zaterdag 24 november 2012

Bernlef - Buiten is het maandag



November 2012 - waardering: 8.

Inleiding

Eind oktober overleed op 75-jarige leeftijd Bernlef (ps. van Hendrik Jan Marsman). Zijn bekendste boek: Hersenschimmen (1984) staat uiteraard hier in de kast. Ik las en herlas het. Maar er staan er meer, waarvan een aantal tot nog toe ongelezen bleef. Ik verzamelde ze omdat ik wist dat ik ze met plezier zou lezen, maar op de een of andere manier kwam het er nooit van. De werking van de menselijke geest, het herinneren en vergeten, het zijn belangrijke thema's in zijn werk. Ook in het hieronder besproken boek. Wie schrijft die blijft, zegt men. Maar dat geldt lang niet voor elke auteur. Het gaat om de indruk die zijn boeken bij de lezer hebben achtergelaten. Ik schat in dat dat bij Bernlef wel goed zit. Hoog tijd dus dat ik aan de opgespaarde titels begin en ze toevoeg aan mijn goede herinneringen.

Inhoud

In het afgelegen Nova Scotia probeert Stijn Bekkering grip te krijgen op zijn herinneringen. Bij een auto-ongeluk dat zijn vrouw fataal werd, is hij tien dagen in coma geraakt. Twee maanden later verliet zijn zoon Harry plotseling zijn gezin. Stijn krijgt een tip dat hij zich in Nova Scotia bevindt en reist hem na. Harry leeft er met de jonge Tracy, maar hun relatie loopt ten einde. Harry keert terug naar Nederland, Stijn neemt zijn plaats in en woont een tijd met Tracy in hetzelfde huis. Waar voor Stijn het ophalen van herinneringen van groot belang is, wil Tracy juist niet aan haar verleden denken. Als Tracy verdwijnt, resteert voor Stijn de vriendschap met Bruce Grady, een kunstenaar met interesse in de Maori-cultuur. In gesprekken met Bruce hoort Stijn meer over de verdwenen personen uit diens leven en uit dat van Tracy. Bernlef schreef een mooie roman met van hem bekende ingrediënten (de thematiek van herinneren, de werking van het geheugen, het verdwijnen en de afgelegen locatie), sober en helder in het taalgebruik en met mooie observaties over liefde en verlies, leven en dood. (Biblion).

Leeservaring

Dit is zo'n boek dat je twee maal wilt lezen. De eerste keer omdat het verhaal je boeit en de tweede keer om te ontdekken hoe knap het in elkaar zit. En om te ervaren dat de onopgesmukte taal van Bernlef hier en daar ook poëtische pareltjes voortbrengt. Met name in de stukken waarin hij de natuur of het weer beschrijft. Of grip probeert te krijgen op gevoelens.

Zo ontdekte ik de tweede keer dat het eerste hoofdstuk al alle ingrediënten bevat die in het verhaal een rol zullen spelen. De ik-figuur, die het hele verhaal aan het woord blijft, begint het verhaal in medias res (Latijn: in (het) midden (van de) zaken) is een relatieve tijdsaanduiding, die vooral veel gebruikt wordt in verhaalanalyses. Hierbij dient de term om aan te geven dat een verhaal niet bij het begin begint, maar ergens in het midden of mogelijk zelfs al rond het einde). We luisteren naar zijn gedachtestroom, waarin hij op een onnadrukkelijke manier alle hoofdpersonen de revue laat passeren, ons op de hoogte brengt van waar hij nu is, waar hij vandaan kwam, wat er gebeurd is met hem en zijn vrouw en hoe verward hij is. En dat hij 2 agenda's bij zich heeft waarin hij op aanraden van een arts korte dagboekaantekeningen heeft gemaakt om weer enige greep op zijn leven te krijgen. Hij gebruikt ze in de rest van het boek om herinneringen op gang te brengen en ons via flashbacks stukje bij beetje te laten ontdekken hoe zijn leven verlopen is en om zelf op zoek te gaan naar  verloren herinneringen. Niet chronologisch, maar zoals ze zich bij toeval aandienen. Daarbij horen ook flash forwards: opmerkingen in de oude agenda komen voor hem in een ander daglicht te staan nu hij weet wat er daarna nog allemaal gebeurd is. Het verhaal zelf wordt er spannender door.

Buiten is het maandag, zegt de man van het weerbericht. Maar voor Stijn is de chronologie van zijn leven helemaal zoek. Het weer en het weerbericht staan in dit eerste hoofdstuk symbool voor de onvoorspelbaarheid van het leven en de chaos van zijn gedachtegang; de voortdurende mist en het aarzelende licht in deze kille wintermaanden voor de belemmeringen die hij ervaart om tot zijn herinneringen door te kunnen dringen. "De chronologie van het leven is net zoiets als een weerbericht: ze lijkt feitelijk, zakelijk. Zo en niet anders. Van daar naar daar, eerst dit, toen dat. Maar mijn herinneringen eraan lijken meer op die grillige winden die in de stratosfeer tegen elkaar indraaien. Alleen zo kan ik vertellen, alleen op deze manier kan ik voeling met mijn leven houden, het gevoel dat dit mij overkomen is en niet iemand anders, die ander die in dat zwarte gat huist."  (Het ongeluk en de tien dagen dat hij in coma lag en niet meemaakte hoe zijn vrouw stierf en begraven werd).

Niet alleen herinneringen kun je kwijtraken, ook mensen kunnen verdwijnen. Je verliest ze uit het oog (klasgenoten, klanten: "ze blijven je bij omdat ze de stoffering van je bestaan vormen"), ze raken vermist (zoals zijn zoon: "zolang je ze zoekt blijven ze bestaan"), of ze gaan dood (zoals zijn vader en moeder: "hun ziel verdween"). Maar Geesje, zijn vrouw, "stierf zonder te verdwijnen". Zelfs een bezoek aan het kerkhof helpt hem niet: hij ziet op tegen elke nieuwe dag, waarin alles om hem heen aan haar herinnert en haar daardoor zo onherroepelijk afwezig maakt. En tegelijkertijd wordt het moeilijk zich haar als persoon te herinneren, haar gezicht, gebaren voor de geest te halen.

Hij heeft veel steun aan zijn schoondochter en kan haar op zijn beurt helpen als zijn zoon Harry plotseling verdwenen blijkt. Harry wordt opgespoord en gaat terug naar zijn vrouw, zijn vriendin Tracy blijft nog een poosje en gaat dan ook weg. Hij besluit in Nova Scotia te blijven. Begint daar een handel in tweedehands spullen en antiek, net zo als hij in Nederland had. Vroeger hield hij nauwkeurig bij waar de spullen vandaan kwamen, hier gaat hij met zijn vriend Bruce een stapje verder: ze houden "junkboeken" bij. De afgedankte spullen kunnen voor wie het wil zien veel vertellen over het leven van de eigenaren, zo houden ze de herinnering aan hen levend, stelt Bruce. "Het zijn de laatste getuigen van een verdwijnend leven". Als er niets bekend is over dat leven verzinnen ze het aan de hand van de troep (junk) er bij en schrijven dat naast de foto in het boek. "De mensen die ze gebruikten hebben hun leven niet opgetekend. Dit is alles wat er over is, naast de grafsteen op het kerkhof, daarom moeten wij het voor ze doen", zegt Bruce. Wat herinneringen voor Bruce en Tracy en zelfs de nuchtere Harry betekenen wordt in de loop van het verhaal duidelijk.

Het komt "goed" met Stijn, in het laatste hoofdstuk van dit boek met al zijn verschillende vormen van herinneren, vergeten, verdwijnen, tevoorschijn brengen, voor de geest halen. Een boeiend boek dat genoeg te overdenken en/of te bespreken in zich heeft. 

Bernlef - Buiten is het maandag. Amsterdam, Querido, 2003. Paperback, 214 pg., isbn 90-214-5278-2.

©JannieTr, 24 november 2012.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten