woensdag 28 november 2012

Jan Siebelink - Margaretha



November 2012 - waardering: 7,0

Inleiding

Historische romans zijn het thema van dit seizoen bij de Leeskring Philippine. Als tweede boek lazen we Margaretha (2002) van Jan Siebelink. Een boek dat een stukje Nederlandse geschiedenis behandelt en dat ons tevens de mogelijkheid geeft te onderzoeken of er overeenkomsten zijn met een boek van Siebelink dat we vorig jaar lazen: Knielen op een bed violen. Een totaal ander onderwerp, een andere tijd, een ander geloof, een ander thema, maar misschien zijn er toch parallellen te ontdekken. De waardering van de leden van onze leesclub schommelde tussen de 5 en 7. De reden daarvan komt nog ter sprake. Hierboven het cijfer waarmee ik het boek waardeerde.

Inhoud

Op het eind van haar leven, teruggetrokken levend in het Abruzzi-gebergte, kijkt Margaretha van Parma (1522-1586), erkende bastaarddochter van Karel V, terug op haar leven. Net 10 wordt ze door haar vader uitgehuwelijkt aan Alessandro de Medici, die vermoord wordt voor het huwelijk op haar 12de geconsumeerd kan worden. Vijf jaar later trouwt ze met Ottavio Farnese, hertog van Parma en krijgt een tweeling: Karel (die sterft op 4-jarige leeftijd) en Alexander, die opgevoed wordt aan het Spaanse hof van haar halfbroer Philips en die later haar taak in de Nederlanden zal overnemen. Nadat ze in 1559 landvoogdes der Nederlanden is geworden, werkt ze o.a. met Willem van Oranje op wie ze in stilte verliefd is. Ondanks haar onafhankelijkheid blijft ze toch altijd de trotse Habsburgse dochter, ook als ze in 1567 van haar taak wordt ontheven. Deze boeiende roman valt vooral op door de uitstekende sfeertekening en de empathie waarmee de innerlijke strijd van de trotse, onafhankelijke Margaretha die toch steeds weer buigt voor de Habsburg-politiek, wordt beschreven.  (deels Biblion).

Leeservaring

Dat de waardering binnen onze leesclub niet unaniem was, had als voornaamste reden, dat men de structuur te ingewikkeld vond. Wie de moeite nam het boek voor een tweede maal te lezen kwam doorgaans tot een milder oordeel. Het vertelheden omvat de laatste 2 jaar van Margaretha's leven. Deze stukken, aan het begin en het eind van het boek en er verder tussendoor geweven, staan in de tegenwoordige tijd. Ze worden afgewisseld met herinneringen en mijmeringen van de oude en zieke Margaretha. Deze staan in de verleden tijd. Voor zover het de politieke geschiedenis betreft, worden ze redelijk chronologisch verteld. Dat geldt minder voor haar persoonlijke en door emoties gekleurde herinneringen aan bv. haar jeugd. Die willen nog wel eens willekeurig opgeroepen worden door de omstandigheden in het vertelheden. Dat betekent dat er geconcentreerd gelezen moet worden. Toch hoeft het geen belemmering te vormen bij het lezen van het boek, al zal een tweede lezing wel gemakkelijker gaan.

Het perspectief was voor iedereen duidelijk: dat ligt uitsluitend bij Margaretha. Door de ogen van de aftakelende, oude vrouw kijken we terug op haar leven en beleven haar laatste jaren mee. Een complicerende factor was ook het afwisselende gebruik van de ik-, jij- en zijvorm. Het lijkt alsof de vertelinstantie steeds een andere is. Maar dat neemt niet weg, dat het perspectief bij de enige hoofdpersoon blijft liggen: Margaretha. Siebelink maakte ook in Knielen(...ect.) gebruik van deze stijl, misschien om hiermee de afstand tot de hoofdpersoon te vergroten of verkleinen.
Een eendimensionaal perspectief is per definitie onbetrouwbaar. De historische gebeurtenissen lijken betrouwbaarder en afstandelijker door het gebruik van de zij-vorm, de persoonlijke herinneringen echter en directer door de ik-vorm. De jij-vorm komt (naar mijn idee) nog dichterbij: de hoofdpersoon praat ofwel tegen zich zelf of de schrijver toont hiermee zijn directe emotionele verbondenheid met zijn hoofdpersoon.

Verwarring was er bij de leesclubleden ook nog over de "alwetende verteller" die in sommige besprekingen werd genoemd. In mijn opvattingen daarover weet een alwetende verteller meer dan de hoofdpersoon van een roman: hij/zij weet ook wat er in andere personen omgaat en wat er bv. na de dood van de hoofdpersoon nog gebeurt. Natuurlijk weet Margaretha alles van haar eigen leven en wijst ze vooruit in haar mijmeringen naar wat verderop in het verhaal nog komt. Maar dat maakt haar nog geen alwetende verteller. En ander kenmerk is dat een alwetende verteller geen deel uitmaakt van het verhaal. En ook aan die voorwaarde wordt hier niet voldaan. (Zie Lezen en leesclubs, pg. 53 e.v.).

Over het tijdsverloop kan in deze roman ook het een en ander opgemerkt worden. De historische tijd is nauwkeurig aan te geven: het leven van Margaretha van Parma vormt de begrenzing (1522 - 1586). De meeste aandacht is er in het verhaal voor de gebeurtenissen tijdens de periode dat Margaretha Landvoogdes over de Nederlanden was (1559-1567). Er is daar sprake van tijdsvertraging, met veel aandacht voor details. Andere gebeurtenissen uit haar leven worden korter weergegeven (tijdsverdichting). Doordat de chronologie niet steeds gehandhaafd wordt, blijven de tijdsprongen onopgemerkt: dat zijn stukjes uit haar leven die overgeslagen worden, omdat ze minder interessant zijn voor het verhaal of omdat er te weinig over bekend is.

Voor een ieder gold, dat Margaretha een levensechte vrouw werd, zonder daarbij te betrekken of het geschetste beeld klopt met de feiten. Voor een roman is dat een pluspunt. Het boek werd dan ook niet als een historische verhandeling beschouwd met fictieve accenten, maar als een roman gebaseerd op historische feiten. De andere personages bleven echter wel vaag, maar dat voorspelde de titel al: Margaretha. Het werd niet als een tekortkoming ervaren.

Siebelink weet de spanning op te bouwen met een aantal niet zo voor de hand liggende gebeurtenissen. Ten eerste suggereert hij dat Margaretha verliefd was op de Prins van Oranje. Daar is geen bewijs voor, maar het past goed in het geromantiseerde verhaal. Daarnaast is er iets met de kleindochter van Margaretha: Margarita, dochter van Alexander en lieveling van Oma. Steeds wordt er naar iets gruwelijks verwezen, naar de wroeging van Margaretha en naar haar overtuiging dat ze zo God en het Habsburgse Huis heeft gediend, maar wat er was lezen we pas in de laatste hoofdstukken. Of deze Margarita bestaan heeft, wat er precies gebeurd is? Niemand kan het met zekerheid zeggen, maar het maakt het verhaal wel spannender. De feiten alleen uit het leven van Margaretha hadden anders waarschijnlijk een vrij saai verhaal opgeleverd.

Veel waardering was er bij iedereen voor de sfeertekening: alle geschetste details helpen mee om een helder beeld te vormen van de wereld die Margaretha omringde. Het is duidelijk dat hier veel research aan vooraf is gegaan. Op zoek naar anachronismen merkte een van de leden op, dat het reizen vast niet ze snel gegaan kan zijn, als op pg. 156 e.v. beschreven wordt. 's Ochtends vertrokken uit Brussel reed ze diezelfde dag nog naar Breda en zou dan ook nog Gouda en Delft bezoeken. Dat lijkt zelfs met de auto bijna onmogelijk....  Twijfel was er ook nog even over het speelgoed van de kleine Margaretha, maar dat bleek bij nader onderzoek al sinds 1300 te bestaan. Het oudste plaatjesboek in onze KB dateert uit 1521. Dus ook dat kan kloppen.

Er waren dit keer geen extra vragen gemaakt voor het bespreken van het boek. Aan de hand van enkele recensies en een interview en met behulp van de algemene vragen over historische romans ontstond er toch een levendige discussie. De laatste vraag spitste zich toe op de vergelijking met Knielen op een bed violen en andere boeken van Siebelink. Een van de leden merkte op dat het zich zeer goed kunnen verplaatsen in een vrouw al in meer boeken naar voren was gekomen. Daarnaast spelen ook hier godsdienstige gedachten en angsten een rol. Hoewel het om een ander geloof gaat, zijn de angsten van Margaretha vergelijkbaar met die zoals ze naar voren komen in o.a. Knielen(...ect.). Wat staat mij te wachten na de dood? Het zijn Siebelinks eigen angsten, geeft hij in een interview toe.

Hoewel er genoeg over te zeggen valt, zou ik het niet een uitgesproken leesclubboek willen noemen. Binnen ons thema was het wel een geschikt boek.

Jan Siebelink - Margaretha. Amsterdam, Bezige Bij, 2002. Geb., 351 pg., met krtn., chronologie en bronvermelding. ISBN: 90-234-0627-3.

© JannieTr, 28 november 2012.

zaterdag 24 november 2012

Bernlef - Buiten is het maandag



November 2012 - waardering: 8.

Inleiding

Eind oktober overleed op 75-jarige leeftijd Bernlef (ps. van Hendrik Jan Marsman). Zijn bekendste boek: Hersenschimmen (1984) staat uiteraard hier in de kast. Ik las en herlas het. Maar er staan er meer, waarvan een aantal tot nog toe ongelezen bleef. Ik verzamelde ze omdat ik wist dat ik ze met plezier zou lezen, maar op de een of andere manier kwam het er nooit van. De werking van de menselijke geest, het herinneren en vergeten, het zijn belangrijke thema's in zijn werk. Ook in het hieronder besproken boek. Wie schrijft die blijft, zegt men. Maar dat geldt lang niet voor elke auteur. Het gaat om de indruk die zijn boeken bij de lezer hebben achtergelaten. Ik schat in dat dat bij Bernlef wel goed zit. Hoog tijd dus dat ik aan de opgespaarde titels begin en ze toevoeg aan mijn goede herinneringen.

Inhoud

In het afgelegen Nova Scotia probeert Stijn Bekkering grip te krijgen op zijn herinneringen. Bij een auto-ongeluk dat zijn vrouw fataal werd, is hij tien dagen in coma geraakt. Twee maanden later verliet zijn zoon Harry plotseling zijn gezin. Stijn krijgt een tip dat hij zich in Nova Scotia bevindt en reist hem na. Harry leeft er met de jonge Tracy, maar hun relatie loopt ten einde. Harry keert terug naar Nederland, Stijn neemt zijn plaats in en woont een tijd met Tracy in hetzelfde huis. Waar voor Stijn het ophalen van herinneringen van groot belang is, wil Tracy juist niet aan haar verleden denken. Als Tracy verdwijnt, resteert voor Stijn de vriendschap met Bruce Grady, een kunstenaar met interesse in de Maori-cultuur. In gesprekken met Bruce hoort Stijn meer over de verdwenen personen uit diens leven en uit dat van Tracy. Bernlef schreef een mooie roman met van hem bekende ingrediënten (de thematiek van herinneren, de werking van het geheugen, het verdwijnen en de afgelegen locatie), sober en helder in het taalgebruik en met mooie observaties over liefde en verlies, leven en dood. (Biblion).

Leeservaring

Dit is zo'n boek dat je twee maal wilt lezen. De eerste keer omdat het verhaal je boeit en de tweede keer om te ontdekken hoe knap het in elkaar zit. En om te ervaren dat de onopgesmukte taal van Bernlef hier en daar ook poëtische pareltjes voortbrengt. Met name in de stukken waarin hij de natuur of het weer beschrijft. Of grip probeert te krijgen op gevoelens.

Zo ontdekte ik de tweede keer dat het eerste hoofdstuk al alle ingrediënten bevat die in het verhaal een rol zullen spelen. De ik-figuur, die het hele verhaal aan het woord blijft, begint het verhaal in medias res (Latijn: in (het) midden (van de) zaken) is een relatieve tijdsaanduiding, die vooral veel gebruikt wordt in verhaalanalyses. Hierbij dient de term om aan te geven dat een verhaal niet bij het begin begint, maar ergens in het midden of mogelijk zelfs al rond het einde). We luisteren naar zijn gedachtestroom, waarin hij op een onnadrukkelijke manier alle hoofdpersonen de revue laat passeren, ons op de hoogte brengt van waar hij nu is, waar hij vandaan kwam, wat er gebeurd is met hem en zijn vrouw en hoe verward hij is. En dat hij 2 agenda's bij zich heeft waarin hij op aanraden van een arts korte dagboekaantekeningen heeft gemaakt om weer enige greep op zijn leven te krijgen. Hij gebruikt ze in de rest van het boek om herinneringen op gang te brengen en ons via flashbacks stukje bij beetje te laten ontdekken hoe zijn leven verlopen is en om zelf op zoek te gaan naar  verloren herinneringen. Niet chronologisch, maar zoals ze zich bij toeval aandienen. Daarbij horen ook flash forwards: opmerkingen in de oude agenda komen voor hem in een ander daglicht te staan nu hij weet wat er daarna nog allemaal gebeurd is. Het verhaal zelf wordt er spannender door.

Buiten is het maandag, zegt de man van het weerbericht. Maar voor Stijn is de chronologie van zijn leven helemaal zoek. Het weer en het weerbericht staan in dit eerste hoofdstuk symbool voor de onvoorspelbaarheid van het leven en de chaos van zijn gedachtegang; de voortdurende mist en het aarzelende licht in deze kille wintermaanden voor de belemmeringen die hij ervaart om tot zijn herinneringen door te kunnen dringen. "De chronologie van het leven is net zoiets als een weerbericht: ze lijkt feitelijk, zakelijk. Zo en niet anders. Van daar naar daar, eerst dit, toen dat. Maar mijn herinneringen eraan lijken meer op die grillige winden die in de stratosfeer tegen elkaar indraaien. Alleen zo kan ik vertellen, alleen op deze manier kan ik voeling met mijn leven houden, het gevoel dat dit mij overkomen is en niet iemand anders, die ander die in dat zwarte gat huist."  (Het ongeluk en de tien dagen dat hij in coma lag en niet meemaakte hoe zijn vrouw stierf en begraven werd).

Niet alleen herinneringen kun je kwijtraken, ook mensen kunnen verdwijnen. Je verliest ze uit het oog (klasgenoten, klanten: "ze blijven je bij omdat ze de stoffering van je bestaan vormen"), ze raken vermist (zoals zijn zoon: "zolang je ze zoekt blijven ze bestaan"), of ze gaan dood (zoals zijn vader en moeder: "hun ziel verdween"). Maar Geesje, zijn vrouw, "stierf zonder te verdwijnen". Zelfs een bezoek aan het kerkhof helpt hem niet: hij ziet op tegen elke nieuwe dag, waarin alles om hem heen aan haar herinnert en haar daardoor zo onherroepelijk afwezig maakt. En tegelijkertijd wordt het moeilijk zich haar als persoon te herinneren, haar gezicht, gebaren voor de geest te halen.

Hij heeft veel steun aan zijn schoondochter en kan haar op zijn beurt helpen als zijn zoon Harry plotseling verdwenen blijkt. Harry wordt opgespoord en gaat terug naar zijn vrouw, zijn vriendin Tracy blijft nog een poosje en gaat dan ook weg. Hij besluit in Nova Scotia te blijven. Begint daar een handel in tweedehands spullen en antiek, net zo als hij in Nederland had. Vroeger hield hij nauwkeurig bij waar de spullen vandaan kwamen, hier gaat hij met zijn vriend Bruce een stapje verder: ze houden "junkboeken" bij. De afgedankte spullen kunnen voor wie het wil zien veel vertellen over het leven van de eigenaren, zo houden ze de herinnering aan hen levend, stelt Bruce. "Het zijn de laatste getuigen van een verdwijnend leven". Als er niets bekend is over dat leven verzinnen ze het aan de hand van de troep (junk) er bij en schrijven dat naast de foto in het boek. "De mensen die ze gebruikten hebben hun leven niet opgetekend. Dit is alles wat er over is, naast de grafsteen op het kerkhof, daarom moeten wij het voor ze doen", zegt Bruce. Wat herinneringen voor Bruce en Tracy en zelfs de nuchtere Harry betekenen wordt in de loop van het verhaal duidelijk.

Het komt "goed" met Stijn, in het laatste hoofdstuk van dit boek met al zijn verschillende vormen van herinneren, vergeten, verdwijnen, tevoorschijn brengen, voor de geest halen. Een boeiend boek dat genoeg te overdenken en/of te bespreken in zich heeft. 

Bernlef - Buiten is het maandag. Amsterdam, Querido, 2003. Paperback, 214 pg., isbn 90-214-5278-2.

©JannieTr, 24 november 2012.