De landelijke verkiezingen van 2021 zitten erop. De Tweede Kamer is gekozen en de voorbereidingen voor een nieuw kabinet kunnen beginnen. Vol vuur hebben de fractievoorzitters de afgelopen tijd hun idealen voor het voetlicht trachten te brengen. Maar wat komt daarvan uiteindelijk terecht als sommigen van hen straks binnen een coalitie met andersdenkenden in een kabinet zitten? Wat speelt zich af tussen het moment waarop de formatie begint en het ogenblik waarop het straks gevormde kabinet weer plaats moet maken voor het volgende. Blijven idealen overeind in de politieke praktijk? En welke mechanismen liggen daaraan ten grondslag?
Jet Bussemaker is hoogleraar Beleid, Wetenschap en Maatschappelijke impact aan de Universiteit van Leiden en het LUMC. Ze is tevens voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Functies die uitstekend passen bij haar idealen en voorgeschiedenis. Eerder was ze staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In Ministerie van de verbeelding evalueert ze haar politieke carrière, legt er rekenschap over af, analyseert wat er mis gaat in de politieke praktijk en geeft aan wat er zou moeten veranderen om niet alleen het vertrouwen in de politiek te herstellen, maar ook om de burger meer houvast te geven in deze complexe tijden.
Heldere structuur
Dat een boek over politiek zo boeiend kan zijn, had ik niet verwacht. Het heeft ongetwijfeld te maken met de aandacht die besteed is aan de structuur ervan. In de acht hoofdstukken van het boek wordt steeds één thema uitgelicht. Daarbinnen komt eerst de voorgeschiedenis van het betreffende thema aan bod, daarna de rol die Jet Bussemaker er zelf in heeft gespeeld en het sluit af met een conclusie. Die geeft nog eens helder weer welke ontwikkelingen er waren en hoe het verder zou moeten. Aan de beurt komen de zorg, het onderwijs, diversiteit, emancipatie, cultuur, wetenschap en beleid en de kloof tussen burger en bestuur.
Van kraker tot minister
In het eerste hoofdstuk beschrijft Jet Bussemaker haar leven, met ruime aandacht voor haar achtergrond en de oorsprong van haar idealen. Het stukje geschiedenis in dit hoofdstuk bestaat voor een belangrijk deel uit de maatschappelijke omstandigheden in de jaren 70 en 80. En hoe haar idealen haar uiteindelijk als vanzelfsprekend op een plek brengen die ze niet per se nastreefde: in de politiek. En zo uiteindelijk via Groen Links bij de PvdA uitkomt, aanvankelijk als Kamerlid en tenslotte als Staatssecretaris en Minister. Eindelijk in de gelegenheid om echt iets met haar idealen te kunnen doen. Dacht ze.
Het is het enige hoofdstuk met een persoonlijke conclusie. Het eindigt met:
"Idealen alleen zijn in die positie niet genoeg, je moet er steun voor vinden en ze praktisch zien te vertalen. Hoe kun je sturen op het "publieke belang" in een tijd van complexe problemen, veeleisende burgers en politieke fragmentatie? Aan de hand van onderwerpen waar ik als bewindspersoon betrokken ben geweest schets ik in de volgende hoofdstukken mijn zoektocht naar de verhouding tussen progressieve idealen over emancipatie en gelijke kansen, en de politieke praktijk."
De zorg als voorbeeld
Het tweede hoofdstuk heeft als titel: Tussen systemen en mensen. Van kwaliteit van zorg naar kwaliteit van leven. Er was al heel wat gebeurd in de zorg als Jet Bussemaker in 2007 staatssecretaris van VWS wordt. Ze legt met een voorbeeld uit wat deze voorgeschiedenis voor haar betekent als bewindspersoon. Een spannend verhaal maakt duidelijk dat de privatisering van de zorg het onmogelijk maakt voor een bewindspersoon om in te grijpen als een thuiszorgorganisatie op het punt staat failliet te gaan en alle hulpbehoevende cliënten daar de dupe van dreigen te worden. Ongelooflijk wat er zich allemaal achter de schermen afspeelde en welke onorthodoxe wegen ze bewandelde om de schade voor de cliënten te beperken. Zo zijn meer voorbeelden. Respect waarop ze deze zaken behandelt zonder de verantwoordelijkheid af te wijzen, maar wel aangeeft welke politieke en praktische omstandigheden haar belemmeren bij haar pogingen haar idealen te verwezenlijken. En geregeld moet volstaan met het afzwakken van wat tegen haar idealen indruist.
De andere beleidsterreinen
Zo zit elk hoofdstuk vol met boeiende verhalen waar de meeste kiezers geen weet van hebben. Je bent minister, dus je moet het oplossen. Dat dat soms heel moeilijk of onmogelijk is, maken deze voorbeelden duidelijk. Het voert te ver daar in deze recensie nader op in te gaan. Maar ze zijn stuk voor stuk boeiend om te lezen. Zoals in het hoofdstuk: Cultuur. Bron van verbinding en confrontatie. Het is niet eenvoudig om minister te worden na de afbraak van de culturele sector door de VVD onder Halbe Zijlstra. Zeker niet in een kabinet dat door de crisis extra moet bezuinigen. Terwijl je lijdzaam moet toezien hoe gemeenten bibliotheken en muziekscholen sluiten, die juist zouden moeten zorgen voor gelijke kansen, dient zich de mogelijke aankoop van twee belangrijke schilderijen door het Rijksmuseum aan. Logisch dat de publieke opinie is: is daar dan wèl geld voor? Het is goed eens het hele, best spannende, verhaal te lezen.
Vertrouwen geven aan professionals, minder regeldruk: zowel in de zorg als in het onderwijs is dat gewenst. Een ministerie van Emancipatie zou een oplossing kunnen zijn voor het haperende beleid dat nu over teveel ministeries is verdeeld. In het hoofdstuk over dat thema een voorbeeld over hoe een tendentieuze kop boven een artikel in de krant je hele beleid in een kwaad daglicht kan zetten.
Verbroken verbindingen
In het laatste hoofdstuk, met als ondertitel Over bestuurs- en verbeeldingskracht, maakt Jet Bussemaker de balans op. Het gaat niet goed zo. Maar hoe dan? Ze geeft tal van voorbeelden van organisaties en burgers die zelf al een andere weg inslaan. Ze ontwikkelen een tegenmacht. Terug naar de menselijkheid, naar goed onderwijs, naar zorg waarin de mens centraal staat en niet de efficiëntie, waar het gaat om gezondheid te behouden in plaats van ziekten te bestrijden. In plaats van bureaucratische tegenwerking vragen burgers om facilitering van hun ideeën en initiatieven.
"Ouderen-woon- en zorgcoöperaties groeien als kool. Waar structuren mensen in de steek laten organiseren ze het zelf. Ook hier komt de maakbaarheid van onderop."
Er is een visie nodig die over kabinetten heen reikt. Een doel om in kleine stappen naar toe te werken. Ze noemt zeven zinnige uitgangspunten die daarbij nodig zijn en werkt ze uit. Zet bij beleid morele uitgangspunten boven procedures en financiën, zet een stip op de horizon door lange termijn doelen te formuleren via een missie, financier samenwerking, borg diversiteit in organisaties, stimuleer publiek debat, organiseer tegenkracht en creativiteit, altijd en overal.
Haar slotwoord:
"De wens om te komen tot spreiding van kennis, macht en inkomen is nog altijd actueel. Ik ben illusies armer geworden, maar geloof nog steeds in idealen. Ik geloof in een overheid die beschermt wat weerloos en breekbaar is, zowel in personen, als in materie. Die de wijze waarmee we met kwetsbare groepen omgaan, beschouwt als lakmoesproef voor onze beschaving. Die gelijke kansen voor iedereen als leidraad van handelen neemt. Omdat grote ongelijkheid onrechtvaardig is, maar ook omdat het onze maatschappelijke veerkracht ondermijnt. Het gaat over de kern van ons bestaan. Zonder hart valt de samenleving uiteen. Er staat veel op het spel."
Ministerie van de verbeelding is niet alleen een boeiend kijkje in de keuken van het politieke bedrijf, maar ook een analyse van welke stappen er nodig zullen zijn om de kloof te dichten en het vertrouwen te herstellen tussen burger en overheid. Het boek heeft een heldere opbouw en is in een prettige stijl geschreven. Moeilijke begrippen worden vermeden of op een terloopse manier in een volgende zin verduidelijkt. Het stelt gerust dat ondanks alles de veerkracht en de idealen van Jet Bussemaker niet verloren zijn gegaan.
Jet Bussemaker - Ministerie van Verbeelding: idealen en de politieke praktijk. Amsterdam, Balans, 2021. Pb., 304 pg., lit. opg. ISBN:978-94-638-21445.
© Jannie Trouwborst, maart 2021.