Eva Vriend werd in 1973 geboren in Emmeloord en groeide op als boerendochter in Luttelgeest in de Noordoostpolder. In 2013 debuteerde ze met Het nieuwe land, over de ontstaansgeschiedenis van Flevoland. De boerderij waar ze opgroeide lag aan een kaarsrechte weg. In de verte zag ze een volop een kronkelende weg: ooit een dijk van de voormalige Zuiderzee. Het riep vragen bij haar op.
"Hoe zag het leven aan de andere kant van die bochtige dijk eruit voor de zee land werd? Wat betekende de inpoldering voor de duizenden families die van de Zuiderzee leefden? En wat waren de gevolgen op de lange termijn, tot op de dag van vandaag? Ik heb het me altijd afgevraagd. De Zuiderzee was immers "hun" zee, een levenszee."
In dit boek geeft ze antwoord op al die vragen. Daarvoor heeft ze het nodige archiefonderzoek gedaan, maar vooral ook gesproken met de nazaten van vissersfamilies die met de gevolgen van de aanleg van de Afsluitdijk (1932) geconfronteerd werden. Haar boek begint met de geschiedenis van de Zuiderzee zelf: van een klein meer in een ondoordringbaar gebied tot een heuse, soms gevaarlijke binnenzee. Ze zou zo'n 500 jaar bestaan. De haringvisserij werd de belangrijkste bron van inkomsten voor de stadjes aan de oevers en in de Gouden Eeuw bloeiden plaatsen als Enkhuizen uit tot bloeiende handelshavens.
Het verhaal van de vissersgemeenschappen die getroffen werden door de onbereikbaarheid van hun bron van inkomsten vertelt ze aan de hand van de familiegeschiedenissen van 4 families: familie Van den Berg uit Urk (vanaf 1669), familie Kwakman uit Volendam (vanaf 1806), familie Hopman uit Spakenburg (vanaf 1839) en familie Van Eekeren uit Wieringen (vanaf 1899). Voor in het boek staan hun stambomen, een nuttige handreiking om de verhalen goed te kunnen volgen. Ook staan daar twee kaartjes met daarop alle plaatsen die een rol spelen in deze geschiedenis en een overzicht geven van de situatie voor en na de afsluiting. Verder komen we twee katernen met oude foto's tegen, zowel in kleur als zwart-wit.
Het boek bevat twee delen: Oude zee (over de periode voor de afsluiting) en Nieuw leven (tijdens en na de inpoldering). Daarbinnen vertellen korte hoofdstukken de persoonlijke verhalen, aan de hand van ontwikkelingen die van invloed waren op het vissersbedrijf. Hoewel daarbij nog al eens heen en weer gesprongen wordt in de geschiedenis krijgen we toch een goed beeld van de strijd en de flexibiliteit van de vissersgemeenschappen. Hechte gemeenschappen zijn het, waarbij vooral de laatste decennia de onderlinge concurrentie steeds meer plaats maakt voor gezamenlijk optrekken tegen de beperkingen die de vissers opgelegd krijgen en gebrekkige tegemoetkomingen bij verlies van inkomsten.
Eva Vriend heeft haar ogen niet gesloten voor de fraude, criminaliteit en het drugsgebruik die de kop opsteken. Ze probeert het wel een eerlijke plaats te geven door de achtergronden te schilderen. Net als de politieke keuzes die in de vissersdorpen gemaakt worden. Sociale aspecten krijgen een eigen hoofdstuk: over klederdracht, religie, sociale druk, bedrijfsopvolging en vissersvrouw zijn bijvoorbeeld.
De kracht van dit boek ligt in de persoonlijke verhalen die de geschiedenis van de dorpen aan de voormalige Zuiderzeekust op een prettig leesbare wijze illustreren. De ondertitel luidt niet voor niets: Het verhaal van de Zuiderzee en haar kustbewoners. Zo hebben de vissers en de Zuiderzee eindelijk het verhaal gekregen dat naast dat van de IJsselmeerpolders behoort te worden verteld. De titel zelf is een regel uit een wel bekend lied: De Zuiderzeebalade van Sylvain Poons. Wie dat lied na het lezen van Eens ging de zee hier tekeer opnieuw beluistert, zal nog meer getroffen worden de inhoud.
Eva Vriend - Eens ging de zee hier tekeer. Het verhaal van de Zuiderzee en haar bewoners. Amsterdam, Atlas Contact, 2020. Geb., 357 pg. foto's, krtn., met lit. opg.. ISBN:978-90-450-3631-1
© Jannie Trouwborst, september 2020.