Eva Meijer is filosoof en schrijver van romans en filosofische essays. Haar filosofische kijk op onze wereld en haar bewoners, zowel mens als dier, is dan ook nauw verweven met de fictie die ze schrijft. Als dat ergens duidelijk wordt, is het wel in Zee Nu. De combinatie van een onverwachte rampspoed, de machteloosheid en het falende beleid van de overheid en de reacties en het gedrag van de bevolking vormen tezamen een verhaal dat verdacht veel lijkt op de gebeurtenissen tijdens de COVID pandemie. En ze hebben ook een link naar de klimaatveranderingen.
Satire met humor
Er is genoeg gewaarschuwd voor een pandemie zoals die de wereld inmiddels in haar greep heeft. Nog steeds wordt er niet geluisterd naar wetenschappers die al jaren waarschuwen dat zonder maatregelen ook de vogelgriep over zal slaan op mensen en eenzelfde pandemie zal veroorzaken. De ernst van de zeespiegelstijging wordt maar deels erkend zolang er geen acute dreiging is voor Nederland. Dat intussen in andere delen van de wereld mensen in hun bestaan bedreigd worden krijgt weinig aandacht.
Misschien was het die combinatie die Eva Meijer ertoe bracht de zee een belangrijke rol te geven in haar verhaal. Niet als wrede, woeste, wraakzuchtige zee, maar als een stukje van de natuur dat zijn eigen weg gaat. Niemand begrijpt wat er gebeurt, maar de zee overspoelt stukje bij beetje Nederland. Het wordt vloed, maar nooit meer eb, na elke vloed volgt een volgende en zo wordt Nederland vanaf de kust elke dag een km meer overspoeld. Wetenschappers snappen het ook niet, willen het graag onderzoeken en bieden hun hulp aan, maar worden door de overheid genegeerd. De overheid wil vooral paniek voorkomen en wacht daarom zolang mogelijk met evacuatieplannen.
Maar wat als?
Het eerste deel van het boek, waarin langzaam maar zeker heel Nederland onderloopt en de regering zich steeds verder terugtrekt, tot in Duitsland aan toe, is een milde satire. De overeenkomsten met de gebeurtenissen tijdens de COVID-periode zijn zeer herkenbaar en zorgen voor de nodige humor in het verhaal. Maar het wringt ook. Je kunt er om glimlachen, maar stel dat dit echt gebeurt (of dat een andere nog onbekende rampspoed ons treft). Je gaat je steeds ongemakkelijker voelen bij het verdere verloop van het verhaal. De ministers, op één na, zitten aanvankelijk hoog en droog in Duitsland. Als het land definitief verloren lijkt, hebben ze allemaal al snel een baantje gevonden bij buitenlandse multinationals of in Brussel. De koning zonder land leeft zonder geldzorgen verder in Mozambique.
Met enige regelmaat somt Eva Meijer de rommel op die in het water drijft. Het is een combinatie van emotioneel waardevolle zaken en echte troep. Typerend zijn ook de terugkerende reclameboodschappen van de Action, toegepast op de situatie: aanbieding vier reddingsvesten voor de prijs van drie.
En de landgenoten? Die worden aan hun lot overgelaten. Velen beginnen een nieuw bestaan in Duitsland of België. Ook Murat, die tussen de alinea's van het verhaal de ruimte krijgt om geruststellende brieven te schrijven aan zijn moeder in Noord-Afrika. Sommige achterblijvers verdrinken, anderen zoeken naar mogelijkheden om nieuwe gemeenschappen te stichten op daken van gebouwen of andere hooggelegen delen te midden van het water.
De wetenschapper, de activist en het meisje
Aanvankelijk spelen ze een bijrol, de wetenschapper Steen, de activiste Arie van Zee Nu en het veertienjarige meisje Wilg. In het tweede deel van het boek krijgen ze meer een gezicht. Met z'n drieën krijgen ze een boot van de universiteit, zodat Steen toch iets van onderzoek naar de oorzaak van de blijvende vloed kan doen. Maar ze wil ook op zoek naar haar kater die achterbleef bij de overhaaste vlucht voor het water. Arie wil terug naar Amsterdam om haar actiegroep op te zoeken en te zien wat er van de stad is overgebleven, maar ook zij heeft daarnaast een persoonlijk motief: ze wil haar geliefde terug proberen te vinden. Voor Wilg geldt net zoiets: ze hoopt dat haar moeder niet is verdronken en wil haar zoeken. Door het hele boek heen heeft Wilg gedichten over de zee geschreven die een extra dimensie aan het verhaal geven. In het laatste deel schrijft ze een ontroerende en filosofisch doordachte brief aan haar moeder.
Hoe het afloopt met het drietal na deze tocht over de eindeloze zee laat ik graag open. Vaak is de weg belangrijker dan het doel. Zo is het lezen van deze mild satirische, filosofische, dystopische, ontroerende en met humor geschreven roman ook een weg die je via de verbeelding een uitzicht biedt op een mogelijke toekomst. En je laat nadenken over de mogelijkheden die binnen je bereik liggen om die te eventueel veranderen.
(Steen wordt geëvacueerd per bus naar een droog stuk land)
Steen staarde naar het land aan de andere kant van het raam, het deed haar denken aan het polderlandschap van haar jeugd. Gelukkig waren haar ouders dood. Dat dacht ze vaker, omdat ze in een wereld hadden geleefd die nu verloren ging, het begon lang voordat de zee kwam en had te maken met het verlies van het geloof dat dingen steeds beter worden, dat de mensen steeds gelukkiger zouden worden en veiliger en rijker - niet echt rijk maar rijk genoeg om niet bang te zijn en niet te lijden. Ze wisten niet dat de manier waarop we rijker en veiliger werden het evenwicht verstoorde. Ze wisten niet dat sommigen zo rijk zouden worden dat ze haast eigenhandig het evenwicht verstoorden. Dat er een evenwicht was, werd pas duidelijk toen het al zo verstoord was.
Met Zee Nu heeft Eva Meijer een belangrijk, zeer toegankelijk en prettig leesbaar boek aan haar oeuvre toegevoegd. Van harte aanbevolen. Zie ook het interview over dit boek in Brommer op Zee.
Eva Meijer - Zee Nu. Amsterdam, Cossee, 2022. Pb., 336 pg., isbn:978-94-6452-013-2
© Jannie Trouwborst, april 2022.