November 2012 - waardering: 8.
Inleiding
Eind oktober overleed op 75-jarige leeftijd
Bernlef (ps. van Hendrik Jan Marsman). Zijn bekendste boek: Hersenschimmen (1984) staat uiteraard
hier in de kast. Ik las en herlas het. Maar er staan er meer, waarvan een
aantal tot nog toe ongelezen bleef. Ik verzamelde ze omdat ik wist dat ik ze
met plezier zou lezen, maar op de een of andere manier kwam het er nooit van.
De werking van de menselijke geest, het herinneren en vergeten, het zijn
belangrijke thema's in zijn werk. Ook in het hieronder besproken boek. Wie
schrijft die blijft, zegt men. Maar dat geldt lang niet voor elke auteur. Het
gaat om de indruk die zijn boeken bij de lezer hebben achtergelaten. Ik schat in
dat dat bij Bernlef wel goed zit. Hoog tijd dus dat ik aan de opgespaarde
titels begin en ze toevoeg aan mijn goede herinneringen.
Inhoud
In het
afgelegen Nova Scotia probeert Stijn Bekkering grip te krijgen op zijn
herinneringen. Bij een auto-ongeluk dat zijn vrouw fataal werd, is hij tien
dagen in coma geraakt. Twee maanden later verliet zijn zoon Harry plotseling zijn
gezin. Stijn krijgt een tip dat hij zich in Nova Scotia bevindt en reist hem
na. Harry leeft er met de jonge Tracy, maar hun relatie loopt ten einde. Harry
keert terug naar Nederland, Stijn neemt zijn plaats in en woont een tijd met
Tracy in hetzelfde huis. Waar voor Stijn het ophalen van herinneringen van
groot belang is, wil Tracy juist niet aan haar verleden denken. Als Tracy
verdwijnt, resteert voor Stijn de vriendschap met Bruce Grady, een kunstenaar
met interesse in de Maori-cultuur. In gesprekken met Bruce hoort Stijn meer
over de verdwenen personen uit diens leven en uit dat van Tracy. Bernlef
schreef een mooie roman met van hem bekende ingrediënten (de thematiek van
herinneren, de werking van het geheugen, het verdwijnen en de afgelegen locatie),
sober en helder in het taalgebruik en met mooie observaties over liefde en
verlies, leven en dood. (Biblion).
Leeservaring
Dit is zo'n boek dat je twee maal wilt lezen. De
eerste keer omdat het verhaal je boeit en de tweede keer om te ontdekken hoe
knap het in elkaar zit. En om te ervaren dat de onopgesmukte taal van Bernlef hier en daar ook poëtische pareltjes
voortbrengt. Met name in de stukken waarin hij de natuur of het weer
beschrijft. Of grip probeert te krijgen op gevoelens.
Zo ontdekte ik de tweede keer dat het eerste
hoofdstuk al alle ingrediënten bevat die in het verhaal een rol zullen spelen. De ik-figuur, die het hele verhaal aan
het woord blijft, begint het verhaal in medias res (Latijn: in (het) midden (van de) zaken) is een relatieve
tijdsaanduiding, die vooral veel gebruikt wordt in verhaalanalyses. Hierbij
dient de term om aan te geven dat een verhaal niet bij het begin begint, maar
ergens in het midden of mogelijk
zelfs al rond het einde). We luisteren naar zijn gedachtestroom, waarin hij
op een onnadrukkelijke manier alle hoofdpersonen de revue laat passeren, ons op
de hoogte brengt van waar hij nu is, waar hij vandaan kwam, wat er gebeurd is
met hem en zijn vrouw en hoe verward hij is. En dat hij 2 agenda's bij zich
heeft waarin hij op aanraden van een arts korte dagboekaantekeningen heeft
gemaakt om weer enige greep op zijn leven te krijgen. Hij gebruikt ze in de
rest van het boek om herinneringen op gang te brengen en ons via flashbacks stukje bij beetje te laten
ontdekken hoe zijn leven verlopen is en om zelf op zoek te gaan naar verloren herinneringen. Niet chronologisch, maar zoals ze zich bij
toeval aandienen. Daarbij horen ook flash
forwards: opmerkingen in de oude agenda komen voor hem in een ander
daglicht te staan nu hij weet wat er daarna nog allemaal gebeurd is. Het verhaal
zelf wordt er spannender door.
Buiten is
het maandag, zegt de man van het weerbericht. Maar voor Stijn is de chronologie van zijn leven helemaal
zoek. Het weer en het weerbericht staan in dit eerste hoofdstuk symbool voor de onvoorspelbaarheid van
het leven en de chaos van zijn gedachtegang; de voortdurende mist en het
aarzelende licht in deze kille wintermaanden voor de belemmeringen die hij
ervaart om tot zijn herinneringen door te kunnen dringen. "De chronologie van het leven is net zoiets als een weerbericht:
ze lijkt feitelijk, zakelijk. Zo en niet anders. Van daar naar daar, eerst dit,
toen dat. Maar mijn herinneringen eraan lijken meer op die grillige winden die
in de stratosfeer tegen elkaar indraaien. Alleen zo kan ik vertellen, alleen op
deze manier kan ik voeling met mijn leven houden, het gevoel dat dit mij
overkomen is en niet iemand anders, die ander die in dat zwarte gat huist."
(Het ongeluk en de tien dagen dat hij in
coma lag en niet meemaakte hoe zijn vrouw stierf en begraven werd).
Niet alleen
herinneringen kun je kwijtraken, ook mensen kunnen verdwijnen. Je verliest
ze uit het oog (klasgenoten, klanten: "ze
blijven je bij omdat ze de stoffering van je bestaan vormen"), ze
raken vermist (zoals zijn zoon: "zolang
je ze zoekt blijven ze bestaan"), of ze gaan dood (zoals zijn vader en
moeder: "hun ziel verdween").
Maar Geesje, zijn vrouw, "stierf
zonder te verdwijnen". Zelfs een
bezoek aan het kerkhof helpt hem niet: hij ziet op tegen elke nieuwe dag,
waarin alles om hem heen aan haar herinnert en haar daardoor zo onherroepelijk
afwezig maakt. En tegelijkertijd wordt het moeilijk zich haar als persoon te
herinneren, haar gezicht, gebaren voor de geest te halen.
Hij heeft veel steun aan zijn schoondochter en kan
haar op zijn beurt helpen als zijn zoon Harry plotseling verdwenen blijkt. Harry
wordt opgespoord en gaat terug naar zijn vrouw, zijn vriendin Tracy blijft nog
een poosje en gaat dan ook weg. Hij besluit in Nova Scotia te blijven. Begint daar
een handel in tweedehands spullen en antiek, net zo als hij in Nederland had. Vroeger
hield hij nauwkeurig bij waar de spullen vandaan kwamen, hier gaat hij met zijn
vriend Bruce een stapje verder: ze houden "junkboeken"
bij. De afgedankte spullen kunnen voor wie het wil zien veel vertellen over het
leven van de eigenaren, zo houden ze de herinnering aan hen levend, stelt
Bruce. "Het zijn de laatste getuigen
van een verdwijnend leven". Als er niets bekend is over dat leven
verzinnen ze het aan de hand van de troep (junk) er bij en schrijven dat naast de
foto in het boek. "De mensen die ze
gebruikten hebben hun leven niet opgetekend. Dit is alles wat er over is, naast
de grafsteen op het kerkhof, daarom moeten wij het voor ze doen", zegt
Bruce. Wat herinneringen voor Bruce en Tracy en zelfs de nuchtere Harry betekenen
wordt in de loop van het verhaal duidelijk.
Het komt "goed" met Stijn, in het
laatste hoofdstuk van dit boek met al zijn verschillende vormen van herinneren, vergeten, verdwijnen,
tevoorschijn brengen, voor de geest halen. Een boeiend boek dat genoeg te
overdenken en/of te bespreken in zich heeft.
Bernlef - Buiten is het maandag. Amsterdam, Querido, 2003. Paperback, 214 pg., isbn 90-214-5278-2.
Bernlef - Buiten is het maandag. Amsterdam, Querido, 2003. Paperback, 214 pg., isbn 90-214-5278-2.
©JannieTr, 24 november 2012.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten