maandag 13 juni 2011

Gerrie Hondius - Ik ontmoette een man

Juni 2011 - waardering: 6

Inleiding

Wat een verrassing: 35 pakketten met alle vijf de te beoordelen debuten van dit jaar voor de Academica Literatuurprijs (ALP) werden onlangs verloot en ik bleek èèn van de winnaars te zijn. Ik ben er echt blij mee, omdat ik verwacht dat ik dit jaar van bijna àlle boeken zal kunnen genieten. Dat is nog niet eerder het geval geweest.

Als derde koos ik voor Gerrie Hondius - Ik ontmoette een man. Een aardig boekje, niet te dik, niet te zwaar, leuk voor tussendoor. En daarin klinkt meteen mijn oordeel al een beetje door. Ik vraag me af of het wel in de shortlist van de ALP thuis hoort.

Inhoud

Ik ontmoete een man is geen roman, ook geen verhalenbundel: het is een verzameling miniatuurtjes die meestal uit 1, soms uit 2 en een enkele maal uit 3 bladzijden bestaan. Ze beginnen bijna allemaal met de zin: Ik ontmoete een man. 

Leeservaring

Het is goed te merken, dat Gerrie Hondius ook schildert en striptekeningen maakt: mannen (èn vrouwen) wordend heel treffend neergezet in zo'n ultra kort verhaaltje. De situaties zijn geregeld heel herkenbaar, maar vooral hilarisch. Soms laten ze je met weemoed (of schaamte) terugdenken aan je eigen ervaringen en relatieperikelen. Niet onprettig lezen dus, maar voor de ALP toch een maatje te klein.

Ik vroeg me af hoe dit boekje tussen de andere titels terecht gekomen is. Het toeval wil dat Gerrie Hondius de enige vrouw op de shortlist is en dat de organisatie van de ALP er nogal een punt van maakt, dat bij hen het publiek de doorslag geeft bij de toekenning van de prijs en dat van alle tot nog toe uitgereikte prijzen (15) meer dan de helft (8) naar vrouwelijke auteurs ging. Terwijl bij de toekenning van alle andere literaire prijzen vrouwen ver in de minderheid zijn. Dan moet men er bij de vaststelling van de shortlist ook wel voor zorgen dat er voor een vrouw te kiezen valt. Overigens kreeg ik geen antwoord op mijn vraag via Twitter hoe de samenstelling van de publieksjury was: waarschijnlijk is het percentage vrouwen daarin groot. Ook dat zou van invloed kunnen zijn op de keuze voor een winnares. Waarmee nog nìets gezegd is over de oorzaak van het ontbreken van vrouwen bij de overige literaire prijzen.......

Toch vraag ik me oprecht af of er echt geen andere vrouwelijke auteur voor de shortlist in aanmerking kwam. Bij Leestafel.info worden elk jaar alle debuten die meedingen naar de APL (vaak meer dan 80!!) gelezen. Ik zou van hen wel eens willen horen of ze een andere vrouwelijke auteur kunnen noemen die dit jaar eigenlijk niet had mogen ontbreken op de shortlist.

Tussenstand

Na het lezen van 3 debuten voor de ALP is mijn voorlopige volgorde: 1. Bart Vercauteren - Het graf van de voddenraper, 2. Menno Lievers - De val van Hippocrates en 3. Gerrie Hondius - Ik ontmoette een man.

Gerrie Hondius - Ik ontmoette een man. Amsterdam, Contact, 2010. Paperback, 2e dr., 165 pg., isbn: 9789025470067.

©JannieTr, 13 juni 2011.

woensdag 8 juni 2011

Menno Lievers - De val van Hippocrates


Mei 2011 - waardering: 7-.

Inleiding

Een heel dubbel gevoel had ik na het lezen van De val van Hippocrates. Het eerste deel van het boek boeide me voldoende om door te willen lezen. Daarna begon ik me af en toe te ergeren, leek het me allemaal wat teveel van het goede. Het slot daarentegen maakte weer veel goed.

Als kernjurylid van de Academica Literatuur Prijs word ik geacht een weloverwogen oordeel te geven. En dat vond ik in dit geval niet eenvoudig. Geheel tegen mijn gewoonte in heb ik daarom, vooraf aan mijn recensie, een interessant interview met Menno Lievers bekeken over De Val van Hippocrates. Daar heb ik geen spijt van. Het verklaart iets van mijn aanvankelijke bezwaren, maar het neemt ze niet allemaal weg.

Het verhaal

Tijdens een wandeling in de bergen heeft de dertienjarige Erik Liefco zijn broer naast zich in de afgrond zien storten. Mentaal is hij in de val meegesleurd en moet hij zijn leven vanuit de diepte weer opbouwen. Door te kiezen voor het beroep van arts probeert hij niet alleen vergeving te krijgen van zijn moeder, maar ook van zichzelf. Vanwege een tekort aan opleidingsplaatsen is hij gedoemd basisarts te blijven. Zijn vriendin raadt hem aan afscheid te nemen van de geneeskunde, maar Liefco wil nog één poging wagen een plek te veroveren. Als hij zijn optreden als arts onverwacht moet verdedigen, rijst opnieuw de vraag: is Liefco een schuldig mens? (tekst achterflap).

De leeservaring

De structuur van het verhaal is helder: chronologisch wordt in de verleden tijd door een ik-verteller de verloop van de gebeurtenissen vertelt. De sporadische flashbacks hebben vooral betrekking op het ongeluk met het broertje. Het verhaal begint op de eerste werkdag van Liefco als arts-assistent, niet-in-opleiding, in een academisch ziekenhuis in een grote stad. Lievers schetst een onthutsend beeld van de medici waar hij mee samen moet werken. Minachting of op z'n minst onverschilligheid jegens de patiënten, onkunde, fraude, non-collegialiteit, statusdwang, er gaat een beerput open waarin je als patiënt, ondanks vermoedens, misschien liever geen blik geworpen had. Liefco is volgens zijn collega's te "lief" voor zijn patiënten, hij dient ze meer als objecten te beschouwen: zieke lichamen. Maar zo'n dokter wil en kan hij niet zijn. Hij doet zijn best, wordt nergens in gesteund, voelt dat zijn kennis nog te kort schiet voor de verantwoordelijkheid die hij toegeschoven krijgt, maakt fouten. Tot overmaat van ramp prikt hij zich per ongeluk met een met Hiv-geïnfecteerde naald. 

Naarmate het verhaal vorderde,  kreeg ik het gevoel dat er overdreven werd. Dat de werkelijkheid in een ziekenhuis zo erg niet kon zijn. Ernstige overdrijving kan omslaan in absurditeit of  hilariteit, iets wat absoluut niet bij dit onderwerp past. Dat verklaarde mijn ergernis. In het interview vertelt Lievers echter dat er niets overdreven is, dat zijn redacteur er zelfs nog stukken uit gehaald heeft, omdat hij het teveel van het goede vond. Een schokkende constatering en begrijpelijk dat Lievers het allemaal op heeft willen schrijven. Maar toch is het m.i. iets teveel van het goede. Met minder wantoestanden had hij ook zijn punt wel gemaakt. Een beginnersfout?

Liefco bedoelt het allemaal zo goed, maar het zit hem allemaal tegen: zijn relatie loopt stuk, hij legt het aan met verschillende verpleegsters, trouwt met een Colombiaanse heor om haar aan een baantje in het ziekenhuis te kunnen helpen, waarna ze cocaïne gaat smokkelen. Hij raakt verstrikt in zijn oude drankprobleem. Er sterven patiënten, door zijn onoplettendheid, door toeval of door toedoen van anderen die hem dat in de schoenen proberen te schuiven. En hij blijkt inderdaad aids ontwikkeld te hebben. Dat heeft invloed op de manier waarop hij met vrouwen omgaat en al hebben de s@xscènes daardoor zeker een functie, toch komen ook die naar mijn smaak wat te veelvuldig en uitgebreid voor. Dat alles mondt uit in een proces dat lijkt op dat van Lycia de B. Alles wat hem is overkomen wordt tegen hem gebruikt. Toch voelt hij zich nog steeds schuldig en nu aan veel meer dan alleen het ongeluk dat zijn broer overkwam.

Tot echt uitgewerkte karakters komt het helaas niet. Vooral de collegae neigen naar typetjes en de verschillende vrouwen komen niet echt uit de verf. Ook de patiënten blijven bij-figuren, terwijl we, ondanks het ik-perspectief, ook Liefco niet echt leren kennen. We weten iets van zijn drijfveren, zien zijn onbeholpenheid en onzekerheid, zijn naïviteit, zijn waanideeën. Maar toch begrijpen we uiteindelijk wel waarom het verhaal moest eindigen, zoals het eindigt.

De stijl is over het algemeen nogal afstandelijk en zakelijk. Ontroerend beschreven is echter het optreden van Liefco rondom de bevalling van een in de buik overleden baby. En vooral ook het hoofdstuk Slot. Op de valreep wordt Liefco een echt mens, wordt het mogelijk mee te leven met deze gekwelde persoon en hem het slot te gunnen, waar hij naar toe leefde

Debuten zijn te verdelen in drie categorieën. Het droomdebuut: een boek dat helemaal goed is, een bestseller, met als nadeel dat evenaren of overtreffen moeilijk zal worden. Dan het debuut dat er mee door kan, maar dat eigenlijk zelden opgevolgd wordt door een veel beter boek. En tenslotte het veelbelovende debuut: een boek dat het nog net niet helemaal heeft, maar dat genoeg potentie heeft om te verwachten dat het volgende beter zal zijn. Ik zou De val van Hippocrates tot die laatste categorie willen rekenen.

Menno Lievers - De val van Hippocrates. Amsterdam, De Bezige Bij, 2010. 2e dr., 284 p., isbn 9789023454618

©JannieTr, 8 juni 2011.


dinsdag 7 juni 2011

Thomas Verbogt - Perfecte stilte

Mei 2011 - waardering: 5,5.

Inleiding
Het is jammer, maar het lijkt er niet op dat het ooit wat worden zal tussen Thomas Verbogt en mij. In december 2007 las ik Eindelijk de zee en ik was er niet van onder de indruk. Onlangs won ik bij een prijsvraag van VPRO-boeken Perfecte stilte. Bij Brands met Boeken zag ik het interview over dit boek met de auteur en ik besloot hem nog een kans te geven, deze aardige, wat verlegen man. Maar helaas. Weer kon het mij niet bekoren, als ik eerlijk ben moet ik zeggen, dat het me nog minder beviel dan Eindelijk de zee....


Flaptekst

Documentairemaker David Kromweg heeft een half leven achter zich als hij op een dag de moeder van zijn jeugdvriendin tegen het lijf loopt. Het confronteert hem met een verleden dat nog steeds niet afgesloten blijkt. Hij zou een bekentenis moeten doen, maar heeft er de moed niet voor.
Als hij echter kort daarna in een gevaarlijke situatie belandt waarin hij zich anders gedraagt dan hij voor mogelijk hield, breekt er in hem iets open. (NieuwAmsterdam).

Samenvatting

Simon, David en Valerie waren vrienden. Op een dag plecht Valerie zelfmoord. David weet als enige waarom, maar vertelt dat niemand, ook haar ouders niet. Als hij haar moeder jaren later tegenkomt, schaamt hij zich, omdat hij daar weer over liegt en hij belooft haar om weer eens op bezoek te komen. Terwijl hij op weg is naar een afspraak loopt hij langs een steeg, waarin hij in een ooghoek iets ziet gebeuren. Zonder nadenken gaat hij er op af om een vrouw te helpen die belaagd wordt door drie mannen. Het loopt voor beiden niet goed af. Hij belandt in het ziekenhuis. Hij is er zelf verbaasd over dat hij zo "moedig" was te proberen in te grijpen. Misschien voelde hij zich nog schuldig, omdat hij niet ingegrepen heeft toen hij Valerie moest helpen?
Als hij het ziekenhuis verlaat, neemt hij zich voor een heel ander, eerlijker leven te gaan leiden. Hij is bezig met verschillende documentaires, vooral met vrouwen in de hoofdrol, heeft contact met verschillende goede vriendinnen/een minnares/een vrouwelijke collega en allemaal dragen ze hun steentje bij aan zijn psychologische ontwikkeling en ommezwaai. De vrouw waar hij al tien jaar mee samen is laat hem inzien dat ze eigenlijk niets meer hebben samen en dat opbreken beter is. Dus besluit hij dat alles anders moet. Hij brengt de moeder een bezoek, maar vertelt haar nog niet wat hij weet. Dan zoekt hij de vader op, waarvan hij vernam dat die geestelijk verward zou zijn en zwijgend in een verzorgingshuis zit. Hij houdt een monoloog tegen de man en laat hem merken dat hij alles weet en dat hij hem schuldig acht aan haar zelfmoord.
Als hij uiteindelijk moed genoeg heeft gevat om de waarheid (die de lezer inmiddels ook vernomen heeft) aan Valerie's moeder te gaan vertellen, is deze zwaar ziek en verzwijgt hij de pijnlijke waarheid om haar in vrede te kunnen laten sterven: ze hield immers van haar man.
Daarna volgt een happy-end, dat ongeloofwaardig is.

Leeservaring

Mijn eerste bezwaar: er zat totaal geen spanning in het verhaal. Aan het begin lezen we over een zelfmoord waarvan de hoofdpersoon meer weet. Daarna stort hij zich op een onbegrijpelijke wijze in een vechtpartij. Een logische verklaring daarvoor is niet te bedenken: hij weet zelf niet waarom  en de ommezwaai en het nadenken over zijn leven die een verklaring zouden kùnnen zijn voor deze actie komen pas LATER, als hij uit het ziekenhuis komt. Onbewuste drijfveren (schuldgevoel, dit keer wel moedig zijn) worden waarschijnlijk geacht hem te drijven, maar overtuigend is het niet.
Dan komt er weer een stukje informatie door zijn bezoek aan de vader: die lijkt te weten waarom zijn dochter zelfmoord pleegde. Maar door alle tussendoortjes: de bezoeken aan en gesprekken met diverse vrouwspersonen, die hem allemaal inzicht moeten geven in wie hij is en hoe hij nu verder moet met zijn leven, halen de spanning uit het verhaal. Als we tenslotte lezen wat er gebeurd is en waarom hij zich zo schuldig voelt, dan voelt dat niet meer als een verrassende plot.

Een tweede bezwaar: het happy-end komt volkomen uit de lucht vallen. Het ziet er allemaal te geconstrueerd uit. Er is een geheim dat in stukjes moet worden onthuld. Zijn eerste vriendinnetje kon hij niet beschermen, de vrouw in de steeg ook niet, maar hij heeft het tenminste geprobeerd. En nu besluit hij, aangemoedigd door vele vrouwen,  alles anders te gaan doen. Hij zoekt de vrouw uit de steeg op en vertelt haar het geheim. Ze is blij dat hij het haar verteld heeft en vertelt hem waardoor de mishandeling in de steeg ontstond.  Hij herkent in haar een soul-mate en ze leefden nog lang en gelukkig.

Wat ik schreef n.a.v. Eindelijk de zee is voor mij ook op dit boek van toepassing:
Het verhaal zelf vind ik absoluut niet meeslepend, eerder traag en saai, terwijl er toch genoeg dramatische momenten in zitten die het spannend zouden moeten maken. De vertelstijl is daarvoor echter te vlak. De structuur is rommelig. Niet alleen de hoofdstukken springen heen en weer in de tijd, ook binnen de hoofdstukken is de chronologie nogal grillig. Dat leest niet prettig. En tenslotte teveel gefilosofeer en gedachtestromen in te lange, ingewikkelde zinnen.
Misschien is het wel een diepzinniger betoog dan ik bij een eerste lezing kan ontdekken. En misschien verdient het een tweede lezing met meer aandacht voor de onderliggende thema’s. Maar omdat het mij op dit moment nergens echt aanspreekt, laat ik het hier voorlopig maar even bij, ondanks de redelijk gunstige recensies.

Daar wil ik nog aan toevoegen: inmiddels heeft Thomas Verbogt een indrukwekkend aantal titels op zijn naam staan. Als er daar èèn bij is, waarvan iemand denkt dat die wel aan mòet spreken, dan wil ik die nog wel proberen. Maar als dat ook niets wordt, dan houd ik het er maar op, dat smaken nu eenmaal verschillen.

Thomas Verbogt - Perfecte stilte. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2011. Paperback, 207 p., isbn: 9789046809846.

© JannieTr.

maandag 9 mei 2011

Bart Vercauteren - Het graf van de voddenraper: Mortsels requiem

Mei 2011 - waardering: 8,5.

Inleiding

Op 5 april 1943, een zonnige lentedag, lieten de geallieerden hun bommen per ongeluk op een volkswijk van het Vlaamse dorp Mortsel vallen, i.p.v. op de nabij gelegen fabrieken van ERLA waar Duitse vliegtuigen gerepareerd werden. Zo'n duizend mensen kwamen om, waaronder ruim 200 kinderen. Het duurde tot 2004 voor er erkenning kwam voor dit leed.
Bart Vercauteren, die opgroeide in dit vergeten dorp, heeft dit gegeven gebruikt om een verhaal te schrijven waarin diverse universele thema's een plek krijgen. Zoals de verschillende manieren waarop rouw verwerkt wordt, hoe verdriet doorwerkt in relaties, hoe moeilijk communiceren kan blijken te zijn, ook tussen mensen die elkaar na staan en het beste met elkaar voor hebben, hoe gruwelijk en levenslang de gevolgen van oorlog zijn.

Het verhaal
De ik-verteller, René Sestig, zal over een paar dagen met pensioen gaan, na 45 jaar grafdelver te zijn geweest. Terwijl hij bezig is met het graven van zijn laatste graf, het graf van de voddenraper, komt diens zoon langs en begint een gesprek. De jongen, Gert, doet René denken aan zijn zoontje Bertje, dat op tweejarige leeftijd omkwam bij het bombardement. Hij heeft altijd een stille bewondering gehad voor de voddenraper, omdat hij, anders dan hijzelf, het toch aangedurfd heeft opnieuw te beginnen na een zelfde verlies. Zowel René als Omer, de voddenraper, zijn echter zwijgers en zo weet Gert weinig van wat er in zijn vader omging, hoe hij zijn verlies heeft ervaren, hoe het geweest is tijdens die vreselijke oorlogstijd. En René is benieuwd naar waarom Omer wel in staat bleek opnieuw te beginnen. Omdat beiden denken daar iets aan te kunnen hebben, spreken de zoon van de voddenraper en de grafdelver af om eens met elkaar te praten.
Tijdens deze gesprekken, tijdens het graven en tijdens het herbeleven van de gebeurtenissen als hij uitgeput van het graven in bad zit, lezen we stukje bij beetje, vrij chronologisch, wat er allemaal gebeurd is in het leven van René. En wat hem ertoe gebracht heeft grafdelver te worden en 45 jaar lang te blijven. De laatste hoofdstukken maken het verhaal rond. Het lijkt er op dat René eindelijk ook de weg naar de toekomst gevonden heeft, nadat hij een laatste gesprek gehad heeft met Gert en dat alles toch nog goed komt. Maar dan volgt er nog een verrassend slot.

De leeservaring

Wat het meest opviel in dit boek was de combinatie van een aangrijpend verhaal en een poëtische stijl. Het verdriet, de machteloosheid, de woede, de onmacht, de eenzaamheid komen op een natuurlijke manier aan bod, niet sentimenteel of gewild dramatisch. Maar wel beeldend en aansprekend. Je leeft intens mee met de hoofdpersonen. Ze krijgen ook allemaal een gezicht, niet alleen de grafdelver, maar ook zijn vrouw, zijn zus, zijn ouders en schoonouders en in mindere mate de voddenraper en zijn zoon. En bij allemaal wordt duidelijk dat de oorlog wonden heeft geslagen waarmee verder geleefd zal moeten worden en dat dat niet mee valt en soms zelfs niet lukt. En daarmee is het een boek geworden,  waarin Mortsel vervangen zou kunnen worden door een willekeurige andere stad waar een oorlog uitgevochten werd of wordt. Het menselijk lijden en het vermogen om met de gevolgen om te kunnen gaan staan centraal in dit verhaal.

En terwijl het verhaal je aangrijpt, ontdek je een wondermooie stijl. Ritmisch, poëtisch. Met alliteraties, binnenrijm en beeldspraken. Soms is de woordkeus duidelijk Vlaams, maar ook dat lijkt er bij te horen. Net alsof daarmee het drama wat verzacht wordt. Het is bovendien een stijl die ruimte laat voor je eigen voorstellingsvermogen.
Het verhaal laat je na de laatste bladzij niet zomaar los. En doet wat literatuur hoort te doen: het verruimt je blik. Het toont hoe verschillend mensen op verlies reageren, het herinnert je eraan dat er nog steeds elke dag ergens op de wereld dezelfde drama's plaatsvinden, maar dat het nooit te laat hoeft te zijn om te proberen opnieuw te beginnen.

Enkele citaten

"De voddenraper heeft er aan gedacht. Dat weet ik wel zeker. Net als ik heeft hij zich zijn zoon ontelbare keren voorgesteld. Hij zou nu zes zijn, naar school gaan, achttien, afstuderen, vrijen, trouwen. Aan het graf van een kind is een vader op zoek naar de toekomst die hem ontstolen is. Als de doden ergens leven dan is het in het hoofd van wie ze achterlieten."

"De kliniek had mij nooit eerder opgebeld. Ik heb altijd geweten dat het zo kon gaan. Dat Joke, zodra ze kon, de trein zou nemen die al zoveel patiënten voor eeuwig rust geschonken heeft. Het lijkt wel alsof men psychiatrische klinieken met opzet in de buurt van spoorwegovergangen bouwt."

"De geur van aarde, kiezel, verdord groen en nat gras vermengt zich met de frisse mufheid van mos op verregend arduin."

Bart Vercauteren - Het graf van de voddenraper: Mortsels requiem. Antwerpen, Houtekiet, 2010. 135 p., isbn 978-90-8924-094-1.

©JannieTr,  9 mei 2011.

zondag 1 mei 2011

Gerbrand Bakker - De Omweg

September 2010 / Mei 2011 - waardering: 10

Inleiding

Betoverd werd ik door dit boek, de eerste keer dat ik het las, kort na de verschijning. Ik zag er tegenop het nogmaals te lezen, om het te moeten analyseren voor de bespreking met de leesgroep. Omdat ik vreesde dat een analyse de betovering voorgoed zou verbreken. Niets bleek minder waar. Maar daarom heeft de plaatsing op mijn weblog wel even op zich laten wachten. Maar hier komt die dan toch, want dit is een boek dat niet genoeg geprezen kan worden.

Samenvatting inhoud

Amsterdam. Een vrouw verdwijnt. Haar echtgenoot wordt verhoord door een begripvolle politieagent en gaat te rade bij zijn schoonouders. De vrouw heeft een oud huis gehuurd, ver weg, in Wales. Om een nieuwe start te maken. Ze wil dingen vergeten, is gevlucht voor lastige situaties en pijnlijk nieuws.
Maar ook begint ze onbewust weer op te bouwen. Misschien komt alles toch nog goed. Het is november, het wordt december. Een botte schapenboer slacht een lam, een huisarts zit zich dood te roken in zijn lege praktijk, de vrouw laat haar haren kort knippen door de plaatselijke kapster. Van de tien witte ganzen op het veld bij het huis zijn er na twee maanden nog vier over. En wat moet ze met de vriendelijke maar ongrijpbare jongen die op een nevelige namiddag over de muur rondom haar tuin springt? De dag voor kerst schepen de echtgenoot en de politieagent zich in op de boot naar Hull. Ze komen steeds dichterbij, de tijd begint te dringen. (Cossee)

Leeservaring

De eerste lezing in september 2010 maakte het meteen duidelijk: dit is een heel bijzonder boek. Er eenmaal in begonnen, bleek het moeilijk het weg te leggen. En toch was er geen sprake van "in één ruk uitlezen". Ik werd ongemerkt het verhaal ingezogen, op een manier die er voor zorgde dat ik rustiger en zorgvuldiger ging lezen. Langzaam dringt het besef door waarheen het verhaal op weg is. Je wilt verder lezen en toch ook niet. Je wilt weten of het nog goed komt, al voel je aan van niet. En je wilt niet dat deze bijzondere ervaring afgelopen is.
En als het dan uit is? De betovering gaat niet zomaar over. Lang blijft het verhaal nog hangen, het zaait verwarde gevoelens. Het kenmerk van echte literatuur: dat je anders tegen het leven aankijkt na het lezen ervan, dat je iets beter begrijpt hoe het leven in elkaar zit. Dat vond ik in dit boek. En de tweede lezing versterkte dat gelukkig alleen maar.

De tweede lezing in mei 2011 was dus bedoeld om een analyse van het boek te maken. Soms valt na zo'n analyse een boek door de mand: de trucjes van de auteur worden te duidelijk, soms ook bekijk je het met waardering: mooi gebruik gemaakt van literaire technieken. Maar de fascinatie van de eerste lezing wordt in beide gevallen teniet gedaan door de kale feiten.
En dat bleek gelukkig bij De Omweg niet het geval. Omdat het boek ondertussen door velen besproken is en bijna alles wat er zorgvuldig ingestopt is op vele plekken op internet te vinden is, zal ik daar weinig over melden hier. Ik zag dat alles terug bij de tweede lezing, maar toch bleef ik aan het einde van het verhaal nog sterker dan de eerste keer achter met een weemoedig gevoel. Alleen had ik dit keer beter een idee wat Bakker ons duidelijk wilde maken met dit verhaal.

Daarom beperk ik me liever tot wat volgens mij het hoofdthema van De Omweg is: zelfdoding en alles wat daarmee samenhangt. In een recensie las ik dat de hoofdpersoon niet echt uit de verf komt. Mij lijkt het dat dat ook niet de bedoeling was. De vrouw krijgt heel lang geen naam, gebruikt de schuilnaam Emily (naar Emily Dickinson die een belangrijke rol speelt), we vernemen vooral haar gedragingen, horen iets over hoe anderen haar zien, krijgen wat te horen over omstandigheden die aan haar vlucht naar Wales vooraf gingen. Maar nergens krijgen we echt grip op haar wezen, lezen we wat er in haar omgaat. Bakker suggereert en laat ons invullen.

En zo blijven we aan het einde van het boek in dezelfde verwarring achter als degenen die geconfronteerd worden met de zelfmoord van een geliefde. Waarom? Wat hadden we kunnen doen om dit te voorkomen? Wiens schuld is dit? Als lezer kennen we dezelfde feiten als de achterblijvers: het schandaal op de universiteit, haar kinderloosheid, haar ernstige ziekte, de liefdeloze verhouding met haar echtgenoot, het onvermogen van haar ouders iets voor haar te betekenen. De schoonzoon krijgt al bij voorbaat de schuld van de ouders die zelf niet kunnen zeggen dat ze van haar houden en aan de schoonzoon vragen dat door te geven.

En dan is er haar oom die wel contact met haar kon maken, die een zielsverwant lijkt te zijn. Waar ze graag logeerde, maar wat haar verboden werd, omdat hij haar volgens haar ouders slechte dingen leerde. Maar die haar een levensles gaf, die deel uitmaakt van de kern van dit boek:
"Hij heeft haar leren roken", zei de schoonvader. (schoonmoeder): "Gah, ja. En hij had altijd opruiende praatjes. Rare dingen zei hij tegen haar, als ze thuiskwam, duurde het dagen voor ze weer een beetje de oude was." "Wat zei hij dan?" vroeg de man. "Dat ze dingen alleen moest kunnen. Dat een mens er in het leven alleen voor staat. Dat je je niks van anderen aan moest trekken".

En daarmee wordt een ander aspect van zelfdoding aangesneden: het zelfbeschikkingsrecht van mensen. Na het ongeloof en de waarom vragen komt vaak de boosheid: het is niet eerlijk dat de persoon in kwestie ertussen uit piept en de omgeving in verwarring en verdriet achterlaat. Maar voor de meest wezenlijke beslissingen in het leven staat een mens er nu eenmaal alleen voor. Wat gaf bij haar de doorslag: de schande op de universiteit, de kinderloosheid, het gevoel dat ze door de mensen om haar heen toch niet echt gemist zou worden. Waarom wilde ze niet beter worden, of kon dat al niet meer en wilde ze met rust gelaten worden in de laatste maanden? Ze was hierover aan niemand verantwoording verschuldigd. Hoe zou een ander kunnen bepalen wat voor haar het zwaarst woog, hoe ze tegen haar resterende leven aan keek of hoe ze haar laatste maanden wilde doorbrengen ?

Bij de eerste lezing bleef ik door de suggestieve manier van schrijven in verwarring achter en kon ik de gevoelens van achterblijvers beter begrijpen. En, vreemd genoeg, na de tweede lezing, had ik vrede met het einde. Ondanks de verwarring respecteerde ik de keus die hier gemaakt werd.  Ze heeft haar eigen afwegingen gemaakt en daarna zorgvuldig de voorbereidingen getroffen. Zelden is het woord Leeservaring zo van toepassing geweest bij het lezen van een boek. Het gedicht van Emily Dickinson is een prachtige (en goed vertaalde) afronding.

Spreid dit bed met zorg,
Spreid het ademloos.
Wacht er tot de laatste dag
Luisterrijk en puur.
Het matras zij strak,
't Hoofdeinde rond;
Weer de schelle dageraad
Van deze stille grond.

Gerbrand Bakker - De Omweg. Amsterdam, Cossee, 2010. Geb., 235 p., isbn: 978-90-5936-294-9.

©JannieTr, mei 2011.