dinsdag 26 februari 2013

Jan van Mersbergen - Morgen zijn we in Pamplona



Februari 2013 - waardering: 7,5.

Inleiding

Wie eenmaal een schrijver ontdekt heeft die aanspreekt, wil alles van hem/haar lezen. Dat overkwam mij bij Jan van Mersbergen. Via het Winterboek van Gerbrand Bakker kwam ik bij de Grasbijter terecht en daarna bleek dat er nog voldoende titels over waren om voorlopig even zoet te zijn. Ik las ze inmiddels bijna allemaal. Met nog één te gaan (deze) kwam ondertussen Naar de overkant van de nacht uit. Perfect om te lezen rond het carnaval. Maar tenslotte was deze aan de beurt. De achterstand is hiermee ingehaald en het is wachten op het volgende boek. Daar wordt aan gewerkt, begrijp ik. Dus behelpen we ons voorlopig maar met de dagelijkse stukjes op zijn weblog: die zijn meestal ook de moeite waard.

Samenvatting

De regen stroomt over de ruiten, de ruitenwissers kunnen het water bijna niet de baas. Dan ziet Robert – op weg naar Pamplona voor zijn jaarlijks uitje naar het stierenrennen – een lifter langs de snelweg staan. Hij stopt, en neemt hem mee. Gaandeweg ontstaat er een band tussen de twee. Robert is nieuwsgierig naar de teruggetrokken en weinig spraakzame Danny, een bokser: het lijkt alsof Danny zich willoos laat meevoeren, ogenschijnlijk verslagen door een geheim.

Maar dan, in Pamplona, temidden van de aanstormende stieren en de stofwolken, blijkt dat je je voor elkaar kunt opofferen, ook al zijn we allen onbekenden. Als het echt dreigt mis te gaan, als de verplettering nabij is, reageert onze naastenliefde. Onverbiddelijk. (Website Uitgeverij Cossee).

Leeservaring

De trefwoorden die de bibliotheek aan dit boek geeft, zijn: boksers en mannenleven. Niet direct iets wat voor mij aansprekend genoeg geweest zou zijn om eraan te beginnen, ware het niet dat ik door de andere boeken van Van Mersbergen er genoeg vertrouwen in had, dat ook dit boek de moeite van het lezen waard zou zijn. En daarin werd ik niet teleurgesteld.

Danny is op de vlucht, dat lezen we al in de eerste zin:" Een bokser rent door de stad." Wat daar de reden van is, lezen we pas op de laatste bladzijden. Robert neemt hem mee, voelt wel aan dat de zwijgzame en teruggetrokken Danny ergens mee zit, maar het lukt hem niet de feiten aan de oppervlakte te krijgen. Ook de lezer tast lang in het duister.

"Morgen zijn we in Pamplona", zegt Robert tegen Danny. Hij moet hem uitleggen wat zich daar afspeelt, hoe levensgevaarlijk het kan zijn, als je niet op de juiste manier reageert. Danny geeft aan mee te willen doen. Maar Robert vertrouwt het niet helemaal.

De lange weg van Amsterdam naar Pamplona (en terug) wordt er weinig gesproken door de beide mannen. Des te knapper is het dat het verhaal blijft boeien en dat de lezer zich toch een beeld kan vormen van wie deze mannen zijn, wat hun drijfveren zijn en hoe hun onderlinge verhouding zich ontwikkelt.
Van Robert komt de lezer niet veel te weten. Het zijn vooral zijn daden (vragen en handelingen) die hem zichtbaar maken. Het perspectief ligt hoofdzakelijk bij Danny. Hij beschrijft Robert, denkt na over wat hemzelf tot hier gebracht heeft en stelt de vragen die ons zicht geven op het gezinsleven van Robert. Robert zegt en vraagt regelmatig dingen die (zo ontdek je bij een tweede lezing) voor Danny onverdraaglijk moeten zijn. De daarop volgende korzelige reacties en uitbarstingen van Danny om kennelijk niets,  houden de spanning in het verhaal vast.

Ook de structuur speelt bij de spanningsopbouw een rol. Twee verhaallijnen kronkelen om elkaar heen: de flashbacks, die in chronologische volgorde het achterliggende verhaal vertellen, en het vertelheden, dat de autorit, het stierenrennen in Pamplona en de terugreis omvat. Stukje bij beetje wordt duidelijk wat er gebeurd is en waarom Danny is gevlucht.

De stijl van Van Mersbergen is ook in dit boek weer sober en toch (ver)beeldend. Heldere taal, maar weinig woorden en juist veel meer de gedragingen van de hoofdrolspelers om je eigen verhaal mee in te vullen. Als lezer betekent dat dat er vragen overblijven waarmee je blijft zitten. Soms komt daar een antwoord op, als je het boek nogmaals leest, soms blijven ze door je hoofd spoken, als je het boek allang weer in de kast hebt staan.

Om op de trefwoorden terug te komen: boksers en mannenleven. De boksschool is een van de plekken waar zich een deel van het verhaal afspeelt. Wie niets van boksen weet, zal er mooi gedoseerd kennis van kunnen nemen: genoeg om kloppend te zijn met de werkelijke situatie en niet te uitgebreid. Mannenleven is een beetje vage term. Om dit boek te kunnen waarderen is vooral empathie nodig. Dat Robert naar het stierenrennen wil en dat Danny een bokser is en dat deze beide samen op stap zijn, maakt hier nog geen roman over mannenlevens van. Ik denk dat veel vrouwen het ook met genoegen zullen lezen. Sommigen noemen het zelfs een liefdesverhaal. Ook dat vind ik niet helemaal kloppen. Het is een van die vragen die overblijft: wat bracht Danny tot zijn daad? Was het liefdesverdriet, jaloezie of vernedering en ligt er een symbolische link met het stierenrennen?

Kortom: ik durf dit boek over Boksers en Mannenleven wel aan te bevelen voor leesclubs, zelfs als die vnl. uit vrouwen bestaan. Het geeft genoeg in zich om over te discussiëren.

Jan van Mersbergen - Morgen zijn we in Pamplona. Amsterdam, Cossee, 2007. Paperback, 189 p., isbn: 978-90-5936-130-0.

©JannieTr, 26 februari 2013.

dinsdag 19 februari 2013

Tatiana Rosnay - Het huis waar jij van hield



Februari 2013 - waardering: 7,5.


Inleiding

Ons thema dit jaar: historische romans, bracht ons dit keer naar Parijs. Opnieuw een vertaald boek, niet de gewoonte in onze leeskring. Zonder meer de complimenten voor de vertaalster, Alice Teekman: tijdens het lezen kreeg je nergens het idee dat het een vertaling was en zo hoort het natuurlijk eigenlijk ook te zijn. De keuze voor dit boek kwam voort uit de periode waarover geschreven werd, de plaats van handeling en het succes dat de schrijfster had met eerdere boeken. Door juist niet voor het meest succesvolle boek te kiezen valt beter te beoordelen over welke kwaliteiten ze beschikt. Bovendien was dit  boek nog niet gelezen door de leden van de leeskring. Bij het boek hoort een uitgebreide website met allerlei achtergrondinformatie die een verrijking van het leesplezier kan betekenen.

Samenvatting


Parijs, tijdens het Tweede Keizerrijk, in de tweede helft van de 19de eeuw. Honderden huizen worden met de grond gelijkgemaakt en complete wijken verdwijnen van de kaart. Het oude Parijs wordt vernietigd door de ambities van baron Haussmann, die opdracht heeft gekregen de stad opnieuw vorm te geven, en veel Parijzenaars verzetten zich tevergeefs tegen de onverbiddelijke onteigeningsbevelen. Rose Bazelet leidt een rustig leven in haar huis aan de rue Childebert, in de schaduw van de kerk van Saint-Germain-des-Prés. Ze leest haar krantje, Le Petit Journal, gaat op bezoek bij haar vriendin Alexandrine, de bloemenverkoopster die de winkelruimte op de begane grond van haar huurt, en koestert zich in de goede zorgen van Germaine en Mariette, haar toegewijde bedienden. Tot de dag komt waarop ze een brief van de prefectuur ontvangt waarin staat dat de rue Childebert op het tracé ligt van de nieuwe boulevard Saint-Germain: de sloop van haar huis is onvermijdelijk geworden.
Rose heeft haar overleden echtgenoot, Armand, een belofte gedaan en voor haar is het ondenkbaar dat ze zijn ouderlijk huis zal verlaten. Ze is vastbesloten zich tot haar laatste snik te verzetten en schrijft hem, haar grote liefde, over haar dagelijkse strijd. Met elke brief graaft ze dieper in haar verleden en onthult, stukje bij beetje, het geheim dat ze dertig jaar heeft bewaard.

Tatiana de Rosnay neemt ons met deze briefroman mee in een wereld waarin tal van eenvoudige beroepen en ambachten floreerden – kruidenverkoopster, boekbinder, voddenraper –, en waarvan nu weinig sporen meer resten. Een bladzijde van de geschiedenis wordt omgeslagen en Rose doet als getuige van dat tijdperk verslag van het trauma dat door die grote ‘verfraaiingswerken’ werd veroorzaakt.
De brieven houden het midden tussen zelfanalyse en boetedoening en vormen een eerbetoon voor een vrouw die in haar eentje het gevecht aangaat en niet van plan is zich gewonnen te geven. In deze lofzang op Parijs zijn de huizen vol geheimen en de muren doordrenkt van herinneringen. (Website Het huis waar jij van hield).

Leeservaring

Voor de allereerste keer waren de leden van de leeskring het roerend eens: een 7,5 voor dit boek. Maar de redenen die ze er voor gaven verschilden, dat dan weer wel. De een vond het verhaaltje nogal dun, maar de sfeer uitstekend beschreven. De ander vond de manier waarop de historie verwerkt was in het verhaal goed geslaagd. Weer een ander vond de stijl waarin het boek was geschreven bijzonder. Maar uiteindelijk had iedereen er wel iets in gevonden en het dus met plezier gelezen, waardoor een unaniem cijfer uit de bus kwam: 7,5.

De uitgebreide achtergrondinformatie die via de website bij het boek hoort, bewees zijn nut. Nadat hier in de inleiding enige aandacht aan was besteed en ook de biografie van de schrijfster aan de beurt was geweest, werd naar aanleiding van de vooraf per mail toegestuurde vragen (zie bij Discussievragen) over zowel inhoud als de uitwerking van het boek uitgebreid gediscussieerd. Ik zal er een enkel punt uit halen.

De titel: Rose was de oorspronkelijke titel. Bij de Nederlandse uitgave werd dat Het huis waar jij van hield. Voor beide is wel iets te zeggen. Hoewel Rose haar verhaal vertelt via een lange brief aan haar overleden man vormen toch de gebeurtenissen in Parijs meer de hoofdmoot van het verhaal dan het geheim dat zij daarnaast op wil biechten. "Het huis" staat daarbij symbool voor wat er met andere huizen en bewoners gebeurde. Maar "waar jij van hield", verwijst ook (cynisch) naar het trieste geheim dat er bewaard werd. Wie voor Rose als titel kiest, zal het opgevallen zijn dat bloemen een terugkerend motief en symbool vormen.

Feiten en fictie:  een dun verhaaltje, noemde een van de leden van onze leeskring het. Als we het over de fictie hebben, dan ben ik het daarmee wel eens. Het geheim dat Rose aan haar man op wil biechten vormt naar mijn idee ook niet de echte plot van het verhaal, het is aanwezig om de spanning er in te houden. En dat lukt redelijk. Maar omdat wij dit jaar op zoek zijn naar hoe auteurs omgaan met de feiten in historische romans kijken we anders naar dit boek, met meer interesse voor het historische verhaal. En dat klopt tot in de kleinste details. Er is veel zorg aan besteed, er wordt heel veel historische kennis overgebracht en toch krijgt het nergens een schoolmeesterachtig toontje. Het drama waar vele inwoners van Parijs in deze periode mee te maken kregen, is gegoten in een verhaal dat leest als een intrigerende roman. Met een perfecte sfeertekening.

Partij kiezen: Bij deze historische romans vragen we ons ook steeds af: kiest de auteur partij in het historische onderwerp? Omdat Rose ons haar visie geeft van de gebeurtenissen die tot de verwoesting van o.a. haar huis leiden, lijkt het alsof de auteur haar kant kiest. Toch is dat niet zo. Niet alleen in haar noot op de laatste pagina maar ook via de bloemenverkoopster en vriendin van Rose, Alexandrine, laat Rosnay ook een tegengeluid horen met de positieve kanten van het verhaal: meer schone lucht, veilig drinkwater, ruim baan voor het toenemende verkeer, elektrische straatverlichting en niet te vergeten: een goede riolering.

Ook inhoudelijk waren er genoeg vragen om over door te praten, zoals: Waarom zou Rose nooit over haar geheim met Armand gesproken hebben, Is er een verklaring voor de slechte relatie tussen Rose  en haar dochter, Wat is de rol van de literatuur waar Rose plotseling belangstelling voor krijgt (titels, onderwerpen)?

Kortom: we hebben hier te maken met een boek dat met plezier werd gelezen, waar we weer een hoop van opstaken  en waar we daarna nog een aangename avond aan beleefden bij de bespreking. Zeker aanbevolen voor leesclubs!



Tatiana Rosnay - Het huis waar jij van hield. Amsterdam, Artemis, 2011. Geb., 205 pg., isbn: 978-90-472-0205-9.



©JannieTr, februari 2013.

maandag 18 februari 2013

Discussievragen bij Het huis waar jij van hield - Titiana Rosnay



1. Briefromans kunnen verschillende vormen aannemen. Het kan om een correspondentie gaan tussen personen, het kunnen de brieven van 1 persoon zijn, aan 1 andere of meerdere personen gericht. Hier schrijft de ik-persoon 1 hele lange brief aan haar overleden echtgenoot. Maar in het verhaal zijn ook brieven van anderen aan haar opgenomen. Waarom zou dat zijn en wat is het effect?

2. Oorspronkelijk heet het boek “Rose”. Wat vind je van de Nederlandse titel? Waarom zou die anders zijn en waar gaat jouw voorkeur naar uit?

3. Wat vind je van de motto’s van dit boek? Voegen die voor jouw gevoel nog iets toe?

4. De briefschrijfster is slechts enkele dagen met haar brief bezig. Toch vertelt zij het hele verhaal van wat er in Parijs gebeurde tussen 1852 en 1870, via herinneringen (flashbacks). Ze vertelt haar man dingen die na zijn overlijden zijn gebeurd, maar spreekt hem ook aan met: Weet je nog dat wij.... Zo krijgt de lezer een compleet beeld van wat er in die periode gebeurde. Vind je dat ze de geschiedenis op een natuurlijke manier verwerkt heeft in haar brief of komt het geforceerd over?

5. Wat vind je van de hoeveelheid informatie die De Rosnay in haar boek stopt?

6. Rose is uitsluitend gefocust op de verwoesting van het bestaande en het verdriet dat dat met zich meebrengt voor haar en haar buurtgenoten. Wie de plot eenmaal kent, begrijpt waarom dat voor het verhaal nodig was. Toch zorgt de schrijfster er voor dat ook de voordelen van de stadsvernieuwing een plekje krijgen. Hoe doet ze dat?

7. Wat vind je van de sfeertekening van de betreffende periode? Denk daarbij aan de mode, de literatuur, de beroepen, de winkeltjes.

8. Haar zoontje stierf aan cholera, door water uit de nabijgelegen fontein. Een gevolg van de onhygiënische toestanden destijds zonder degelijke waterleidingen en riolen. Maar waarom is volgens Rose juist haar zoontje gestorven? Wat vind je hiervan?

9. Eigenlijk leer je behalve Rose, niemand goed kennen. Hoewel Rose op een paar mensen heel erg gesteld is, heeft ze met niemand een dieper contact. Wat zou de reden daarvan zijn? Hoewel, bij nader inzien, hoe goed leren we Rose eigenlijk kennen?

10. Welke vriendschap was voor Rose het meest waardevol?
11. Terwijl Gilbert aan het eind van de strijd het meeste begrip voor Rose schijnt te hebben, is het uiteindelijk Alexandrine, die haar eerst egoïsme verweet, die met haar ten onder gaat. Begrijp je dit?

12. Begrijp je de (niet-) relatie met haar dochter? Of heb je er een verklaring voor?

13. Al op blz. 23 heeft Rose het over een nachtmerrie die haar al meer dan dertig jaar kwelt. Het duurt tot blz. 184 totdat ze eindelijk uit de doeken doet wat er is gebeurd. Waarom zou ze dit nooit aan Armand hebben durven vertellen?

14. Wanneer ontdekt Rose dat Baptiste niet de zoon was van Armand, maar van die monsieur Vincent? Verandert dat iets aan haar gevoelens voor Baptiste?

15. Wat is het thema van het boek? Welke motief gebruikt De Rosnay hierbij?

16. Waarom zou De Rosnay erin verwerkt hebben dat Rose ineens belangstelling krijgt voor de literatuur?

17. Wat heeft Rose in de kelder nog aan persoonlijke bezittingen?

18. Op een gegeven moment vergelijkt Rose Parijs met “een overjarige,opgedirkte, met haar ritselende rokken koketterende lichtekooi”. Wanneer en waar doet ze dat en wat vind je daarvan?

Met dank aan Marry v.d. M.
©JannieTr, 18 februari 2013.