zondag 31 december 2006

Hella Haasse - Heren van de thee


Korte inhoud :

Hella Haasse (die haar jeugd doorbracht in Indië) is zich terdege bewust van het onvermogen van de mens zich in twee culturen thuis te voelen. In deze roman beschrijft zij de lotgevallen van een familie van theeplanters in het Nederlands-Indië van de negentiende eeuw. Zij heeft voor dit boek (net als in eerdere gevallen) gebruik gemaakt van brieven en documenten. Op knappe wijze heeft ze op dit archiefmateriaal een roman gebouwd die staat als een huis. Waar het materiaal leemten bevat, vult ze die met haar verbeelding. Ze beschrijft de gevoelens, de strijd, de verwachtingen, de dromen, de twijfels en de teleurstellingen van de Nederlanders die toen in Indië een bestaan trachtten op te bouwen.

Verhaalanalyse:

- Opbouw:
Het boek is ingedeeld in 6 delen, die weer onderverdeeld zijn in (meest titelloze) hoofdstukken. De titels van de delen zijn:
Gamboeng, de eerste dag 1 januari 1873
Taferelen van voorbereiding 1869-1873
De ontginning 1873-1876
Het paar 1876-1879
Het gezin 1879-1907
Gamboeng de laatste dag 1 februari 1918
Tenslotte staat er nog een verantwoording in (over de gebruikte documenten en de relatie tot het fictieve deel), een woordenlijst en enkele kaarten met plattegronden van de besproken omgeving, o.a. de theeondernemingen in de Preanger.



- Tijd:
Uit de titels van de delen is de vertelde tijd te reconstrueren. Er wordt begonnen met een korte vooruitblik. Dan volgt de periode direct daarvoor: o.a. de studietijd van Rudolf Kerkhoven in Delft, de reis naar Indië en de leertijd bij een familielid. Vervolgens een deel over de ontginning van de nieuwe plantage, een deel over de vrijage en het huwelijk met Jenny Roosegaarde van Bisschop, een deel over de periode waarin de 5 kinderen geboren worden (+ 1 dood zusje en een miskraam), de plantage moeizaam opgebouwd, de familieverwikkelingen, de politieke strijd en historische feiten als de uitbarsting van de Krakatau. Het uit elkaar groeien van de echtelieden, de zelfstandigheid van de kinderen, de depressies van Jenny en tenslotte haar zelfmoord. In het laatste deel vertrekt Rudolf van Gamboeng om samen met zijn dochter in Bandoeng te gaan wonen en de plantage over te laten aan een van zijn zoons. Met het verzoek op Gamboeng begraven te mogen worden, naast zijn vrouw en hun dochtertje.

- Plaats en ruimte:
Het grootste deel van de roman speelt in Indië op Gamboeng (het meeste) of een van de andere theeplantages of plekken in de Preanger (zuid-Java). Stukken spelen ook in Nederland: tijdens de studietijd, het verlof of het wegbrengen van kinderen om er te studeren. De natuur om het huis wordt uitgebreid en beeldend beschreven. Ook is er aandacht voor het leven van de inlanders die werken en wonen bij en op de plantage.

- Perspectief en verteller:
Er is sprake van een auctoriale verteller. Deze vertelt vooral vanuit Rudolf: hij….. Van Jenny weten we het een en ander via haar brieven, dagboek en soms ook via de auctoriale verteller: zij….. Ook Rudolfs brieven worden geciteerd, net als die van bv. zijn zwagers. Af en toe is er echter sprake van een personale verteller.

- Personages:
Round-characters: Rudolf en Jenny zijn zeker te beschouwen als round-characters. We leren ze goed kennen en er vond een duidelijke ontwikkeling plaats. Sommige van hun relaties: zusters, ouders, ooms etc. leren we ook iets beter kennen, maar niet zo volledig. Daarnaast zijn er tal van
 flat-characters: andere familieleden, werkvolk, hospita’s etc. Er zijn geen typetjes.

- Verhaallijnen:
De hoofdlijn wordt gevormd door de ontwikkeling van de plantage Gamboeng. Met een uitstapje naar de studietijd van Rudolf en de voorbereidingen voor de ontginning. Tegelijkertijd volgen we de ontwikkeling van Rudolf zelf, die van Jenny en enkele van hun kinderen (in mindere mate) en hun onderlinge relatie en die met de rest van de familie. Dan is er de lijn van de politieke ontwikkelingen in Indië en de industriële ontwikkelingen (machines, fabrieken, wegen, treinlijnen). En ook nog de economische. Alles gaat mooi parallel op en is dooreen geweven.

- Thema:
De historische ontwikkeling van de theecultuur (en de kinacultuur) in het Indië van de negentiende eeuw en de rol die Nederlanders daarbij gespeeld hebben. En een beschrijving van de historische ontwikkeling van Indië zelf en haar bevolking. Daarnaast het psychologische verhaal van de ontwikkeling van een relatie van twee totaal verschillende mensen, die het goed met elkaar voor hebben, maar elkaar niet echt begrijpen.

- Motieven:
Niet opgevallen.

- Titel:
Heren van de thee slaat op de verschillende eigenaren/pachters van de enorme theeplantages in Indië. In dit boek 3 generaties.

- Motto’s:
Het boek is opgedragen aan Hella’s broer: Wim Haasse.

Voorts staan er twee citaten in:

1. Je zegt: die brieven zijn niet van belang. Misschien niet. Maar het is toch ook een feit, dat het nageslacht dikwijls het meeste heeft aan de “sightlights”, die een veel klaarder beeld geven van de toen heersende toestanden, en vooral van de toen gangbare opvattingen, dan bijvoorbeeld een serie cijfers. De zaken zijn dood, en kunnen niet herrijzen, maar de personen kunnen voor ons weer leven als we vernemen wat ze dachten en voelden. (Bertha de Rijck van der Gracht-Kerkhoven aan haar broer Karel Kerkhoven, 1959).

2. Un ouvrage de fiction mélange à sa guise le vrai et le faux, le vécu retranscrit, l’imaginaire, la bibliographie (Philippe Labro) (Een fictief werk combineert naar verkiezing de waarheid en de leugen, de herschreven ervaring, het denkbeeldige en de biografie).

- Genre:
Het is zowel een historische, als een psychologische roman geworden. Daarnaast deels een sociale roman (over de verhouding tussen de landheren en het inlandse volk).

- Stijl- en stijlfiguren:
De stijl is duidelijk en eenvoudig. De natuurbeschrijvingen zeer beeldend. De gebruikte taal is doorweven met Indische woorden en Soendaans. Achterin staat een woordenlijst. Ook de geciteerde brieven zijn goed leesbaar. Iets van de formele stijl uit de negentiende eeuw klinkt er nog wel in door, maar ze zijn wel wat aangepast om prettig leesbaar te zijn.

- Verhouding schrijver tot de thematiek van het boek:
Hella Haasse heeft een groot deel van haar jeugd doorgebracht in Ned. Indië en is daar erg door beïnvloed. Haar debuut: Oeroeg (1948) speelt ook in Indië. In die novelle romantiseerde ze het leven op Java nog. In Sleuteloog (2002) geeft ze zich opnieuw rekenschap van haar verhouding met het Indië van toen en het Indonesië van nu. In dit boek vertelt zij zich een ontheemd mens te voelen. “Dat ik nergens ooit helemaal thuishoor, heb ik aanvaard als mijn natuurlijke staat van zijn”.

Wegener, Paperview, 2006. Geb. met stofomsl., 1e dr. in de serie: Kopstukken nr. 1, 343 p., (oorspr. uitg. 1992). Gekocht bij Matildasboek (5,95).

Verschillende prijzen ontvangen voor haar gehele oeuvre en voor dit boek de Nederlandse Publieksprijs van 1993.

Gelezen: december 2006.

© JannieTr, december 2006.

(Deze bespreking komt van mijn oude blog en heeft een afwijkend format)

zondag 24 december 2006

Kader Abdolah – De reis van de lege flessen


Korte inhoud:
De Iraanse vluchteling Bolfazl probeert in Nederland een nieuw bestaan op te bouwen. Dat valt niet mee als je taal niet spreekt en alles zo anders is dan in je eigenland. Hij ondervindt aanvankelijk veel steun van zijn buurman René. Doordat zijn vrouw en zoon zich sneller de taal eigen maken, groeit het gezin uit elkaar. Na de verdwijning (en later de dood) van René komt er een andere buurman met wie het contact moeizamer is. Herinneringen aan het vaderland vervagen, hij leert loslaten en de dingen accepteren zoals ze zijn.

Verhaalanalyse:

- Opbouw:
Het boek is ingedeeld in vrij korte hoofdstukken. Als de herinneringen daarom vragen worden verhalen/legenden uit het vaderland tussengevoegd. Dat maakt het geheel een beetje rommelig.

- Tijd:
Na een inleiding vanuit het “heden” wordt het verhaal chronologisch verteld: vanaf het moment dat het gezin naar hun hoekwoning in de nieuwbouwwijk wordt gebracht tot enkele jaren later, als ze een beetje ingeburgerd zijn. Ondertussen horen we via flash-backs het een en ander (maar niet alles) over de reden tot vlucht en de toestand in het thuisland.

- Plaats en ruimte:
Het verhaal speelt grotendeels in en rond een stadje aan de IJssel. Veel binnenshuis (en bij de buurman), deels in de omgeving. De flash-backs (soms verteld, soms herinneringen) spelen meestal in Iran. De laatste twee hoofdstukken in Groningen.

- Perspectief en verteller:
Het perspectief ligt bij Bolfazl, die het verhaal vertelt.

- Personages:
Round-characters zijn er nauwelijks in deze roman. Bolfazl is de enige die we een beetje leren kennen vanuit zijn eigen perspectief. De vrouw en zoon blijven heel vaag, ook van de moeder die op bezoek komt krijgen we niet veel te horen, behalve dat ze erg vroom is en de levenswijze van de meeste Nederlanders en vooral van de buurman (homo) afkeurt. Van René, de buurman, weten we iets meer, maar ook niet voldoende om er een volkarakter van te kunnen maken. De nieuwe buurman, zijn vrouw en de dochter van René blijven ook vaag. Het zijn allemaal flat-characters. Ttypetjes komen er niet in voor.

- Verhaallijnen:
Er is de verhaallijn van Bolfazl die zijn weg moet leren vinden in dit vreemde land en afstand moet nemen van het verleden. Dat is er de verhaallijn van René, deels achteraf verteld door zijn ex-vrouw en dochter, deels mee beleefd via Bolfazl. Veel blijft ook onduidelijk. De verhaallijnen blijven bovendien los van elkaar lopen. Het verhaal van de dochter en dat van de nieuwe buurman en zijn vrouw hangen er ook los bij. Er zit weinig samenhang wat dat betreft in de roman.

- Thema:
Thema is het banneling zijn. Bolfazl begrijpt dat de taal de sleutel is tot zijn nieuwe bestaan. En met die taal wil hij een getuigenis afleggen: herinneringen vastleggen, het proces van het vergeten, aanvaarden van wat niet te veranderen is, vastleggen wat het proces van vluchteling zijn inhoudt.

- Motieven:
Treinen spelen een belangrijke rol. Hij droomt er aanvankelijk veel van (zonder dat duidelijk wordt welke rol ze speelden in zijn verleden). René pleegt zelfmoord door voor de trein te springen. Hij moet een landgenoot identificeren die overreden is door een trein. De nieuwe buurman is machinist. Misschien staan ze symbool voor het leven dat zijn loop neemt: je kunt niet terug: je zit in de trein en je moet er mee voort, of je wilt of niet. Wie uitstapt, stapt uit het leven (René). Aan Jacobus, de machinist vraagt hij of het van belang is voor hem wie er in zijn trein zitten. Met de trein ook gaat hij naar Groningen om er de dochter van Reneé te bezoeken( de Hollandse vrouw waar hij naar verlangde).
Ook pruimen en de pruimenboom spelen een rol. Zo maakt René bv. een foto van de jonge hand van zijn dochter die een pruim (“traan”)laat vallen in de oude hand van zijn moeder. De nieuwe buurman hakt de boom om en maakt er brandhout van voor zijn moeder, die in een oud boerderijtje woont aan de IJsseldijk, waar Bolfazl op bezoek gaat en zich thuis voelt, terwijl het hout in de kachel brandt. Zijn grootmoeder brengt de laatste pruimen naar het graf van zijn net bergraven Opa. Als René dood is, halen kwajongens de laatste pruimen uit de boom, die ook dood gaat. Misschien dat de kleur ook van belang is: paars, de kleur van een nieuw begin.
Dan komt er nog enkele malen een haan in voor, die de weg wijst, of de richting naar Mekka. Die eerst vastgeroest zat en later alle kanten op draait en weggegooid wordt door de nieuwe buurman.
Flessen: zie titel.

- Titel:
De reis van de lege flessen wijst op het verhaal, dat zijn grootvader een kelder vol lege flessen heeft, eeuwen oud. Op elke fles staat geschreven bij welke gelegenheid de voorvader deze gedronken heeft. Als zijn grootvader is overleden brengt zijn grootmoeder alle flessen naar de rivier en laat ze wegdrijven. Als hij lege flessen ziet liggen langs de IJsseldijk moet hij daar weer aan denken. Hij gebruikt ze hier als symbolen voor de herinneringen die verdwijnen, met de stroom van het leven mee, terwijl er andere zaken voor in de plaats komen.
Ook vertelt hij het verhaal van de as van een verslagen reus die in flessen gedaan werd en aan de kinderen gegeven om mee te spelen. Dat naar aanleiding van een crematie: verbranden van de hersenen staat gelijk met het verbranden van de herinneringen: eigenlijk zou de as van het hoofd in flessen gedaan moeten worden.
Bij een tweede maal lezen merkte ik, dat er steeds iets is, wat een Hollander doet of zegt, dat een verhaal uit Iran oproept. Tot hij opmerkt: ik weet niet meer wat er echt waar is, welke verhalen ik echt gehoord heb en wat ik verzin. Ik kan mijn herinneringen niet meer vertrouwen. De herinneringen verdwijnen ook langzamerhand. Eerst beangstigt dat, later aanvaardt hij het: er komt iets anders voor in de plaats. Misschien zijn de lege flessen dan wel een symbool voor de wegdrijvende herinneringen.

- Motto’s:
Het motto bestaat uit een in het Iraans geschreven gedicht in onleesbare tekens. Er wordt nergens een uitleg aan gegeven.

- Genre:
Tot op zekere hoogte zouden we het een psychologische roman kunnen noemen. Der persoonlijke groei van een banneling wordt belicht.

- Stijl- en stijlfiguren:
De stijl is afwisselend helder, kort en duidelijk, en poëtisch, dromerig. Droom en realiteit, heden en verleden, werkelijkheid en legenden, ze lopen door elkaar en wisselen elkaar af. Ik vond dat niet altijd even prettig lezen. Af en toe weet hij subtiel weer te geven hoe culturen kunnen botsen en hoe mensen elkaar zo kunnen kwetsen, zonder de bedoeling daartoe te hebben.

- Verhouding schrijver tot de thematiek van het boek:
De schrijver is zelf een vluchteling uit Iran.

Breda, De Geus, 1997. Geb. met stofomsl.,
Gekocht via Boekwinkeltjes (5,00 + 2,25 porto).

© JannieTr, december 2006.
 
(Deze bespreking is overgenomen uit mijn oude blog en heeft een andere format)

zaterdag 16 december 2006

Vonne van der Meer - Niemand op heel Vlieland

Nadat ik Eilandgasten had uitgeleend aan mijn schoonzusje, kreeg ik dit boekje van haar cadeau: Niemand op heel Vlieland, een kort verhaal uit het laatste boek uit deze reeks over het vakantiehuisje Duinroos op Vlieland: De laatste boot.
Omdat ik bij het overzetten van de teksten vanuit mijn oude blog hiervan geen Worddocument meer kon vinden, heb ik het nog maar een keer gelezen en nu pas (jan. 2016) dit korte verslagje geschreven.

Samenvatting

Een hoogzwangere moeder en haar 10-jarige dochter Renée verblijven enkele dagen alleen in het huisje, omdat vader samen met andere ouders in zijn vakantie nog wat kluswerk op school doet. Moeder laat Renée (met de nodige reserves) wat meer haar eigen gang gaan, omdat ze vermoedt dat dat op het kleine eiland geen kwaad kan. Maar dan vindt Renée vriendjes in het asielzoekerscentrum en is plotseling erg stilletjes. Aan haar moeder wil ze niets vertellen, maar als haar vader eindelijk komt, neemt ze hem in vertrouwen. Hij is geschokt, weet niet goed wat te doen, maar uiteindelijk blijkt alles toch anders dan eerst gedacht.

Leeservaring

Destijds las ik Eilandgasten met redelijk veel plezier, bij De Avondboot was dat al iets minder, al was het leuk om gasten van de Duinroos terug te zien keren op een later moment in hun leven. Bij Het laatste seizoen was het enthousiasme wel bekoeld. Je moet een succesformule nooit helemaal uitmelken. Dit was een van de verhalen uit dat laatste deel. Ik kon me er niets van herinneren. Maar het is zeker geschikt om als los verhaal in een klein boekje uit te geven. In deze tijd (jan. 2016) kan het lezen over de achtergronden en beweegredenen van asielzoekers voor sommigen misschien een eye-opener zijn. Daarom zal ik niets kwaads zeggen over dit Literaire Juweeltje.
Na De laatste boot heb ik niets mee van Vonne van der Meer gelezen. Toch heb ik nog wel enkele boeken van haar in de kast staan. Laat ik maar niet aan De laatste boot blijven hangen en die boeken toch ook maar eens gaan lezen.

Vonne van de Meer - Niemand op heel Vlieland. Naarden, B voor Book, 2006. Bruna, Literair Juweeltje (verhaal komt uit De laatste boot). Hardcover, 60 pg. ISBN: 9789085160700.

© Jannie Tr, januari 2016.


dinsdag 12 december 2006

Vonne van der Meer - De avondboot

Korte inhoud: 

Het boek De avondboot van Vonne van der Meer borduurt voort op het gegeven van voorganger Eilandgasten (1999). Gedurende een seizoen bezoeken verschillende gasten het huisje Duinroos op Vlieland. Verbindende factor is weer de schoonmaakster die een oogje in het zeil houdt en het gastenboek waarin gasten over elkaar lezen en zelf iets schrijven. Ook komt het privé-kamertje op de eerste verdieping weer terug, en ook dit seizoen blijft de deur gesloten. Het ‘geheim’ van het kamertje wordt niet onthult, hoewel er wel over gefantaseerd wordt.


Verhaalanalyse: 

Opbouw: 
Vergelijkbaar met de Eilandgasten: eerst een hoofdstuk met een zeesterretje (schoonmaakster van Duinroos), dan genummerde hoofdstukken over enkele gasten, weer een zeesterretje, weer over enkele gasten en tot slot weer de schoonmaakster. Bindende factor is het huisje, het gastenboek, de boot waarmee ze komen en gaan. Maar dit keer speelt de werkster ook een iets grotere rol: ze klopt meestal even bij de gasten aan. 

Tijd: 
Het verhaal op zich speelt zich af tijdens één seizoen, van ongeveer april tot september. We lezen niet over alle gasten. Soms horen we in de verhalen iets over de tussenliggende gasten. In de verhalen zelf is er geregeld sprake van het ophalen van gebeurtenissen uit een verder verleden (via flash-backs). Dat verleden speelt doorgaans een belangrijke rol in het verhaal. 

Plaats en ruimte: 
Duinroos, het eiland, maar ook een deel aan wal, na het missen van de boot. Het eiland als eiland speelt ook een rol: men kan niet weg, al zou men willen. 

Perspectief en verteller: 
Er zijn nogal wat perspectiefwisselingen. Uiteraard heeft de schoonmaakster haar eigen perspectief, waarin ze de dingen op haar manier weergeeft, terwijl het in de verhalen toch iets anders blijken te liggen. Maar ook binnen de verhalen wisselt het perspectief soms van de ene naar de ander hoofdpersoon. Daar is bewust zo voor gekozen, omdat daarmee steeds duidelijk wordt gemaakt, dat mensen (die soms zeer nauw op elkaar betrokken zijn) elkaar niet zo goed begrijpen als ze zelf wel denken. Waardoor misverstanden ontstaan. 

Personages: 
Ook in deze serie verhalen wordt de schoonmaakster geen round-character. Sommige van de hoofdpersonen in de verhalen wel. Anders dan bij de Eilandgasten ontstaan de meeste problemen pas op het eiland (in de eerdere serie kwamen ze met de problemen naar het eiland); ze worden ook niet opgelost aldaar, maar de personen maken er wel een ontwikkeling door. In de verhalen treden verder nog wat bij figuren op als flat-characters. 

Verhaallijnen: 
Ook hier weer de lijn van de schoonmaakster die alles verbindt. Dat doet ook het gastenboek en het daarin gelegde beukenblad. Verder zijn de verhalen losstaand: er is geen verbinding met elkaar. Hoogstens via het thema. 

Thema: 
Een belangrijk thema is het geheim: in elk verhaal speelt een geheim (dat verraden wordt of juist verzwegen) een rol in de problemen die de hoofdpersonen doormaken tijdens hun verblijf op het eiland. De zin: wat bekend wordt, kan nooit meer ongeweten gemaakt worden, hoogstens vergeten, wordt in elk verhaal pijnlijk duidelijk. Af en toe vond ik de geheimen wel een beetje ver gezocht of te ver uitgesponnen. Daardoor vond ik dit boek minder sterk, dan Eilandgasten. 

Motieven: 
Het beukenblad, gedroogd, met alleen de nerf nog over, dat in het gastenboek lag, zal ongetwijfeld een betekenis hebben. In het eerste verhaal van de weduwnaar spelen paarden een belangrijke rol. Die kwamen ook voor in het verhaal van een andere weduwnaar uit de Eilandgasten. Ook de boot vormt een terugkerend motief, als enige vluchtweg van het eiland. 

Titel: 
De Avondboot slaat op de laatste vaart per dag, die meestal bekenden meebrengt (hier ook bekenden van Eilandgasten) of mensen nog voor de volgende nacht kan doen ontsnappen. 

Motto’s: 
Er is geen motto. 

Genre: 
Psychologische roman: de verschillende hoofdpersonen maken een ontwikkeling door. 

Stijl- en stijlfiguren: 
Heldere, suggestieve stijl: men leert de hoofdpersonen kennen via zaken die details schijnen. Juist door de perspectiefwisselingen, die de gedachtestromen van verschillende mensen weergeven, wordt de spanning opgebouwd. 

Verhouding schrijver tot de thematiek van het boek: 
Zie ook: Eilandgasten

Het boek kan ook gelezen worden zonder eilandgasten te kennen.

Vonne van der Meer - De avondboot. Amsterdam, Contact, 2001. Paperback, 9e dr. (nov. 2001, 1e dr. jan.2001). 
Gekocht via Boekwinkeltjes (samen met Laatste seizoen, 4 euro p.st.)

Gelezen: december 2006.

© JannieTr, december 2006

vrijdag 8 december 2006

Vonne van der Meer - Eilandgasten



Samenvatting

Eilandgasten gaat over de belevenissen van diverse gasten die in het vakantiehuisje 'Duinroos' op Vlieland logeren, met als centrale figuur de vrouw die het huisje schoonmaakt. Er worden zes belangrijke vakantiebezoekjes beschreven van: een gezin waarvan de man overspel heeft gepleegd, twee vrouwen van wie de een zwanger is en de ander ooit abortus heeft gepleegd, een oudere man die zelfmoord wil plegen, een familie waarvan de man woedend is op de promotie van zijn jongere collega, drie vrienden van wie de onderlinge relatie danig verandert en als laatste een vrouw met een ernstige ziekte.


Structuur
Eilandgasten is een raamvertelling waarin de belevenissen van diverse gasten van een vakantiehuisje in zes verhalen worden beschreven. De zes verhalen worden verbonden door de bespiegelingen van een vrouw die het huisje klaar maakt voor het zomerseizoen. Het is de schoonmaakster die een gastenboek neerlegt, dat als een rode draad door het boek loopt en waardoor de verschillende vakantiegangers met elkaar verbonden worden: ze schrijven er in, lezen de verhalen van de andere gasten en gebruiken het zelfs als dagboek.
Er zijn meer verbindende elementen, naast de schoonmaakster, het gastenboek en het huisje zelf, waardoor Eilandgasten geen verhalenbundel, maar een roman is (zie thematiek en motieven).
De zes verhalen zijn genummerd en hebben geen titel. In drie tussenhoofdstukken (in het begin, in het midden en aan het eind) zie je het huisje door de ogen van de schoonmaakster. Deze hoofdstukken worden voorafgegaan door een illustratie van een zeesterretje.

Perspectief
De drie tussenhoofdstukken zijn geschreven vanuit het perspectief van de schoonmaakster en hebben een ik-verteller.
"Soms zou ik willen dat ik dit huis niet alleen schoon hield, maar dat mijn armen de muren waren, mijn ogen de ramen. Dan kon ik zien en horen wat Duinroos meemaakt".
Dit alwetende perspectief zou de schoonmaakster van Duinroos maar al te graag willen hebben, maar dat heeft ze natuurlijk niet. Voor een deel maakt ze wel mee wat er in Duinroos gebeurt doordat ze het gastenboek leest, het huis inspecteert en bij elke nieuwe komst van een of meer gasten even langs fietst en de gast begroet. Maar haar perspectief blijft natuurlijk beperkt.

In de verhalen van de diverse gasten ligt het perspectief wisselend bij een van de gasten. Hierdoor komen de personages goed naar voren en zie je als lezer een verhaal van meerdere kanten. In het eerste verhaal (over Chiel en Dana) lezen we over Chiels overspel en wat daarna gebeurde door de ogen van Chiel én door de ogen van Dana, waardoor het verhaal van meerdere kanten belicht wordt. Dit maakt dat je als lezer geen eenzijdig of clichématig beeld krijgt van de overspelige man als slechterik en de bedrogen vrouw als slachtoffer. Het gebeuren krijgt dus meer nuances, door de afwisseling in perspectief.
De meeste verhalen van de gasten zijn in de derde persoon geschreven, behalve het verhaal van de familie Slaghek, die elk jaar komt. Dit verhaal lees je over de schouder van een van de (andere) gasten mee en is in de ik-vorm geschreven. Ook het laatste verhaal staat voor het grootste gedeelte in de ik-vorm, omdat het in dagboekvorm is geschreven.

Ruimte
De ruimte speelt in het boek een belangrijke rol. Het eiland en het huisje zijn meer dan alleen decor. Het huisje koestert, geholpen door de schoonmaakster, de bewoners, en de wind en het zout van het eiland werken zuiverend op de gasten (zie ook onder thematiek).

Tijd
De gebeurtenissen in het heden spelen zich af tussen april en september van het jaar 1997, beginnend bij de voorbereidingen op de komst van de eerste gasten en eindigend met het schoonmaken en  afsluiten van het huisje na het vertrek van de laatste gasten.
In meerdere verhalen speelt het verleden een rol. Via flashbacks krijgen we informatie over de gebeurtenissen voorafgaand aan de vakantie, zoals bijvoorbeeld in het verhaal van Chiel en Dana. Het heden is doorspekt met de heftige gebeurtenissen uit het verleden. Om beurten denken ze terug aan het overspel en de periode daarna. Ook in het verhaal van Martine en Sanne speelt het verleden een rol. Door Sanne's huidige zwangerschap, denkt Martine terug aan haar eigen zwangerschap. Ook de oude man denkt voortdurend terug aan het verleden. Kortom, alle personages dragen iets mee uit het verleden, dat in flashbacks of via herinneringen wordt verteld.
De hoofdstukjes waarin de schoonmaakster als ik-verteller aan het woord is, zijn bovendien in de tegenwoordige tijd geschreven en de verhalen van de huurders in de verleden tijd.

Personages
De schoonmaakster is een vrij eendimensionaal karakter. Zij heeft een bindende functie in het boek. Ze is een gedreven vrouw die er goed voor zorgt dat de zaakjes in orde zijn in het huisje. Ze laat briefjes achter met instructies omtrent het aanvullen van wc-papier of gebroken serviesgoed. In elk verhaal laat zij wel even haar gezicht zien aan de huurders en in sommige gevallen maakt ze een praatje,  met een positieve uitkomst. Als personage maakt ze echter geen ontwikkeling door en is daarom een 'vlak karakter'.
De huurders van Duinroos maken allemaal een crisis door tijdens hun verblijf op het eiland. Die lost zich tijdens de vakantie op door het probleem uit te spreken of op te schrijven. Door de beschrijving van de problemen worden bepaalde aspecten van het karakter van de personages goed over het voetlicht gebracht. De personages maken bovendien in het korte tijdsbestek een kleine ontwikkeling door die hen tot een nieuw of ander inzicht brengt. Dit maakt de personages tot 'ronde karakters'.

Thematiek en motieven
Alle gasten die het huisje bezoeken, hebben iets meegemaakt, waardoor ze bepaalde idealen verloren of juist gekregen hebben: door het verblijf op het eiland verandert hun kijk op het leven. De andere omgeving helpt daarbij. Het thema is dan ook verandering door het loskomen van de vertrouwde omgeving. Dana die door haar man bedrogen is, zegt bijvoorbeeld aan het eind van het eerste verhaal "dat hij niets meer goed hoefde te maken. Dat het wel goed kwam, ooit. Dat de tijd de rest moest doen, de tijd, de wind en het zout." (p. 39) Het eiland lijkt een helende functie te hebben.
De huurders maken allen een kleine crisis door tijdens hun verblijf. De problemen waar zij mee te maken hebben, komen niet met elkaar overeen, maar hebben allemaal te maken met de essentiële vragen van het leven, over dood en leven, liefde en eenzaamheid, schuld en spijt. De gasten krijgen te maken met problemen die draaien om dood en geboorte, trouw en ontrouw en jaloezie en berusting.

Een steeds terugkerend motief is het fantaseren over mensen en het raden naar hun verhalen. Dit doet de schoonmaakster voortdurend bij de dingen die de gasten in het huisje hebben achtergelaten of veranderd hebben. Maar ook de gasten doen dat door verhalen van andere gasten te lezen in het gastenboek of door te reageren op spullen die andere gasten hebben achtergelaten. Ook vragen zij zich af wie toch die vrouw op die fiets is die hen 's ochtends zo vriendelijk begroet. Het leuke is dat het de schoonmaakster is, die even in hun verhalen een kijkje komt nemen en daardoor een verbindend element wordt tussen de verschillende verhalen.

Sommige dingen in het huisje krijgen bij ieder verhaal weer een andere betekenis: het veertje dat de schoonmaakster als boekenlegger in het gastenboek heeft gelegd, staat in het eerste verhaal symbool voor breekbaarheid en in het tweede verhaal voor een nog niet geboren kind. In het verhaal van de oude man is het veertje een teken van zijn overleden vrouw Johanna. In het vierde verhaal leest Simone het verhaal van de familie Slaghek in het gastenboek, waarbij het veertje de twee verhalen verbindt. In het vijfde verhaal wordt het veertje in verband gebracht met engelenveren en in het laatste verhaal dient het veertje als troost.
Op dezelfde manier komt er ook een takje in twee verhalen voor, waar de gasten verschillende dingen in zien. In het derde verhaal ziet de oude man een takje tegen de schouw staan, "in de vorm van een katapult, maar je kon er ook twee armen in zien, een mannetje dat om hulp riep." (103) Dat mannetje zou op de oude man zelf kunnen slaan. De katapult doet hem denken aan zijn kleinzoon. In het vierde verhaal wil Simone in een opwelling het takje als wapen gebruiken. Daarna denkt ze: "Misschien was het toch geen toeval dat haar oog op dit takje was gevallen, op een stuk hout dat zich splitste. Het kon. Iets dat één was geweest kon zich splitsen." (136) Dit slaat op haar huwelijk, waar ze op dit moment hevig aan twijfelt. Later ziet ze in het takje het kruis dat Jezus gedragen heeft.

Titel
De titel kan op twee manieren uitgelegd worden. Enerzijds verwijst 'eilandgasten' heel direct naar de gasten van het huisje Duinroos op Vlieland. Anderzijds zou het ook symbool kunnen staan voor iedereen die op aarde leeft en hier tijdelijk te gast is, waarbij ieder zijn eigen verhaal achterlaat.

(Met dank aan: © http://www.boekentaal.info/eilandgasten-van-vonne-van-der-meer/)

Eigen toevoegingen:

Verhouding schrijfster tot de thematiek van het boek:

Uit de biografische gegevens bleek, dat de schrijfster katholiek geworden is. In Eilandgasten zou je Maria kunnen herkennen in de poetsvrouw. Ze houdt een oogje in het zeil, bekommert zich om de gasten, creëert warmte en geborgenheid en legt verantwoording af en dient verzoeken in bij Mister X, die de bezitter van het huisje is (God?), maar zich nooit laat zien.
Veel hoofdpersonen voelen een aanwezigheid, zoeken steun bij iets of iemand buiten de beschreven personages.

Vonne van der Meer - Eilandgasten. Amsterdam, Contact, 1999. Geb. met stofomsl., 6e dr. (nov. 1999)  (1e dr. verschenen in aug. 1999). Gekocht: via internet (€ 5,-, incl. porto).

Gelezen: november 2006. 
© JannieTr, december 2006.