Inleiding
Het kort verhaal (ook kortverhaal
gespeld) is een prozatekst
die korter is dan een novelle en zich gewoonlijk beperkt tot slechts
enkele personages. Hoewel het pas vanaf de 19e eeuw beschouwd werd als een
apart literair genre is de orale traditie, het elkaar vertellen van verhalen en
anekdotes, al veel ouder. In de middeleeuwen
en later ontstonden de raamvertellingen, waarin korte verhalen aan
elkaar werden gekoppeld door ze in een kader te plaatsen.
De omvang van een kort verhaal varieert van
twee tot een twintigtal bladzijden. Is het verhaal
langer, dan heeft men vaak te maken met een novelle.
Een speciaal genre is het zkv of zeer
korte verhaal, een verhaal dat meestal niet langer is dan een bladzijde.
De bekendste hedendaagse schrijver van dit genre is in Nederland de schrijver A.L. Snijders.
Het moderne genre begint meestal midden in
de handeling ('in medias res') en stelt één personage en één
gebeurtenis centraal, die licht werpt op het karakter of het leven van die
figuur. Vaak worden min of meer alledaagse gebeurtenissen transparant en
verwijzen ze naar een wezenlijk menselijk probleem (Wikipedia).
1. Korte
verhalen worden doorgaans samengebracht in één bundel. Ze gaan dan meestal
allemaal over hetzelfde thema en zijn
geschreven door 1 of meerdere auteurs. Wat is het belangrijkste thema van deze bundel?
2. De
titel luidt: Koorddansers: bitterzoete verhalen
uit Suriname. De meeste verhalen uit deze bundel verschenen eerder onder de
titel: Carrousel. Beide titels zijn
ontleend aan één van de verhalen in de bundel. Kun je de titels bij het betreffende
verhaal verklaren? Zijn ze ook goed gekozen als titel voor de gehele bundel?
3. Pas
sinds enkele jaren krijgt de verhalenbundel meer waardering. Het schrijven van
korte verhalen vraagt andere
vaardigheden dan het schrijven van een roman. Zo moet de lezer direct nauw
betrokken worden in het verhaal, moet een karakter snel en soepel getekend
worden en de plot verrassend en toch geloofwaardig zijn. Probeer na te gaan of
Marylin Simons daar goed in geslaagd is. Geef eventueel voorbeelden aan de hand
van een of enkele van de verhalen.
4. Welk
verhaal vond je het meest geslaagd? Kun je dat motiveren? En welk het minst?
5. Let
eens op het perspectief bij de
verhalen. De meeste hebben een ik-perspectief of een personaal perspectief
(hij- of zij-, van binnenuit verteld). Van een ik-perspectief wordt gezegd dat
het onbetrouwbaar is (je weet immers alleen hoe de ik-persoon alles ziet en
ervaart). Voor een personaal perspectief geldt dat minder, MITS er sprake is
van perspectiefwisselingen. Die zijn er niet in deze verhalen. Behalve bij Koorddansers. Wat is het effect daar van
de perspectiefwisseling?
6. In Blaka Nene (de naam van de hond, maar
het betekent: zwarte, oudere kinderverzorgster of
huisbediende, grootmoeder, oude vrouw) wisselt het perspectief ook. Wie is de zij uit het begin, wie de ik
verderop? Waarom is deze wisseling
nodig? Herken je de auctoriale verteller?
7. In
de beperkte ruimte van een kort verhaal moet ook de tijdspanne beperkt blijven.
Dat kan opgelost worden door het verhaal zich af te laten spelen binnen enkele
uren of hoogstens dagen, of door een
lange flashback in te lassen (die dan het grootste deel van het verhaal
inneemt). Noem een verhaal waarin dit gebeurt.
8. Van
welk verhaal vond je de plot het
meest verrassend? Van welk het minst?
9. Tussen weg en weesgegroet is een voorbeeld
van "Stream of consciousness"
of "Monologue intérieur" (interne monoloog, zie pg. 71
cursusboek). Deze stijl vraagt veel van
de lezer. Lees het verhaal (blz. 94-97) tweemaal. Kun je de gedachtensprongen
volgen?
10. Ook
Carrousel bevat enkele dergelijke
passages. Bij Wikipedia tref je een analyse aan van dit verhaal. Carrousel is
een vrij ingewikkeld verhaal, maar als je de moeite neemt de analyse te lezen
krijg je er wellicht meer grip op. Je vindt die hier: http://nl.wikipedia.org/wiki/Marylin_Simons.
11. Behalve
Surinaamse woorden wordt ook de Surinaamse
spreektaal gebruikt. Wat vind je van deze stijl? Vond je het moeilijk te
volgen of wende het op den duur? Voegt het is toe aan de verhalen? Zouden ze in
correct Nederlands hetzelfde effect op de lezer hebben?
N.B. De woordenlijst aan het eind is niet
zo lang. Alleen de woorden met een * staan er in. Veel zul je uit de tekst
moeten begrijpen. Wil je toch ergens de betekenis van weten, kijk dan op:
http://www.sil.org/americas/suriname/sranan/national/sranannldictindex.html.
Hier vindt je een Surinaams-Nederlands woordenboek.
©JannieTr, augustus 2012.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten