zondag 8 juni 2008

Kristien Hemmerechts - Taal zonder mij



Omslag: Op 22 mei 1997 overleed onverwachts de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Hij was met collega-schrijvers onderweg naar de opening van een literair congres in Lissabon. In Taal zonder mij herleest zijn weduwe, Kristien Hemmerechts, zijn poëzie en gaat daarbij vooral in op het expliciet autobiografische karakter van veel van zijn gedichten. Aan de hand van correspondentie en herinneringen bouwt ze een beeld op van zijn poëtica en zijn persoonlijkheid. Ze komt tot de slotsom dat ze hem nu pas echt begrijpt.
                              
NBD|Biblion:
Na alles wat er al over dit boek gezegd en geschreven is, valt het niet mee om er onbevangen een oordeel over te geven. Dat komt natuurlijk in de eerste plaats door de combinatie van onderwerp en auteur: dichter Herman de Coninck (1944-1997) en schrijfster Kristien Hemmerechts (1955), zijn vrouw, meer precies zijn weduwe. Zij richtte een monument in woorden op voor haar onverwacht in een ver land in vreemde armen gestorven echtgenoot, maar ontziet hem daarbij niet. De ontreddering en het verdriet zijn op iedere bladzijde voelbaar, maar de manier waarop zij dit tot uitdrukking brengt, dwingt de grootste bewondering af. Er staan tal van intieme details in dit boek en toch krijg je geen enkel moment het gevoel een gluurder te zijn. Ze citeert veel, vooral uit zijn gedichten, maar ook uit brieven en faxen, en uit ander werk. Zo komt De Coninck als het ware op papier nog eenmaal tot leven. Het schrijven moet haar troost geboden hebben en kan die wellicht ook anderen bieden.
                                    
In de meeste recensies wordt “Taal zonder mij” beschreven, niet zozeer beoordeeld.
- Parool: “…. een ontroerend en sober boek”.
- NRC: “Monumentaal is een al te voor de hand liggende kwalificatie voor dit boek, dat nu eenmaal een monument voor De Coninck beoogt te zijn. Het is meer dan een eerbetoon voor een geliefde en dichter: een integer werk van een gevoelige en sterke schrijfster”.
- Trouw noemt het een opmerkelijk boek, omdat Hemmerechts De Coninck beziet via zijn eigen poëzie. “Openhartig”, maar ook: “Weliswaar zijn haar autobiografische toelichtingen van De Conincks gedichten interessant, maar ze weten de magie van zijn poëzie niet te verklaren. Het blijven feiten naast de fictie”.

Het is ook bijna onmogelijk een dergelijk boek te “beoordelen”. Niet alleen omdat het nu eenmaal geen “roman” is die uitsluitend volgens literaire maatstaven beoordeeld kan worden. Maar ook de persoonlijke betrokkenheid van de schrijfster bij het onderwerp van haar boek vraagt m.i. om enige terughoudendheid t.a.v. al te felle kritiek.
                                   
De poëzie van De Coninck was mij onbekend tot ik het boek van Hemmerechts las. Op zich was dit een goede manier om er kennis mee te maken: het is geen gemakkelijk te vatten poëzie en door de manier waarop Hemmerechts het in dit boek toepast, wordt het toegankelijker. De andere pijler waar het boek naar mijn gevoel op rust is haar zoektocht naar zijn persoonlijkheid, waarbij de autobiografische elementen in zijn poëzie en andere ego-documenten een grote rol spelen. Het schrijven ervan heeft ongetwijfeld steun gegeven in deze donkere periode. Want ondanks dat het nergens van de bladzijden afdroop, is tussen de regels door de wanhoop te lezen. Het is een boeiend geheel geworden.

Hoewel ik bewondering heb voor de manier waarop Kristien Hemmerechts dit eerbetoon aan haar overleden man heeft vormgegeven is mijn leeswaardering toch blijven steken op een 6,5. Dat komt voornamelijk, omdat ik ondanks haar explicaties geen liefhebber ben geworden van de poëzie van Herman de Coninck.

Amsterdam, Atlas, 1998. Geb., 2e dr., 149 p.
© JannieTr, juni 2008.  
(Waardering: 6,5).

zondag 1 juni 2008

Kristien Hemmerechts – Ann


Achterflap samenvatting:
Op een dag krijgt Kristien Hemmerechts een e-mail van een haar volslagen onbekende vrouw, Ann. Ann stelt Kristien de vraag die ze al dikwijls kreeg: wil je mijn verhaal opschrijven? Voor één keer gaat de schrijfster in op het verzoek. Ann lijdt al jaren aan anorexia, die ongeneeslijk lijkt, en wil een einde aan haar leven maken. Ze torst een incestverleden: een wond waaraan haar familie desnoods geloof wil hechten, maar waarnaar ze niet lijkt te handelen. En dus blijft Ann met haar uitgemergelde lichaam roepen: geloof me.
Kristien Hemmerechts spreekt met Ann, haar broers en haar moeder en nadien ook met (soms onwillige) therapeuten. Ze doet in dagboekvorm verslag van de confrontatie met een onoplosbare familiegeschiedenis en een halsstarrig ziektepatroon. Ze stelt het voortdurend falen vast van de medische en psychologische begeleiding die Ann kreeg. Ze bewondert Anns moed om ondanks alles te blijven vechten.
Kristien Hemmerechts heeft Anns verhaal opgetekend met al het inlevingsvermogen en de absolute eerlijkheid die daarvoor nodig zijn. Ze gaat op zoek naar de maatschappelijke oorzaken van anorexia, betrekt Anns verhaal op zichzelf en worstelt met de eeuwige vraag: in hoeverre is het mogelijk een ander echt te kennen?
 
Een aantal maanden geleden las ik van Kristien Hemmerechts het boek Donderdagmiddag halfvier (KLIK HIER). Daarin haalde ik een passage aan uit Wikipedia die ook voor dit boek relevant is:
 
Constante in haar fictiewerk is het thema van het menselijk onvermogen: door verlies en gebrekkige communicatie zijn haar personages vaak niet in staat greep op hun leven te krijgen en blijvende, bevredigende relaties aan te gaan. Ze blijven vaak met hun hoofd in het verleden hangen en worden geteisterd door gevoelens van vervreemding, eenzaamheid en schuld.
Haar stijl en techniek kenmerken zich door een tamelijk afstandelijke registratie van gebeurtenissen en gedachtes; rechtstreeks ingrijpen in een verhaalgebeurtenis doet zij nauwelijks, zij toont - zonder te moraliseren - personages en gebeurtenissen die vastlopen. Vaak vertrekken haar romans vanuit een eenvoudig en herkenbaar gegeven (een sterfgeval, een scheiding), waar vervolgens verschillende verhaallijnen en personages omheen opgezet worden die een complex netwerk opleveren, dat niet alleen voor de personages maar soms ook voor de lezer verlammend werkt. (Bron: Wikipedia)

Dit boek is geen roman en vraagt om een volledig andere benadering bij de poging er een leesverslag/persoonlijke beoordeling over te maken. Dat literaire non-fictie een steeds belangrijker plaats in gaat nemen in de Nederlandse letteren mag duidelijk zijn. Vaak gaat het daarbij om het beschrijven van “historische” of maatschappelijke gebeurtenissen aan de hand van een individuele en/of familiegeschiedenis (Suzanne Jansen – Het pauperparadijs (Veenhuizen) of Frank Westerman – De Graanrepubliek (via Mansholt de landbouwcrisis en de sociale geschiedenis van Oost-Groningen, etc.)).

Toch zou ik dit boek niet onder die categorie willen laten vallen. Het is een individueel verhaal, zowel over Ann als over de manier waarop Kristien er mee om gaat. En dat blijft het ook: algemene conclusies kunnen er niet uit getrokken worden, of je zou wel erg cynisch moeten zijn: “de” medische stand faalt bv. De geschiedenis van elke anorexia-patient is daarvoor ook te verschillend. De gevolgen van incest kunnen verschrikkelijk zijn, maar ook die verschillen van persoon tot persoon. Waarom genezen sommigen wel en anderen nooit? Wat dat betreft roept het boek meer vragen op, dan dat het algemeen geldige antwoorden geeft. Dat hoeft ook niet, dat maakt het ook geen slecht boek. Het betekent voor mij wel dat ik het niet onder de noemer van literaire non-fictie zou willen scharen.

Maar een roman (fictie) is het ook niet. Het verhaal is de harde werkelijkheid. En daarom kan het ook niet als een roman beoordeeld worden. Daarin zou je je bv. afvragen: hoe geloofwaardig zijn de karakters en hun wisselwerking? Dat is een vraag die eigenlijk not-done is in dit geval. Kristien Hemmerechts had geen keus: ze moest het verhaal van Ann wel geloven om er een boek over te kunnen schrijven. Ze heeft haar twijfels, gunt het de “anderen” om hun kant van het verhaal te vertellen, maar ze moet wel in Ann’s verhaal blijven geloven om niet alleen het boek tot een goed einde te kunnen brengen, maar ook om deze vrouw (die haar zeer aan het hart gaat) niet te laten vallen.

Nu ben ik er nooit een voorstander van geweest om boeken te beoordelen door ze in een bepaalde categorie te plaatsen. Maar ook voor boeken die “nergens” onder lijken te vallen moet het mogelijk zijn weer te geven waarom het boek wel of niet aanspreekt. Ingewikkeld, maar ik zal een poging doen.

Mij heeft in de eerste plaats teleurgesteld, dat de verwachting, zoals ik die hierboven beschreef (algemeen geldige conclusies te kunnen trekken, inzicht in het fenomeen te krijgen etc), niet waargemaakt werd. Wel heb ik de overtuiging gekregen, dat dat ook niet mogelijk was. Daarnaast lijkt het me voor critici erg moeilijk vragen te stellen over de geloofwaardigheid van het verhaal. Het is alsof je daarmee iemand over de rand van de afgrond duwt, waar ze al op balanceert. En toch kwamen die vragen wel steeds bij mij boven. Ann gijzelt haar familie via haar anorexia met een verhaal dat ze niet meer kunnen controleren (vader is dood), dat ze moeilijk kunnen geloven (niemand heeft er ooit iets van gemerkt), dat ze gedwongen worden te accepteren (anders wordt ze nooit beter of pleegt ze meteen zelfmoord) en dat hun met een enorm schuldgevoel opzadelt (als ze erkennen dat ze haar er alleen mee hebben laten worstelen).
 
Kristien Hemmerechts draagt zoveel dagboekfragmenten aan, van Ann en van haarzelf, emails tussen hen beiden en naar en van anderen, sms-jes, interviews met familieleden en therapeuten. Omdat ook niet alles helemaal chronologisch gebracht wordt, wordt het allemaal op den duur wat verwarrend. Soms vraag je je af: wil Ann wel beter worden? Of: Straft zij vooral haar familie met haar ziekte? Sommige incestslachtoffers ontwikkelen schizofrenie. Met behulp van medicijnen kunnen die weer redelijk functioneren. Zou dat bij deze vorm van anorexia ook al geprobeerd zijn? Want dat het om een psychische ziekte gaat, is wel duidelijk geworden.

Ik denk, dat Kristien Hemmerechts ook in dit boek recht heeft gedaan aan de typering over haar romans, zoals ik die hierboven uit Wikipedia citeerde. Zaken als: Menselijk onvermogen, gebrekkig communicatie, gevoelens van vervreemding, eenzaamheid en schuld, afstandelijke registratie van gebeurtenissen en gevoelens zonder rechtstreeks ingrijpen, uitgaan van een eenvoudig en herkenbaar gegeven “waar vervolgens verschillende verhaallijnen en personages omheen opgezet worden die een complex netwerk opleveren, dat niet alleen voor de personages maar soms ook voor de lezer verlammend werkt.”
Dat wil niet zeggen, dat zij zich niet betrokken gevoeld zal hebben bij Ann en haar lijdensweg. Dat wil ook niet zeggen dat ik het verhaal van Ann niet schrijnend vond, net zoals dat van haar familieleden. Maar ik ben niet zo enthousiast over het geheel. Er blijven te veel “losse eindjes” over (zoals men van een roman zou zeggen) om het boek tot iets te maken, dat zoveel indruk nalaat, dat je het nogmaals wilt lezen.

Amsterdam, Atlas, 2008. Paperback, 300 p., 2e dr.
© JannieTr, juni 2008 
 
(waardering 6,5) N.B. D
IT BOEK WERD OVERGEZET VANUIT MIJN OUDE WEBLOG EN HEEFT DUS EEN IETS ANDER FORMAT.