Mei
2012 - waardering: 7,5.
Inleiding
Het voordeel van het pas ontdekken van een
schrijver als hij al meerdere titels op zijn naam heeft staan, is dat je niet
hoeft te wachten op een nieuw boek. Zo kan ik voorlopig door blijven lezen. Aan de overkant van de nacht staat al in
de kast te wachten, maar ik wil eerst de oudere titels lezen. Ik las intussen
De grasbijter (zijn debuut), De hemelrat (zijn derde) en Zo begint het (zijn vijfde). Daarna was dit
boek, zijn tweede roman, geschreven in 2003, aan de beurt. En weer was ik onder
de indruk. Blijft alleen nog Morgen zijn
we in Pamplona over (2007) en Aan de
overkant van de nacht (2011). Dat boek is genomineerd voor de Libris literatuurprijs.
Vanavond is de uitslag. Het zou me niet verbazen, als hij die gaat winnen.
Samenvatting
Het leven
van Ronnie heeft zo op het oog een beperkte horizon: zijn crossauto, bier,
meisjes en zijn werk als hulpje in de bouw. De gebruikelijke branie van hemzelf
en van de jongens met wie hij verkeert, raakt plotseling vleugellam als Leon,
hun ongekroonde leider, met zijn auto tegen een boom knalt.
Alles komt
in een stroomversnelling, die Ronnies leven binnen enkele dagen volledig uit
zijn voegen tilt. Het onvermogen te praten over zichzelf en wat hem overkomt,
leidt tot wurgende dagen - de trillende boor in zijn handen zegt meer dan er
woorden uit zijn mond kunnen komen. De begrafenis van Leon valt samen met de
jaarlijkse kermis in het dorp, normaal een welkom verzetje, maar nu een
beangstigend festijn. Een van de kermisjongens is bovendien een jongen die
vanwege zijn natuurlijke charme en - niet minder belangrijk - zijn opvallende
auto alle jongens uit het dorp naar de kroon steekt. Ook Ronnie ontsnapt niet
aan diens uitstraling (Flaptekst Cossee).
Leeservaring
De wereld van Ronnie, ik weet er weinig van. Ik
heb er vast ook vooroordelen over. Het was dat ik dit boek meegestuurd kreeg
met mijn prijs (De hemelrat) van
Cossee, want ik zou het niet zo gauw zelf gekocht hebben. Ik las de binnenflap,
sloeg het open om de eerste pagina te lezen en ik was verkocht. Weer diezelfde stijl (zie bij De hemelrat)
die er voor zorgt, dat je tot de laatste bladzijde geboeid blijft, dat je mee
kunt voelen met jonge mensen uit een heel ander milieu.
Toen Cossee mij een poos geleden vroeg een
recensie van Tsjik (Wolfgang Herrndorf) te schrijven op mijn weblog, kon ik na
lezing helaas niet anders dan tot de conclusie komen, dat het weliswaar een boek
was met enkele ontroerende passages, maar dat het toch vooral geschikt was voor
jongeren. Ik weet nu zeker, dat dat niets met de leeftijd van de hoofdpersonen
heeft te maken. Joe Speedboot en Fransje zijn net zo jong als Ronnie en zijn vrienden. Maar
Tommy Wieringa en Jan van Mersbergen blijken in staat generaties te overbruggen en een verhaal
te schrijven dat jong èn oud boeit.
De vertelde
tijd is slechts enkele dagen: van 7 dagen na het ongeluk als de kermis het
dorp binnen rijdt tot de dag nadat de kermisgasten weer zijn vertrokken. Het
wordt chronologisch verteld. In de flashbacks herleeft Ronnie vooral de gebeurtenissen
rond het ongeluk. Het verhaal zelf zit opgesloten tussen twee rampen: het
fatale ongeluk aan het begin en een dramatische gebeurtenis aan het slot. Lamgeslagen
door het ongeluk, voorzichtig opkrabbelend na de begrafenis, en opnieuw eens zo
hard lamgeslagen worden. Het zou een sentimenteel verhaal op kunnen leveren,
maar dat doet het beslist niet.
De
karaktertekening is vergelijkbaar met de andere boeken van J.v.M. die ik
las: een zwijgzame hoofdpersoon die we vooral via zijn gedrag moeten leren
kenen en begrijpen. En dat lukt wonderwel.
Het personale perspectief
ligt uitsluitend bij Ronnie. Anderen
leren we kennen via hem. Zij komen niet echt tot leven. Voor hen geldt des te
meer: we zien alleen de buitenkant. Zo is er zijn opgroeiende zusje, waar hij
erg bezorgd om is en die hij beschermd omdat zijn vader steeds afwezig is voor
het werk en zijn moeder zich eigenlijk nauwelijks met de kinderen bezig houdt.
Zijn overgebleven vrienden, Robert en Ed. Daniel, de zoon van de botsautobaas
(hoe symbolisch), zijn rivaal op het gebied van auto's en meisjes. Zelfs het
karakter van zijn zusje blijft redelijk vaag. De enige die iets meer uit de
verf komt is zijn baas in de bouw: Chris. Hij helpt hem zijn woede, onmacht en
verdriet te kanaliseren. Maar ook hier weer: niet via rechtstreekse,
indringende gesprekken, maar door terloopse opmerkingen, handelingen en
gebaren. Ze begrijpen wat de ander voelt, bedoelt, en de lezer ook, zonder dat
dat nadrukkelijk verteld wordt. Knap hoor!
De titel
is raak: De macht over het stuur.
Ronnie en zijn vrienden voelen zich almachtig in hun snelle, sterke wagens, de
hele dorpsjeugd kijkt naar hen op. Tot een van hen de macht over het stuur
verliest en dan raken ze stuurloos, lijken de macht over hun eigen leven kwijt.
Opnieuw snijdt van Mersbergen het thema van onvermogen tot
communicatie aan. In dit verhaal is het alom aanwezig: tussen de drie
overgebleven vrienden, binnen het gezin van Ronnie, tussen Ronnie en de ouders
van de omgekomen jongen. Maar ook de dorpsgenoten: treffend wordt weergegeven
hoe de omgeving zich geen houding weet te geven en de jongens onbeholpen
benadert. Je voelt als lezer wat er woedt in Ronnie, je leest het in de
maniakale manier waarop hij, op zijn vrije zaterdag met boor en zaag tekeer
gaat in het nog af te bouwen huis van zijn baas, in de razernij waarmee hij
door de polders scheurt of in een wezenloze stilte de zonsondergang gadeslaat.
Alles waar Ronnie mee worstelt is herkenbaar, is
niet gebonden aan leeftijd of milieu. En daardoor is het mogelijk om tot de
laatste bladzijde geboeid te blijven door een verhaal over zgn. stoere gasten
in crossauto's, opgroeiende pubers en kermisklanten. Op een onverklaarbare
manier is Ronnie zo levensecht geworden, dat je, nadat je het boek uit hebt, blijft
zitten met de vraag hoe het nu verder moet met deze gewonde ziel.
Dus: ook dit was weer een geslaagd boek. Zeker geschikt
voor leeskringen. Symboliek en motieven
zijn hierboven nog niet ter sprake gekomen. Discussie over het bovengenoemde thema
en rouwverwerking kunnen ook interessant zijn.
Jan van Mersbergen - De macht over het stuur. Amsterdam, Cossee, 2003. Geb., 176 pg., isbn: 90-5936-022-2.
©JannieTr, 7 mei 2012.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten