woensdag 11 december 2019

Oktober en november: wat las ik?

De tijd vliegt en alweer zijn er twee maanden voorbij, waarin ik nauwelijks blogde over gelezen boeken. Het is niet alleen dat ik het bloggen moeilijk kan opbrengen, ook het lezen verloopt niet meer zoals ik gewend was. Het valt me zwaar om mijn aandacht bij een boek te houden en al helemaal als het me niet meteen boeit en me echt afleiding bezorgt. De oogst van de afgelopen maanden is dus magertjes en dat ligt meer aan mij (en de omstandigheden) dan aan de boeken die ik wel las, maar niet bespreken zal. 

Voskuil: Ik ben ik niet

Laat ik beginnen met het "Voskuilproject". Het Bureau 1 en het Bureau 2 zijn uit. (Ik schreef daar eerder over. (Zie hier 3 afleveringen). Van medeblogster Sue kreeg ik Ik ben ik niet. Omdat ik me tijdens het lezen van Het Bureau vaak afvroeg in hoeverre Maarten Koning samenviel met J.J. Voskuil besloot ik dat eerst te lezen, in de hoop er wijzer over te worden. 
Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste bevat een samenvatting van de gesprekken die Detlev van Heest voerde met Lousje Voskuil over haar man en hun leven samen. Ik vond het heerlijk om te lezen. Zonder twijfel stond Lousje model voor Nicolien: dat wordt duidelijk in het woordelijke verslag van hun gesprekken. Over Han Voskuil als Maarten Koning ben ik weinig wijzer geworden. Ze hebben heel veel gemeen. Het Bureau als een soort van dagboek beschouwen gaat misschien te ver, maar er zijn genoeg overeenkomsten, als ik de verhalen van Lousje mag geloven.
Volgens de achterflap leest het tweede deel als een zelfportret. Het zijn bespiegelingen en boekbesprekingen. De meningen en thema's uit deze periode vóór Het Bureau zullen in zijn latere werk naar voren komen: vriendschap, vervreemding en vijandschap. Ik ben wel begonnen aan dit gedeelte, maar op dit moment bleek het teveel gevraagd. Er worden veel buitenlandse schrijvers besproken die ik niet ken, dat maakt het volgen van een betoog lastig. Misschien later nog eens. Net als deel 3 van Het Bureau.

Deze haalden wel een blog

Op aanraden van mijn boekwinkelvriendin in Haarlem (Boekwinkel Gillissen & Co) las ik Het Zoutpad van Raynor Winn. Het boeide me vanaf het begin en ik las het met plezier. Daarna verraste Cossee me met De wonderdokter van Rinus Spruit. Een schot in de roos. Ze weten daar ondertussen wie en wat ik graag lees. Uit het archief van mijn oude blog dook ik Maarten 't Hart - Het psalmenoproer op, omdat het ter sprake kwam in een bespreking van zijn laatste boek (De nachtstemmer) en ik vind dat het nog wel wat aandacht verdient. Ik las het dus niet opnieuw, maar het is goed mogelijk dat dat er nog wel eens van komt. Begin november volgde Lijfrente, een gevoelige poëziebundel van Vrouwkje Tuinman. Over een jaar van rouw na het verlies van haar geliefde. Wie ooit een geliefde verloor zal er een en ander in herkennen, maar rouwen doet ieder mens op zijn eigen manier. Vrouwkje Tuinman heeft besloten haar proces met de lezer te delen. Een moedig besluit dat respect verdient.
In november ontving ik De Kolonieman: de biografie over Johannes van den Bosch. Een dikke pil met interessante informatie, maar die af en toe het nodige doorzettingsvermogen van me vroeg. Dankzij de prettige schrijfstijl van Angelie Sens lukte het me toch hem uit te lezen er er een blog over te schrijven.

Deze haalden het (nog) niet.

Allereerst is daar Kaf van Joep Stapel. Ik las de recensie van Sue (KLIK HIER) en het leek me een interessant debuut. Sue bracht het voor me mee tijdens onze vakantie bij haar in de buurt. Ik las het uit, maar het was te ingewikkeld voor me om er een blog over te kunnen schrijven. Door het constant wisselen van tijd en perspectief is zeer aandachtig lezen nodig en dat kon ik niet genoeg opbrengen. Lees dus vooral wat Sue er over schreef.
In de bieb leende ik Laura Broekhuysen - Flessenpost uit Reykjavik. Eerder las ik van haar Winter-IJsland. Ik werd daar erg door getroffen en was reuze benieuwd naar het vervolg. Omdat het haar persoonlijke ervaring beschrijft van emigreren naar een land waarvan je taal niet spreekt en de cultuur niet kent, boeide dit vervolg me wel. Schrijnend om te lezen hoe haar dochter haar langzaam lijkt te ontgroeien, als ze eenmaal op school zit. De symboliek die ze gebruikt om met muziektermen aan te geven hoe ze bepaalde zaken ervaart, kon ik niet helemaal volgen, vanwege een gebrek aan kennis daarvan. Dat het boek toch de moeite waard is, valt de lezen in de recensie op De Leesclub van Alles

Ichigo-ichie van Francesc Miralles/Hector Garcia beschrijft de Japanse wijsheid voor het beleven van onvergetelijke momenten. Misschien komt er nog een blog over binnenkort. Langs brede rivieren, een bloemlezing met gedichten over onze rivieren door Wim Huijser bevalt goed en ligt op mijn nachtkastje. Ook van zijn hand is het fraaie boekje: De kracht van het wandelen - ontstressen in de natuur. Ook dat maakt nog een kans op een recensie.

Wat lees ik nu?

Ik ben mijn boekenkasten maar eens ingedoken, op zoek naar iets dat verstrooiing kan brengen. Ooit vond ik in een boekenstalletje langs de weg in de buurt van Bellingwolde een boek van Thomas Rosenboom: Zoete mond. Omdat Publieke werken me heel goed bevallen is, nam ik het destijds mee. Maar ik zie altijd een beetje op tegen dikke boeken, dus het stond nog steeds ongelezen in de kast. Inmiddels ben ik er al een eind in gevorderd. 
Daar houd ik het maar even bij. Er staan nog wel een paar reserveringen uit bij de bibliotheek, ik blader geregeld in de nieuwe uitgeverscatalogi, mijn lijst met wat interessant lijkt, wordt steeds langer. Maar ik doe toch liever even rustig aan met lezen. We zien wel wat er nog op mijn pad komt.

© Jannie Trouwborst, december 2019.

dinsdag 3 december 2019

Angelie Sens - De kolonieman

Dat de cultuur- en pershistoricus Angelie Sens de biografie van Johannes van den Bosch (1780-1844) de titel De kolonieman heeft gegeven, zal niemand verbazen. Wie geïnteresseerd is in de sociale geschiedenis van Nederland kent zijn naam als de oprichter van de Maatschappij van Weldadigheid. Hij is de bedenker van de landbouwkoloniën in Drenthe (Frederiksoord, Wilhelminaoord, Boschoord en Willemsoord) en in Vlaanderen (Wortel) en de gestichten van Veenhuizen en Ommerschans en Merksplas (Vlaanderen). Met de bedoeling de uitzichtloze armoede van vele gezinnen in de grote, verpauperde steden van Nederland en Vlaanderen op te lossen en deze mensen weer een perspectief te bieden.
Dat hij destijds daarnaast een belangrijke, invloedrijke en daadkrachtige bestuurder was die in opdracht van de Nederlandse regering en Koning Willem I zijn stempel op nog veel meer indrukwekkende projecten in de overzeese koloniën drukte, is minder bekend. Het beeld dat Angelie Sens in deze biografie van hem schetst, toont aan dat de koloniën in Nederland en Vlaanderen slechts een klein deel van zijn belangrijkste wapenfeiten vormen.

Bij het verzamelen van de gegevens voor deze biografie bleek dat het moeilijk was om de persoon Johannes van den Bosch te beschrijven. Er zijn weinig persoonlijke documenten te vinden. Zakelijke correspondentie, artikelen en boeken van zijn hand zijn er genoeg. Verhalen van anderen en de (logische) veronderstellingen van de schrijfster moeten zijn persoon een beetje invullen. Toch is het gelukt een beeld te geven van zijn gedrevenheid, intelligentie en vasthoudendheid (tot het koppige aan toe).

In zijn 45-jarige carrière wendt Johannes van den Bosch als visionair militair, bestuurder, econoom en staatsman op doortastende wijze zijn geestelijke veerkracht en talenten aan bij de opbouw van het Nederlandse imperium onder de nieuwe koning Willem I. Van de onderwerpen die naast de Maatschappij van Weldadigheid en haar koloniën aan bod komen, zijn de belangrijkste: de (bijna-) afschaffing van de slavernij in Suriname en het invoeren van het Kultuurstelsel in de Indische Archipel. Hoewel hij nu nog voornamelijk bekend is door de Koloniën in Nederland en Vlaanderen, blijkt Johannes van den Bosch daar minder tijd doorgebracht te hebben dan in Indië en Suriname. 

De rode draad in het denken en handelen van Johannes van den Bosch was de economische en sociale verheffing van zowel de armen in Nederland en de boeren in de Javaanse dessa's, als de slaven op de Surinaamse plantages. Toch pakte het niet allemaal even goed uit. Dat maakt hem tot een omstreden figuur. In het slothoofdstuk kaart Angelie Sens deze tweespalt aan: de wegbereider van de verzorgingsstaat, met in de Nederlandse koloniën leerplicht voor kinderen tot 12 jaar en een verplicht ziekenfonds voordat dat woord was uitgevonden, maar ook de bedenker van een een onderdrukkend systeem op Java dat hij pragmatisch bleef uitvoeren, ook toen dat ten koste van de betrokken ging.

Behalve een biografie van een invloedrijk man schetst Angelie Sens in De kolonieman tegelijkertijd een uitgebreid beeld van een tijdperk dat een kantelpunt vormt naar de moderne samenleving. Al speelt Johannes van den Bosch uiteraard de hoofdrol in de biografie, toch geeft de schrijfster daarnaast ruim aandacht aan de omstandigheden in de toenmalige maatschappij (zowel in Nederland als in de overzeese koloniën) en aan andere personen die in deze turbulente periode een belangrijke rol speelden.

200 Jaar geleden werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht (1818). De kans is groot dat in 2020 de Koloniën van Weldadigheid in Nederland en België op de Unesco Werelderfgoedlijst geplaatst gaan worden. Het museum in Frederiksoord is helemaal vernieuwd. Er is dus momenteel erg veel aandacht voor Van den Bosch als sociaal hervormer pur sang en wegbereider van de moderne verzorgingsstaat. Er gaan zelfs stemmen op een standbeeld voor hem op te richten. Daarom is het goed dat in deze uitgebreid biografie álle aspecten van zijn levenswerk aan bod komen. Zodat geïnteresseerde lezers zelf een oordeel kunnen vormen. 

Dit omvangrijke, gebonden boek bevat 18 pagina's met kleurenfoto's, de stamboom van de familie van den Bosch, de tijdlijn van zijn leven, een personenregister en een honderdtal bladzijden met noten, geraadpleegde bronnen en literatuuropgaven. Deze wetenschappelijke uitgave is door de prettige schrijfstijl van Angelie Sens een genoegen om te lezen.

De kolonieman - Johannes van den Bosch 1780 - 1844 - volksverheffer in naam van de koning. Amsterdam, Balans, 2019. Geb., 477 pg., ills., lit.opg. reg. ISBN:97894 600 3891 4 

© Jannie Trouwborst, december 2019.