zondag 29 maart 2015

Ida Simons - In memoriam Mizzi

Wat een verrassing was In memoriam Mizzi voor me! Op twee manieren. Ten eerste omdat het erg aardig was van Cossee om me dit toe te sturen en ten tweede omdat de inhoud van dit kleine en mooi uitgegeven boekje zo bijzonder is. Het is eigenlijk onmisbaar voor wie genoten heeft van De dwaze maagd (KLIK HIER). Ondanks de biografische toevoeging van Mieke Tillema achterin dat boek bleven er vragen over bij veel lezers, ook bij mij. In dit boekje staat behalve de novelle waaraan de titel ontleend is, een nawoord van Eva Cossée met vooral informatie over de oorlogs- en kamptijd van de familie Simons. Samen met het toepasselijke beeldmateriaal (tekeningen, foto's, documenten) een waardevolle aanvulling.

Samenvatting

Het leven van een moeder en haar zoon in het kamp is zwaar, maar wanneer Herr Keppler vraagt of de jongen misschien van honden houdt, veren ze beiden op. Keppler laat hen kennismaken met Mizzi: niet zomaar een hond, Mizzi glimlacht, en moeder en zoon raken beiden in haar ban. Je zou het niet verwachten, legt Keppler uit, maar er worden wel meer dieren gehouden in het kamp - tot de leiding ze in de gaten krijgt. Zolang ze kan, glimlacht Mizzi naar de gevangenen en de zieken, naar de kinderen en de ouders. Onderwijl krijgt de lezer van dit wonderlijke, haast sprookjesachtige verhaal een zeldzame blik in het dagelijkse leven van de uitzichtlozen, en in het doorzettingsvermogen van mensen die vechten voor hun bestaan.
In deze uitzonderlijke novelle, voor het eerst gepubliceerd in 1956, vond Ida Simons haar stem: een zachte, subtiele stem, die zelfs niet stokt bij het vertellen van verhalen waarbij alles op het spel staat. (Bron: achterflap).


Leeservaring

Misschien niet gebruikelijk, maar ik kan het in dit geval aanraden: ik heb eerst het nawoord van Eva Cossée gelezen. Het omvat bijna de helft van het boekje, maar het is boeiend geschreven en geeft al bij voorbaat een antwoord op de vragen die zich anders wellicht opdringen bij het lezen van de novelle. Want dat het verhaal autobiografische achtergronden heeft, is wel duidelijk. De familie Simons verbleef in de concentratiekampen Westerbork en Theresiënstadt en werd tenslotte naar Zwitserland gestuurd bij een uitruil van gevangenen tegen materieel (!). Ze hebben om verschillende redenen geluk gehad en het er daardoor als gezin levend afgebracht, maar dat wil niet zeggen, dat ze niet door de hel  gegaan zijn. Maar zoals Eva Cossée haar nawoord besluit:

"In memoriam Mizzi, het verhaal van de grappige en troostende hond in het kamp, die de gevangenen en ook de kapo's laat lachen, is voor Jan geschreven. Wie het verhaal oplettend leest, zal snel vaststellen, dat Ida Simons in deze novelle het allermoeilijkste lukt: de juiste lichte toon voor haar lezers vinden zonder de poorten van de hel te laten verdwijnen."

En een mooi voorbeeld daarvan zijn de beginregels:

"De waarheid moet maar eens gezegd: de kinderen vonden het leven in het kamp heerlijk. Ze hoefden niet naar school, hun ouders konden geen toezicht houden, omdat ze de hele dag aan het werk waren; en het enkele uur dat ze samen met hen in de barak doorbrachten, waren de ouders zoet en gedwee.
Ze vonden alles prachtig wat de kinderen zeiden of deden; want altijd leefde in hun harten de bange vraag: hoe lang heb ik je nog bij me? - maar de kinderen wisten dat niet, die waren bijna altijd heel tevreden met hun vrijgevochten bestaan."

Voor in het boekje staat in de opdracht dat het verhaal geschreven is voor zoon Jan "om hem nooit te laten vergeten dat zelfs de donkerste uren verlicht kunnen worden door een warm hart". De gebezigde toon is soms bijna die van sprookjes, de hond Mizzi vormt de rode draad van het verhaal. Maar via Mizzi komt de ellende toch geregeld onnadrukkelijk in beeld en worden het verdriet en de angst voelbaar. Maar ook de troost die hij met zijn glimlach aan de kinderen schenkt. Een warm hart heeft ook de gebochelde joodse dokter die doet wat hij kan om het leed van de zieke kinderen (en hun machteloze ouders) te verzachten. Eind goed al goed? Ze leefden nog lang en gelukkig? Dat gold niet voor iedereen.

Toch: de ironie en de humor in de observaties van Ida Simons in De dwaze maagd ontbreken. Het is wel waar wat er beweerd wordt: in deze novelle (1956) vond ze de lichte toon waarmee ze De dwaze maagd (1959) kon schrijven. Volgens Eva Cossée heeft ze oorlog en de nasleep ervan van zich af proberen te schrijven in haar dichtbundel Wrange oogst 1940-1945, die in 1946 werd uitgegeven. 

De nieuwsgierigheid naar haar overige werk is met dit boekje erbij alleen maar groter geworden. Er moet naast In memoriam Mizzi nog een novelle gestaan hebben in Slijk en sterren (1956). En postuum verscheen Als water in de woestijn (1961), een roman. Daar ben ik nu wel heel benieuwd naar. Ik hoop stilletjes dat Cossée ook die een nieuw leven gunt, want een antiquarisch exemplaar kost inmiddels € 125....

Ida Simons -  In memoriam Mizzi. Amsterdam, Cossee, 2015. Geb. met stofomsl., 59 pg., ills., met een nawoord van Eva Cossée. ISBN: 978-90-5936-577-3.

Ik las dit boek als 13/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).
© JannieTr, maart 2015.


zaterdag 21 maart 2015

Bart Moeyaert - Broere

Na de trieste en beklemmende jeugd van Mikael Hammerman had ik behoefte aan iets luchtigers. Dat vond ik in Broere van Bart Moeyaert: met humor en tederheid neemt hij ons mee naar de kinderwereld van een zevenjarig jochie, geboren in een gezin met zeven jongens, waarvan hij de jongste is. Een chronologisch vertelde verhalenbundel met het nodige kattenkwaad.

Volgens Wikipedia: "Bart Moeyaert (Brugge, 1964) groeide op als jongste van zeven zonen. Hij werd genoemd naar een personage uit het boek van Anne de Vries. Zijn tweede naam verwijst naar de Belgische koning Boudewijn, die Barts peetoom was, zoals in België gebruikelijk is bij de jongste van zeven opeenvolgende zonen." Uit wat er verder over het boek op zijn website staat, mogen we concluderen dat de verhalen autobiografisch zijn. Daarmee geeft het ons een aardig beeld van opgroeiende kinderen in Vlaanderen in de jaren 60/70. Voor Broere (2001) ontving hij de Woutertje Pieterse Prijs. Er is ook een theaterproductie van gemaakt.

Samenvatting

Aan de basis van Broere ligt een verzoek van Frank Albers en Bernard Dewulf, die aan het roer stonden van het Nieuw Wereldtijdschrift. Zij nodigden Bart Moeyaert uit om elke maand een column te schrijven. Die opdracht nam hij niet aan, maar hij stelde wel voor om korte verhalen te schrijven over zijn zes oudere broers, zijn ouders, zijn grootmoeder en zichzelf.
Na anderhalf jaar bleken de verhalen een geschiedenis van zijn — of beter: iedereens — kindertijd te worden. In de eerste versie van Broere stonden 31 verhalen, de bundel uit 2002 bevatte 42 verhalen, en de versie die in februari 2010 is verschenen, bevat 49 verhalen. (Bron: http://www.bartmoeyaert.com/)

Leeservaring

De editie die ik las was uit 2010 en omvat dus 49 verhalen. Ze worden min of meer chronologisch verteld en bestaan doorgaans uit twee tot drie pagina's. De ondertitel van het boek luidt: De oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste & ik. En al gaat het dus om Bart en zijn broere, nergens wordt er iemand bij zijn naam genoemd. Dat heeft een reden.


Het IK-perspectief is van Bart, de jongste. De anderen worden meestal als collectief aangeduid: ZIJ. Hij wordt zelden serieus genomen, mag vaak niet mee doen of er wordt gezucht om zijn kinderlijke domheid. Dan noemt hij ze mijn broers of ZIJ en creëert zo afstand. Mag hij wel mee op pad, dan gebruikt hij trots WIJ. Een enkele keer is er iets bijzonders met een van de broers. Uiteraard wordt het dan HIJ en WIJ.
Door hier mee te spelen, kan hij humor in het verhaal brengen door bv. de onschuld van de jongste te plaatsen tegenover de opspelende hormonen van de oudere broers. Ook het stiekeme genot van af en toe weliswaar de kleinste, maar toch de slimste te zijn, doet de lezer glimlachen.

De kwajongensstreken die de broers uithalen eindigen soms tot hun grote schrik niet helemaal zoals ze bedacht hadden, zoals de vermakelijke "overval" op de bakker die helaas niet de geplande appeltaart opleverde.

Ook de vakantie aan zee, het vieren van Kerstmis, het eerste baantje van de oudste broer (bij de ijscoman!), het bouwen van een boomhut: stuk voor stuk om van te smullen. Het knappe aan zijn schrijfstijl is, dat je denkt het verhaal van een kleine jongen te lezen, maar dat de volwassen Bart alle touwtjes in handen heeft en je precies genoeg inzicht geeft om te zien wat de jongste zgn. in zijn onschuld ontgaat. Een tedere en liefdevolle terugblik op een normale jeugd, met onderlinge verbondenheid, liefde voor een zorgzame moeder en ontzag voor een degelijke, maar ook betrokken vader: dat is de kern van dit boek.

De Zeven Broere
Een voor mij verwarrend verhaal was dat over de 7de verjaardag van de jongste: hij zou een petekind zijn van de Koning (Boudewijn). Ik vroeg me steeds af wat echt was en wat komedie in het hele ritueel erom heen. Later begreep ik dat dit ging om iets, dat dus echt Vlaams is aan dit boek: de Belgische koning is echt peetoom van de zevende zoon in elk Belgisch gezin. Verder viel het me nogal mee. Een enkel woord dat ik na moest zoeken, maar verder een jongensleven zoals ook hier geleefd werd in die tijd. Zelfs de spreektaal zal opgepoetst zijn naar het Nederlands, want ik geloof niet dat de broertjes onder elkaar spraken zoals in de dialogen van het boek. En dat maakt dat het een geschikt boek is voor beide zijden van de grens. Wel vraag ik me nog af welke taal er gebruikt werd in het toneelstuk dat er van gemaakt is. 

Dat de avonturen van de broertjes universeel zijn, blijkt ook wel uit het feit dat het boek vertaald werd naar het Duits, Frans, Engels, Italiaans en Zuid-Afrikaans. In het Koreaans kreeg Broere een nieuwe titel. Vrij vertaald: Als je niet naar school wil, stop dan uien onder je oksels. Naar nog zo'n heerlijk verhaal, waarin de jongste weer eens de wijste bleek te zijn. (Volgens recensies is het boek geschikt voor jongeren vanaf 14 jaar).

Bart Moeyaert - Broere. Amsterdam, Querido, 2010. Paperback, 9edr., 158 pg. (ik las de e-book versie via de bibliotheek). ISBN 978 90 214 3785 9.

Ik las dit boek als 12/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, maart 2015.

dinsdag 10 maart 2015

Jaap Robben - Birk

Steeds nieuwsgieriger werd ik naar Birk van Jaap Robben. Maar toch heeft het lang geduurd voor ik eraan begon. Dat komt omdat al te enthousiaste verhalen soms verwachtingen wekken, die niet waar gemaakt worden. Ik ben blij dat ik me dit keer heb laten overhalen: Birk is een spannend en met veel psychologisch inzicht geschreven boek, dat een blijvende indruk nalaat. Ook door het taalgebruik: soms poëtisch, soms nuchter, soms zeer beeldend. Ik heb genoten en kan niet anders dan het op mijn beurt weer aan anderen aanraden!

Samenvatting

Mikael woont met zijn ouders op een afgelegen eiland tussen Schotland en Noorwegen. Op een dag verdwijnt zijn vader in zee en Mikael verzwijgt wat er is gebeurd. Schuld, troost en verwijten stapelen zich op, tot zijn moeder het onmogelijke van hem verlangt. Birk is een even teder als beklemmend verhaal over mensen die zelf eilanden dreigen te worden. (De Geus).

Leeservaring

Bovenstaande samenvatting lijkt extreem kort, maar toch geeft die de essentie van het verhaal goed weer. Maar om uit te leggen waarom ik zo onder de indruk ben van dit boek is toch iets meer tekst nodig.
Mikael is negen jaar als zijn bal de zee op drijft en zijn vader hem probeert te gaan halen. Lange tijd blijft onduidelijk wat er precies is gebeurd, maar vader is weg en wordt ook niet terug gevonden. Hoe Robben het doet weet ik niet, maar heel lang bleef ik het gevoel houden dat Birk nog ergens was. Een prachtig einde moet daar duidelijkheid over verschaffen (zelf lezen dus).
Het kleine eilandje is een ideale omgeving voor het verhaal dat Robben verzon. Behalve Mikael en zijn moeder woont er nog een visser (Karl) en staat er een verlaten huisje van een overleden oudere dame (mevrouw Augusta). Slechts zelden komt er een boot om de boodschappen en post te brengen. Vrijwel nooit verlaten moeder en/of zoon het eiland. En hoewel de 3 mensen op het eiland eigenlijk volkomen op elkaar zijn aangewezen, leven ze elk hun eigen leven, zonder veel contact.

Het verhaal wordt helemaal vanuit het perspectief van Mikael beschreven. Het boek heeft 3 delen. In het eerste deel is Mikael nog klein, hij voelt zich schuldig, kan en wil eerst niets vertellen. Er wordt door instanties gezocht en er blijft bij hem en zijn moeder nog hoop en ongeloof smeulen. Hij verbeeldt zich zelfs zijn vader als een klein mannetje uit de kraan te zien komen en raakt in paniek als zijn moeder de stop uit het bad trekt, omdat hij denkt dat papa dan weer zal verdrinken in de draaikolk bij het afvoerputje.
Als duidelijk wordt dat papa niet meer terug zal komen voelt hij het verwijt van zijn moeder:

"Papa zou ze nooit meer papa noemen, alleen nog Birk. Haar Birk, om me te laten voelen dat de schuld van mij was en het verdriet van haar. Dichter bij elkaar dan de overkant van de tafel kwamen we niet. Papa viel nooit meer uit de kraan."

Deel 2 bestaat uit maar een paar bladzijden. Het verlies lijkt aanvaard te worden en moeder en zoon proberen het leven weer op te pakken. Maar op een vreemde manier: alles wat van Birk was moet blijven zoals het was. Mama zwijgt vrijwel steeds. Mikael mag niet van het eiland af, al kan de visser zijn hulp goed gebruiken. Er worden 6 jaar overbrugd in dit deel. Mikael is 15 als deel 3 begint. We zijn dan op een derde van het boek. De verleden tijd (met de nodige flashbacks) wordt ingeruild voor de tegenwoordige tijd.

Wat volgt, is een typisch coming-of-age verhaal. In de 3 jaar die volgen ontwikkelt Mikael zich tot een jongeman die steeds meer begint te lijken op zijn vader. En terwijl zijn vader, zonder ooit gevonden te worden, dood verklaard wordt, verklaart hij zichzelf ook dood, via een vervalste brief aan het instituut dat hem zijn lesstof en toetsen stuurt. Hij heeft geen zin meer in leren.
De contacten met de wereld buiten het eiland blijven sporadisch: soms spreekt hij even met een leeftijdgenoot die de boodschappen komt brengen. Tot die een vriendinnetje heeft: dan probeert zijn moeder het contact te beletten. Soms gaat hij mee met Karl naar de grote stad op het vaste land, maar ook dat bevalt haar niet. Vaak trekt hij zich terug in het huis van de oude dame, waar hij een meeuwenmoeder en haar jong gevangen houdt en verzorgt.

Wat er in het hoofd van zijn moeder omgaat zullen we nooit weten, omdat het perspectief bij Mikael blijft. Maar er gebeuren onheilspellende zaken waarvan de lezer al eerder de dreiging en waanzin inziet, dan de jongen zelf. En dat maakt het tot een benauwend en spannend verhaal. Terwijl hij al in de war is van zijn eigen puberale ontwikkeling, maakt zijn moeder het er met haar vreemde gedrag niet gemakkelijker op. Het mondt uit in een climax die een prachtige tegenhanger heeft in het lot van het meeuwenjong. 

Er valt nog veel meer te zeggen over dit boek, maar dat zou het leesplezier kunnen bederven. Het is zonder meer een geschikt leesclubboek en er zijn discussietips bij gemaakt door De Geus: discussietips Birk, je vindt ze in het leesclubdossier over de auteur en zijn boek.

Jaap Robben - Birk. Breda, De Geus, 2014. Geb., met stofomsl., 255 pg. ISBN: 978-90-445-3277-7.


Ik las dit boek als 11/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

©JannieTr, maart 2015.

zaterdag 7 maart 2015

Bernlef - Een onschuldig meisje

In oktober 2012 overleed Bernlef (pseudoniem van Hendrik Jan Marsman). Twee weken voor zijn overlijden stuurde hij het manuscript van Een onschuldig meisje naar zijn uitgeverij Querido, samen met Onbewaakt ogenblik en Wit geld (die inmiddels al gepubliceerd zijn). Het is de allerlaatste roman die hij voltooide. Bernlef is een van mijn lievelingsauteurs. Er staan aardig wat boeken met zijn naam erop in mijn boekenkast, alhoewel ik ze nog niet allemaal heb gelezen. Die bewondering is begonnen met Hersenschimmen. Het trof me dat Een onschuldig meisje als afronding van zijn oeuvre daar prachtig bij aansluit.

Samenvatting

De dertienjarige Lucille woont in een klein dorp, is een keer (onnodig) blijven zitten en heeft ouders die voortdurend ruziemaken. Ze is intelligent en snakt naar aandacht en wanneer er een nieuwe, aardige leraar op school komt, grijpt ze haar kans. Ze probeert hem te verleiden en vertelt haar vriendinnen de wildste verhalen over hen beiden, al gaat hij in werkelijkheid niet in op haar avances. Toch wordt de sfeer steeds grimmiger en beschuldigen de dorpelingen hem al snel van seksueel misbruik. Hoe kan hij zich verdedigen tegen een uit de hand gelopen leugen? 

Leeservaring

In 1984 werd Bernlef bij het grote publiek bekend met zijn roman Hersenschimmen, waarin hij op overtuigende wijze het dementeringsproces beschrijft vanuit het perspectief van een dementerende man. Het is bijna griezelig hoe je je al lezende totaal opgesloten voelt in het hoofd van deze hoofdpersoon. Sluipend gaat het bergafwaarts, met af en toe het besef: dit gaat niet goed, waar gaat dit heen? Het is zo knap om al schrijvende voor elkaar te krijgen dat de lezer zich zich steeds onbehaaglijker en benauwder gaat voelen...
Ook in zijn andere boeken draait het vaak om herinneringen, interpretaties, vreemde gedachten of inbeeldingen die de hoofdpersonen of mensen in hun omgeving parten spelen. In wiens hoofd zit de waarheid? Kan eenzelfde gebeurtenis op meer manieren uitgelegd worden? Bernlef speelt dit spel slim en boeit daarmee de lezer.

Je als gezonde, helder denkende man verplaatsen in de gedachtestroom van een dementerende is een huzarenstukje, maar datzelfde overtuigend doen in die van een dertienjarig meisje is helemaal bijzonder. En toch is dat wat er gebeurt. Het perspectief ligt in het verhaal afwisselend bij Lucille en bij Jos Swinkels, de nieuwe leraar. Op die manier krijgen we twee kanten van hetzelfde verhaal te lezen waaruit blijkt dat er zich in werkelijkheid niets schokkends heeft afgespeeld in het dorp.

Jos wordt gewaarschuwd voor Lucille: ze was de aanstookster van een groepje meiden dat de vorige lerares weggepest heeft. Maar Jos pakt het vanaf het begin anders aan en laat zich niet kennen. Omdat hij op de rest van de klas een goede indruk maakt met een nieuwe manier van lesgeven en leerlingen benaderen, gaan ze hem aardig vinden en het groepje meiden rond Lucille heeft er geen behoefte meer aan ook hem weg te pesten.
Als Lucille merkt dat ze daar alleen in staat, gooit ze het over een andere boeg. Ze is een beetje verliefd geworden op haar leraar en droomt over een verhouding. Ze probeert hem te verleiden, maar als hij daar niet op in gaat, gooit ze het over een andere boeg. Deels om weer bij haar vriendinnen in de belangstelling te staan en deels omdat haar dromen echter lijken voor haarzelf als ze die als waarheid aan anderen kan vertellen, verzint een verhouding met Jos.

Dat kan in een dorp natuurlijk niet geheim blijven. Tel daarbij op de zaken die onschuldig zijn, maar verkeerd uitgelegd kunnen worden, de roddeltantes die alles aangrijpen om de zaak te verergeren, ouders zonder echte belangstelling maar als de kippen erbij om hun tekortkomingen op anderen af te schuiven, een hoofdonderwijzer die zijn school geen slechte naam wil bezorgen enz. Het hele dorp veroordeelt Jos en na even tegenstribbelen erkent hij dat hij daar nooit tegenop zal kunnen en vertrekt.

Lucille en Jos, beiden slachtoffer van wat een heel dorp WIL geloven. De kracht van de geest is weer het hoofdonderwerp. Waar die kracht bij de oude man in Hersenschimmen het langzaam af liet weten en flakkerend uitging, wakkerden de dromen en verzinsels van een jong meisje het vuur van giftige overtuigingen aan. De oude man herkende de werkelijkheid niet meer, het dorp nam de verzinsels, roddels en verdachtmakingen aan als was het de werkelijkheid.

Ja, het wàs Een onschuldig meisje, dat niet besefte met welk vuur ze speelde. Hersenschimmen kostten Jos zijn baan. Maar hij koestert geen wrok en het boek eindigt met een mooie conclusie: dromen en dierbare herinneringen zijn een prachtig bezit, maar je kunt ze maar beter koesteren en voor jezelf bewaren. Niemand kan ze je ooit afnemen. Dat geldt ook voor mijn herinneringen aan vele intrigerende boeken.
Dank Hendrik Jan Marsman voor dit mooie afscheidscadeau!

Bernlef - Een onschuldig meisje. Amsterdam Querido, 2015. Geb., met stofomsl., 164 pg. ISBN: 978-90-214-5626-3.

Ik las dit boek als 10/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, maart 2015.