Omslag: Op 22 mei 1997 overleed
onverwachts de Vlaamse dichter Herman de Coninck. Hij was met
collega-schrijvers onderweg naar de opening van een literair congres in Lissabon. In
Taal zonder mij herleest zijn weduwe,
Kristien Hemmerechts, zijn poëzie en gaat daarbij vooral in op het expliciet
autobiografische karakter van veel van zijn gedichten. Aan de hand van
correspondentie en herinneringen bouwt ze een beeld op van zijn poëtica en zijn
persoonlijkheid. Ze komt tot de slotsom dat ze hem nu pas echt begrijpt.
NBD|Biblion:
Na
alles wat er al over dit boek gezegd en geschreven is, valt het niet mee om er
onbevangen een oordeel over te geven. Dat komt natuurlijk in de eerste plaats
door de combinatie van onderwerp en auteur: dichter Herman de Coninck
(1944-1997) en schrijfster Kristien Hemmerechts (1955), zijn vrouw, meer
precies zijn weduwe. Zij richtte een monument in woorden op voor haar onverwacht
in een ver land in vreemde armen gestorven echtgenoot, maar ontziet hem daarbij
niet. De ontreddering en het verdriet zijn op iedere bladzijde voelbaar, maar de
manier waarop zij dit tot uitdrukking brengt, dwingt de grootste bewondering
af. Er staan tal van intieme details in dit boek en toch krijg je geen enkel
moment het gevoel een gluurder te zijn. Ze citeert veel, vooral uit zijn
gedichten, maar ook uit brieven en faxen, en uit ander werk. Zo komt De Coninck
als het ware op papier nog eenmaal tot leven. Het schrijven moet haar troost
geboden hebben en kan die wellicht ook anderen bieden.
In de meeste recensies wordt “Taal zonder mij” beschreven, niet zozeer beoordeeld.
-
Parool: “…. een ontroerend en sober boek”.
-
NRC: “Monumentaal is een al te voor de hand liggende kwalificatie voor dit
boek, dat nu eenmaal een monument voor De Coninck beoogt te zijn. Het is meer
dan een eerbetoon voor een geliefde en dichter: een integer werk van een
gevoelige en sterke schrijfster”.
-
Trouw noemt het een opmerkelijk boek, omdat Hemmerechts De Coninck beziet via
zijn eigen poëzie. “Openhartig”, maar ook: “Weliswaar zijn haar
autobiografische toelichtingen van De Conincks gedichten interessant, maar ze
weten de magie van zijn poëzie niet te verklaren. Het blijven feiten naast de
fictie”.
Het
is ook bijna onmogelijk een dergelijk boek te “beoordelen”. Niet alleen omdat
het nu eenmaal geen “roman” is die uitsluitend volgens literaire maatstaven
beoordeeld kan worden. Maar ook de persoonlijke betrokkenheid van de
schrijfster bij het onderwerp van haar boek vraagt m.i. om enige
terughoudendheid t.a.v. al te felle kritiek.
De
poëzie van De Coninck was mij onbekend tot ik het boek van Hemmerechts las. Op
zich was dit een goede manier om er kennis mee te maken: het is geen
gemakkelijk te vatten poëzie en door de manier waarop Hemmerechts het in dit
boek toepast, wordt het toegankelijker. De andere pijler waar het boek naar
mijn gevoel op rust is haar zoektocht naar zijn persoonlijkheid, waarbij de
autobiografische elementen in zijn poëzie en andere ego-documenten een grote
rol spelen. Het schrijven ervan heeft ongetwijfeld steun gegeven in deze
donkere periode. Want ondanks dat het nergens van de bladzijden afdroop, is
tussen de regels door de wanhoop te lezen. Het is een boeiend geheel geworden.
Hoewel
ik bewondering heb voor de manier waarop Kristien Hemmerechts dit eerbetoon aan
haar overleden man heeft vormgegeven is mijn leeswaardering toch blijven steken
op een 6,5. Dat komt voornamelijk, omdat ik ondanks haar explicaties geen
liefhebber ben geworden van de poëzie van Herman de Coninck.
Amsterdam,
Atlas, 1998. Geb., 2e dr., 149 p.
©
JannieTr, juni 2008.
(Waardering: 6,5).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten