maandag 25 april 2016

Genieten van lezen met aandacht

We zijn alweer bij vraag 17 van de #50books van dit jaar, verzonnen door Hendrik-Jan ( KLIK HIER) en die vraag luidt: Doe jij weleens iets anders bij het lezen? Daar heb ik eigenlijk maar een heel kort en duidelijk antwoord op: nee! Maar enige toelichting is misschien wel op zijn plaats.

Ten eerste is multitasken niets voor mij, omdat ik ondervonden heb dat dat alleen maar stress en kwaliteitsverlies oplevert. Dus als ik eet, dan probeer ik van de maaltijd en het eventuele gezelschap te genieten. Als ik op de kleinkinderen pas, dan lees ik misschien wel voor, maar ga niet in een eigen boek zitten lezen. Ik vind het veel te leuk om ze bezig te zien en horen. Omdat ik niet meer dagelijks met de trein hoef te reizen naar mijn werk, kijk ik nu liever naar het voorbij trekkende landschap dan in mijn boek. Bovendien ben ik erg snel afgeleid en als ik dus niet in een stiltecoupé zit, dan storen de (mobiele) gesprekken van anderen mij. Datzelfde geldt voor wachtkamers, ik kijk en luister wel naar anderen om de tijd door te komen. Mensen gadeslaan is ook interessant!

De enige uitzondering vormen wandeltochten: dan lees ik met enige regelmaat in mijn wandelgids (de routebeschrijving of de achtergrondinformatie). Maar ook dan sta ik even stil of zoek een bankje op, want anders mis ik een stukje van de omgeving en wandelen doen we nu eenmaal om van de natuur te genieten. Dat geldt ook voor fotograferen: soms de gebruiksaanwijzing van mijn fototoestel, maar verder niets. Kijken, genieten en foto's maken.

Want daar draait het bij mij om: met aandacht genieten. Ook tijdens het lezen. En dus lees ik vooral thuis of, nu het weer wat warmer begint te worden, in de tuin. Vogelzang op de achtergrond is heerlijk, maar tv-geluiden of muziek niet. Zelfs de muziek niet waar ik op andere momenten wel van geniet: dat is weer voor een andere keer.

Het is dus deels een bewuste keuze (met aandacht genieten van één ding tegelijk) en deels een "handicap" (snel afgeleid door omgevingsfactoren) dat ik met overtuiging zeg: "Nee, ik doe nooit iets anders bij het lezen."

© JannieTr, april 2016

 De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.

zaterdag 23 april 2016

Ingmar Heytze - Ademhalen onder de maan

Het is al weer enige tijd geleden dat ik op dit blog een dichtbundel besprak. Toch lees ik regelmatig poëzie. En al lijkt een dichtbundel dun, toch vraagt lezing en bespreking vaak net zo veel tijd als een lijvige roman. Maar na een paar stevige boeken (de bespreking van Alleen met de goden van Alex Boogers komt binnenkort) was ik er echt wel weer eens aan toe om even stil te staan bij de zeggingskracht van poëzie. Omdat ik al zo vaak iets van hem voorbij zag komen wat me raakte is het een bundel van Ingmar Heytze geworden. Niet de laatste, maar eentje uit 2012: Ademhalen onder de maan.

Achterflap

"bij jou vergeet ik bijna/ dat we samen maar één leven krijgen"

In Ademhalen onder de maan leeft Ingmar Heytze levens van anderen - nieuwsgierig, verbaasd en soms weemoedig - want één leven is hem te weinig. Waar staat het huis waarin je had kunnen wonen? Hoe koester je een dochter die je nooit hebt vastgehouden? Wat zijn de gedachten van de allerlaatste mens op aarde? Ademhalen onder de maan is de tiende bundel van Ingmar Heytze (1970). In 2008 ontving hij de C.C.S. Croneprijs voor zijn oeuvre.


Leeservaring

In 39 gedichten "wordt adem gehaald onder de maan". Pasgeboren of stokoud, verliefd of eenzaam, op zoek naar de warmte diep in de aarde of onderweg in de dampkring, zoals Gagarin. We worstelen wat af tussen het begin en einde van ons leven: zolang we adem halen.

Een dichtbundel lees ik in eerste instantie eerst helemaal, zonder te proberen elke gedicht meteen te doorgronden. Enkele daarvan spreken me meestal gelijk aan en die lees ik daarna nog een paar keer. Daarna is het de beurt aan de rest. Bij nauwkeuriger lezing zijn er meer die waardevol voor me zijn, maar er zijn er ook waar ik meer moeite mee heb. Tijd om de bundel weg te leggen en het later nog eens te proberen. Heel goed mogelijk dat ik met sommige nooit een klik zal krijgen, maar dat is niet erg. Gedichten lezen is voor mij vooral een gevoelskwestie en als er voldoende overblijven die iets voor me betekenen, dan is het goed. 

En die waren er ruim voldoende in deze bundel. K.K. bijvoorbeeld. Een gedicht over een huis (de afkorting komt van kosten koper) met vooruitwijzingen naar wat er allemaal gaat gebeuren met het echtpaar als ze het eenmaal gekocht zullen hebben: het zal de kopers heel wat meer kosten dan alleen geld..... 
Of Je had een potlood in je haar. Het leven achterstevoren: van de ruzie aan het einde naar de allereerste kennismaking. "Ik fietste achteruit naar het café dat net weer open ging". Alsof je opnieuw zou kunnen beginnen?
Aangrijpend is Madelief. Over een kindje dat geboren werd, maar niet levensvatbaar was. "Je bent gaan slapen bij het eerste licht. Dat mocht. Het was tenslotte je verjaardag en je kreeg twee ouders die je nooit vergaten."
Zoals vaak met poëzie hangt het van je persoonlijke situatie af welke gedichten het meest tot je spreken. Voor mij was dat:

 "Schaduwen".

Wat moet er van ons overblijven - wat van onze dagen,
nachten, alle malen dat we samen ademhalen en de plannen

die we maken. Wie kijkt er later om naar de papieren
die we nauw gezet bewaren om bestaan, bezit en plaatsen

op de eerste rij mee te bewijzen. Bij jou vergeet ik bijna
dat we samen maar één leven krijgen, dat we evengoed

op weg zijn naar ons onbestaan, voorgoed verloren
in de donkere archiefkast van de aarde. Dit is het bericht

dat ik achterlaat in een huizenhoge kluis, brandvrij,
een boodschap die verder komt dan wij - deze datum,

onze namen op de kerfstok van de tijd. wie dit leest
moet weten dat wij samen en gelukkig waren.

Meer over Ingmar Heytze op zijn website. Daar vind je ook een goede bespreking van de bundel onder Recensies (KLIK HIER).


Biografie
Ingmar Heytze (Utrecht, 16 februari 1970) is een Nederlandse dichter en schrijver. Heytze begon op 15-jarige leeftijd met dichten. Hij studeerde Algemene Letteren (tegenwoordig Taal- en Cultuurstudies) in zijn geboortestad Utrecht, met als specialisatie Communicatiekunde. In 1997 debuteerde bij met De allesvrezer en trad hij ook op tijdens de Nacht van de Poëzie. In het culturele seizoen 1999-2000 was hij de eerste "huisfilosoof" van het Utrechtse Centraal Museum. Op 5 februari 2009 is Heytze unaniem door de Utrechtse gemeenteraad benoemd tot eerste officiële Utrechtse stadsdichter, hij werd op 15 maart 2009 geïnstalleerd. Als stadsdichter schreef hij diverse gedichten waaronder Groene Daken en Middellange solo voor Jazz-a-Palooza. Hij was stadsdichter tot 2011 en toen zijn termijn afliep is er geen nieuwe stadsdichter gekozen. Hij heeft inmiddels een behoorlijk aantal dichtbundels op zijn naam staan, maar ook enkele prozawerken. (bron: Wikipedia).

Ingmar Heytze - Ademhalen onder de maan. Amsterdam, Podium, 2012. 45 pg., isbn:978-90-5759-464-9.

© JannieTr, april 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 19/35


woensdag 20 april 2016

Bloggen over boeken: waarom eigenlijk?

De vraag van deze week van #50books (KLIK HIER)  is volgens Hendrik-Jan een eerbetoon aan lezer en blogger Ruud Ketelaar. Hij is deze week plotseling overleden. Ik kende hem (en zijn blogs) niet, maar uit het blog dat Hendrik-Jan over hem geschreven heeft, kan ik opmaken dat dat voor veel andere bloggers een groot gemis betekent.
De vraag (nr. 16) die hij vond passen bij dit verlies ligt eigenlijk erg voor de hand, maar is tegelijkertijd een hele wezenlijke: Waarom blog je over boeken?  Ik denk dat prima te weten, maar soms twijfel ik wel eens aan mezelf.... Goed om het eens op een rijtje te zetten. 

Eind van dit jaar blog ik alweer tien jaar over boeken. Aanvankelijk bij een andere bloghost, maar toen die stopte en beloofde alle blogs over te zetten naar een nieuwe host ging er veel mis. Gelukkig had ik alle boekbesprekingen nog als Worddocument op mijn pc staan. Ik maakt een nieuw blog aan bij Blogspot en begon met het overzetten van de oude boekbesprekingen. Maar intussen las ik ook nieuwe boeken die om een bespreking vroegen en zo komt het dat ik nog steeds niet klaar ben met het overzetten van alle oude bestanden.

Is dat dan belangrijk? Ja, ik vind van wel. Aanvankelijk las en schreef ik vooral voor mezelf: het blog was mijn archief. En als iemand mee wilde lezen: prima. Die basishouding is er nog steeds. Maar mijn motivatie voor dit boekenblog is in de loop der jaren wel veranderd. Leesbevordering werd de leidraad. Ik was lid geworden van een leesclub en ontdekte dat men bij het bespreken van boeken weinig aandacht had voor HOE de schrijver te werk was gegaan. Het bleef steken bij een inhoudelijke discussie over het thema en over de emoties die een boek opriep. Niets mis mee, maar ontdekken welke technieken een schrijver gebruikt kan toch ook een verrijking betekenen. Daarnaast schreef ik recensies voor De Leestafel (KLIK HIER) die ook voor leesbevordering staat en nog steeds een hele aantrekkelijke site is voor wie leestips nodig heeft! 

Daardoor veranderde de toon van de recensies, ze werden technischer. Ruim 4 jaar heb ik leesclubs begeleid, waarbij naast het leesplezier, ook het ontdekken van hoe het komt dat een boek aanspreekt of juist niet, een plek kreeg. En te ervaren waarom dat voor elke lezer anders kan zijn. Ik deed verslag van de bijeenkomsten, maakte vragen (of nam de vragen van de deelnemers over) bij de besproken boeken en zette dat op het blog. Ook trachtte ik tips te geven voor leesclubs die wellicht meelazen.

Leesclubs zijn inmiddels booming business geworden (ook online) en omdat ik graag weer gewoon wilde lezen waar ikzelf zin in had (zonder heel veel tijd in één bepaald boek te moeten stoppen), stopte ik met de leesclubs en met het geven van tips. Daar zijn er voldoende van te vinden op internet. Mijn blog werd weer mijn archief, maar met leesbevordering hoog in het vaandel.

Dat is de reden dat je op mijn blog zelden boeken tegen zult komen die mij niet bevielen. Ik kies mijn boeken zorgvuldig, probeer vooraf in te schatten of het iets voor mij is. De meeste koop of leen ik, een enkele vraag ik op bij de uitgever. Ongevraagde toezendingen bespreek ik alleen als ze me bevallen. Waarom? Omdat ik mensen graag iets aanraad, waar ik achter kan staan en enthousiast over ben, in de hoop dat anderen er dan ook van genieten. Soms kom ik er niet onderuit een kritische noot te laten horen, maar een boek dat ik niet de moeite van het bespreken waard vind, zul je op mijn blog niet aantreffen. Want wat heeft dat voor zin? Ik ga niemand vertellen wat ze wel of juist niet moeten lezen. Dus alleen: hier werd ik enthousiast van, wie wil kan het proberen. 

Ik spreek ook niet meer van een Recensie, maar noem het Leeservaring. Mijn beleving staat daarbij voorop, niet meer een puur technische bespreking, maar wel één met hier en daar een aandachtspuntje uit de literatuuranalyse: spanningsopbouw, genre, thema's, personages. Net wat het meest van toepassing is. Zonder te overvoeren met termen waar de gemiddelde lezer geen raad mee weet. Maar gelukkig zijn er steeds meer lezers die (vaak via een leesclub) ook aandacht hebben voor het vakwerk van de schrijver.

Om van een lang verhaal een kort antwoord op deze vraag te maken: Ik blog over boeken omdat ik een archief wil bijhouden van wat ik las en om iets te doen aan leesbevordering: via tips voor titels en het benoemen van de instrumenten die een schrijver gebruikt. 

© JannieTr, april 2016

De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.

zondag 17 april 2016

Isabelle Rossaert - Dat is wat ik bemin

Dit romandebuut van de jonge Vlaamse schrijfster Isabelle Rossaert is al even geleden verschenen (augustus 2015). De samenvatting intrigeerde me, net als de omslag en het fragment dat op de site van Cossee te lezen is. Soms weet ik dan al bijna zeker of het iets voor mij is en ik werd dit keer niet teleurgesteld. Een romantisch en liefdevol verhaal over rouwen en afscheid nemen, over schuldgevoelens en loslaten, om opnieuw verder te kunnen en weer lief te hebben. En toch ook een spannend verhaal.

Samenvatting

De betoverende geschiedenis van een liefde die nooit heeft kunnen bestaan, en van de poging daarmee in het reine te komen. Wanneer op een vroege morgen de mannen van Cucuron, aan de voet van het ruige Luberon-gebergte, de jacht op een bijzonder groot everzwijn openen en Max niet komt opdagen, zoeken ze er niets achter en vertrekken ze zonder hem. Na hun eerste schoten, hoog op de bergrug, horen ze een schreeuw – maar niet van een everzwijn. Valérie is de laatste in het dorp die Max levend heeft gezien, de avond voor het jachtongeval. Het duurt een jaar tot ze beseft waarom ze naar Parijs vertrok: ze moest afstand van hem nemen. Had ze zijn laatste woorden, die hij haar die avond toefluisterde, wel begrepen? Had ze wel door dat hij zijn toekomst niet zonder haar voor zich zag? Haar geboortedorp werd te benauwd voor Valérie, en ze gaat aan de Sorbonne studeren. Maar Max en het everzwijn laten haar niet los. Jean-Michel, die Valérie in Parijs leert kennen, reist naar Cucuron en probeert in het dorp aan de hand van de geruchten, roddels en verhalen te reconstrueren wat er die ochtend op de berg daadwerkelijk is gebeurd. Dat is wat ik bemin is een boek over schoonheid op onverwachte plaatsen en over het ontstaan van mythes en legendes. Bovenal is het een sfeervol romandebuut over de levensreddende kracht van verhalen – omdat het idee van wat had kunnen zijn, meestal sterker is dan iedere realiteit. (Website Cossee).

Leeservaring

Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel bevat de dagboekaantekeningen van Valérie (tussen september 1997 en januari 1998), die zich dan voornamelijk in Parijs bevindt. Alleen tijdens de Kerstvakantie is ze enige dagen in haar geboortedorp. In het tweede deel  staan de brieven die Jean-Michel schrijft vanuit Luberon (tussen juli en november 1998), de meeste aan zijn vriend Eric, de laatste paar aan Valérie. In het laatste deel is het september 2003. Het omvat 1 hoofdstuk met een brief van Jean-Michel aan Eric, waarin hij de stand van zaken op dat moment beschrijft.

Een aparte structuur, die goed werkt. Valérie heeft veel te verwerken: haar moeder is na een lange periode van ziek zijn gestorven. Haar vader en zijzelf hebben het er erg moeilijk mee om in Parijs rond te lopen. Voor haar overlijden hebben ze met z'n drieën een bezoek aan Parijs gebracht, waardoor veel plekken in de stad een bijzondere betekenis kregen. Speciaal het Musée de Cluny blijft Valérie trekken: samen met haar moeder heeft ze daar de middeleeuwse wandtapijten bekeken van De dame en de eenhoorn. En geluisterd naar de verhalen die haar moeder vertelde over het mysterieuze dier en de zes zintuigen die op de tapijten verbeeld worden.

De dagboekaantekeningen van Valérie geven vooral haar gemoedstoestand weer, zonder exact te onthullen wat er aan de hand is waardoor ze zich zo verward en verdrietig voelt. Er is iets vreselijks gebeurd, er is iemand dood, ze praat in haar dagboek tegen deze persoon, voelt zich blijkbaar schuldig. Maar wij kunnen alleen een eigen verhaal hierover verzinnen uit de spaarzame aanwijzingen die we krijgen. Daarnaast lezen we over haar bezoeken aan het Museum waar ze steeds opnieuw de wandtapijten bekijkt en het verhaal probeert te duiden dat haar moeder haar erover vertelde. Als er aan studenten kunstgeschiedenis gevraagd wordt of ze mee willen werken aan een artikelenreeks over een kunstwerk dat bijzondere betekenis voor ze heeft, geeft ze zich in een opwelling op. Het valt haar zwaarder dan ze vermoeden kon en ze is blij met de hulp van een van de journalisten, Jean-Michel. 

Uit haar aantekeningen valt op te maken dat hij meer dan sympathie voor haar lijkt te voelen en zij ook voor hem, maar ze wordt heen en weer geslingerd tussen het verlangen er op in te gaan en haar schuldgevoel dat haar niet lijkt toe te staan gelukkig te worden. Als haar vader haar komt vertellen dat hij een nieuwe liefde heeft gevonden, is dat opnieuw een pijnpunt. Maar nergens in het dagboek komen we uiteindelijk precies te weten waarom ze zich zo schuldig voelt.
Het is geen pathetisch dagboek geworden, maar een teder en poëtisch verwoord verslag van een innerlijke strijd. Ook zonder precies te weten wat er gebeurd is, voel je met haar mee en blijf je benieuwd naar de reden. Een subtiele manier van de spanning opbouwen.

Dan wisselt het perspectief naar Jean-Michel: hij blijkt naar het dorp van Valérie gegaan te zijn. Als reden aan zijn redacteur geeft hij op dat hij het onopgeloste jachtongeval nader wil onderzoeken. Hij probeert contact te krijgen met de dorpsbewoners, maar dat blijkt erg moeilijk. Niemand wil er over praten. Als hij langer in het dorp verblijft, ziet en hoort hij genoeg om een vermoeden te krijgen. Maar er zijn veel verhalen in het dorp, niet alleen over het everzwijn. Wat is waarheid, wat verzinsel, wat een mythe?

Hij schrijft over zijn bevindingen in brieven aan zijn vriend Eric. Dan leert hij de tante van Valérie kennen en zij laat hem een brief lezen die Valérie haar kort daarvoor schreef. Het gesprek en de brief geven hem behalve een paar verrassende aanknopingspunten voor zijn verdere zoektocht, ook zicht op hoe belangrijk het voor Valérie is dat het eindelijk duidelijk wordt wat er precies is gebeurd.

Het vertellen van verhalen is een belangrijk thema in dit boek. Ook Jean-Michel vertelt: twee verhalen over dezelfde gebeurtenis. Het eerste kondigt hij aan in een brief aan Eric, als een objectief verhaal voor het tijdschrift waarin het ongeval rationeel verklaard wordt. Het tweede verhaal is voor Valérie: het verhaal over de ware toedracht van het ongeval, maar waarin hij ook op een subjectieve wijze probeert te reconstrueren wat er die avond ervoor gebeurd kan zijn en zo tegelijkertijd Valerie probeert te bevrijden van de gedachte dat alles anders was geweest, als ze.... Een liefdevol en troostend verhaal dat hij haar in een brief toestuurt.

Dit is zo'n boek dat je echt tweemaal moet lezen. Als je de afloop van het verhaal eenmaal kent, worden de dagboekaantekeningen veel indringender en ontdek je parallellen tussen de verschillende verhalen en gebeurtenissen die je in een zich opbouwende spanning onderweg misschien gemist hebt. 

"Ik heb van je gedroomd vannacht. Ik zag je liggen, een gewond dier. Ik had je willen aanraken, je hand vastpakken, mijn hand op je hart leggen en het voelen kloppen. Maar in het zwart van je ogen zag ik een gier weerspiegeld die al zijn trage cirkels maakte."

Isabelle Rossaert - Dat is wat ik bemin. Amsterdam, Cossee, 2015. Pb., 149 pg., isbn:978-90-5936-601-5.

© JannieTr, april 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 18/35

donderdag 14 april 2016

Leesvoer, boeken met eten als thema

Hendrik-Jan van #50books ( KLIK HIER) wil graag een antwoord op vraag nummer 15: Heb je kookboeken en lees of raadpleeg je ze weleens?

"Wat moet ik daar nou mee?" was mijn eerste reactie. Je moet nl. weten dat ik helemaal niet van koken houd en dat ik dolblij was toen mijn man na zijn pensionering aangaf het koken wel van mij over te willen nemen. Niet dat er daardoor veel verandering kwam in de maaltijden die we nuttigen, want een keukenprins zou ik hem niet willen noemen. Maar ik geniet er nog dagelijks van dat ik gewoon aan kan schuiven als het etenstijd is.
We hebben best wel wat kookboeken in de kast staan, maar eigenlijk gebruiken we die nooit. Vroeger nog wel eens het Basiskookboek als naslagwerk, maar tegenwoordig zoeken we op internet wel uit wat er moet gebeuren met een groentesoort die nieuw is. 
De meeste kookboeken die hier in de kast staan te verstoffen hebben we ooit eens gekregen. Geen idee of dat was omdat onze gasten vonden dat we misschien iets meer van het diner hadden kunnen maken of omdat ze dachten dat een toetjes- of soepboek altijd van pas kwam.

Er staat wel een map in de keuken met een losse verzameling notities van iets lekkers dat we bij anderen aten, receptenkaarten uit de supermarkt die niet te ingewikkeld zijn en uitdraaien van internet van gerechten die door de ballotagecommissie zijn gekomen en geregeld op het menu staan.

Maar als we de vraag ruimer nemen, dan staan er over voedsel wel enkele boeken in de boekenkast die nog steeds geraadpleegd worden. Om te beginnen de boeken over brood en broodbakken: dat doet mijn keukenprins graag, net als appeltaart bakken. Daar kan hij genoeg fantasie in kwijt om er iets heel lekkers van te maken. En daarnaast De E in je eten. Ik ben helaas zo supergevoelig voor bv. sulfiet, dat ik van gezwavelde rozijnen in de appeltaart al drie dagen migraine heb. In de loop van vele, vele jaren heb ik door schade en schande ontdekt wat ik wel en niet probleemloos kan eten. Ook voor andere toevoegingen ben ik gevoelig, dus het komt best nog wel eens uit de kast.

Dieetboeken zul je hier niet vinden: gezond eten en voldoende bewegen is nog altijd de beste manier om niet te zwaar te worden en gezond te blijven. Daarom tot slot nog twee boeken die broederlijk naast elkaar in de boekenkast staan. Die nog wel eens geraadpleegd worden en die ten onrechte als dieetboeken worden aangemerkt, maar die voor mij de leidraad voor gezonde voeding vormen: De voedselzandloper van Kris Verburgh en Het dovemansorendieet van Maarten 't Hart. Als leidraad dus, want ik kan zelf het beste bepalen wat ik wel en niet zinnig vind en wil toepassen.

Over De voedselzandloper worden veel onjuiste en voorbarige oordelen geveld door tegenstanders die er blijk van geven niet het hele boek gelezen te hebben, d.w.z. ook de eerste, taaie helft. Of die uitgaan van hun eigen gelijk en er geen kennis van wìllen nemen. Ik heb De Voedselzandloper van Kris Verburgh in een blog naast Het Dovemansorendieet van Maarten 't Hart gezet ( KLIK HIER) en het is leuk om te zien dat, hoezeer Maarten 't Hart Kris Verburgh probeert te verketteren, ze vaak op dezelfde adviezen uitkomen, de één als arts, de ander als bioloog.

Ik zal het betoog hier niet herhalen, als het je interesseert, kun je het via de link nalezen. Maar om toch ook deze kookboekenvraag een Nederlands literair tintje mee te kunnen geven, wil ik wel Het Dovemansorendieet van Maarten 't Hart graag aanbevelen.

Het is een boek geworden zoals je van hem verwachten mag en als je daarvan houdt, dan is dat echt genieten: Maarten 't Hart ten voeten uit. Met veel humor en ironie schets hij zijn jeugd, neemt hij Bijbelteksten over voeding op de korrel en vreemde diëten en gedragingen, beveelt voedsel aan of keurt het af. En daarbij overdrijft hij graag, spot of provoceert: wie zijn stijl kent, weet wat ik bedoel. Maar tussen de regels door blijk ik, via de Voedselzandloper, het toch aardig met hem eens te zijn. Daarom leest het zo prettig: op een leuke manier gebrachte, zinnige informatie, met de nodige autobiografische anekdotes en grotendeels overeenkomend met mijn eigen ideeën over een gezonde levensstijl.


Zo en dan is het nu bijna tijd om beneden aan te schuiven voor een ongetwijfeld smakelijke en gezonde maaltijd. En morgen ga ik alle kookboeken verzamelen om ze op te laten halen door SHAKI (Stichting Hulp Aan Kinderen) die elk kwartaal een grote boekenmarkt houdt voor het Goede Doel. Maar eerst even het stof eraf blazen, natuurlijk.....

© JannieTr, april 2016

De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.

zondag 10 april 2016

Mensje van Keulen - Schoppenvrouw

Toen ik de kans kreeg mee te doen met de Hebban leesclub over het nieuwste boek van Mensje van Keulen heb ik niet lang geaarzeld. Van lieverlede (KLIK HIER) is een boek waar ik van onder de indruk was en dat mij zoveel jaar later nog helder voor de geest staat. In De laatste gasten (KLIK HIER)  was ik nogal teleurgesteld, daarom hoopte ik nu op een boek waarover ik opnieuw enthousiast zou kunnen zijn. Helaas voelde dat niet zo voor mij.


Samenvatting

Voor Paula, de hoofdpersoon in Schoppenvrouw, luidt de vriendschap met een nieuwe klasgenote en haar decadente broer een even onweerstaanbare als schokkende periode in haar leven in. De confrontatie die hieruit voortvloeit met de mysterieuze heler en ziener dokter Adami, werpt, hoewel ze geen geloof aan zijn sinistere voorspellingen hecht, een schaduw vooruit.
Jaren later, wanneer ze ontdekt dat haar dochter een misdaad heeft begaan, lijken Adami's onheilspellende woorden alsnog te worden bewaarheid. Paula's onvoorspelbare, kwetsbare bestaan met haar dochter en haar man Oscar, een geziene notaris, wordt vanaf de eerste regel in deze roman vol suspense haarscherp getekend. (Omslag boek).


Leeservaring


Misschien waren mijn verwachtingen te hoog gespannen, misschien werd ik op het verkeerde been gezet door de overeenkomst met Het diner van Koch, misschien schrijft Mensje van Keulen inmiddels wel een genre waar ik niet zo van houd. Hoe dan ook, ik schijn een van de weinigen te zijn die niet echt kan warmlopen voor deze novelle.

Om met die verwachtingen te beginnen: ik heb oprecht zeer genoten van Van lieverlede en ik werd helaas al eerder teleurgesteld. Bij De laatste gasten drong zich onontkoombaar de vergelijking op met Villa des roses van Elsschot, waarbij de uitwerking van Mensje van Keulen het af moest leggen tegen die van Elsschot. En nu dus weer een link naar een eerder boek: hoe om te gaan met een door een kind gepleegde misdaad. Ook in dit geval beviel de uitwerking in Het diner van Koch mij beter, die vind ik o.a. veel spannender. Zelfs als ik in aanmerking neem, dat hier uiteindelijk van een ander thema sprake is. Een andere overeenkomst is dat in beide gevallen een van de ouders zelf ook agressief gedrag vertoont. Logisch dat je dan een vergelijking gaat maken.

Maar zelfs als ik bovenstaande gedachten probeer los te laten, lukt het me niet enthousiast te worden. Ten eerste gingen de hoofdpersonen niet echt voor me leven. Ik vind ze nogal stereotiep beschreven. Oscar, het beeld dat we van een notaris hebben: correct gedrag, netjes in het pak, saai en stijf, zakelijk, ook in zijn relatie tot zijn vrouw. De manier waarop hij zijn vrouw een eigen galerie opdringt, doet vermoeden dat er geld witgewassen moest worden, ook Paula vermoedt zoiets. De keurige notaris dus met een dubbele agenda.
Emma is een puber en vertoont het daaraan verbonden gedrag: liefst in haar eigen wereldje, afhoudend en afstandelijk. De moeder van Paula: een eenvoudige vrouw en dus heeft ze vooral spullen met tijgerprint, is ze toiletjuffrouw en ratelt ze aan een stuk door. Dr. Amani: zijn kleding, gedrag en spreekkamer, tot in detail beschreven, is zoals te verwachten bij dit soort types. Maar wat komen we te weten van hun drijfveren, hun innerlijk, hun motieven? Niets en daardoor komen ze ook niet echt tot leven.

Je zou tegen kunnen werpen dat het ik-perspectief nu eenmaal bij Paula ligt en dat je dus alleen haar observaties kent. Maar ook Paula bleef voor mij vaag.We gaan met zevenmijlslaarzen door haar leven: haar armoedige jeugd, haar simpele moeder, kennismaking met Oscar, vreemdgaan en zwanger worden, een kind krijgen en wegkwijnen in een saai leven. Het verhaal komt pas op gang, nadat Emma op de TV verschijnt in Opsporing verzocht en Paula zich de voorspelling van Dr. Adami herinnert. En daarmee komen ook plotseling de verwende rijkeluis kinderen Charlie en Tobias Weber op het toneel en de occulte spelletjes die ze speelden. En de manier waarop ze Paula vernederden. Maar wat heeft dat alles met Paula gedaan? We weten dat ze in paniek een eerdere zwangerschap heeft afgebroken door de voorspelling, dat ze aanvankelijk moeite had met het moederschap en dat ze na Emma geen tweede kind wilde. Ze leerde Dr. Adami kennen via Charlie en Tobias. Een nogal magere aanleiding, vind ik, om zó uitgebreid in te gaan op de periode met Charlie en Tobias. Ook haar uitbarsting richting Dr. Adami lijkt me nogal overdreven, tenzij we, net als bij Koch, er van uit gaan, dat de appel niet ver van de boom valt.

De schrijfstijl wordt geprezen en daar zal ik niets aan af doen. Maar dat is niet voldoende voor mij om van dit boek te kunnen genieten. Ik wil daarmee niet beweren dat het een slecht boek is. Mij spreekt het niet aan, maar ik kan me heel goed voorstellen, dat dat niet voor iedereen zo is. Ga dus niet af op mijn oordeel, maar oordeel zelf. Wat de andere leden van de Hebban leesclub ervan vonden kun je HIER  nalezen. En laat gerust je eigen mening hieronder achter

Mensje van Keulen - Schoppenvrouw. Amsterdam, Atlas/Contact, 2016. Geb., 137 pg.  

@JannieTr, april 2016.

Ik lees Nederlands 2016: 17/35

Mijn dank voor de toezending van zowel het boek, als de achtergrondinformatie die ik van Atlas/Contact mocht ontvangen voor de bespreking ervan in de Hebban Leesclub.

vrijdag 8 april 2016

Lezen doe je voor je plezier, toch?

Als ik trouw alle vragen blijf beantwoorden die Hendrik-Jan dit jaar stelt in de serie #50 books, dan krijgen de lezers van dit blog een aardig beeld van wie ik ben en wat me bezig houdt. Tenminste voor zover het boeken en lezen betreft.....Zelf vind ik het leuk om te doen: het zet me aan het denken over wat ik belangrijk vind op dit gebied en het opent perspectieven die ik nader wil onderzoeken.

De vraag van deze week: Heb je ook ‘guilty-pleasure’ boeken en lees je die stiekem of juist niet? (KLIK HIER) riep bij mij een antwoord op waarvoor ik al tijdens mijn opleiding tot bibliothecaresse afkeuring ontving. Heerlijk om dat hier nog eens onbekommerd te kunnen uiten.

Het woord alleen al: "guilty-pleasure".  Het is voor mij een contradictio in terminis. Of het nu gaat over lezen en muziek beluisteren of het bezoeken van films, podiumkunsten of andere kunstuitingen: je mag er van uitgaan dat mensen dat voor hun ontspanning en plezier doen. Wie ergens plezier aan beleeft, kan zich onmogelijk schuldig voelen, tenzij..... hij/zij het gevoel heeft dat anderen dat af zouden keuren, omdat het niet aan bepaalde kwaliteitseisen of -normen voldoet. Waarmee de volgende vraag zich al weer opwerpt: en wie bepaalt welke dat zijn?

Maar laat ik me beperken tot het boek. Zelf lees ik  Nederlandse literatuur in de breedste zin van het woord. Vaak psychologische romans, maar ook goed geschreven non-fictie, af en toe young-adult en soms een kinder- of jeugdboek. Al deze boeken lees ik voor mijn plezier en ik kies ze daarom ook zorgvuldig uit. Het maakt mij niet uit wat anderen ervan vinden. Dus waar zou ik me schuldig over moeten voelen? Dat ik bepaalde boeken té literair vind en ze links laat liggen? Dat ik sommige kinder- en jeugdboeken ook tot de literatuur wil rekenen?

Mijn smaak heeft zich in de loop van vele jaren ontwikkeld. Detectives las ik graag, nu wat minder. Chicklits, fantasy en thrillers trekken mij niet. Ik heb ze geprobeerd, maar ze passen niet bij mij. Maar daarmee keur ik het genre niet af en zal ik nooit beweren dat mensen die dat wel graag lezen zich een "guilty-pleasure" veroorloven. Vroeger was de taak van de bibliotheek (zo leerde ik nog) mensen te "verheffen". Voor minder dan streekromans was geen plaats en zelfs die moesten dienen als opstap naar "serieuzere literatuur". Stripboeken: aanvankelijk een vloek. Slechts langzaam veranderde dat. Kinderen moeten toch ergens beginnen.

Onnodig te zeggen, dat ik erg blij ben met het schotschrift van Alex Boogers - De lezer is niet dood (KLIK HIER) , zoals men hier al heeft kunnen lezen. Voor elke niet-lezer bestaat er een boek dat hem aanspreekt en tot een geregelde lezer kan maken. Als hij zich er in kan herkennen, als het een onderwerp is dat hem interesseert of als het zijn fantasie prikkelt. Als hij er op zijn eigen niveau maar plezier aan kan beleven. En hoe zijn smaak zich daarna zal ontwikkelen is van minder belang. Krijg hem eerst maar eens aan de gang. We mogen blij zijn met Alex Boogers als ambassadeur: ik heb al begrepen dat hij een graag geziene gastspreker is op het vervolgonderwijs.

Een ander, fantastisch product is Boek-start van de Openbare Bibliotheken: elke pas geboren baby krijgt een gratis leeskoffertje en ouders worden gestimuleerd kinderen zo vroeg en veel mogelijk voor te lezen. En er zijn veel mooie prentenboeken! Ook daarna blijft voorlezen fijn, ook als een kind zelf al kan lezen. Een spannend verhaal of een troostend  over het verdriet als je huisdier dood ging, een eerste kennismaking met het heelal, etc. Zo hoort de bibliotheek te werken: mogelijkheden bieden voor iedereen om te lezen wat van zijn gading is, zonder een ander plan dan kinderen/mensen plezier te verschaffen bij het lezen en geen schuldgevoel aan te praten, dat wat ze lezen eigenlijk geen "volwaardige literatuur" is.

Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen grenzen zouden moeten zijn in wat er aangeboden wordt. Maatschappelijke normen en waarden zullen blijven gelden. Maar respect hebben voor de smaak van anderen en de redenen waarom ze op welk moment dan ook kiezen voor een bepaald soort boeken is toch wel het minste dat we zouden moeten kunnen opbrengen.

Ontspanning en plezier bij het lezen van boeken, daar draait het om en dan is in dat verband "guilty-pleasure" voor mij een verkeerd gekozen uitdrukking.

© JannieTr, april 2016. 

De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.