Februari 2007 – Waardering: 6.
Vijf
romans heeft Hans Münstermann geschreven met zijn alter-ego Andreas Klein in de
hoofdrol. Voor de laatste (De Bekoring) kreeg hij in 2006 de
AKO-literatuurprijs. Volgens zijn critici was de eerste (Het gelukkige jaar
1940) de meest geslaagde.
Het
verhaal laat zich simpel samenvatten: Marianne Petersen, een 18-jarig meisje
uit Arnhem trouwt op 10 mei 1940 (!) met de 30-jarige Joachim Klein, een
Duitser. Ze krijgen 7 kinderen en scheiden kort na hun 25-jarig huwelijksfeest.
Joachim sterft op zijn 60ste. Een familiefeest (de 40ste
verjaardag van een van de broers) waarop iedereen, ook de 78-jarige moeder,
aanwezig is, vormt het decor waartegen ons de geschiedenis van dit huwelijk
wordt verteld.
Münstermann
gebruikt hiervoor 3 verhaallijnen, die elkaar voortdurend afwisselen. Het
perspectief ligt steeds bij Andreas, de middelste zoon. Hij vertelt over de
huwelijksdag in 1940, verhaallijn 1), over de kennismaking en verloving van vader
en moeder en het verloop van het huwelijk tijdens en na de oorlog (verhaallijn
2) en over de gebeurtenissen op het familiefeest (verhaallijn 3).
Uiteengerafeld
ziet dat er zo uit: Andreas blijkt gefascineerd door het verleden. Van jongs af
aan merkt hij dat er tussen zijn ouders geen liefde, warmte bestaat. Er mist
iets in het gezin. Hij probeert uit te vinden of het ooit anders was en hoe het
komt dat dat verdween. Ook vermoedt hij dat er geheimen zijn in de familie.
Zijn moeder verzwijgt iets. In de eerste verhaallijn reconstrueert hij de
trouwdag van zijn ouders. Vanaf het moment dat Marianne de avond voor de
bruiloft naar bed gaat tot en met de huwelijksnacht. Hoewel toen nog niet
geboren (uiteraard) doet hij of hij er bij was, praat met zijn moeder, vraagt
haar van alles en voegt dat bij de feiten en antwoorden die hij van later kent.
Doordat Joachim een Duitser is en precies op de trouwdag de oorlog uitbreekt,
zijn er nogal wat verwikkelingen op deze dag. Toch concludeert Andreas, dat ze
blij met elkaar en gelukkig zijn die dag. Al realiseert hij zich wel, dat
Marianne ook trouwde om het huis uit te kunnen en Joachim omdat er op seksueel
gebied nu eenmaal niets mogelijk was zonder huwelijk.
De
tweede verhaallijn volgt het paar, vanaf de kennismaking tot na de scheiding,
met veel aandacht voor de
oorlogsperiode. Hij komt tot de conclusie dat met name zijn vader gebroken uit
deze periode is gekomen. Afgewezen door de Nederlanders (hoewel
geneutraliseerd) probeert Joachim in Duitsland de kost te verdienen. Marianne
komt over, maar vertrekt al weer snel naar het relatief veilige Nederland, als
ze de bombardementen in Dortmund meemaakt. Soms komt Joachim even over. Er
worden ondertussen 3 kinderen geboren. Maar als hij zich in Duitsland kritisch
uitlaat over de Nazi’s wordt hij daar in een dwangarbeiderskamp gestopt. Hij
mist zijn gezin enorm. Na de oorlog komt hij naar huis en wordt vervolgens in
een Nederlands kamp opgesloten. Als hij eindelijk terug kan keren naar zijn
gezin is hij een totaal gebroken, een ander mens, volgens Marianne. Ze doet
haar best, maar kan niet meer van hem houden. En dan is er ook nog Oom Paulus,
een broer van Joachim, die als majoor in het Duitse leger dient en tijdens de
oorlog in het huis bij Marianne woont en aan het eind van de oorlog onder
verdachte omstandigheden sterft.
De
derde lijn is het feest, waarop Andreas iedereen, maar vooral zijn moeder en
een tante, ondervraagt over het verleden. Aanvankelijk vinden zijn broers en
zussen dat hij het feest verpest met zijn gezeur, maar gaandeweg raken ook zij
geboeid en zijn ze benieuwd naar de antwoorden. Het is duidelijk dat er iets
verzwegen wordt, maar wat? Is Andreas soms een zoon van Oom Paulus? En wat is
er aan het eind van de oorlog met Oom Paulus gebeurd? Net als Andreas denkt,
dat hij alles goed gereconstrueerd heeft, blijkt het toch weer allemaal anders
te zijn:
“Dit
zijn aantekeningen die altijd bijgewerkt moeten worden, elke dag, tot ik er
niet meer ben. Steeds opnieuw overlezen en de wenkbrauwen fronsen. Nieuwe
details, nieuw mededogen.” “De hele geschiedenis moest weer van voren af aan
onder de loep genomen worden. Daar gingen we weer. Het was maar goed dat
niemand wist waar ik nu weer mee bezig was. Ze zouden me in een inrichting
stoppen. Daar zouden ze toe in staat zijn. En geef ze eens ongelijk”.
Tenslotte
vertelt Marianne toch het geheim.
Welk
thema wordt er in deze roman aangesneden? Je kunt het een oorlogsroman noemen.
Niet het militaire gebeuren, maar de gevolgen voor de gewone mensen staan
centraal. Vooral Joachim wordt het slachtoffer van het feit, dat hij op deze
bijzondere dag met een Nederlands meisje trouwt. Marianne lijkt er beter vanaf
te komen. Maar er is ook wat voor te zeggen om het een psychologische roman te
noemen. Al leren we het ouderpaar, waar het verhaal in feite over gaat, minder
goed kennen dan hun zoon Andreas. Het doordrammerige fanatisme waarmee hij het
verleden probeert te reconstrueren dient een hoger doel: hij is op zoek naar de
reden van zijn moeizame omgang met anderen, zijn wantrouwen en de moeite die
hij heeft zich aan anderen te binden. Hij heeft duidelijk veel emotionele
problemen met het verleden van zijn familie.
De
3 verweven verhaallijnen, de gedreven zoon die zgn. aanwezig is op de trouwdag
van zijn toekomstige ouders, de interne monologen, vragen, antwoorden, maken
het boek tot een apart geheel. Het zal wel literair verantwoord zijn. Maar ik
vond het niet prettig lezen. De verhaallijnen gaan plompverloren in elkaar
over. Als je de volgende zin even niet begrijpt, dan blijkt de schrijver alweer
overgestapt te zijn op een andere verhaallijn. Teveel monologen en vragen
vertragen het verhaal, halen de spanning eruit. Aan het einde van het boek
wordt het geheim (dat Andreas na diepgaand speurwerk ontdekt heeft) op een
nogal terloopse wijze prijsgegeven. Maar over de karakters en de onderlinge
verhouding tussen de twee mensen die trouwden op 10 mei 1940 weten we dan nog
steeds niet veel. Van Andreas Klein des te meer. Daar hoef ik De Bekoring dus
niet meer voor te lezen.
Gelukkig maar, want dat boek kreeg weliswaar de AKO literatuurprijs , maar stond ook op
de shortlist 2006 van de Gouden Doerian (de prijs voor de slechtste Nederlandse
literaire roman)……
©
Jannie Trouwborst, februari 2007.
Paperback | 254 Pagina's | L.J. Veen | 2000
ISBN10: 9020457586 | ISBN13: 9789020457582
ISBN10: 9020457586 | ISBN13: 9789020457582
Geen opmerkingen:
Een reactie posten