maandag 15 januari 2018

Margareta Magnusson - Opruimen voor je doodgaat

Gechoqueerd door de titel van dit boekje? Dat is nergens voor nodig. Met de nodige humor en veel praktisch inzicht beschrijft Margareta Magnusson hoe je je op een goede manier kunt voorbereiden op het onvermijdelijke: door bijtijds te beginnen met opruimen van alles wat je een leven lang verzameld hebt, om te voorkomen dat je je nabestaanden opzadelt met een taak waar ze geen weg mee weten en vaak ook geen tijd voor hebben. Maar ook om achteraf te inventariseren wat echt belangrijk was in  je leven. Zelf is ze nu "tussen de 80 en 100", maar beginnen rond je 65ste is het meest ideaal, stelt ze. Je hebt dan (hopelijk) nog voldoende tijd om het traject langzaam en heel bewust te doorlopen.


Door de overweldigende hoeveelheid spullen die de huidige generaties zich kunnen veroorloven en dus ook aanschaffen is er een nieuwe beroepsgroep ontstaan: opruimcoaches en in het kielzog daarvan kennen we inmiddels ook opruimgoeroes, zoals Marie Kondo. Ieder van hen heeft haar eigen overtuigingen, aanpak en werkwijze. Er is zelfs een heuse opleiding voor!

Pas toen ik het boekje van Margareta Magnusson las, begreep ik dat er geen algemeen geldige regels te geven zijn voor de manier waarop mensen zouden moeten "ontspullen", zoals het tegenwoordig heet. Het is niet alleen een kwestie van verschil van karakter dat de een zweert bij de Japanse Marie Kondo en de ander bij één van de vele opruimcoaches die ons land telt. Wat vergeten wordt bij de algemene opruimadviezen zijn de generatieverschillen. 

Net als de schrijfster heb ik inmiddels meegeholpen met het opruimen van de spullen van mijn grootouders, schoonouders en ouders. Zij waren van de generatie die zuinig was op hun spullen en er duurzaam mee omging en van alles bewaarde, omdat het misschien ooit nog eens van pas kwam. Er was dus heel wat uit te zoeken voor ons en te bepalen wat er mee moest gebeuren. Ook ontstond er gemakkelijk verschil van mening over wat er met bepaalde zaken moest gebeuren. En dan de foto's, boeken, papieren en persoonlijke zaken: allemaal dingen die zorgvuldig uitgezocht moesten worden. Ik ben er nog steeds niet klaar mee... Daar wil ik dus mijn kinderen niet mee opzadelen.

Ook ik weet niet waar te beginnen, maar aan de adviezen van de huidige generatie opruimcoaches heb ik niets. Ik heb geen overvolle kledingkast, mijn keukeninventaris is praktisch en beperkt. Het aantal prulletjes valt ontzettend mee, speelgoed is er net genoeg om de kleinkinderen een dagje zoet te houden, net als een aantal bordspelletjes en puzzels. Waar ik veel te veel van heb is van papier: boeken, tijdschriftjaargangen, wandelkaarten, toeristische informatie, administratie, foto's, brieven, dagboeken, ansichtkaarten en postzegels. Voor de suikerzakjes heb ik inmiddels een goede bestemming gevonden.

Maar nu heb ik een generatiegenoot gevonden die me de hand reikt en op een nuchtere manier de weg wijst in de chaos die me verlamt. Eén aspect uit haar boekje kwam ik nog nergens tegen: neem er de tijd voor: het hoeft niet snel, laat je niet opjagen, maar ga wel door. Als ik mijn troep overzie, dan zou ik er snel vanaf willen, zien dat ik vorderingen maak, maar ik weet ook dat dat een illusie is. Op deze leeftijd neem je namelijk niet alleen afscheid van willekeurige, overbodige spullen, maar ook van het leven dat achter je ligt. Langzaam opruimen helpt je dat te overzien en er vrede mee te hebben, dat het onvermijdelijke eraan zit te komen. Dat is niet triest of iets om somber over te zijn, het is eigenlijk een stoïcijns standpunt. Echt genieten van de tijd die je nog gegeven is, kan alleen als je beseft dat die nu echt bijna op is. En als je dan door je spullen gaat, weggeeft wat anderen graag ontvangen, pijnlijke herinneringen afsluit, fijne omarmt en zorgt dat je kinderen niet teveel werk hebben aan het opruimen van de rest of ruzie krijgen over de nalatenschap, dan kun je in alle rust genieten van je laatste levensjaren. Dat is toch mooi?

Margareta Magnusson - Opruimen voor je doodgaat: De edele Zweedse kunst van döstädning. Vert. door Nico Groen. Amsterdam, De Bezige Bij, 2017. Geb., 144 pg., ISBN:978-90-234-5079-5.

© Jannie Trouwborst, januari 2018

Geen opmerkingen:

Een reactie posten