Mei 2007 – Waardering 7,0
“Naar eigen zeggen is
Alfons De Ridder alias Willem Elsschot toevallig aan het schrijven gegaan door
toedoen van 'een 45-jarige juffrouw Van der Tak', collega van De Ridder bij de
Schiedamse Werf Gusto: 'Ze wilde altijd dat ik de verhalen die ik vertelde,
onder andere over het familie-pension in Parijs waar ik gewoond had, opschreef.
Ik sprak nog Vlaams, weet u; en dat vermaakte haar. Wel driehonderd keer heeft
ze gezegd: "Fons, waarom schrijf je dat niet eens op." En ik schreef
Villa des Roses in drie weken.'
In interviews vertelde
Elsschot maar al te graag dat het verhaal autobiografisch was ('Die
onsympathieke, jonge Duitser uit mijn eerste boek was ik zelf') en dat hij het
'spontaan' en 'zonder erbij na te denken noch iets te compliceren' had
geschreven. Een bewering die overigens niet waar is: uit een brief van Elsschot
aan Jan van Nijlen blijkt duidelijk dat de jonge schrijver stilistisch uiterst
weloverwogen te werk is gegaan.
Ook in de vele recensies
van de eerste druk van Villa des Roses (1913) is Elsschots verrassende stijl
een terugkerend onderwerp van lof, al weet men het werk niet zo goed te
plaatsen: men noemt het uiteenlopend 'frisch Hollandsch', 'zuiver
Noord-Nederlandsch' en 'on-Hollandsch/Fransch', waarbij zelfs meermalen een
vergelijking met Honoré de Balzac wordt getrokken.
J. Greshoff: 'Zelden trof
een Nederlandsch boek mij zoo direct en zoo diep, omdat het anders was dan alle
andere Nederlandsche boeken, welke ik gelezen had.'” (Citaat van de site van
het Elsschot Genootschap).
Het
is al lang gelden, dat ik van Elsschot Het Dwaallicht las. Ik herinner mij
globaal de inhoud en dat ik het mooi vond.
Ook Lijmen /Het Been heb ik ooit gelezen, maar daar is minder van
bijgebleven. Dit jaar is het 125 jaar geleden, dat Elsschot geboren werd en dat
wordt in Antwerpen uitgebreid gevierd, met als stuwende kracht Het Elsschot
Genootschap. De daarbij behorende activiteiten (van wandelingen, via lezingen
tot heruitgaven) zijn te vinden op hun website. In dit kader is het wel
toepasselijk, dat de Leestafel Villa des Roses, zijn eersteling, gekozen heeft
tot samenleesboek van de maand juni.
De
kennismaking met het eerste boek dat Elsschot schreef is niet tegengevallen. Na
bijna 100 jaar doet de stijl niet echt ouderwets aan. En in het sporadische
geval dat de woordkeuze wat vreemd overkomt, speelt doorgaans het Vlaamse taal-
en woordgebruik een rol.
Het
boek leest alsof het verhaal zich terwijl het geschreven werd ontwikkeld heeft.
Wat begint als een luchtige, licht ironische beschrijving van een
familiepension in Parijs, “waarin het echtpaar Brulot te eten gaf en kamers
verhuurde” wordt gaande weg grimmiger: er wordt in de tuin een zelfmoord
gepleegd, de oudste gast (die kleptomanie ontwikkeld heeft) wordt zo getergd
dat ze een verschrikkelijke wraak verzint, er worden gasten op straat gezet en het
eindigt ermee dat de huur van Villa des Roses wordt opgezegd: het huis staat op
de nominatie gesloopt te worden. Ondertussen komt daar al snel het verhaal bij van
Louise, het kamermeisje. Het verloop van haar affaire met een van de gasten en
de afloop ervan plaatst het verhaal terug in de periode waarin het geschreven
werd: het heeft beslist naturalistische trekjes. En zo eindigt een nog steeds
niet echt gedateerd boek toch een beetje ouderwets.
Niet
alle karakters zijn evenveel uitgediept. Bij sommigen wordt een bepaalde
eigenschap er uitgelicht en uitvergroot. Wat er in hen omgaat, is dan niet
altijd helemaal duidelijk. Slechts voor zover het van belang is voor de
ontwikkeling van de gebeurtenissen lezen we hun gedachten. Alleen Louise en (in
iets mindere mate) Grünewald leren we beter kennen. En juist daardoor komt de
naturalistische inslag van het verhaal naar voren.
Toch
wel aardig om te lezen. Ik heb het tweedehands aangeschaft (mooie gebonden
uitgave), dus herlezen kan ook nog. Inmiddels ook aangeschaft: Tjip/De
Leeuwentemmer (ook een mooie gebonden uitgave, met uitgebreide inleiding). Die
zijn van veel later (1934 en 1940). Wel leuk om eens naast de Villa te leggen.
Amsterdam,
Querido, 1969. Geb., met stofomsl., 127 p., 12de dr. (1e
dr. 1913).
©
Librije, mei 2007.
N.B. DIT BOEK WERD OVERGEZET VANUIT MIJN OUDE WEBLOG EN HEEFT DUS EEN IETS ANDERE FORMAT.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten