zaterdag 30 mei 2015

San Bos - Je moet wat

Er bestaan nogal wat vooroordelen tegen korte verhalen bundels. Zo wordt er vaak beweerd dat je de losse verhalen snel weer vergeet, dat een roman een meer blijvende indruk achterlaat. San Bos is er op een overtuigende manier in geslaagd te tonen dat dat lang niet altijd op gaat. De sterke verhalen uit deze bundel Je moet wat houden je nog lang na het lezen bezig. Waarom ik vind dat ze exact weet hoe korte verhalen geschreven moeten worden en lezers zelfs kunnen hypnotiseren, lees je hieronder.

Samenvatting

De verhalen van San Bos bieden in enkele pagina's een inkijkje in een heel mensenleven. En hoewel je meestal blij bent dat dat leven het jouwe niet is, is San Bos in staat om de lezer onmiddellijk aan haar personages te binden. Aan de vrouw die dichter bij de donornier van haar man komt dan de bedoeling was. Aan de man die zich laat marineren door zijn Vlaamse vriendin. En aan de schoonmaakster die door de spullen van haar opdrachtgevers gaat. San Bos zet haar verhaalfiguren kort in de spotlights, maar de lichten reiken veel verder dan de laatste zin. (Achterflap)

Leeservaring

Denk niet dat je snel door dit niet zo dikke boekje (111 pg.) heen kunt razen: de lezer krijgt het niet cadeau van San Bos. In alle 15 verhalen valt ze met de deur in huis: lees maar zorgvuldig, want ze toont zich een meester in het show-don't tell-principe en dus in het aan het werk zetten van de lezer. Wat is hier aan de hand, vraag je je meteen na de eerste zin al af.
"Ze lag in een rijtje van drie, daarom had hij haar niet herkend. Pas toen hij haar naam op zijn lijst zag staan keek hij op." 
Nee, ik ga niet vertellen waar de rest van het verhaal over gaat. Ga maar bij jezelf na welke associaties, vermoedens bovenkomen. De volgende zin geeft iets meer informatie, dan nog een zin en dan weet je waarover het gaat, maar het echte verhaal moet dan nog komen. Geconcentreerd lezen dus en erbij blijven: zo word je vanzelf steeds meer bij het verhaal en de personages betrokken.

Dit zijn geen mini-romans (nog zo'n vooroordeel), geen korte verhalen die eigenlijk best uitgebouwd hadden kunnen worden tot een voortkabbelende, volledige roman. Dit zijn mokerslagen: je maakt kennis met een personage op een doorgaans bepalend tijdstip in zijn/haar leven, je volgt hem/haar enkele uren of dagen, denkt hem/haar aardig te leren kennen (tussen de regels door, want vergeet niet dat je veel zelf invult), om dan op geraffineerde manier met een totaal onverwachte afloop geconfronteerd te worden. Een afloop die zo verrassend is, dat je je eigen gevolgtrekkingen haast niet durft te vertrouwen.... "Maar dat zou betekenen dat..., wil ze nou suggereren dat...?" vraag je je af. Je leest nog eens terug, denkt na over het begin, de titel en dan móet je het wel geloven. Ja, dat is dus echt de afloop, wat een geniale vondst! En juist daardoor zijn het geen mini-romans, maar zeer geconcentreerde korte verhalen met een verloop en einde dat ervoor zorgt dat je ze niet snel zult vergeten. En toch zijn ze over het algemeen ook licht van toon en met de nodige humor doorspekt.

Heeft deze bundel een thema? De titel is niet gekozen op basis van de titel van een der verhalen. Hij zal dus iets moeten zeggen over het verband tussen de losse verhalen, want ze gaan allemaal over andere personages. Wat hebben deze personages met elkaar gemeen? "Je moet wat", een uitdrukking die we allemaal wel eens bezigen, als we niet echt meer weten hoe nu verder. En dat is precies wat er gebeurt. Ze komen in situaties terecht waar ze niet op gerekend hadden en waar ze iets mee moeten. Wij worden er al lezend op aangesproken: wat zouden wij doen? Hoe zouden wij reageren? In "Je moet wat" zijn de reacties van de hoofdpersonen beslist niet zoals wij zouden reageren en daarom verrassend. Hoewel? Kun je dat wel voorspellen? Is hun reactie eigenlijk wel zo vreemd?  Want tja, je moet toch wat!

Een overtuigend debuut schreef San Bos. IJzersterke korte verhalen. Voorlopig mag ze daar van mij nog even mee door gaan. Met deze bundel laat ze op bewonderenswaardige wijze zien dat het korte verhaal een echte literaire kunstvorm kan zijn en meer aandacht verdient! 

San Bos - Je moet wat. Amsterdam, Nieuw-Amsterdam, 2015. Paperback, 111 pg., isbn:978-90-468-1855-8.

Ik las dit boek als 20/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).
 
© JannieTr, mei 2015.

woensdag 13 mei 2015

Andreas Oosthoek - Het relaas van Solle

Toen ik in de catalogus van Cossee Het relaas van Solle aangekondigd zag, wist ik dat ik het lezen wilde. Een intrigerende titel en de prachtige omslag maakten me nieuwsgierig. De samenvatting van het verhaal en het thema spraken aan en als het dan ook nog eens in Zeeland speelt....dan weet ik dat ik niet om de debuutroman van de oud-hoofdredacteur van de PZC (Provinciale Zeeuws Courant) heen kan. Ik ben Cossee dankbaar dat ze het ter beschikking stelden, want ik heb er van genoten.


Samenvatting

Solle groeit op in de Zeeuwse polder van de jaren vijftig, waar hij later het familiebedrijf zal overnemen. Als boerenzoon op het gymnasium valt hij uit de toon, maar dan ontmoet hij de excentrieke Jacques - een buitenbeentje , net als hij. De jongens worden al snel onafscheidelijk.
Terwijl Solle zich sterk verbonden voelt met zijn geschiedenis en famlie, wil de jonge baron Jacques Christophe d'Ulm de wijde wereld in. Hij wil de vrijheid opzoeken, de Zeeuwse luchten inruilen voor de stad van het licht, Parijs.
Het relaas van Solle is het relaas van een vriendschap en een zielsverwantschap, met daarachter een vraag die ons levenslang bezig houdt: Wat is dat eigenlijk precies, thuis? Zijn we thuis in een vriendschap, een liefde? Of in een bepaald landschap, de populieren op de dijk, de weidse horizon? Solle weet alleen dat hij in Parijs niet zichzelf is, maar ook dat hij op het land achter de dijken soms het gevoel heeft Jacques te hebben verraden. De dramatische gebeurtenissen rond Jacques dwingen hem een besluit te nemen, over zijn thuis en zijn toekomst. (Achterflap).

Leeservaring 

Het relaas van Solle, een betere titel zou ik niet hebben kunnen bedenken. Dit is niet gewoon het vertellen van een verhaal, een overzicht van belangrijke gebeurtenissen in een mensenleven. Het is een relaas: een heerlijk, weinig gebruikt woord, dat aangeeft hoe gedreven Solle is om aan de lezer te vertellen hoezeer hij verknocht was aan zijn vriend, hoe moeilijk de keuzes waren die hij moest maken en hoeveel verdriet hij had toen zijn vriend overleed.

Het perspectief van het verhaal ligt grotendeels bij Solle. Ook doet zo nu en dan de alwetende verteller het woord. Via flashbacks of de verhalen van anderen aan Solle komen we meer te weten over de geschiedenis van zijn ouders en grootouders. Het oorlogsverleden van zijn vader (opgepakt na het helpen van onderduikers en verzet plegen), de ontmoeting met zijn Deense moeder, de verloren dromen van zijn vader, die ook geacht werd het boerenbedrijf voort te zetten. Want al eeuwen woonden de Landa's op La Solitude, eerst als pachters, later als herenboeren. Die verplichting voelt ook Solle, maar als hij eenmaal studeert aan de Landbouw Universiteit in Wageningen gaat het steeds meer knellen. Zijn vader begrijpt het, maar laat hem de keuze.
Ook Jacques verzet zich tegen zijn afkomst: zijn titel van Baron d'Ulm geeft hem verplichtingen die hij voelt als belemmeringen van zijn vrijheid. En hoewel de jongens zielsveel van elkaar houden en een hechte relatie hebben, zien ze elkaar weinig: Jacques zoekt de vrijheid en het vertier in Parijs, Solle zoekt hem af en toe op, maar blijft toch hangen op het eiland waar hij geboren werd en waar hij van houdt. En waar zijn lotsbestemming ligt. Tot Jacques ernstig ziek wordt en alles op z'n kop komt te staan en er keuzes gemaakt moeten worden.

Het schilderij van een knappe jongeman op de voorkant van het boek oogt 19de eeuws. De stijl waarin het geschreven is, past daar over het algemeen prima bij. De woorden: "een taal die tegelijk eenvoudig en elegant is" (Hans Warren) en onderstaande zinnen uit een recensie van Jos Radstake typeren dat: "Het Zeeuwse landschap (van voor de oprukkende industrieën) wordt arcadisch, in voorname stijl, met fraaie archaïsmen, beschreven." Ik had geregeld het gevoel een historische roman te lezen, maar werd dan door iets wat ik voor een anachronisme aanzag, teruggebracht naar de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw.
Andreas Oosthoek (1942) schreef een groot deel van Het relaas van Solle in 1974, na het overlijden van een goede vriend. Lange tijd leek het manuscript verdwenen, pas in 2014 werd het bij een verhuizing teruggevonden en met enige toevoegingen omgezet in dit boek. Dat verklaart ook waarom de stijl hier en daar aan een relaas doet denken: geschreven met de gedrevenheid van iemand die een verdriet moet verwerken en de herinneringen wil vastleggen voor ze verbleken.

Beschrijving van een lagere schoolfoto van Dankert-Jan Landa (zijn officiële naam): "Daar is een groot raam, de onderruit in matglas, met daarachter een kastanjeboom. Hier onder deze boom, is het straf gepeste kind van La Solitude het kreng van Solle geworden. Een blonde buutendieker die op de momenten die hem passen het recht in eigen hand neemt. Een Noorman zonder schip, maar met een haven. Een boerenzoontje dat naar het gymnasium zal gaan. Latijn, Grieks, finten en trunten, moeilijke muziek, hoogmoed voor de val. Een vinnig ventje dat wel.".

Of als Jacques ziek naar huis gekomen is: " De huisarts heeft het over een zorgelijke toestand. Hij verwijst naar het streekziekenhuis en dringt aan op snelle actie. Opnieuw de testen en de stalen. De uitslagen. Meer vraagtekens dan zekerheid. Jacques moet rust nemen en houden. Verscherpt toezicht op Effentende (red. het Landgoed). Er wordt een verzorgster aangesteld. Jacques spreekt over het Hoge Huis als over het veldhospitaal. De situatie verslechtert snel. Opname in het ziekenhuis volgt. Niemand weet raad met het afwijkend bloedbeeld. Het is er, ontegenzeggelijk, maar wat is de herkomst? De patiënt wordt overgebracht naar het ziekenhuis in de hoofdstad. Daar wordt hij in isolatie geplaatst. Er is een vermoeden van besmettingsgevaar. "Quarantaine, opsluiting", fulmineert Solle."

Kunst en muziek, afkomst en bestemming, liefde zijn belangrijke motieven in het boek. Als ze ter sprake komen, past ook de stijl zich aan, wordt elegant en beeldend, rustiger. De onbevangen liefdesgeschiedenis tussen de beide jongens krijgt op een vanzelfsprekende manier gestalte, de liefde en de steun van de ouders voor hun zonen ook.

Al met al is dit een heel bijzonder boek geworden, zowel door het verhaal als de manier van vertellen. Maar ook door het thema. Waar is je thuis? Op een geliefde plek of bij een geliefd persoon? Wanneer ben je echt vrij? Als je op de vlucht bent voor je verplichtingen of lotsbestemming? Of als je je er naar richt? Als je naar eer en geweten je eigen keuzes maakt? Kan dat wel?
Dank Cossee, voor alweer zo'n puur Nederlands pareltje!

Andreas Oosthoek - Het relaas van Solle. Amsterdam, Cossee, 2015. Paperback, 221 pg., isbn 978-90-5936-569-8.

Ik las dit boek als 18/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).
© JannieTr, mei 2015.

woensdag 6 mei 2015

Marlies Brenters - Overzee

Toen ik in de derde klas van de H.B.S. zat, kregen we er voor 1 jaar een klasgenootje bij: Leny Fornara heette ze. Het was de dochter van wat tegenwoordig een expat heet: haar vader werkte bij Shell op Aruba. Ze woonde er vanaf haar derde. En ze kwamen voor een jaar op verlof naar Nederland. We werden vriendinnen en bleven corresponderen toen ze weer naar Aruba vertrok. Later verwaterde het contact, maar vergeten deed ik haar nooit. Leny was voor mij een bijzonder meisje: Nederlands en toch ook weer niet. Ik kon niet goed begrijpen waarom dat zo voelde. Toen ik las over het boek van Marlies Brenters, over een expat-dochter op Curaçao, hoopte ik daarin iets te kunnen lezen over het mysterie dat ik niet kon oplossen. Deels is dat uitgekomen, maar ik zal het daarvoor toch nog een keer moeten lezen.

Samenvatting

In Overzee van Marlies Brenters maakt Stella als jong meisje de bevolkingsopstand van 30 mei 1969 op het eiland Curaçao van dichtbij mee. Toch beleefde ze als kind van expats een heerlijke jeugd op het eiland. Na veertig jaar keert ze terug voor een vakantie. Ze logeert op een voormalige plantage waar een geëmigreerd Nederlands stel vakantiehuisjes verhuurt. Haar verblijf roept nostalgische gevoelens op, maar brengt haar ook in verwarring. De gevolgen van de slavernij zijn nog altijd voelbaar in de samenleving en Stella bekijkt haar eigen jeugd, met de normen en waarden van toen, met andere ogen.
Dan stoot zij op informatie die haar ouders voor haar verzwegen hebben. Een familiegeheim verandert haar verblijf in een zoektocht, die haar terug voert naar de swingende jaren zestig en zeventig en haar leidt naar alle uithoeken van het kleurrijke eiland. Brenters schreef met Overzee haar spannende debuutroman, geïnspireerd op haar eigen ervaringen als expatkind op Curaçao. (AbmoAnthos).

Leeservaring

Laat ik met het nawoord beginnen. Marlies Brenters legt daarin uit hoe ze te werk is gegaan en waar ze haar informatie vandaan heeft gehaald. Zo komt de informatie over de (gefictionaliseerde) personages die een hoofdrol spelen in het (waargebeurde) verhaal over de Opstand, uit rapporten en krantenartikelen. En via een gesprek met de toenmalige directeur van Shell in Curaçao kon ze zich een beeld vormen over hoe hij de gebeurtenissen van destijds zag en over de huidige verhoudingen in de Curaçaose samenleving.
Verder stelt ze:
"Ik heb geprobeerd om een beeld te geven van het verleden en het heden van Curaçao, gezien vanuit het perspectief van mensen met verschillende achtergronden. Maar het is niet de hele werkelijkheid, dat realiseer ik me. Net zomin als er één waarheid bestaat over de oorzaken van de opstand van 30 mei 1969, is het mogelijk om volledig recht te doen aan hoe Curaçao toen was en nu is. Of zoals ik iemand in mijn boek laat zeggen: in hoe je naar de dingen op Curaçao kijkt, klinkt altijd je eigen herkomst door."

Met die laatste zin in mijn achterhoofd heb ik het boek gelezen, omdat dat ook een wezenlijk onderdeel is van hoe lezers met verschillende achtergronden naar het verhaal zullen kijken.

Hoofdpersoon Stella is journaliste, niet de onderzoekjournaliste die ze graag geworden was, maar vooral een voor reistijdschriften en vrouwenbladen. Als haar kinderen uitvliegen en ze bij het opruimen van het huis van haar ouders tussen de papieren informatie vindt die haar intrigeert, besluit ze voor zes weken naar Curaçao te gaan: voor een vakantie, om na te denken over haar toekomst en om toch weer eens bezig te zijn als onderzoeksjournalist, waarbij ze de Opstand van mei 1969 min of meer als excuus voor de reis gebruikt.
Het perspectief ligt in het gehele boek bij haar. En zo kunnen we haar op alle drie de gebieden volgen.
1. Hoe het is om weer terug te zijn op het eiland van haar jeugd: dat erg veranderd is en waar ze vooral als toerist benaderd wordt. Steeds als ze denkt er weer bij te horen als oud-bewoner van het eiland wordt ze fijntjes op haar nummer gezet.
2. Hoe langer ze er is (en ze gaat later in het verhaal nog een keer terug), hoe meer ze het gevoel krijgt dat ze voorgoed terug wil, dat dit toch ondanks alles als haar echte thuis voelt.
3. Het onderzoek naar de Opstand verandert langzaam in een onderzoek naar het familiegeheim dat zich openbaart tijdens het oorspronkelijke onderzoek.

De verwevenheid van die drie verhaallijnen geeft het boek wat extra dynamiek. Het houdt de spanning vast, maar het bracht me ook in verwarring. Wat was de bedoeling van dit boek? Een roman schrijven om de Opstand zo aandacht te kunnen geven en om de Curaçaose samenleving van toen en nu terloops naast elkaar te kunnen zetten? Of om de zoektocht van een vrouw naar haar wortels en toekomstperspectief te beschrijven, met het onderzoek naar de Opstand als bijzaak?

Ik had nog nooit van de Opstand gehoord en was er best in geïnteresseerd. Maar de informatie erover die door het verhaal heen schemerde, was voor mij niet genoeg, zodat ik op internet (KLIK HIER) naar meer zocht. Het slavernijverleden, de verhouding met de blanke overheersers, de naweeën daarvan, die kende ik al uitgebreider, voornamelijk uit Surinaamse bron. Deze aspecten komen voldoende naar voren in het boek. Dat de bevolking van nu heel gevarieerd is en al naar gelang de persoonlijke achtergrond zijn rol speelt in de samenleving en er een mening over heeft, wordt zonder meer duidelijk.

Als ik het boek als een roman moet bespreken, dan moet ik naar andere aspecten kijken: de karakters, de stijl, de spanningsopbouw, de sfeertekening. De sfeertekening lijkt me geslaagd. Ik ben er nooit geweest, maar kon me er prima een voorstelling van maken. Met de spanningsopbouw was ook weinig mis: allerlei onverwachte wendingen speelden daar een rol in, zoals het familiegeheim, de gebeurtenissen rond het vakantieverblijf en een romantische affaire. De karaktertekening was hier en daar wat vlak, zelfs Stella kwam niet helemaal uit de verf. Daarentegen was Hennie (de Nederlandse die op de voormalige plantage een vakantieparkje trachtte te stichten) bijna een karikatuur. Met haar extreme afkeer van en angst voor de Curaçaose bevolking, haar drang naar alles te willen zoals het in Nederland gaat en haar onwil zich te verdiepen in de historische aspecten en het bewaren van historische overblijfselen uit de tijd van de slavernij. Ze zullen best bestaan, deze nieuwe soort inwoners van Curaçao, maar het kwam hier wat geforceerd over.

Wat de stijl betreft: voor mij had het allemaal wel wat compacter gemogen. Hier was inderdaad een journaliste aan het woord. Het had aan kracht gewonnen als er in het verhaal minder "voortgebabbeld" was. Literaire accenten als mooie beeldspraken of symboliek ben ik weinig tegengekomen. Maar ik realiseer me dat dat met persoonlijke smaak te maken heeft. Er zullen genoeg mensen zijn die het met plezier lezen. Spannend genoeg en een bredere blik voor wie er op vakantie naar toe gaat.

En dat brengt me terug bij mijn Nederlands/Arubaanse vriendin Leny. Ik ontmoette haar voor het laatst in Rotterdam. Via deze link Helena Engelbrecht Fornara vond ik haar terug als dichteres en las haar levensverhaal. Heimwee naar Aruba... Net als Stella heimwee blijft houden naar Curaçao. Als er een ding duidelijk wordt, is het wel dat de plaats waar je opgroeit, voor altijd invloed zal hebben op waar je je het meest thuis zult voelen. Als je dit leest Leny, wil je dan contact met me opnemen? Ik zou zo graag nog eens wat van je horen!

Marlies Brenters - Overzee. Amsterdam, Ambo/Anthos, 2015. Paperback, 274 pg., isbn: 978-90-263-3061-2.


Ik las dit boek als 19/30 van de Ik Lees Nederlands uitdaging 2015 (KLIK HIER).

© JannieTr, mei 2015.