mijn moeder wordt en die ze eigenlijk nu al is zullen af en toe onverwacht scherven van beelden wegschieten, ongehoord scherp - hoe ze lachte, het gebaar waarmee een haarlok achter haar oren schikte.... En dan zullen we zeggen: ja zo was ze." 

Een ontroerend boek, dat nog lang na zeurt in je hoofd. Overigens heb ik Erwin Mortier nergens op Vlaamse woorden of uitdrukkingen kunnen betrappen en ook de thema's zijn niet regiogebonden.

Erwin Mortier - Gestameld liedboek :  Moedergetijden. Amsterdam, Bezige Bij, 2011. 190 pg., ISBN:978-90-234-6409-9.

Ik las dit boek als 38/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, december 2015.


woensdag 25 november 2015

Jan Vantoortelboom - De man die haast had

Driemaal is scheepsrecht: na driemaal genomineerd geweest te zijn met een van zijn boeken voor de Zeeuwse boekenprijs, was het ditmaal raak. Jan Vantoortelboom is een Vlaming, maar woont nu alweer een aantal jaren in Zeeuws-Vlaanderen. Zijn eerste twee boeken speelden in West-Vlaanderen, ditmaal koos hij voor Zeeuws-Vlaanderen als locatie. "Dan kunnen ze niet meer om mij heen", grapte hij. Onzin natuurlijk, want om genomineerd te worden zijn de regels ruim: wonen of geboren zijn in Zeeland of een verhaal of non-fictie schrijven met Zeeland als locatie of onderwerp. 
Sinds de verschijning van zijn debuut (De verzonken jongen) was ik al van plan zijn werk te lezen. Het kwam er steeds niet van, maar nu kon ik er als Zeeuws-Vlaamse niet meer omheen. De kennismaking is bevallen. Dat is mooi, want dan heb ik er in elk geval nog twee tegoed!


Samenvatting

Leon ziet als klein kind zijn oppas Elsie een val maken waardoor ze zwaar gehandicapt raakt. Hij bezoekt haar trouw elke zaterdag in de instelling waar ze verblijft. Aanvankelijk omdat dat moet van zijn moeder, maar later omdat er tussen deze twee beschadigde en zwijgende mensen iets ontstaat: een verhouding van wederzijdse afhankelijkheid. Hij is de enige die zij toelaat, zij is de enige aan wie hij zich ooit emotioneel heeft kunnen binden. Leon is misschien niet schuldig, maar hij voelt zich verantwoordelijk voor Elsies toestand. En dat verantwoordelijkheidsgevoel gaat ver, wellicht te ver. (Achterzijde boek).

Leeservaring

Allereerst was het leuk om te herkennen hoezeer J.V. gebruik gemaakt heeft van de Zeeuws-Vlaamse omgeving. Leon groeide op in Zeedorp, een gehuchtje tegen de Westerscheldedijk vlakbij Ossenisse. Zijn vader werkte bij Dow Chemical in Terneuzen, een van de grootste werkgevers uit de buurt (waar veel "import" kwam werken) in ploegendienst als operator. Zijn moeder stortte zich op de geschiedenis van Zeeuws-Vlaanderen en werd actief in het organiseren van allerlei cultuur-historische evenementen. (Als kanttekening hierbij moet ik wel zeggen dat deze stereotype beschrijving wel wat ver gaat, want enkele van de genoemde activiteiten worden nog volop in Zeeuws-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen ondernomen, ook zonder de inbreng van "import"). Maar goed, wat couleur locale voor de rest van Nederland kan geen kwaad.

Uit interviews blijkt dat er autobiografische elementen in het boek zitten. Uiteraard de woonplaats die J.V. gekozen heeft na zijn vertrek uit West-Vlaanderen. Maar belangrijker: ook hij heeft zijn moeder jong verloren en vreesde lange tijd ook jong te zullen sterven (vanwege erfelijke factoren) en vond het moeilijk te beslissen of hij dan wel kinderen wilde. Deze thema's komen voor in het boek, maar het verhaal gaat dieper.

Leon is een eenzaam jongetje. Veel aansluiting heeft hij niet op school, al raakt hij tenslotte bevriend met Bertrand, een vriendschap die zijn leven lang zal duren. Zijn moeder is vermoedelijk manisch-depressief, al wordt dat niet bij naam genoemd. Haar enorme dadendrang kan plotseling veranderen in een lusteloze periode die ze grotendeels in bed doorbrengt. In beide toestanden heeft ze geen oog voor Leon. Zijn vader kan niet goed omgaan met deze situatie en heeft het ook zwaar met de volcontinudienst. Als moeder opgetogen is, wil ze uit met vader die daarvoor eigenlijk te moe is.

Zo komt het dat Elsie (16 jaar) de vaste oppas wordt van Leon (7 jaar). Hij is dol op haar, ze ondernemen van alles, van samen kleuren tot verstoppertje spelen op de (verboden) zolder. Tot de dag waarop Elsie misstapt en door het zolderluik valt. Het kind weet niet wat te doen en blijft bij de bloedende en bewusteloze Elsie zitten tot na uren, 's avonds laat, zijn ouders thuiskomen. Opvallend is dat niemand oog heeft voor het trauma van het jongetje. Als hij later ook nog verneemt dat er misschien iets te redden was geweest als er meteen hulp was gehaald, is het logisch dat hij zich verantwoordelijk voelt voor de toestand van Elsie. Als enkele jaren later ook zijn moeder overlijdt, sluit Leon zich af voor alle andere mensen, behalve voor Elsie. Haar vertrouwt hij zijn gevoelens en emoties toe, ook al geeft ze nooit een teken dat ze hem verstaat of begrijpt. (Elsie verblijft in Home Windekind, een naam die ik bij toeval aantrof op een knus huis in Zeedorp...)


Alles wat er verder gebeurt in het boek is te verklaren als een gevolg van het traumatische ongeluk en de emotionele verwaarlozing van Leon. Ik heb De verzonken jongen nog niet gelezen, maar het zou zomaar ook de titel van dit boek geweest kunnen zijn. Zoals Elsie geen contact meer kan maken met haar omgeving, zit ook Leon opgesloten. Hij uit zich nooit, denkt veel, maar spreekt met niemand. Zelfs niet echt met zijn vriend Bertrand of Liliane, de vrouw waarop hij verliefd wordt. Ze weet zelfs niets van Elsie af.

De man die haast had is een titel die aangeeft hoe belangrijk het thema tijd is in het boek. Hij zag hoe Elsie van het ene op het andere moment van een levenslustig meisje in een kasplantje veranderde, hoe zijn moeder veel te vroeg doodging. Aan de toekomst denken was niets voor hem, je wist immers nooit of er wel een toekomst was? Dus waarom verder studeren, waarom belangstelling voor kennis, waarom op zoek naar een vrouw? Het huwelijk van zijn ouders en het verdriet van zijn vader waren geen voorbeeld. En zeker geen kinderen, om te voorkomen dat ze net als hij, al jong één van hun ouders zouden verliezen. Hij ontkende de tijd, weigerde er mee te rekenen, wantrouwde mensen die erop vertrouwden. Hij leefde zoveel als hij kon in het moment. 
Zo bezien is de titel niet verklaarbaar. Want Leon had geen haast. Totdat hij begon aan de bouw van zijn boot. Waardoor dat uitgelokt werd en waar dat toe leidde, moet hier onbesproken blijven. 

Een bijzonder verhaal, met psychologische en filosofische aspecten. Spannend en ontroerend, treurig en beklemmend. En toch ook verrijkend: hoe zwaar kan de tol van een verleden zijn? Hoe achteloos gaan we om met de tijd, zonder te weten hoeveel we nog te goed hebben? Welke beslissingen nemen wij over de levens van anderen (kinderen, ouders, partners), zonder erbij stil te staan wat ze er van vinden? Amai, wat een vragen in een niet eens zo dik boek!


Tot slot: hoe Vlaams is dit boek? Nauwelijks zou ik zeggen. Ik kwam enkele woorden en uitdrukkingen tegen die de herkomst van de schrijver verraadden (goesting, zetel, hij stak de schuld op). Maar die zijn inmiddels al een beetje ingeburgerd hier..... Net als amai ;-)

Jan Vantoortelboom - De man die haast had. Amsterdam, Atlas-Contact, 2015. Pb, 144 pg. ISBN: 978-90-254-4407-5.

Ik las dit boek als 37/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, november 2015.


zondag 15 november 2015

Jos Bours - De jongens van het glaspaleis

Geregeld ben ik op zoek naar boeken waar nog niet iedereen al zijn of haar zegje over gedaan heeft. Vooral omdat ik ook graag eens verrast wordt door wat een schrijver te vertellen heeft of door de manier waarop hij een verhaalidee heeft vormgegeven. Maar dat betekent wel, dat niet elk boek een aangename verrassing kan zijn. Dat neem ik dan maar voor lief, omdat er anderzijds ook pareltjes tussen zitten. Ik weet niet meer waarom ik De jongens van het glaspaleis van Jos Bours op mijn leeslijstje zette. Ik kan me niet herinneren dat ik er een recensie over gelezen heb. De titel intrigeerde en de beknopte samenvatting van het verhaal ook. Toch bleek het een totaal ander boek dan ik verwachtte, maar daarover verderop meer.

Samenvatting


Een Limburgs dorpje aan het begin van de jaren '50 van de vorige eeuw. Jote, Nate en Miele zijn drie broers die op jonge leeftijd hun ouders verliezen. Hun moeder raakt overstuur na de onverwachte dood van hun vader, die verkoper was in het beroemde Heerlense Glaspaleis. De jongens worden verdeeld over de rest van de familie. Ze komen terecht tussen merkwaardige, soms aardige, soms boosaardige, maar immer onberekenbare volwassenen met hun codes en taboes. Langzaam maar zeker vinden ze de weg terug naar de verbondenheid van vroeger, maar die wordt danig op de proef gesteld. Jos Bours (Schinnen, 1946) studeerde Nederlands in Nijmegen en Dramaturgie in Utrecht. In die stad richtte hij samen met zijn partner Marlies Hautvast de eerste communitytheatergroep in Nederland op. Hij schreef in totaal 70 toneelstukken die in de meeste gevallen werden uitgevoerd door bewoners van Utrechtse volkswijken. Daarnaast publiceerde hij boeken over uiteenlopende onderwerpen. De jongens van het Glaspaleis is zijn romandebuut. (Achterzijde boek).

Leeservaring

Laat ik beginnen met een verklaring van de titel. Het Glaspaleis in Heerlen (KLIK HIER) is een voormalig warenhuis dat in 1933 werd ontworpen door de Heerlense architect Frits Peutz. Het is een van de belangrijke voorbeelden van het Nieuw Bouwen in Nederland. Heerlen, in het hartje van de mijnstreek, was destijds een belangrijke stad. Daar gaven alle streekbewoners en mijnwerkersgezinnen hun geld uit, daar zocht men bij tijd en wijle vertier. Later zou dat allemaal anders worden, maar daar zijn andere boeken over geschreven. De vader van de drie hoofdpersonen (Jote, Nate en Miele) werkte er. Hij was een knappe man en een succesvol verkoper. Met zijn nog jonge vrouw (17 toen de eerste werd geboren) vormde hij een prachtig en dolgelukkig paar. In de buurt werden de kinderen daarom De jongens van het glaspaleis genoemd.

Maar het noodlot sloeg toe: vader Felix overlijdt plotseling op 27-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Moeder Wies (23) blijft achter met haar 3 jongens van 6, 5 en 2 jaar oud. Ze is helemaal in de war. En haar familie, die de verbintenis nooit heeft zien zitten (en waarvan sommigen ook jaloers waren op het jongste zusje dat zo gelukkig was en in welvaart leefde), greep meteen in door de drie kinderen te verdelen en op te nemen in de verschillende gezinnen. Een hartverscheurende situatie, zowel voor de moeder als de kinderen. Ze zien elkaar zelden en de kinderen worden niet echt liefdevol opgevoed. Moeder Wies overlijdt als de jongens in de pubertijd zijn. Maar zodra de oudste 18 is, gaat hij met zijn broers wonen in het huis van hun ouders, dat ze de naam Eden geven en de omringende tuin het Paradijs.

Nee, niks eind goed al goed! Want dan begint hun gevecht met het leven pas echt. Daar zijn we in de rest van het boek getuige van. Tot het moment waarop de jongste, Miele, net zo oud is als vader Felix, waarop hij zoveel lijkt.

Het lezen was aanvankelijk een behoorlijk verwarrende ervaring. In het begin lezen we een realistisch verhaal, met feiten, gesprekken en gebeurtenissen. Maar zodra de kinderen verdeeld zijn, vormen de gedachten en gevoelens van de kinderen een wezenlijk onderdeel van de tekst. Dat betekent dat op één bladzijde het hij-perspectief plotseling verandert in een ik-gedachten stroom, vol associaties, herinneringen en droombeelden. Maar je leert al snel schakelen tussen beide perspectieven en dan blijkt hoeveel meer je het verhaal wordt ingetrokken op het moment waarop je je één voelt met het eenzame en verwarde kind.

Dat blijft zo in het verdere verhaal: soms is niet duidelijk of één van de jongens droomt, of dat iets werkelijk gebeurt. Er zijn zaken bij die je magisch of surrealistisch zou kunnen noemen. Maar inmiddels heb je ook niet meer de behoefte om na te denken over wat echt is en wat fantasie, verbeelding. Wat er toe doet is de manier waarom de jongens elk op hun eigen wijze proberen weer grip op hun leven te krijgen na deze traumatische jeugdervaringen. En hoezeer ze zich daarnaast met elkaar verbonden blijven voelen.

Niet voor iedereen even gemakkelijk leesbaar misschien, maar wat een rijk verhaal: beeldend en gevoelig geschreven en psychologisch doordacht. Met de nodige filosofische aspecten wat betreft ons mens zijn: het lijkt erop alsof de drie jongens ons allemaal een andere manier willen laten zien van invulling geven aan een waardevol leven. Waarbij niet de voorschreven paden gevolgd worden, maar ieder op zoek gaat naar zijn eigen weg, ondanks de valse start. Waarin Vertrouwen en daadwerkelijk Zijn, in het hier en nu, een belangrijke rol spelen. Met veel symboliek ook, voor wie er oog voor heeft.

Kortom: een soms bevreemdend, maar vooral ontroerend verhaal dat nog lang rondzingt in je hoofd. En dan toch nog eind goed al goed? Dat hangt er vanaf, hoe je de laatste bladzijden wilt lezen. Geven ze de werkelijkheid weer of zijn het toch weer droombeelden van Miele.....?

Jos Bours - De jongens van het glaspaleis. Maastricht, TIC, 2014. 208 pg. ISBN: 978-94-91561-30-1-6.

Ik las dit boek als 36/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, november 2015. 


Naschrift: In een reactie op deze recensie wees Jos Bours mij op de website bij het boek, die veel relevante achtergrondinfo bevat: 
www.dejongensvanhetglaspaleis.com

maandag 9 november 2015

Alexander Münninghoff - De stamhouder : een familiekroniek

Elk jaar, begin november, organiseert het Zeeuws Archief in Middelburg een Open Archiefdag. Met een gevarieerd programma: lezingen, rondleidingen door de depots en tentoonstellingen rond een bepaald thema. Hoogtepunt van deze dag is de zgn. Vriendenlezing (KLIK HIER). Er wordt een schrijver uitgenodigd die n.a.v. één van zijn boeken komt vertellen op welke manier hij gebruik gemaakt heeft van archieven bij de research voor zijn verhaal. (Vriendenlezing: omdat de Vrienden =  donateurs van het archief  er twee uitnodigingen voor krijgen; andere belangstellenden kunnen een toegangskaart kopen).
In het verleden zijn o.a. Ad van Liempt, Frank Westerman, Kader Abdolah, Annejet van de Zijl, Arthur Japin en Hans Goedkoop op bezoek gekomen, deze 11de maal was de beurt aan Alexander Münninghoff met de lezing: Op zoek naar de andere waarheid. Uitgangspunten van zijn betoog: 
"Als archiefonderzoeker moet je altijd de andere waarheid zoeken. Er is nooit sprake van één enkele waarheid”, en: “De kennis over het verleden wordt onderschat. Ik vind dat je niet goed kunt leven als je niet weet wat er in het verleden gebeurd is. Je moet de bouwstenen kennen.
Aanleiding om juist hem uit te nodigen was zijn succesvolle boek  De stamhouder: een familiekroniek. Het toeval wil dat hij enkele dagen eerder met dit boek ook nog de Libris Geschiedenisprijs 2015 won. Het boek stond na een uitzending van Brands met Boeken op mijn verlanglijstje en toen ik van de lezing hoorde heb ik het met voorrang gelezen.


Samenvatting

Ik ben geboren op 13 april 1944 in Posen, een oude Poolse stad die eeuwenlang Pozna werd genoemd. Maar toen ik er geboren werd, te midden van bombardementen die het einde der tijden leken aan te kondigen, was dit Posen een Duitse stad vanwaaruit Hitler-Duitsland zijn Heerestruppen naar de Sovjet-Unie had gestuurd en die nu de verminkten, de gewonden, de doden en een onafzienbare stoet vluchtelingen terugkreeg.
Mijn familie had deel aan dat drama. Over hen gaat dit boek. En over de gevolgen van de oorlog. Over een sluwe grootvader, die op spectaculaire wijze een van de rijkste mensen van Letland was geworden, maar twee dagen voordat de oorlog uitbrak met zijn Russische vrouw en vier kinderen, met achterlating van al zijn bezittingen, moest vluchten naar Nederland. Over een naïeve vader, die aan het Oostfront, in het uniform van de Waffen ss, uit idealisme tegen de Sovjets vocht en vervolgens in Nederland ten onder ging. Over een moeder, die na de scheiding naar Duitsland vluchtte en mijn moeder niet mocht zijn. En over mij, de kleinzoon, de zoon, de stamhouder. (Achterkant boek).


Leeservaring

Alexander Münninghoff (Posen 1944) is journalist, oud-Ruslandcorrespondent en oud-oorlogsverslaggever, Ruslandkenner en schaakliefhebber. Zijn bestseller De stamhouder (2014) is autobiografisch en berust op feiten en familieverhalen. Hij begon zijn lezing dan ook met uit te leggen hoe journalisten (idealiter) werken: je hoort een verhaal, je checkt het, dubbel-checkt het en liefst nog een keer. Maar je moet ook oppassen een geweldig verhaal niet kapot te checken. En dan: hoe presenteer je je verhaal? Feiten met voetnoten?

Omdat het hier een familiekroniek betrof, koos hij ervoor de familieverhalen te checken in archieven waar mogelijk en te luisteren naar de visie over gebeurtenissen van verschillende familieleden en daaruit de meest waarschijnlijke en eensluidende verhalen te gebruiken. En dat alles te gieten in een leesbaar verhaal, zonder voetnoten, maar dicht bij de waarheid en heel prettig leesbaar voor niet-historici. Een non-fictieboek dus, maar met een literaire en spannende ondertoon.

Het verhaal wordt vrijwel geheel chronologisch opgebouwd, met enkele plaagstootjes om het spannend te houden: maar dat konden we toen nog niet weten / het ergste moest nog komen / de werkelijkheid zou schokkender blijken te zijn, dan we toen konden vermoeden (zulke opmerkingen). Hoofdfiguren in het boek zijn uiteraard de sluwe grootvader van Alexander, een keiharde zakenman, die alles en iedereen, ook zijn eigen familie, inzet voor zijn soms duistere zaken en die harteloos is naar o.a. de vader van Alexander, zijn moeder en zelfs geen oog heeft voor het welbevinden van zijn stamhouder. Met als dieptepunt de ontvoering van Alexander, als hij 7 jaar is, om ondergebracht te worden bij zijn door de oorlog getraumatiseerde vader en een stiefmoeder die zelf geen kinderen kon krijgen een van Alexander een "project" maakt, dat vooral succes op haar af moet stralen.

Daarnaast Frans, de vader van Alexander, waarvan duidelijk wordt in het verhaal dat zijn keuze voor de Waffen ss heel begrijpelijk is, gezien zijn achtergrond en de keiharde houding van de grootvader. En dat is wat A.M. bedoelde met: Op zoek naar de andere waarheid: door achtergrondverhalen te kennen, krijgen feiten een andere betekenis. Voor wie het boek nog niet las, was zijn opmerking tijdens de lezing: "achteraf denk ik, dat ik dezelfde keuze gemaakt zou hebben" verbijsterend. Maar in het verhaal worden heel goed de psychologische kant en de tijdgeest belicht. 

Dan is er het verhaal van Wera, de moeder van Alexander. Geminacht door haar schoonfamilie wordt ze getolereerd met haar kind, de stamhouder immers, tot Frans (de vader van A.M.) terugkeert van de oorlog. Maar als het huwelijk op de klippen loopt, laat grootvader beiden vallen: zonder inkomsten komen ze in zeer armoedige omstandigheden terecht. Als Wera naar haar moeder in Duitsland vlucht met haar kind, voert grootvader eerst rechtszaken en ontvoert tenslotte het kind om het onder te brengen bij zijn vader Frans, die daar niet op zit te wachten.

Hartverscheurend is het hele verhaal, voor Wera, Frans en vooral Alexander. Eigenlijk ontdekte A.M. pas tijdens het schrijven hoeveel hij eigenlijk om zijn moeder gaf, ondanks dat hij haar lang niet zag en haar kwalijk nam dat ze hem nooit teruggehaald heeft, terwijl ze daartoe echt niet in staat was. En hoe liefdeloos de verhouding met zijn vader en stiefmoeder was: nooit hielden ze rekening met hem of waren ze aanwezig op belangrijke momenten (diploma uitreiking middelbare school bv.), met als dieptepunt negeren van de zeer verdrietige omstandigheden waarmee het gezin van A.M. geconfronteerd werd en het verduisteren van een deel van de erfenis, bedoeld voor de zoon van A.M.

Hoewel bij de gemiddelde lezer echt wel een snaar geraakt zal worden door de tragische en psychologisch zware omstandigheden die beschreven worden, is het boek op een nuchtere toon geschreven. Het leest als een roman, door de (veronderstelde) dialogen en het naar beste weten aanvullen van beschrijvingen van omstandigheden en gebeurtenissen. Een compleet verhaal, dat geschreven moest worden, zoals A.M. zei, en waar wij alleen maar blij over kunnen zijn dat het geschreven ìs.
Of er nog een vervolg kwam, vroeg iemand uit het publiek. Dat zou best eens kunnen, stelde A.M. Samen met iemand anders (Ad van Liempt??) is er sprake van de politieke invloed, economische macht, manipulaties en invloedrijke relaties van grootvader Münninghoff eens echt helemaal, met behulp van alle beschikbare archiefbronnen, in kaart te brengen. Soms is dat moeilijk, omdat bepaalde archiefstukken nog niet openbaar zijn. Maar er wordt aan gewerkt, want het is bijna ongelooflijk hoe deze man werkelijk overal (tot aan de regering in ballingschap in Engeland) aan de touwtjes trok.

Een intrigerend verhaal dus, maar ook een aangrijpend verhaal en allemaal echt gebeurt. En dat alles prettig leesbaar. Van mij mag de NS-publieksprijs ook nog naar dit boek!

Alexander Münninghoff - De stamhouder: een familiekroniek. Amsterdam, Prometheus/Bert BAkker, 2014. Geb., 5de dr., 329 pg., isbn: 978-90-351-4226-8.

 Ik las dit boek als 35/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, november 2015.

 

vrijdag 6 november 2015

Frans Pointl - De laatste kamer

Net als zovelen kende ik de naam Frans Pointl (1933-2015) en ook de titel van zijn bekendste verhalenbundel (De kip die over de soep vloog - 1989). Maar pas toen ik 2 jaar geleden een interview met hem las (zie hier: Boeken voor Frans Pointl) besloot ik toch maar eens iets van hem te lezen. Toch heeft het nog tot aan zijn overlijden in oktober van dit jaar geduurd voor ik me dat voornemen herinnerde. Het werd De laatste kamer (2013), zijn laatste verhalenbundel, die tevens de aanleiding was tot het bovengenoemde interview.

Samenvatting

`Oud zijn is een chronische kwaal. Elke avond voor het slapen gaan hoop ik dat ik weg mag schuiven in de eeuwigheid. Een grafsteentekst heb ik al vastgelegd: Van mensen eindelijk verlost.' In 2013 viert Frans Pointl zijn tachtigste verjaardag en dat mag een klein wonder heten. In 2009 werd bij de schrijver het Guillain-Barrésyndroom ontdekt. Wekenlang lag hij op de intensive care aan slangen en buisjes en vocht hij voor zijn leven. Inmiddels woont hij in een Amsterdams verpleeghuis en werkt hij aan nieuwe verhalen en gedichten. Als hij niet kan slapen noteert hij een paar gedachten in zijn grijze blocnote. Die werkt hij dan later uit tot de eerste versie van een verhaal; daarop volgt een tweede versie, een derde versie en zo gaat het maar door. Hij is een schaver en telkens komt er wat bij als hij een nieuwe versie tikt. Daarom houdt hij vast aan de schrijfmachine. Zo worden zijn verhalen beter. (Achterzijde boek). (Deze tekst is inmiddels achterhaald: in oktober 2015 overleed Frans Pointl.)

Leeservaring

Het genoemde VPRO artikel raakte een gevoelige snaar bij mij. Een intelligente, heldere geest in een gehandicapt lichaam, opgesloten in een kleine kamer in een verpleegtehuis, zonder veel ruimte voor zijn geliefde boeken en langzamerhand ook niet meer in staat zijn typemachine lang genoeg te bedienen om een verhaal te kunnen schrijven, de gezamenlijke huiskamer mijdend omdat daar nauwelijks verwante zielen met een heldere geest zijn te vinden. Gruwelijk! Dat vonden ze bij VPRO boeken ook en dus ging een verslaggever op bezoek met een doosje boeken voor Frans Pointl.

De late kennismaking met zijn verhalen is me goed bevallen. Ik heb begrepen dat ze voor een deel autobiografisch zijn, d.w.z. op de werkelijkheid gebaseerd, maar niet per se daarmee overeenkomend. De bundel bestaat uit 4 delen. Deel I: We volgen min of meer het leven van een jongen (Frans, 7 jaar, samenwonend met zijn moeder) van tot en met het moment dat hij als kostganger ergens terecht komt. (Uit de biografie blijkt dat Frans P. zijn Joodse (in de oorlog getraumatiseerde) moeder tot haar dood in 1953 verzorgd heeft. Daarna woonde hij jarenlang op verschillende adressen op kamers). Deel II: Grotendeels verzonnen en licht absurdistische verhalen, met de nodige humor. Deel III: Het verhaal De laatste kamer, zeer autobiografisch, over zijn leven in het verpleeghuis. Deel IV: Gedichten.

In de eerste twee delen hanteert F.P. een prettige, heldere vertelstijl, met onderkoelde humor. "Aan de overkant schommelde een corpulente teckel met afstandsbediening: aan het uiteinde van zijn riem voerde hij of zij een lange magere vrouw met zich mee. Ze was een jaar of zestig, had altijd veel make-up op, daar kon een banketbakker een taart mee glazuren". De verhalen uit het tweede deel doen me af en toe aan die van Belcampo denken. Het eerste (De terugkeer van Opa Mendes) gaat over Grootvader die terugkomt uit de hemel, maar niet als zodanig past in de visie van gezagsdragers die hem als een gek of een bedrieger beschouwen en die tenslotte besluit maar weer naar het hiernamaals te vertrekken. Een heerlijk verhaal!

Deel III: De laatste kamer is ronduit aangrijpend. Al probeert hij er af en toe wat humor in te leggen, het cynisme wint het toch geregeld. Het verdriet, het gemis, het afhankelijk zijn wordt op een quasi zakelijke manier verteld. Toch raakte het me diep en kan ik heel goed begrijpen, dat hij er genoeg van had om zo nog verder te leven. 

"Toen ik hier pas was ging ik naar de kapper. Ik vertelde de kapster hoe ik het precies wilde hebben. "We knippen alle mannen hetzelfde". Met de schaar werd amper gewerkt, alles gaat roetsj, roetsj met de tondeuse, maar wat wil je voor 9 euro? Ik ben hier drie belangrijke zaken kwijtgeraakt: mijn status, mijn ijdelheid en soms voel ik me aangetast in mijn waardigheid. Wat ik overdag draag, interesseert me niet meer."

"Weet je dat ik vanuit de "huiskamer" mijn oude woning kan zien? Ik zie het puntige, rode dak en de ramen van de vierde verdieping waar ik zolang woonde. Vrolijk word ik er niet van. Vergeef me als ik in herhalingen verval, fysiek kan ik het niet meer opbrengen meerdere versies te typen. Als ik je verveel lees dan niet verder."
  
Maar ik las wel verder, genoot van de hele bundel, was ontroerd door het laatste verhaal. Alhoewel deze laatste bundel niet representatief voor de rest van zijn werk zal zijn, ben ik vast van plan ook wat van het oudere werk te gaan lezen. Heb je een suggestie met welke bundel ik zou kunnen beginnen? Ik hoor het graag!

Frans Pointl - De laatste kamer. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2013. Geb., 175 pg., isbn: 97890-388-9821-6.

Ik las dit boek als 34/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, november 2015.


 

maandag 26 oktober 2015

Renate Dorrestein - Weerwater

Kunststof TV, ik mis het nog steeds. Natuurlijk kun je interviews met schrijvers ook beluisteren via de radio, maar het is toch allemaal veel directer als je de geïnterviewde ook ziet. En dat was zeker zo toen Renate Dorrestein bij Joost Karhof aan tafel zat om te vertellen over haar schrijversblokkade. Het boek dat ze erover schreef, heeft haar geholpen te begrijpen waar de blokkade door veroorzaakt werd en heeft haar weer op weg geholpen. Gelukkig maar, voor haar en voor ons, want ik had Weerwater niet graag gemist.

Samenvatting

Van de zomer van 2013 tot die van 2014 was Renate Dorrestein gastschrijver in Almere, met de opdracht een roman te schrijven in de reeks "De Almere Verhalen". Het werd Weerwater, verwijzend naar een meertje in Almere Stad, ontstaan bij het graven van de haven van Almere. Water speelt een belangrijke rol in het verhaal.
Renate Dorrestein vertelt het verhaal alsof zijzelf deze gastschrijfster is. Nog maar net gearriveerd is ze getuige van een apocalyptische ramp: de wereld vergaat, alleen Almere blijft bestaan, volkomen geïsoleerd. Van gastschrijver wordt ze stadsschrijver met de opdracht alles wat er plaatsvindt zorgvuldig op te tekenen. In Almere overleven zo'n vijfduizend vrouwen, mannen zijn er vrijwel niet meer, behalve een paar honderd ontsnapte gevangenen. Samen moeten zij een nieuwe maatschappij inrichten, met nieuwe familieverbanden. Beslissingen worden voortaan genomen per loterij, zelfs als op een dag een baby wordt gevonden ... 

Leeservaring

"Weerwater is een ongeëvenaarde Dorrestein-vertelling over uitzichtloosheid en hoop, over egoïsme en opoffering, maar vooral over de liefde en ons verlangen naar verbinding. Spannend, teder, ontroerend en geestig." Dat staat te lezen op de binnenzijde van de kaft. En daar valt niets op af te dingen. Om te beginnen heeft ze met dit boek Almere voor eens en altijd op de kaart gezet. Zelden wordt de stad voor vol aangezien en nu is ze de enig overgebleven plek op aarde, waar het allemaal gebeurt! Ik was er ooit eens in de buurt en heb het Kasteel (nog steeds niet afgebouwd, maar vandaag werd bekend dat het wellicht een Heksenpretpark gaat worden....) met eigen ogen gezien. En eigenlijk ben ik nu toch ook wel nieuwsgierig naar de stad zelf. Ik zal niet de enige zijn: wie weet zijn er al "literaire Weerwater-wandelingen" (zoals bv. ook Knielen op een bed violen "bedevaarstochten" in Velp opleverde). Dat op zich is al Dorrestein-humor.

Maar goed, dat is bijzaak. Het gegeven afgesloten te zijn van de rest van de wereld, op elkaar aangewezen zijn en geplaatst worden voor onvoorstelbaar veel problemen en even zovele meningen over oplossingen, het is voor een schrijfster als Renate Dorrestein een uitgelezen kans er weer helemaal voor te gaan. Niets meer te merken van een writer's block. Ze sleept je mee in haar fantasie: er wordt een samenleving beschreven, zoals die heel goed zou kunnen zijn in deze situatie. En steeds voegt ze er weer een element aan toe om het gecompliceerder te maken en spannender. Maar ook de gevoelens van de afzonderlijke mensen spelen een rol: jaloezie, egoïsme, zelfopoffering, hoop, inventiviteit, verdriet, overlevingsdrang. Het geeft het verhaal een extra dimensie: hier komt de vraag naar voren: wat zou je zelf doen in zo'n situatie. Ondanks dat deze ramp verzonnen en absurd lijkt, weet ze de gebeurtenissen in deze geïsoleerde stad een heel realistisch tintje te geven.

Er is al veel over geschreven en zelf ervaren hoe het verhaal verloopt, blijft het leukst. Dus laat ik het hierbij. Het is een heerlijk boek dat moeilijk weg te leggen is, daarvoor wil je te graag weten wat er nog meer staat te gebeuren. En hoe het afloopt?

 "Er is maar een ding zeker: ik heb me pas definitief gekweten van mijn taak als Almeres stadsschrijfster wanneer de wonderbaarlijke historie van deze stad elders lezers heeft bereikt. Of dat ons isolement zal beëindigen, weet ik niet. Maar als er buiten ons een wereld bestaat, zal die in elk geval met stijgende verbazing kennisnemen van wie wij waren en wie wij zijn, van wat we deden en wat we doen, in een stad waarin vroeger niemand dood gevonden wilde worden, maar die tot dusverre alles heeft overleefd."

Renate Dorrestein - Weerwater. Amsterdam, Podium, 2015. Pb., 301 pg. ISBN: 978-90-5759-712-1.

Ik las dit boek als 33/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, oktober 2015.


vrijdag 16 oktober 2015

Jan van der Mast - Agneta

Nieuwsgierig gemaakt door de uitgebreide en goede recensie op Mijn Boekenhoek van Janneke (KLIK HIER) besloot ik Agneta te lenen in de bibliotheek. De ondertitel luidt: Waargebeurd verhaal over het opmerkelijke verbond tussen twee vrouwen. Maar zoals ik al kon lezen bij Janneke was het ook het verhaal over een uitzonderlijk en succesvol sociaal project van het echtpaar Van Marken in Delft. Vooral die combinatie maakte het tot een aantrekkelijk boek voor mij: een op feiten gebaseerde en met wat fantasie aangevulde, historische roman over wat men de Sociale Kwestie pleegt te noemen. Ik heb het boek dan ook met veel plezier en interesse gelezen.


Samenvatting 

Het is eind negentiende eeuw als Jacques van Marken, oprichter van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek, en zijn vrouw Agneta hun droom realiseren: het Agnetapark, in Delft, een tuindorp met 78 arbeiderswoningen. Het echtpaar zelf woont te midden van de fabrieksarbeiders en Agneta groeit uit tot geliefde ‘parkmoeder’. Als Jacques volledig instort, neemt Agneta zijn taken over. Al snel wordt zij onaangenaam verrast door de brief van een vrouw die vraagt waar haar toelage blijft. Agneta kiest voor een onconventionele oplossing en maakt een afspraak met de minnares van haar man. Terwijl Van Marken in Duitsland een heilzame waterkuur volgt, nemen de dames een besluit dat hun toekomst ingrijpend zal veranderen. (Achterzijde boek).

Leeservaring 

Terwijl hij bezig was met research te doen naar het echtpaar van Marken kreeg van der Mast toestemming van de familie om een dagboekje in te zien van Jacques van Marken. Daaruit bleek dat hij niet alleen een sociale ondernemer was, maar ook een dubbelleven heeft geleid. Van der Mast besloot op dat moment dat met de gevonden gegevens beter een roman geschreven kon worden dan een biografie. Een goede afweging: door deze manier van presenteren komen (naast het verhaal over de twee vrouwen en de kinderen) ook de ontwikkelingen en gebeurtenissen rond het sociale project op een prettig leesbare manier in beeld. Doorgaans vraagt het lezen van een biografie wat meer doorzettingsvermogen.

Het is een mooi boek geworden en het is goed ontvangen. Agneta was een sterke vrouw die lang in de schaduw van haar man heeft gestaan. Door dit boek begrijpen we beter wat haar werkelijke rol was. Maar nu schrijft Jan van der  Mast toch een biografie over Jacques van Marken (1845-1906), omdat hij er in de roman nogal bekaaid af komt. Hij was toch voor alles een sociale ondernemer die, samen met Agneta, eind 19e eeuw Delft heeft wakker gekust. (Een documentaire daarover kan HIER bekeken worden). Zijn lijfspreuk was: ‘Breng ieder uur een woord en daad die voor de wereld iets achterlaat.’

De indeling van het boek is slim gekozen: per hoofdstuk springen we heen en weer tussen de laatste levensmaanden van Jacques en het leven van vroeger. Zo wordt stukje bij beetje duidelijk wat zich in het verleden heeft afgespeeld en hoe de verhoudingen nu liggen en wat er met Jacques aan de hand is. Door deze afwisseling wordt de spanning mede opgebouwd en de daad- en draagkracht van Agneta benadrukt. Ik zal hier geen uitgebreide samenvatting van het verhaal geven, daarvoor verwijs ik graag naar het bovengenoemde boekenblog van Janneke.

Wel is dit misschien de plek voor wat verwijzingen. Zoals naar de serie De Strijd van de Vara over de gebeurtenissen en personen die ervoor gezorgd hebben dat de zware, onmenselijke omstandigheden waaronder arbeiders ooit moesten zien te overleven, tot het verleden behoren. In een van de komende afleveringen komt Jan van der Mast aan het woord en horen we meer over het echtpaar Van Marken en hun Agnetapark. (Kijk eventueel via Uitzending Gemist).
Een lezenswaardig artikel over het echtpaar van de TU Delft vind je hier: De sociale ingenieur. 

Maar om op Agneta van Marken-Matthes (1847-1909) terug te komen: een uitgebreide levensbeschrjving is te vinden bij het DVN: Agneta Matthes   Dit Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (afgekort DVN) is een online Nederlands naslagwerk met biografieën van opmerkelijke Nederlandse vrouwen. Het DVN wordt ontwikkeld onder leiding van historica Els Kloek. In 2013 kwam uit het project ook een boekpublicatie voort: 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, Agneta was nr. 774. Om het boek mogelijk te maken werd een crowdfunding actie ondernomen. Wie wilde, kon een vrouw adopteren. Mooi om te zien dat Jan van der Mast Agneta heeft geadopteerd! 

Na het grote succes van 1001 Vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis werkt Els Kloek met haar team aan het vervolg: 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw. Dit boek zal een selectie bevatten van 1001 beroemde, beruchte, opmerkelijke, geliefde, slechte en invloedrijke vrouwen. Het boek wordt opnieuw ontworpen door Irma Boom, en zal naar verwachting eind 2017 verschijnen.
Ook dit vervolgproject is alleen mogelijk dankzij crowdfunding. Kijk op de site 1001 VROUWEN hoe je een steentje kunt bijdragen. Maar hoe dan ook: de DVN blijft en fantastische manier om kennis te maken met heel veel bijzondere Nederlandse vrouwen.


Jan van der Mast - Agneta. Amsterdam, Nieuw-Amsterdam, 2015. Geb., 256 pg., foto's, stamboom, chronologisch overzicht. ISBN: 978-90-468-1580-9.

Ik las dit boek als 32/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER). © JannieTr, oktober 2015.