dinsdag 28 februari 2012

Albert Helman - De stille plantage

Februari 2012 - waardering: 6,5.

Inleiding

Het seizoen 2011-2012 van de Leeskring Philippine staat in het teken van Surinaams-Nederlandse literatuur. We begonnen met De groeten aan de koningin (2006), het reisverslag van Karin Anema, om een beetje achtergrondkennis te verzamelen. Daarna de romans: Scheurbuik (2002) van Annette de Vries en  Solo, een liefde (2009) van Tessa Leuwsha. Als vierde boek koos ik voor een klassieker: De stille plantage (1931) van Albert Helman. Nog steeds prijkt het boek hier en daar op literatuurlijsten van middelbare scholen. Hoog tijd om eens te kijken of het nog wel leesbaar is na 80 jaar. En een vergelijking te maken met de leesbaarheid van andere klassiekers.

Samenvatting

De stille plantage is een roman over kolonisatie. Een familie Hugenoten (met het Edict van Nantes (1598) kregen de Hugenoten (protestanten) in Frankrijk de vrijheid om hun godsdienst te belijden, maar in 1685 werd het Edict herroepen en moesten de Hugenoten vluchten) wijkt naar Holland uit, en vertrekt van daar naar Suriname. Raoul de Morhang, zijn vrouw Josephine en haar twee zusters, Agnes en Cecile willen een plantage stichten waar rechtvaardigheid en liefde de leidende beginselen zijn. Diep in het bos zetten zij de suiker- en tabaksplantage Bel Exil op. Maar de onderneming mislukt. De wrede en zuipende plantage-opzichter Willem Das is het niet eens met de mens-vriendelijke slavenbehandeling die De Morhang voorstaat. Willem Das schopt een slavin dood die van hem zwanger is, de nobele neger Isidore slaat hem neer. Naburige planters doden daarop de neger. Een van de zusters, Agnes, verliefd op Isidore, is ontroostbaar en wordt tot een schim van de nuchtere, taaie werkster die zij ooit was. Cecile kwijnt weg in de tropen en overlijdt na een ziekte. De ‘goede planter’ Raoul beseft dat zijn onderneming faalt. Als zijn vrouw eindelijk zwanger blijkt, vertrekt hij met haar en Agnes naar Engeland. Als hun zoon 20 jaar later terugkeert, wijst niets meer op het bestaan van de plantage.

Leeservaring

Iedereen was het erover eens dat het lezen van dit ruim 80 jaar oude boek niet meeviel. Ook al was het in de hedendaagse spelling gedrukt. De stijl wijkt toch wel erg af van wat tegenwoordig gebruikelijk is. Lange zinnen, veel overpeinzingen, afwijkende woordvolgorde, vooral schrijftaal: eerder poëtisch dan prozaïsch, historische woorden, een auctoriale verteller, die het lezerspubliek bij het verhaal betrekt via "wij" en "onze".
Toch had men over het algemeen wel waardering voor het boek. Vrijwel niemand had het tweemaal gelezen, maar men was het er wel over eens dat er prachtige zinnen en stukjes in staan, die het verdienen nog eens, los van het verhaal, aandachtig gelezen te worden.
Maar wie het boek naast bv. Villa des Roses (1913) van Elsschot legt, ontdekt dat dit nog oudere boek minder gedateerd (qua stijl) aandoet. Helman zelf stelt in een nawoord bij een latere druk (1980) dat hij eigenlijk nog te jong was voor het schrijven van dit verhaal. Met het schrijven van Een laaiende stilte heeft hij geprobeerd de tekortkomingen van De stille plantage goed te maken.

De bespreekster van het boek heeft dan ook deze twee boeken samen behandeld op deze avond en dat was een goede keuze. In het tweede boek uit 1952 heeft A.H. van Agnes de hoofdpersoon gemaakt: we lezen in haar dagboek nogmaals alle gebeurtenissen, maar nu zoals zij die beleefd heeft. Het is een veel persoonlijker relaas geworden waarin de karakters beter uitgewerkt worden dan in De stille plantage. Helman zelf zegt daarover: "De stille plantage is meer lyrisch dan realistisch. De laaiende stilte is misschien lyrisch geschreven, maar het psychologische portret van Agnes is verdiept tot in wezen dramatische stof."
Voor wie in de gelegenheid is, is het ook nog lezen van De laaiende stilte aan te raden.

Aan de hand van een aantal vragen werd over de inhoud en de vorm van het boek gediscussieerd (zie bij discussietips). Daarbij kwamen de volgende aspecten ter sprake:

Opdracht: Aan jou, om wie ik het eerste woord schreef en het laatste. In een nawoord stelt Helman: dit is bedoeld voor de lezers aller tijden.

Titel: De stille plantage. Zo noemen de hoofdpersonen de plek waar ze wonen. Behalve de bij het oerwoud horende geluiden is het er stil. Andere plantages zijn ver weg, ze worden gemeden omdat ze alles anders, humaner willen doen. Later schrijft Helman nog een roman over het zelfde verhaal: De laaiende stilte. Hier wijst stilte ook naar wat onderhuids blijft, wat niet uitgesproken wordt. In de stille plantage was dat niet anders. Na het vertrek van de familie neemt de natuur de plantage over en heerst er weer de stilte van de natuur.

Personages: de karaktertekeningen zijn mager en nogal stereotype.

Plaats en tijd: Vnl. Suriname van ongeveer 1685 tot 1690. Verder Frankrijk, Nederland en Engeland. De totale tijdspanne is 25 jaar: na 20 jaar keert een zoon terug en vindt niets meer van de plantage.

Structuur en perspectief: het verhaal wordt chronologisch verteld met minimale flashbacks (weemoedige herinneringen). Er is sprake van een alwetende, auctoriale verteller die het verhaal geregeld onderbreekt voor extra informatie en uitgebreide filosofische overdenkingen. Verder wordt het vnl. via het perspectief van Raoul verteld, daarnaast Josephine, sporadisch Cecile, Agnes en Willem Das. De slaven, waaronder Isidore, krijgen geen eigen perspectief.

Stijl: nogal lyrisch en barok. Niet alleen de woordkeus, maar ook de overpeinzingen en natuurbeschrijvingen zijn erg uitgebreid. Komt erg ouderwets en gekunsteld over.

Naast de genoemde boeken heeft Helman nog veel meer teksten op zijn naam staan (zie daarvoor Wikipedia). In Suriname schijnt hij nog wel gelezen te worden. In Nederland echter hoofdzakelijk dit boek en De laaiende stilte. De reden dat De stille plantage nog steeds als een klassieker wordt beschouwd is volgens de DBNL dat A.H. als een van de eersten naar het koloniale verleden keek vanuit de verhouding blank en zwart en daar een historische roman over schreef. De Creoolse bevolking wilde alleen vooruit kijken en streven naar gelijke rechten voor blank en zwart. Omkijken naar deze vernederende periode paste daar niet bij. En dus ook geen historische roman. Het passieve van de slaven in de roman van Helman stond velen tegen.  Pas in de jaren 80 kwamen er historische romans, waarin de verzetshelden onder de zwarte bevolking een hoofdrol kregen. Eind jaren 80 schrijft ook Cynthia McLeod over de historische rol van de blanken, als vrijwillige kolonisators die kwamen en bleven en die dus net zo goed hun lot met dat van Suriname verbonden, als de uit Afrika gehaalde slaven. Zij horen gewoon bij de geschiedenis van het land, terwijl de Creoolse bevolking graag doet, alsof zij, na de Indianen, de werkelijke Surinamers zijn.
Een gewaagd standpunt. We zullen het er bij de bespreking van het volgende boek ( De negerin Elisabeth: gevangene van kleur - Cynthia McLeod) uitgebreid over hebben.

Albert Helman - De stille plantage. Schoorl, Conserve, 1997.

©JannieTr, 28 februari 2012.

maandag 27 februari 2012

Discussievragen bij Albert Helman - De stille plantage


  1. Wat vind je van de titel? Kun je die verklaren? Waaruit bestaat “de stilte”?


  1. Vind je De stille plantage een gedateerd boek? ( woordkeus, stijl?)


  1. Waarom zou dit boek een klassieker genoemd worden?


  1. Is er een parallel te trekken met de Max Havelaar van Multatuli? (voor degenen die dit misschien nog in hun geheugen hebben zitten)


  1. Het boek wordt getypeerd als een historische roman. Vind je dit juist? Kun je er nog meer “lagen” in ontdekken?


  1.  Welke personages leren we goed kennen en wie vind je “vaag” blijven?


  1. Wat vind je van het karakter van Raoul?


  1. Wanneer blijkt al dat Agnes aan haar geloof begint te twijfelen (waarvoor ze uiteindelijk Frankrijk heeft verlaten)?


  1. Zit er ook een climax in dit boek?


  1. Waaraan kun je merken dat Helman ook componist en dichter is?


  1. Zit er ook dramatiek in het boek?


  1. Vind je dat je Helman van racisme kunt beschuldigen?

(Met dank aan © Marry van der M., febr. 2012).

zondag 12 februari 2012

Jan van Mersbergen - Zo begint het


Februari 2012 - waardering: 7,5.

Inleiding

Via het Winterboek van Gerbrand Bakker maakte ik kennis met Jan van Mersbergen. Hij schreef er een kort verhaal in dat aansprak. Daarna hoorde ik hem op de radio tijdens de Donkere Dagen van de VPRO een verhaal voorlezen over de hond Ceasar. Ook al zo'n prachtig verhaal. Via zijn site ontdekte ik zijn weblog en was het mogelijk stukjes uit zijn boeken te lezen. Enkele pagina's waren genoeg om Zo begint het aan te schaffen en daar heb ik geen spijt van. Het was zijn vijfde roman, geschreven in 2009. Zijn debuut De grasbijter verscheen in 2001 en zal als jubileumuitgave van Cossee half februari opnieuw verschijnen. Voor zijn laatste boek: Aan de overkant van de nacht  heeft hij inmiddels de BNG-prijs ontvangen. Zo begint het was destijds ook voor deze prijs genomineerd. (Zie de auteurspagina op de site van Cossee voor meer info: .)

Samenvatting

In Friesland bijt een grote, zwarte hond een baby van 8 dagen dood. Nederland is geschokt. Het nieuws verspreidt zich via krant en TV. Verschillende mensen herkennen de hond. Evana, zelf net bevallen, die de hond als puppy verzorgde en opvoedde in het asiel. Chris, hulpeloos overgeleverd aan de Poolse verzorgster Edyta, die op haar beurt tracht te achterhalen wat er met deze hond gebeurd is toen Chris zijn baas was. Emma, de moeder van de dode baby die zich afvraagt  waar dit drama zijn aanvang nam. En Derek, werkzaam in het asiel toen de hond er als puppy kwam en die het asiel de rug toekeerde nog voor de hond goed opgevoed was.
Het boek is het verslag van de zoektocht van deze mensen naar hoe dit heeft kunnen gebeuren en toont welke invloed dit op hun aller leven heeft.

Leeservaring

Dit toch wel dikke boek (de druk is vrij klein en het heeft desondanks nog 266 pg.) heeft me van de eerste tot de laatste bladzijde in zijn greep gehouden. Stukje bij beetje krijgen we zicht op de levensgeschiedenis van de hond Sirius en de rol die de genoemde personen daarin speelden. Daarnaast spelen hun persoonlijke omstandigheden een rol en soms grijpen die twee zaken in elkaar. Het is zo'n boek waarvan je het jammer vindt dat het uit is en waar je, door de onderliggende thema's, nog lang over nadenkt.

De verteller van het verhaal is alwetend. Hij vertelt ons zaken over de hond die we anders niet zouden kunnen weten. Verder ligt het perspectief afwisselend bij de andere personages, m.n. bij Evana, Edyta en Emma. Wat er volgens Emma gebeurd is,  vertelt ze vanuit het perspectief van de hond, het zijn echter vermoedens. Alleen aan het einde van het boek is er even het perspectief van Sirius zelf.

Het is een verhaal over moederliefde, over de band tussen moeder en kind, over verantwoordelijk zijn voor wat van jou afhankelijk is. Het is bijzonder dat een mannelijke auteur zo goed in staat is gebleken deze gevoelens en karakters zo levensecht neer te zetten.

Evana is jong en onzeker. De vader van haar kind zit in de gevangenis. Haar eigen moeder is al jong uit beeld verdwenen. Haar schoonmoeder helpt haar waar ze kan met de kleine Max. Ook zij zit met vragen over hoe het met haar zoon zo ver gekomen is.
Edyta verzorgt de hulpeloze Chris vol toewijding, bijna als een kind. Ze wil eigenlijk terug naar huis, maar heeft het geld nodig en wil Chris niet in de steek laten. Ze mist haar dochtertje, dat groot gebracht wordt door Oma, verschrikkelijk. Als Chris naar het ziekenhuis gaat, besluit ze dat het maar eenmaal jong is en dat ze alles van haar mee wil maken en ze keert terug naar Polen.
Emma valt in een diep gat na de dood van haar zoontje. Haar man is niet goed in staat haar te helpen. Ze blijft zich afvragen waar haar schuld ligt. In het feit dat ze een hond wilde? Pas nadat ze met Derek gepraat heeft, die zichzelf ook verwijten maakt en die haar vertelt dat Emma dat ook doet, komt ze een beetje tot rust.
Ook van de mannelijke personages, die we zien door de ogen van de vrouwen, krijgt de lezer een aardig beeld. Zelfs van de woordeloze Chris, hoewel daar ook de alwetende verteller af en toe iets invult.

De structuur ziet geraffineerd in elkaar. Ten eerste wisselen de perspectieven van de 3 vrouwen elkaar af. Niet op een verwarrende manier, je ziet al snel wie er aan het woord is. Daarnaast speelt de chronologie een rol: er wordt 2 kanten opgewerkt. Het drama is gebeurd en de 3 vrouwen gaan op zoek naar de oorzaak ervan in het verleden. Stukje bij beetje, via de verschillende perspectieven komen we te weten hoe Sirius zich ontwikkeld heeft, zien we de vragen waar de personages mee worstelen. En pas helemaal aan het eind is er een soort van verklaring over de daad van Sirius. Die verklaring komt via het perspectief van Emma. Niet betrouwbaar dus en misschien wel een manier om er zelf vrede mee te hebben.

Heel bijzonder vond ik verder de talloze spiegeleffecten in de roman. Ik noem er een paar.
- De moeder van Sirius wordt na haar bevalling opgesloten in de badkamer, haar puppy's worden haar afgenomen. Emma raakt niet zolang na de bevalling haar zoontje kwijt.
- Sirius verbleef lang in een hok met tralies in het asiel, was blij als Evana kwam, net als Steven (haar vriend) die in de gevangenis zit.
- Evana en Emma, beiden net bevallen.
- Steven en BB (man van Emma) lijken beiden niet betrokken bij hun vriendin/vrouw, maar zijn dat in feite wel.
- Sirius en Max (zoontje van Evana) krijgen allebei de fles van haar.
- Evana maakt zich zorgen over de opvoeding: als ze Sirius niet goed opgevoed heeft, hoe weet ze dan wat voor een monster ze van Max zal maken. Hierbij speelt ook de moeder van Steven nog een rol: ook zij twijfelt over wat er fout is gegaan met haar zoon, of ze daar schuld aan heeft.
- Bindingsangst: de moeder van Evana was al snel uit haar leven verdwenen, zelf heeft ze moeite iets met Max op te bouwen, laat het graag aan haar schoonmoeder over. ook de puppy's zijn meten bij hun moeder weggehaald.
- Verontwaardiging: de landelijke opinie, eerst over het lot van de jonge hondjes (werden gevonden in een plastic zak in de vuilcontainer), nu over het lot van de baby. Eerst: die dierenbeul moet dood, nu: de hond moet dood.

Opvallend vond ik de reactie van de hoofdpersonages. Als er zoiets verschrikkelijks gebeurt, probeert doorgaans iedereen zijn straatje zo snel mogelijk schoon te vegen: het is de schuld van iemand anders. De publieke opinie is dan ook: de hond moet afgemaakt worden. Maar alle personages in dit verhaal reageren anders: de hond kan er niets aan doen. Wat heb IK (niet een ander) fout gedaan dat hij dit heeft gedaan. Het gevolg is dat je je als lezer met iedereen, ook met de hond als je zijn hele geschiedenis kent en de verklaring van Emma accepteert, kunt identificeren. En daarmee wordt het verhaal des te triester.

En dan kun je deze geschiedenis doortrekken naar mensenkinderen, zoals Evana ook deed: de omstandigheden waaronder kinderen opgroeien, incl. hun opvoeding bepalen de uitkomst. Soms zijn die anders dan je zou wensen of willen, soms doe je iets verkeerd, maar meer dan het goed menen en je best doen zit er niet in. En vooral proberen van ze te blijven houden, dat helpt ook!

Ik vind het onbegrijpelijk dat dit boek niet eerder ontdekt is door leesclubs. Zowel over de vorm, als over de inhoud valt een hoop te zeggen.

Jan van Mersbergen - Zo begint het. Amsterdam, Cossee, 2009. Paperback, 266 pg. isbn: 9789059362451.

© JannieTr, 12 februari 2012