dinsdag 23 januari 2007

Judith Koelemeijer - Het zwijgen van Maria Zachea

Oral history: de vertelde, overgeleverde geschiedenis. Zo wordt het verslag van de interviews die Judith Koelemeijer haar vader en zijn broers en zussen afnam, ook wel genoemd. Toch vond ik het boek in de bibliotheek bij de romans. Het is ook niet echt een geschiedenisboek en het leest als een roman. De gebruikte structuur verdient zonder meer bewondering. Een geslaagd debuut, dat beloond is met Het Gouden Ezelsoor en de NS Publieksprijs.

Eigenlijk kende Judith Koelemeijer haar Oma, Maria Zachea Koelemeijer, niet zo goed. Na een zwaar leven, waarin ze 13 kinderen kreeg, leek ze niet veel belangstelling meer te hebben voor haar 29 kleinkinderen: zij had haar taak volbracht. Kort nadat ze weduwe werd, kreeg ze een hersenbloeding en als ze daarna uit het ziekenhuis komt, wordt ze steeds zwijgzamer, om tenslotte helemaal niet meer te spreken. Overdag wordt ze verzorgd door verpleegsters en ’s avonds en ‘s nachts zorgen de 12 overgebleven kinderen om beurten voor haar, tot ze na 8 jaar overlijdt. De kinderen gingen al jaren hun eigen weg, maar nu brengt hun zieke moeder ze voorlopig weer samen.


Deze zwijgende, oude vrouw intrigeert Judith, net als de zwijgzaamheid binnen haar familie. Ze besluit te proberen de familiegeschiedenis te reconstrueren. Tijdens de vraaggesprekken met haar ooms en tantes ontdekt ze dat ze zich allemaal andere zaken herinneren, of aan dezelfde gebeurtenissen andere herinneringen hebben. Dat ze allemaal een andersoortige band met hun moeder (en vader) hadden en dat ze eigenlijk ook niet veel wisten van elkaar. Al deze interviews zijn door Judith Koelemeijer bewerkt tot één geheel: een goedlopend, bijna spannend verhaal.

De structuur en de stijl die ze daarvoor gekozen heeft, maakt dat het lijkt of je een roman leest. Het verhaal is ingedeeld in 12 hoofdstukken, die steeds de naam dragen van één van de kinderen en die verteld worden vanuit het perspectief van dit kind. Te beginnen bij de oudste en met als laatste de jongste. Elk kind vertelt over zijn of haar jeugd en dromen, de verhouding met ouders en broers en zussen, de start van zijn of haar volwassen leven. Daarnaast vertellen ze over hun aandeel in de verzorging van hun oude moeder, waarbij opvalt dat ook hun veronderstellingen over de reden van haar zwijgen nogal verschillen.

Judith Koelemeijer heeft er voor gekozen elk interview selectief uit te werken. En wel op zo’n manier, dat de chronologie van de familiegeschiedenis bewaard blijft. Net als die van het ziektebed en het lijden van haar grootmoeder. En van de maatschappelijke ontwikkelingen tussen de geboorte van de oudste (geb. in 1934) en het volwassen worden van de jongste (geb. in 1953). De verhaallijnen lopen parallel. In het levensverhaal van elk kind leren we een stukje kennen van de familiegeschiedenis en nemen we daarnaast kennis van de voortschrijdende behoeftigheid van de zieke, zwijgende moeder. En lezen we hoe de maatschappij langzaam verandert, in een kleine geschiedenis van de twintigste eeuw.

Het mysterie van het zwijgen blijft overeind. Elk kind geeft een eigen interpretatie van het zwijgen van de moeder: Moe is gewoon dement door de hersenbloeding, ze kan niet meer praten. Of: Moe is boos, dat we haar naar huis gehaald hebben, dat wilde ze helemaal niet. Of: Moe wil met rust gelaten worden en sterven. Of: Moe kan niet sterven, want ze weet, dat de familie dan uit elkaar valt. Toch moeten deze kinderen tot een gezamenlijk besluit komen, als het lijden van hun moeder tenslotte ondragelijk lijkt te worden.

Maar misschien verwijst de titel ook wel naar het leven van Maria Zachea vòòr de fatale hersenbloeding: een moedige, hard werkende, zorgende vrouw, die weinig sprak, nooit klaagde, altijd probeerde te bemiddelen, te sussen en zichzelf wegcijferde. Zodat we aan het eind van het boek nog steeds niet weten wie Maria Zachea eigenlijk was.

©Jannie Trouwborst, januari 2007

Paperback | 256 Pagina's | Uitgeverij Plataan | 2005
ISBN10: 9058072819 | ISBN13: 9789058072818
Waardering: 8,0