dinsdag 27 december 2011

Erik Menkveld - Het grote zwijgen

December 2011 - waardering: 7,5.

Inleiding

Vorige week werd bekend gemaakt dat dit een van de 3 titels is die door de vakjury genomineerd is voor de Academica Literatuurprijs 2012. Hoewel ik besloten heb te stoppen als kernjurylid voor deze debutantenprijs (zie elders), zal ik de 3 boeken wel lezen en hier bespreken.

Inhoud

Amsterdam 1910. Het Paleis voor Volksvlijt. Tijdens een voorstelling raakt een beginnende recensent volledig buiten zichzelf door de muziek. Waarom nodig je hem niet eens uit? zegt de vrouw van de componist, als ze een dag later de lyrische bespreking leest. Je kent hem wel, het is die grappige schuwe jongen die we wel eens in het Concertgebouw zien. Zo begint het verhaal van een turbulente vriendschap die zeven jaar later dramatisch zal eindigen. De vriendschap tussen een leermeester en een leerling, die aanvankelijk alles met elkaar delen: hun ideeën over maatschappij en kunst, nieuwe muziek, hun afkeer van Duitsland en hun angst voor oorlog.(Flaptekst).

Leeservaring

In de Verantwoording aan het eind van het boek schrijft Menkveld:
"Deze roman is gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen. Iedere overeenkomst tussen de personages en hun historische modellen is opzettelijk." Ter afsluiting volgt een literatuurlijst: wie wil kan nagaan waar in dit boek de grenzen liggen tussen feit en fictie.
Hoofdpersonen in deze biografische roman zijn de componisten Alphons Diepenbrock en Matthijs Vermeulen. Daarnaast is een belangrijke rol weggelegd voor Jo, de geheime liefde en muze van Fons en voor Elsa, zijn vrouw. Ook Willem Mengelberg (dirigent van o.a. het Concertgebouworkest) en andere componisten spelen hun rol, zoals Debussy en Gustav Mahler, een de persoonlijke vriend van Diepenbrock. Een aantal bijfiguren is verzonnen.

Wie niet is opgegroeid met klassieke muziek, literatuur en beeldende kunst heeft heel wat in te halen. Met de literatuur kwam dat haast vanzelf goed, door de liefde voor taal, een grote leeshonger en de OU. Ook de beeldende kunst kwam er redelijk vanaf, na enkele jaren werkzaam te zijn geweest als bibliothecaresse in de bibliotheek van Museum Boymans. De klassieke muziek bleef echter een ondergeschoven kindje. De lessen op de middelbare school beperkten zich tot de grote lijnen in de Europese muziekgeschiedenis. Van de bijbehorende componisten moesten we de biografie kunnen reproduceren, alsmede de titels van enkele belangrijke werken en af en toe luisteren naar een schoolconcert. Meer stak ik op van latere tv-documentaires en concertuitvoeringen, maar die zijn helaas sporadisch te zien. Ik zag dan ook een beetje op tegen het lezen van deze historische roman, maar dat bleek nergens voor nodig.
Ter voorbereiding bezocht ik de pagina's over Alphons Diepenbrock (1862-1921) en Matthijs Vermeulen (1888-1967) op Wikipedia. Ook over het stuk waarmee de roman begint, Marsyas, was er het een en ander te vinden. En op You-tube bleek het heel goed mogelijk de meeste van de in het boek genoemde stukken te beluisteren. Dit alles is niet persé nodig om het verhaal te kunnen volgen, maar het geeft wel een extra dimensie die ik toch niet graag gemist had.

Echte muziekkenners zullen het meest genieten van dit boek, maar ook voor de rest van de lezers heeft het genoeg te bieden. Menkveld is ongetwijfeld een groot bewonderaar van Diepenbroeck. Hij weet goed over te brengen welke drijfveren de componist heeft, waardoor hij beïnvloed wordt bij het componeren, waarom het soms onmogelijk is een noot op papier te krijgen, wat hij wil overbrengen, hoe hij de muziek verbindt met zijn filosofie. Ook van Vermeulen, die aanvankelijk recensent is, maar zich van leerling van Diepenbrock tot een gelijkwaardige gesprekspartner en componist ontwikkelt,  wordt de langzamerhand afwijkende opvatting (t.o.v. zijn leermeester) over de taak van de componist in de veranderende maatschappij aannemelijk gemaakt.

De overpeinzingen van en gesprekken tussen deze beide componisten worden soms wel wat teveel uitgesponnen. Dat ik toch het boek niet weggelegd heb, is te danken aan de andere ingrediënten ervan: het sfeerbeeld van de jaren rond de Eerste Wereldoorlog en de persoonlijke geschiedenis van de hoofdpersonen. Het Amsterdam van die tijd, de omgangsvormen en kledij, het landschap in Nederland, de gebruiksvoorwerpen, het vervoer etc., het roept een goed getroffen beeld op van de beschreven periode. Vermeulen is tijdens de Eerste Wereldoorlog oorlogscorrespondent in België. Ook de verschrikkingen daar en de houding van Nederlanders t.a.v. de neutraliteit worden overtuigend neergezet.

De persoonlijke geschiedenis van beide mannen en hun verhouding tot elkaar en hun partners is eigenlijk de rode draad van het verhaal. Eerst Fons, die een verstandshuwelijk sloot met Elsa, maar een langdurige verhouding had met Jo, een leerlinge. Zij was zijn muze, terwijl zijn vrouw zorgde voor de stabiliteit en rust die nodig was voor het componeren van muziek waar ook zij het belang van inzag. Dan de ups en downs in de vriendschap tussen Diepenbrock en Vermeulen.  En de verhouding tussen Vermeulen en Petrus (de derde leerling/meester verhouding) en die tussen Vermeulen en Elsa. De feiten zullen wel kloppen, maar de fictie was hier nodig om het verhaal houvast te geven. En er mede voor te zorgen dat je als lezer de moed niet opgaf bij de wat langere, ingewikkelde filosofische passages.

De titel: Het grote zwijgen, verwijst in de eerste plaats naar een stuk dat Diepenbrock schreef in 1906: Im grossen Schweigen (1906), symfonisch lied (Friedrich Nietzsche). De strekking van Nietzsches tekst speelt een grote rol, zowel in de opvattingen van Diepenbrock daarover, als in het verschil van mening tussen hem en Vermeulen. Daarnaast is het een verwijzing naar de grootste angst van componisten: niet (meer)  gehoord te worden. Het schrijven van muziek heeft alleen zin als deze ten gehore gebracht wordt en blijft worden. Diepenbrock heeft het er erg moeilijk mee, dat hij in het uitgevoerd krijgen van wat hij als zijn beste werken beschouwt, afhankelijk is van anderen en dat hij vaak doodgezwegen wordt. Tenslotte is er het zwijgen tussen vrienden, echtgenoten, minnaars. Niet alles wordt gedeeld, ook niet met degene die men vriend of geliefde noemt. Via perspectiefwisseling maakt de schrijver dat aan de lezer duidelijk.

Wat Menkveld met deze fictionele biografische roman voor ogen had, wordt misschien wel het best verwoord in de volgende alinea. Tijdens een treinreis staan Elsa en Vermeulen naast elkaar voor een raam en passeren een perron met daarop een kruier die naar hen kijkt. Elsa merkt op dat de kruier geen idee heeft over wat ertoe geleid heeft dat deze twee mensen daar nu staan en wat er tussen hen plaatsvond.
Vermeulen antwoordt:
"Als je er op die manier over nadenkt, is die kruier Elckerlyc. Niemand weet wat er zich werkelijk aan hem voordoet. Elke gebeurtenis, de hele natuur, alle muziek die we horen, iedere mens die we ontmoeten - het is allemaal mysterie. Wat iemand ten volle is of wat er aan alles dat voorvalt of bestaat ten grondslag ligt, zullen we nooit weten. We zien de gedachten niet, de gevoelens, de onbewuste drijfveren. De biologische processen, de natuurwetten die werkzaam zijn achter de verschijnselen. We kunnen ze hoogstens vermoeden, verzinnen of ze met veel moeite en dan nog maar zeer ten dele en binnen onze menselijke beperkingen blootleggen met onze wetenschap of onze intuïtie."
Elsa bedoelt het anders (zij voelt zichzelf de kruier, die niet weet wat er zich tussen hen beiden afspeelt, dat ze elkaar niet kunnen doorgronden). Voor Menkveld zijn beide antwoorden waar.

Het boek slaat een paar jaar over en eindigt met een epiloog in 1921. Vermeulen is getrouwd, woont ergens buiten met zijn vrouw en twee jonge kinderen, componeert, voelt zich gelukkig. Dan krijgt hij bericht dat Diepenbrock is overleden. Hij voelt zich schuldig, vraagt zich af wat er die laatste, eenzame jaren in zijn beste vriend is omgegaan. Hij schrijft een gloedvol in memoriam, maar eindigt toch met een kritische noot.
Na het voorgelezen te hebben aan zijn vrouw zit hij lange tijd in gedachten en zij hem vraagt waar hij aan denkt. Na enig aandringen zegt hij: "Aan een kruier op station Breukelen". Aan de lezer te bepalen wat hij met deze woorden wil zeggen.

Conclusie
                
Ondanks mijn gebrekkige kennis van de muziek van Diepenbrock en Vermeulen heb ik dit boek met plezier gelezen. De sfeertekening en het tijdsbeeld, alsmede de psychologische ontwikkeling van de hoofdpersonen en de relaties binnen en buiten de muziek waren aantrekkelijk genoeg. Een verfilming van dit boek lijkt mij ideaal: de toevoeging van de muziek waar het om gaat, zou het helemaal compleet maken. Wie weet.....

Erik Menkveld - Het grote zwijgen. Amsterdam, Van Oorschot, 2011. Paperback, 2e dr., 388 pg., met lit. opg., isbn: 9789028241589.

Aan te raden en zeer informatief is ook het interview met Erik Menkveld over het schrijven en de achtergronden van dit boek: http://www.lezentv.nl/articles/538 
                
©JannieTr, 27 december 2011.

zaterdag 17 december 2011

Nominaties Academica Literatuur Prijs 2012 bekend

Overgenomen van de site van de Academica Literatuur Prijs

"De genomineerden van de Academica Literatuurprijs 2012 zijn bekend. De nominatiejury heeft uit ruim 80 ingezonden Nederlandse en Vlaamse fictiedebuten drie kanshebbers geselecteerd. De prijs bestaat uit een award en 10.000 euro. De Academica Literatuurprijs wordt dit jaar voor de zeventiende keer uitgereikt.  In 2011 was Peter Buwalda de winnaar met zijn boek Bonita Avenue.

Alle door de uitgeverijen ingezonden boeken in de categorie oorspronkelijk Nederlandstalig fictiedebuut, zijn uitgegeven tussen 1 oktober 2010 en 30 september 2011. De jury heeft na een voorselectie - een longlist van 10 titels - de onderstaande drie debuten geselecteerd. Het aantal nominaties is dit jaar van vijf naar drie teruggebracht om zo nog meer lezers te interesseren en een eindoordeel te laten geven.

De nominaties voor 2012
Voor de editie 2012 zijn genomineerd:
Erik Nieuwenhuis
     Een gat in de lucht
    Nieuw Amsterdam Uitgevers
Daphne Huisden
     Alles is altijd fictie 
    Uitgeverij Prometheus
Erik Menkveld 
     Het grote zwijgen
    Uitgeverij Van Oorschot

Publieksprijs
Vanaf heden tot en met augustus 2012 kunnen lezers hun gemotiveerde stem uitbrengen op wat volgens hen het beste debuut van Nederland en Vlaanderen is. De winnaar wordt in september 2012 bekend gemaakt. Deze werkwijze, waarin een vakjury de voorselectie doet en louter de lezers de winnaar bepalen, is uniek voor een literaire prijs."

Mijn commentaar hierop:

Al jaren lees ik de debuten van (in elk geval) de shortlist allemaal en stuur de beoordeling, vergezeld van een motivatie in. Ik behoor tot de zgn. kernjury. De stemmen van deze juryleden tellen zwaarder, omdat zij zich verplichten alle genomineerde debuten te lezen.
Dat leek een goede gang van zaken, totdat het afgelopen jaar is gebleken, dat een bestseller op deze manier de andere debuten buiten spel zet. Een veel gelezen boek is niet persé het beste. Maar doordat deze bestseller door velen gelezen wordt, krijgt die heel veel stemmen van lezers die geen van de andere debuten gelezen hebben. Daar kan geen kernjury tegenop. Nogal onrechtvaardig tegenover de andere genomineerden. Ik heb dan ook het gevoel, dat de energie die ik in het lezen, beoordelen en motiveren van mijn stem gestoken heb zonde van mijn tijd is geweest.

 Daar komt nog bij, dat er nu plotseling sprake is van een shortlist van slechts 3 boeken. De vakjury zou die gekozen hebben uit een longlist van 10 boeken.
Maar nergens is die longlist te vinden. Bovendien werd er vroeger over elk boek en de auteur ervan een stukje geschreven achter de link in de inzendlijst van alle debuten. Dat alles is ineens verleden tijd. Weinig aandacht op deze manier voor de andere debutanten! Zelfs niet voor de 10 van de longlist.

Wat overblijft zijn 3 namen en titels. Daarmee is de claim van een bijzondere prijs, omdat de publieksjury een stem heeft, ook al ingeperkt. 87 boeken zijn er ingezonden en niet over 5, maar slechts over 3 mag een oordeel uitgesproken worden. Erg pover. Het is onzin dat meer lezers geïnteresseerd zouden zijn als het om minder boeken gaat: er maar 1 lezen was en is nog steeds toegestaan.

Je zou verwachten dat met deze vroege bekendmaking van de shortlist en het beperkte aantal van slechts 3 boeken de organisatie meteen voor een andere vorm van jurering zou kiezen: alleen de stem van wie alle 3 de boeken leest en daar een gemotiveerd oordeel over instuurt, telt mee. Zodat de onrechtvaardige en respectloze toestand van vorig jaar voorkomen kan worden.

Maar nee hoor: weer mag iedereen zijn stem uit brengen, ook als er maar 1 boek gelezen is.

Voor mij is de maat vol. Ik stop ermee. Misschien lees ik de genomineerde debuten wel, maar aan de jurering doe ik niet meer mee. Ik voel mij totaal niet meer serieus genomen.

En voor de overige 84 ingezonden debuten van deze periode ga ik naar de onvolprezen site van de Leestafel: daar kun je ze allemaal vinden, voorzien van een uitstekende recensie. Maar ja die willen dan ook ALLE  debutanten een eerlijke kans bieden op meer bekendheid.

Zie: http://leestafel.info/debuten/lijst-gelezen-debuten


JannieTr, 17 dec. 2011.

woensdag 30 november 2011

Discussievragen bij Annete de Vries - Scheurbuik

  1. Als Lucia gek wordt van de verwijten van de kleine Lucia met strikken in haar haar, geeft Miquel raad. Welke?

  1. Wat is er gebeurd met het Hindoestaanse echtpaar Ernst en Shanti/Satish en waarom?

  1. Wat doet Helen enige tijd daarna , wie ziet dat en houdt jarenlang de mond en waar sust Ferdinand zich mee?

  1. Waarom kregen slavenkinderen de omgekeerde naam van hun vader?

  1. Hoe denkt Miquel de gespletenheid waar Lucia aan lijdt op te lossen?

  1. Wat zegt Miquel over een “huis” inrichten?

  1. Waarom is het voor Lucia anders om terug te keren naar Suriname dan voor Miquel?

  1. Aan wie heeft Annette de Vries haar boek opgedragen?

  1. Wat sluit daar perfect bij aan?

  1. Wie verstrekt de meeste informatie en waarom?

  1. Volgens Nora van Laar (Biblion) maakt de schrijfster regelmatig gebruik van clichés, waarvan vele bekend zijn uit de damesroman. Ben je het hiermee eens of juist niet en heb je voorbeelden?

  1. Een enkele keer beeldspraak: de woorden werden als klei in haar mond. Heb je meer beeldspraak gevonden in het boek?

  1. Negatieve reacties op het boek voeren de boventoon. (Nora van Laar). Heb je dat ook zo gevonden in de recensies?

  1. Is dit een autobiografische roman?

(Met dank aan © Terry M., nov. 2011).

dinsdag 29 november 2011

Annette de Vries - Scheurbuik

 November 2011 - waardering: 7,0.

Inleiding
 
Het seizoen 2011-2012 van de Leeskring Philippine staat in het teken van Surinaams-Nederlandse literatuur. Na het reisverslag van Karin Anema, om een beetje achtergrondkennis te verzamelen, was het de beurt aan een roman: Scheurbuik (2002) van Annette de Vries (1954).
A. de V. heeft een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Op 2-jarige leeftijd verhuisde zij van Nederland naar Suriname, op haar 15de keerde ze terug. Na de toneelschool werd zij een poosje toneeldocent en schreef boeken voor de opleiding en het amateurtoneel. Sinds 1995 werkt ze in de kunstensector als adviseur culturele diversiteit en sinds enkele jaren begeleidt ze ook aankomende schrijvers. Scheurbuik was haar debuut (ze nam 2 jaar vrij om het te kunnen schrijven). Daarna volgde in 2010 Drijfhout en inmiddels is zij bezig met Het vogelnest.

Inhoud

Scheurbuik vertelt het verhaal van een vrouw die wordt geconfronteerd met zowel haar eigen geschiedenis als die van Suriname en Nederland.
De drieëndertigjarige Lucia Mac Nack keert naar Suriname terug om haar ernstig zieke vriend Miquel Del Prado bij te staan. Zij wordt opgenomen door zijn familie, naast wie zij tot haar vertrek (als 10-jarige) naar Nederland woonde. Terwijl haar komst het leven van de familie Del Prado in een stroomversnelling brengt, raakt Lucia bevriend met de eenzame, excentrieke Carmen en voelt zij zich aangetrokken tot de rokkenjager Pedro.
Pendelend tussen Miquel, die op de afgelegen boerderij bij zijn bejaarde oom Ferdinand inwoont en Carmen, die een statig koloniaal huis aan de Suriname-rivier bewoont, ontdekt Lucia dat haar verleden zowel afstand als geborgenheid heeft teweeggebracht.
Tijdens de hete dagen en de mystieke nachten in Suriname ontrolt zich een even ontroerende als meeslepende geschiedenis over liefde, onthechting en familiebanden. (Flaptekst).

Leeservaring

Scheurbuik, op het eerste gezicht een vreemde titel, blijkt te slaan op de bere (=buik), zoals in Suriname de familie, incl. 7 generaties van voorouders, genoemd wordt. Dat bij die voorouders ook Nederlanders horen, wordt vaak vergeten. Alle voorouders verdienen respect, ze beschermen het nageslacht. Door het ontkennen van de zeer verweven geschiedenis van Surinamers en Nederlanders ontstaat er een scheur in de buik. Om die te helen moeten zowel Nederlanders als Surinamers deze gezamenlijke geschiedenis kennen en accepteren. Het boek is opgedragen aan haar bere (familie), het motto is een Surinaams liedje over de lange rij voorouders.

De structuur van het boek is eenvoudig. Het verhaal wordt chronologisch verteld door een personale verteller, af en toe zorgt een flashback voor de nodige achtergrondinformatie. In de eerste 5 hoofdstukken worden de hoofdrolspelers twee aan twee geïntroduceerd. Door het personale perspectief steeds bij een ander personage te leggen, leren de lezers alle hoofdrolspelers uit de roman en hun situatie goed kennen. Binnen de leesgroep werd het begin van de roman daardoor echter wat traag gevonden (wanneer begint het nou?), maar aan de andere kant is het zo gemakkelijker om daarna direct meegetrokken te worden in het vervolg van het verhaal.
Het slavernijverleden en de recente geschiedenis van Suriname krijgen tussendoor aandacht, in de verhalen van de hoofdpersonen of via gevonden dagboeken en stambomen. Soms wringt dat wat met de natuurlijke verteltrant en komt het wat schools over.
Het boek begint met een brief van Miquel waarin hij Lucia smeekt hem bij te staan tijdens zijn laatste maanden in Suriname en eindigt ook met een brief, waarin Carmen beschrijft aan de naar Nederland teruggekeerde Lucia over de afloop.  Heel toepasselijk eindigt die brief met de mededeling dat het goed gaat met haar zwangerschap: Mijn buik is rond, zo glad als een steen in een stroomversnelling en zit boordevol leven. Dat maakt het verhaal ook mooi rond.

Hoofdthema van het boek is de verscheurdheid van mensen die in hun leven te maken krijgen met een verandering van cultuur door verhuizing naar een ander land. De manier waarop dat thema is uitgewerkt, geeft het een veel ruimere geldigheid dan alleen in de Surinaams-Nederlandse context.
Zoals Jos Borré in een recensie in De Morgen opmerkt:
In de peiling naar het levensgevoel van mensen zoals Lucia gaat A. de V. veel dieper dan de clichés over allochtonen die gangbaar zijn in het politieke en maatschappelijke discours van vandaag.(...) Scheurbuik is een roman die de lezer niet confronteert met een ander leven, maar hem heel geleidelijk introduceert in dat leven, hem hoogte doet krijgen van het levensgevoel dat de mensen er huldigen en dat hem na zijn onderdompeling met meer respect achterlaat dan een politieke of humanitaire eis had kunnen afdwingen. (De Morgen, 27-03-2002 - De diepe onderstormen van het bestaan).
Andere thema's zijn o.a.: liefde, dood, familiebanden, religieuze opvattingen (christendom/winti), discriminatie.

De toneelachtergrond van A. de V. komt enigszins naar voren in de stijl. De karakters worden getekend via hun uiterlijk en gedragingen, meer dan door hun gedachten en gevoelens, al zijn die beschrijvingen soms typerend genoeg om een aardig idee te krijgen. Toch hadden ze nog wel iets uitgediept mogen worden. Ze maken allemaal een duidelijke persoonlijk ontwikkeling door, volgens sommige recensenten een te plotselinge. Daar was de leesgroep het niet mee eens: de verschillende hoofdpersonen kijken aan het eind van het boek allemaal anders tegen het leven aan (of zijn in vrede gestorven) en hebben besloten het anders te gaan doen. Er is geen happy-end, er is alleen een nieuwe, voorgenomen start: het is aan de lezers om zelf in te vullen wat het vervolg zal zijn.

De opmerking in het uittreksel van Biblion: eenvoudig taalgebruik dat niet overloopt van beeldspraak, werd door de leden van de leesgroep gelogenstraft met een reeks van citaten van treffende beeldspraak. Enkele voorbeelden:
- Carmen had iets weg van een kleurige vis die met glazige ogen in een schemerig aquarium hing, waar niets anders gebeurde dan het monotoon omhoog borrelen van luchtbelletjes.
- Leven is wakker worden in een snelstromende rivier, meegesleurd worden over watervallen en stroomversnellingen en uiteindelijk in diezelfde rivier verdrinken.
- Dan zouden de dames en één heer die deel uitmaakten van de krans als papegaaien uit een mand door de deuren van de kerk naar buiten komen fladderen en zich kwetterend op de tafel met broodjes naast haar storten.
- In de voorzaal van tante Helen leek de tijd te verstrijken als stroop die langs een flessenhals druipt.
Bijzondere waardering was er voor de beeldende manier waarop ze beschreef hoe het moet voelen om een hartaanval te krijgen.

Het boek werd bediscussieerd aan de hand van door één van de leden gemaakte vragen (zie onder Leeskring Philippine, Suriname). Zij had ook voor een overzicht van positieve en negatieve recensies gezorgd. Men was verbaasd over de negatieve toon die uit het uittreksel van Biblion sprak: daar werden bovendien uit recensies vooral de negatieve opmerkingen gehaald, zelfs als de strekking van de recensie positief was.
Het boek werd door de leeskringleden gewaardeerd met cijfers tussen de 7- en 8. Zij waren het eens met de conclusie van Eltje Borst (Het Financieel Dagblad, 11 mei 2002): Een knap geconstrueerd verhaal, aangrijpend, met veel lagen en mooie details.

Annette de Vries - Scheurbuik. Amsterdam, Atlas, 2002. Paperback, 2e dr., 319 pg., isbn 9045011611.

©JannieTr, 29 november 2011.



woensdag 16 november 2011

Gerbrand Bakker - Winterboek

November 2011 - waardering: later

Sinds een week heb ik het Winterboek van Gerbrand Bakker in huis. Te kort om er al een weloverwogen oordeel over te geven. En dat zal ook nog wel even duren, want het is mijn bedoeling er een hele winter mee te doen. Af en toe een kort verhaal of gedicht lezen, afwisselend van Bakker zelf of van een auteur die hij uitgenodigd heeft iets voor het Winterboek te schrijven.

Het is interessant om te zien wie hij gevraagd heeft en waarom: aan het einde van elke stukje legt hij dat zelf uit. Van twee gasten heb ik het korte verhaal al gelezen: Jan van Mersbergen en Andrea Kluitmann. Als de rest van de gasten voor net zulke verhalen gezorgd heeft, heeft hij een goede keuze gemaakt.

Na de winter komt er hier nog wel een echte recensie, maar omdat Sinterklaas en Santa Claus vast nog op zoek zijn naar passende geschenken moest dit boek nu even onder de aandacht gebracht worden. Vandaar deze voorlopige beoordeling.

Nadere informatie

Er hoort een heuse internetsite bij: www.winterboek.com. Daar kun je o.a. blogs vinden van en informatie over de auteurs die meegeschreven hebben.

Citaat:
Het Winterboek, samengesteld door Gerbrand Bakker, is een vrolijke, moderne variant van een aloude klassieker met mooie, literaire verhalen over de winter, over sneeuw en ijs en over een kerstviering in zomers warm Australië.
Het merendeel van de teksten in dit boek is van de hand van Gerbrand Bakker zelf, voor sommige bijdragen zijn andere auteurs uitgenodigd.

Wat kan je in het Winterboek verwachten?

Onder andere korte verhalen, columns en gedichten van Gerbrand Bakker, Marc van den Broek, Gerard van Emmerik, Jan Glas, Maarten 't Hart, Marleen Janssen, Andrea Kluitmann, Ted van Lieshout, Erik Lindner, Jan van Mersbergen, Tim Parks, Marja Pruis, Franca Treur, Dolf Verroen en Maartje Wortel.
Maar ook winteretymologieën en een etymologiequiz, tips voor het schaatsen op natuurijs en instructies voor het onderhoud van uw tuin in de winter van Gerbrand. En verder staan in het Winterboek recepten van Gerbrand's moeder en tips van zijn vader voor het maken van een vogelhuisje en een voederplank.

ISBN: 978 90 5936 338 0 Bindwijze: Paperback Verschijnt: 1 november 2011 Omvang: 272 p. Prijs: €17.50

©Jannie Tr, november 2011.

dinsdag 8 november 2011

Karin Anema - De groeten aan de koningin

Oktober 2011 - waardering: 7,5.

Inleiding

Tijdens de eerste bijeenkomst van het nieuwe seizoen, begin september, kregen de leesclubleden De groeten aan de koningin van Karin Anema mee. Samen met de inleiding van die avond over Suriname en een mapje met de nodige informatie over Suriname en haar bewoners moest dat boek de basis gaan vormen voor de Surinaamse literatuur die het komende seizoen op het programma staat. Daarmee werd meteen ook een nieuw genre geïntroduceerd: literaire non-fictie in de vorm van een reisverhaal. De bijbehorende discussievragen (volg link) gingen ook mee naar huis, zodat er thuis vast over nagedacht kon worden.

Inhoud

Switi Sranan, een land zo anders dan Nederland en toch vertrouwd; zo ver weg en toch dichtbij. Karin Anema baant zich in haar eentje een weg door Suriname en raakt in de ban van de rijkdom aan culturen en van het betoverende binnenland. Van Paramaribo tot in het hart van de Amazone heeft ze verrassende ontmoetingen. Haar voorliefde voor met de grond en de natuur vergroeide inheemsen brengt haar naar het ongerepte oerwoud van de indianen.
Met hen gaat ze op expeditie en vaart ze door talrijke gevaarlijke stroomversnellingen. Tijdens een van haar tochten ontmoet ze de marrons, de nakomelingen van gevluchte slaven, en ervaart ze de mystieke kracht van een traditionele medicijnman. In De groeten aan de koningin beschrijft Karin Anema een avontuurlijke reis door een fascinerend land dat nog een voelbare band met Nederland heeft. Al ben je in een heel ander land, Nederland kruist voortdurend je pad. Daarmee is het boek tegelijkertijd een confrontatie met onze eigen geschiedenis. (Flaptekst boek).

Leeservaring

Karin Anema (Leeuwarden - 1955) studeerde landschapsarchitectuur aan de universiteit van Wageningen. Na haar studie realiseerde ze zich dat ze meer geïnteresseerd was in hoe inheemsen gebruik maakten van het landschap, wat hun relatie ermee was, vooral die culturen die nog een nauwe band hebben met de natuur. Ze werd journalist en begon literaire non-fictie te schrijven.

Voor haar boek over Suriname heeft ze het land 7 maal bezocht, vertelde ze in een interview (Brands met Boeken, VPRO - 1 juni 2008). Dat was iets wat de leesgroep ook opviel: er zat niet echt een duidelijke doorlopende lijn in het verhaal. Na een samenvatting over de bewoners van de kuststreek en Paramaribo gaat ze de binnenlanden in. De uiteenlopende groepen die daar leven: marrons en inheemsen (verschillende indianengroepen), heeft ze allemaal apart bezocht of een tijd met ze opgetrokken. De afzonderlijke verhalen zijn daarna opgetekend in dit boek.

Over de vorm van het boek waren we het snel eens: literaire non-fictie in de vorm van een  reisverhaal. Beeldspraak werd met mate toegepast, sfeertekening was over het algemeen goed, de dialogen hier en daar wat houterig. Dat laatste zal mede het gevolg zijn van het feit dat ze zich veelal moest behelpen met tolken. Het verhaal leek chronologisch opgebouwd (zie ook de opmerking over de verhaallijn) met hier en daar wat wetenswaardigheden over de geschiedenis van Suriname en haar inwoners er niet nadrukkelijk doorheen geweven. De karaktertekening van enkele markante persoonlijkheden die ze ontmoette, voldeed. De titel kan op twee manieren verklaard worden, zoals ze tegen Brands zei: sommigen zagen de koningin nog als een soort van moeder, terwijl anderen Karin Anema zagen als een representant van iemand waar ze lak aan hadden: de groeten zijn dan sarcastisch bedoeld.

Over de inhoud hebben we aan de hand van de vragen en enkele recensies langer gesproken. De genezing van haar zoon, haar heftige botsing met een dorpshoofd, de rol van de blanken in het binnenland, haar pogingen kritisch te zijn naar beide kanten en niet moralistisch, de onderlinge discriminatie, de bedreigingen voor het oerwoud en het verloren gaan van de kennis van de inheemsen: er was genoeg om over van gedachten te wisselen.
Het lezen van het boek was de meesten zo goed bevallen dat ze niet uitsloten in de toekomst nog eens iets van haar te lezen: Mexicaanse sneeuw (2000), De weg naar Villarbon, een verlaten dorp in Spanje (2004), De Noorse liefde van W.F. Hermans (2005), De laatste grens - op rendier trek met de Sami (2009) of Anders dan Afrika (over Ethiopië - 2011).

De groeten aan de koningin is een aardige inleiding en illustratie gebleken voor de Surinaamse romans die we dit jaar nog zullen lezen en biedt voldoende aanknopingspunten voor discussie binnen een leesgroep.

Karin Anema - De groeten aan de koningin. Amsterdam, Atlas, 2006. Paperback, 1e dr., 286 pg., met kl. foto's en krt., verkl. woordenlijst.

©Jannie Tr, 8 november 2011.

zondag 23 oktober 2011

Hella Haasse - Transit

Oktober 2011 - waardering: 7-

Inleiding

Op haar 75ste schreef Hella Haasse voor de derde maal een Boekenweekgeschenk. Na Oeroeg  (novelle - 1948) en Dat weet ik zelf niet (essay - 1959) verscheen in 1994 Transit (opnieuw een novelle). Ik verzamel Boekenweekgeschenken, maar dat wil niet zeggen dat ik ze ook allemaal gelezen heb. Af en toe pak ik er eens een uit de kast, als ik een lange treinreis voor de boeg heb. Ze hebben precies het goede formaat: ze passen gemakkelijk in een tas en je kunt ze op èèn reis uitlezen. Zo kort na haar overlijden was het logisch dat ik deze van Hella Haase uit de kast pakte.

Inhoud

'Transit' is het verhaal over een meisje dat na een zwerftocht van enkele jaren door Europa terugkeert in Amsterdam. Gedurende haar korte verblijf - zij is op doorreis, in transit - wordt zij geconfronteerd met het trieste lot van twee van haar vrienden Daan en Alma: mede-titaantjes van de jaren negentig, met wie zij uit non-conformistische en idealistische overwegingen besloot de school de rug toe te keren, vlak voor het eindexamen, en te kiezen voor de vrijheid. De verhaallijn van de lotgevallen van het meisje Iks (Xenia) gedurende enkele dagen in Amsterdam en de zoektocht naar haar vrienden in een verloederde maatschappij wordt gespiegeld met die van de oude kluizenaar, de erudiete, ooit evenzeer non-conformistische Cluysmans. Zo worden idealisme, vrijheidsdrang en verantwoordelijkheid in verschillende tijdperken tegenover elkaar geplaatst. (Biblion recensie, Jos Radstake).

Leeservaring

Het was Hella Haasse zelf die achteraf opmerkte, dat alle drie haar Boekenweekgeschenken over jonge mensen, vriendschappen, vreemdeling zijn en overgangssituaties gingen.

In Transit speelt naast de jeugd (Xenia van 20) ook de ouderdom (Cluysman, bejaard) een rol. Er is sprake van een zekere spiegeling: Cluysman denkt door de komst van het jonge meisje in zijn huis terug aan de periode dat hij veel jonger was en zijn keuzes maakte. Vraagt zich af of hij er goed aan deed zich terug te trekken. Van haar kant staat Xenia voorzichtig open voor wat de consequenties zijn van de keuzes die zij maakte, of haar afwijzingen niet te rigoureus waren. Beiden zijn zogezegd in "transit" - onderweg naar een nieuwe levensfase met een andere kijk op het leven dat achter hen ligt. Beiden voelen zich verantwoordelijk voor hun keuzes en ook schuldig. Ze maken een ontwikkeling door via het contact met de andere generatie.

De namen zijn symbolisch: Xenia=vreemdeling (Xenos=gastvriend), Cluysman staat voor kluizenaar. Het verhaal wordt chronologisch beschreven, met flashbacks van zowel Xenia als Cluysman. Het perspectief wisselt van Iks (Xenia) naar Cluysman. Xenia vertelt vanuit een personaal zij-perspectief, Cluysman vanuit een ik-perpectief.

De novelle beschrijft een periode van 8 dagen. 2 Verhaallijnen zijn erin verweven. Ten eerste: de terugkomst naar Amsterdam van Xenia, haar zoektocht naar haar vrienden Daan en Alma, haar verblijf bij Cluysman. En daarnaast: de herinneringen en aantekeningen van de bejaarde Cluysman, die cursief gedrukt de overige tekst onderbreken. De eerste verhaallijn is spannend en eindigt uitermate open: alle mogelijkheden om er verder over te fantaseren blijven open. Zo is het leven ook: het kan, zeker als je jong bent, nog alle kanten op gaan: Xenia is in "transit". De andere lijn is beschouwender en filosofischer. De herinneringen beginnen ook spannend: hebben de 2 jonge non-confirmistische vrienden van Cluysman in het Parijs van 1968 een moord gepleegd? Had hij ze aan moeten geven? Hoe moet hij deze vertegenwoordigster van weer een nieuwe generatie zien? Daarna wordt het voorlezen van de "wetenschappelijke aantekeningen" van Cluysman die Xenia op orde probeert te brengen een te zware opgave voor wat een Boekenweekgeschenk voor bijna 600.000 mensen moest zijn. Om in deze stukken het betoog en het verhaal achter de eerste verhaallijn te duiden is niet eenvoudig. Ze zijn aardig in het verhaal vervlochten, maar halen er wel de vaart uit. Voor een novelle is dat toch wat teveel van het goede.

Blijft over: een spannend verhaal, in een prettige stijl, over wat generaties bindt en scheidt. En waarin een dame op leeftijd (Haase was toen 75) overtuigend zowel een jong meisje als een grijsaard neerzet.

Hella Haasse - Transit. Den Haag, CPNB, 1994. Pocket, 92 pg. Boekenweekgeschenk 1994.

©JannieTr, oktober 2011.