Februari 2009 – waardering: 8,0.
Inleiding:
Rubber verscheen in 1931. Het boek was destijds een bestseller, het werd in vele talen vertaald, verfilmd en voor het toneel bewerkt. Het deed veel stof opwaaien, werd meerdere malen herdrukt (tussen 1952 en 1992 in verkorte vorm). De laatste (volledige) herdruk verscheen in 1992. Enkele jaren geleden verscheen er een roman over het leven van de schrijfster ( Kester Freriks – Madelon. Het verborgen leven van Madelon Székelu-Lulofs) en onlangs een biografie (Frank Okker – Tumult. Het levensverhaal van Madelon Székelu-Lulofs). In 1999 zette MaxPam voor HP/De Tijd het boek op de lijst van 100 beste boeken van de eeuw (op plek nr. 72). Toch doen haar naam en de titels van haar boeken bij niet veel mensen een belletje rinkelen. Ten onrechte, vind ik, na het lezen van dit boek.
Over de auteur:
Magdalena Hermina Lulofs werd geboren op 24-06-1899 te Soerabaja als oudste kind van een bestuursambtenaar in Indië. Het groeiende gezin verhuisde vaak, o.a. naar Atjeh. Van 1913 tot 1915 verbleef ze in Holland bij familie voor haar schoolopleiding, maar keerde wegens familieomstandigheden terug. Ze trouwde jong (1917) en vertrok met haar man naar Deli waar hij rubberplanter werd. Het echtpaar kreeg 2 kinderen, maar het was geen goed huwelijk. In 1926 scheidt ze van haar eerste man en trouwt met de Hongaarse planter Láslo Székely. Na een jaar in Hongarije keren ze terug naar Deli, waar nog een dochter geboren wordt. In 1930 vertrekken naar Europa (Boedapest). Ook haar man schrijft boeken over o.a. de rubberplantages. Gedwongen door de naderende oorlog komt het gezin in 1938 terug naar Nederland. Haar man sterft uiteindelijk in 1945 in Roemenië. Zijzelf op 22-05-1958 in Amsterdam. Ze ligt begraven op Zorgvlied. (Voor een uitgebreide biografie en bibliografie zie M.H. Székely-Lulofs op de site van Mats Beek). http://www.schrijversinfo.nl/szekelylulofsmh.html
Inhoud:
Puttend uit haar eigen ervaringen vertelt Madelon Székely-Lulofs over het leven op een rubberonderneming op Oost Sumatra in de periode 1920-1929. Hoofdpersonen zijn enkele Hollandse rubberplanters, die hopen op Deli in enkele jaren genoeg te verdienen om er in Holland daarna goed van te kunnen leven. Het is de periode waarin de Deliaanse plantersamenleving een stormachtige ontwikkeling doormaakt. De schrijfster schetst een beeld van een harde, materialistische, onversneden koloniale maatschappij, waar tienduizenden contractkoelies voor een schijntje werkten onder leiding van Europees hoger personeel, dat in de hoogconjunctuur van de jaren twintig fabelachtige inkomens verdiende. Ze geeft een indringende beschrijving van het zware, saaie planterswerk, de obsessie met geld en, toen de winsten maar stegen, de roes van materiële overvloed, drank en vrouwen, die pas door de crisis van 1929 werd ontnuchterd.
In dit boek wordt niet veel aandacht besteed aan de koelies, de contractarbeiders. Die spelen echter een hoofdrol in haar volgende boek: Koelie (1932).
Leesverslag:
Ik las de eerste druk uit 1931. Dat betekende een oud boek in handen hebben en lezen in een oudere spelling. Misschien valt het dan iets minder op dat het taalgebruik gedateerd is. Maar dat kan ook niet anders na bijna 80 jaar en ik vond het niet storend. Verder leest het als een historische roman: Bij het verschijnen van het boek bestond de beschreven maatschappij nog, nu lezen we dat alles als een verhaal van vroeger. Maar er zijn ook verbanden met het heden te constateren: een nieuwe (krediet)crisis, uitbuiting die nog altijd wel ergens plaatsvindt (ook in Nederland), najagen van promotiekansen (de rat-race), vervreemding van het land van je ouders en tussen generaties.
De beschrijving van de natuur en het klimaat zijn indrukwekkend: de ondragelijke hitte wordt haast voelbaar. De psychologie van de hoofdpersonen is goed uitgewerkt, misschien komt dat ook wel door het autobiografische karakter van het verhaal. Ondanks dat we weten dat de crisis kwam, is de plot toch nog verrassend en ook in de loop van het verhaal wordt de spanningsboog vastgehouden, door de gebeurtenissen en de onderlinge, onderhuidse concurrentie die aan bod komen. Een oud boek, maar heel goed leesbaar en nergens langdradig.
Uit latere interviews blijkt, dat zij met dit boek wilde bereiken, dat de in Nederland achtergebleven ouders van de jonge mensen die naar Indië vertrokken, beter zouden kunnen begrijpen waarom hun kinderen zo veranderd waren, als ze op verlof kwamen of terugkeerden. In het boek laat ze het jonge gezin hoopvol op verlof naar Nederland gaan en beschrijft hoe zij daar plotseling geconfronteerd worden met de kleinburgerlijkheid van de achterblijvers, het onbegrip voor de veranderde normen en waarden van de verlofgangers en de afkeuring voor hun losser en relativerender gedrag. Ze waren blij weer even terug te zijn, maar voelen zich er tegelijkertijd niet meer echt thuis. Terwijl ook Indië hun thuis niet is. De vrouwelijke hoofdpersoon vraagt zich af hoe dat moet met haar dochtertje, dat alleen Indië kent. Kan zij ooit nog aarden in Holland?
De verschijning van het boek zorgde destijds voor veel ophef. Sommigen waren enthousiast, zowel wat betreft het onderwerp en de behandeling daarvan, als over de literaire kwaliteiten. Anderen sabelden het genadeloos neer. Meestal kwam dat laatste doordat het boek werd vergeleken met Multatuli’s Max Havelaar. Dat is niet redelijk: het is een totaal ander boek. Ook met een totaal andere insteek geschreven. Uiteraard waren ook de achtergebleven Deli-planters niet blij met de manier waarop ze neergezet werden.
M.H. Székely-Lulofs – Rubber, roman uit Deli. Amsterdam, Elsevier, 1931. Geb., 302 p..
Het boek is nog verkrijgbaar in de volledige uitgave (nieuw en tweedehands):
405 pagina's | Uitgeverij Conserve | februari 1992 isbn: 9789054290117
en als Salamanderpocket in verkorte uitgave (tweedehands).
Verder lezen:
M.H. Székely- Lulofs http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=szek002 in de Database Nederlandse Literatuur. Hier zijn de volledige boeken Rubber en Koelie te lezen, alsmede secundaire literatuur (beschouwingen over het boek uit bv. 1949, 1972 en 2002).
'Dit altijd alleen zijn' : verhalen over het leven van planters en koelies in Deli (1914-1930) / László Székely en István Radnai ; vert. [uit het Hongaars] en ingel. door Gábor Pusztai en Gerard Termorshuizen. - Leiden : KITLV Uitgeverij, 2007. - 128 p. : ill. ; 21 cm ISBN 978-90-6718-277-5
(Tweedehands).
© JannieTr, 15 februari 2009.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten