Februari 2012 - waardering: 6,5.
Inleiding
Het seizoen 2011-2012 van de Leeskring Philippine staat in het teken van Surinaams-Nederlandse literatuur. We begonnen met De groeten aan de koningin (2006), het reisverslag van Karin Anema, om een beetje achtergrondkennis te verzamelen. Daarna de romans: Scheurbuik (2002) van Annette de Vries en Solo, een liefde (2009) van Tessa Leuwsha. Als vierde boek koos ik voor een klassieker: De stille plantage (1931) van Albert Helman. Nog steeds prijkt het boek hier en daar op literatuurlijsten van middelbare scholen. Hoog tijd om eens te kijken of het nog wel leesbaar is na 80 jaar. En een vergelijking te maken met de leesbaarheid van andere klassiekers.
Samenvatting
De stille plantage is een roman over kolonisatie. Een familie Hugenoten (met het Edict van Nantes (1598) kregen de Hugenoten (protestanten) in Frankrijk de vrijheid om hun godsdienst te belijden, maar in 1685 werd het Edict herroepen en moesten de Hugenoten vluchten) wijkt naar Holland uit, en vertrekt van daar naar Suriname. Raoul de Morhang, zijn vrouw Josephine en haar twee zusters, Agnes en Cecile willen een plantage stichten waar rechtvaardigheid en liefde de leidende beginselen zijn. Diep in het bos zetten zij de suiker- en tabaksplantage Bel Exil op. Maar de onderneming mislukt. De wrede en zuipende plantage-opzichter Willem Das is het niet eens met de mens-vriendelijke slavenbehandeling die De Morhang voorstaat. Willem Das schopt een slavin dood die van hem zwanger is, de nobele neger Isidore slaat hem neer. Naburige planters doden daarop de neger. Een van de zusters, Agnes, verliefd op Isidore, is ontroostbaar en wordt tot een schim van de nuchtere, taaie werkster die zij ooit was. Cecile kwijnt weg in de tropen en overlijdt na een ziekte. De ‘goede planter’ Raoul beseft dat zijn onderneming faalt. Als zijn vrouw eindelijk zwanger blijkt, vertrekt hij met haar en Agnes naar Engeland. Als hun zoon 20 jaar later terugkeert, wijst niets meer op het bestaan van de plantage.
Leeservaring
Iedereen was het erover eens dat het lezen van dit ruim 80 jaar oude boek niet meeviel. Ook al was het in de hedendaagse spelling gedrukt. De stijl wijkt toch wel erg af van wat tegenwoordig gebruikelijk is. Lange zinnen, veel overpeinzingen, afwijkende woordvolgorde, vooral schrijftaal: eerder poëtisch dan prozaïsch, historische woorden, een auctoriale verteller, die het lezerspubliek bij het verhaal betrekt via "wij" en "onze".
Toch had men over het algemeen wel waardering voor het boek. Vrijwel niemand had het tweemaal gelezen, maar men was het er wel over eens dat er prachtige zinnen en stukjes in staan, die het verdienen nog eens, los van het verhaal, aandachtig gelezen te worden.
Maar wie het boek naast bv. Villa des Roses (1913) van Elsschot legt, ontdekt dat dit nog oudere boek minder gedateerd (qua stijl) aandoet. Helman zelf stelt in een nawoord bij een latere druk (1980) dat hij eigenlijk nog te jong was voor het schrijven van dit verhaal. Met het schrijven van Een laaiende stilte heeft hij geprobeerd de tekortkomingen van De stille plantage goed te maken.
De bespreekster van het boek heeft dan ook deze twee boeken samen behandeld op deze avond en dat was een goede keuze. In het tweede boek uit 1952 heeft A.H. van Agnes de hoofdpersoon gemaakt: we lezen in haar dagboek nogmaals alle gebeurtenissen, maar nu zoals zij die beleefd heeft. Het is een veel persoonlijker relaas geworden waarin de karakters beter uitgewerkt worden dan in De stille plantage. Helman zelf zegt daarover: "De stille plantage is meer lyrisch dan realistisch. De laaiende stilte is misschien lyrisch geschreven, maar het psychologische portret van Agnes is verdiept tot in wezen dramatische stof."
Voor wie in de gelegenheid is, is het ook nog lezen van De laaiende stilte aan te raden.
Aan de hand van een aantal vragen werd over de inhoud en de vorm van het boek gediscussieerd (zie bij discussietips). Daarbij kwamen de volgende aspecten ter sprake:
Opdracht: Aan jou, om wie ik het eerste woord schreef en het laatste. In een nawoord stelt Helman: dit is bedoeld voor de lezers aller tijden.
Titel: De stille plantage. Zo noemen de hoofdpersonen de plek waar ze wonen. Behalve de bij het oerwoud horende geluiden is het er stil. Andere plantages zijn ver weg, ze worden gemeden omdat ze alles anders, humaner willen doen. Later schrijft Helman nog een roman over het zelfde verhaal: De laaiende stilte. Hier wijst stilte ook naar wat onderhuids blijft, wat niet uitgesproken wordt. In de stille plantage was dat niet anders. Na het vertrek van de familie neemt de natuur de plantage over en heerst er weer de stilte van de natuur.
Personages: de karaktertekeningen zijn mager en nogal stereotype.
Plaats en tijd: Vnl. Suriname van ongeveer 1685 tot 1690. Verder Frankrijk, Nederland en Engeland. De totale tijdspanne is 25 jaar: na 20 jaar keert een zoon terug en vindt niets meer van de plantage.
Structuur en perspectief: het verhaal wordt chronologisch verteld met minimale flashbacks (weemoedige herinneringen). Er is sprake van een alwetende, auctoriale verteller die het verhaal geregeld onderbreekt voor extra informatie en uitgebreide filosofische overdenkingen. Verder wordt het vnl. via het perspectief van Raoul verteld, daarnaast Josephine, sporadisch Cecile, Agnes en Willem Das. De slaven, waaronder Isidore, krijgen geen eigen perspectief.
Stijl: nogal lyrisch en barok. Niet alleen de woordkeus, maar ook de overpeinzingen en natuurbeschrijvingen zijn erg uitgebreid. Komt erg ouderwets en gekunsteld over.
Naast de genoemde boeken heeft Helman nog veel meer teksten op zijn naam staan (zie daarvoor Wikipedia). In Suriname schijnt hij nog wel gelezen te worden. In Nederland echter hoofdzakelijk dit boek en De laaiende stilte. De reden dat De stille plantage nog steeds als een klassieker wordt beschouwd is volgens de DBNL dat A.H. als een van de eersten naar het koloniale verleden keek vanuit de verhouding blank en zwart en daar een historische roman over schreef. De Creoolse bevolking wilde alleen vooruit kijken en streven naar gelijke rechten voor blank en zwart. Omkijken naar deze vernederende periode paste daar niet bij. En dus ook geen historische roman. Het passieve van de slaven in de roman van Helman stond velen tegen. Pas in de jaren 80 kwamen er historische romans, waarin de verzetshelden onder de zwarte bevolking een hoofdrol kregen. Eind jaren 80 schrijft ook Cynthia McLeod over de historische rol van de blanken, als vrijwillige kolonisators die kwamen en bleven en die dus net zo goed hun lot met dat van Suriname verbonden, als de uit Afrika gehaalde slaven. Zij horen gewoon bij de geschiedenis van het land, terwijl de Creoolse bevolking graag doet, alsof zij, na de Indianen, de werkelijke Surinamers zijn.
Een gewaagd standpunt. We zullen het er bij de bespreking van het volgende boek ( De negerin Elisabeth: gevangene van kleur - Cynthia McLeod) uitgebreid over hebben.
Albert Helman - De stille plantage. Schoorl, Conserve, 1997.
©JannieTr, 28 februari 2012.
Heb bijzonder goede herinneringen aan De stille plantage, vond het indertijd (eind jaren zeventig) prachtig van stijl en heb daarna nog veel meer van Helman gelezen.
BeantwoordenVerwijderenBij de VPRO is nog een marathoninterview met Helman te downloaden.
Per ongeluk heb je 'motto' geschreven, waar je 'opdracht' bedoelde.
Je hebt helemaal gelijk, ik zal het veranderen. Leuk dat je meeleest!
Verwijderen