"In 1974 schreef Andreas Oosthoek (1942) een indrukwekkend relaas van een opbloeiende liefde in het Zeeuwse polderlandschap. Veertig jaar werd het manuscript verloren gewaand, tot het op zolder werd teruggevonden. Met dit prachtige portret van Zeeland en zijn bewoners is ‘een literaire schat wakker gekust’ (Provinciale Zeeuwse Courant)."
Bovenstaand citaat gaat over Het relaas van Solle. Het verscheen vorig jaar bij Cossee en bleek een verrassend debuut van deze oud-hoofdredacteur van de PZC (Provinciale Zeeuwse Courant). Mijn leesverslag staat HIER.
Maar nu blijkt dat er nog meer gevonden is op zolder. En wederom heeft dat geleid tot een roman die bijzonder en geslaagd genoemd mag worden. Vuurland schreef Andreas Oosthoek in 1965, kort na zijn vertrek bij de identificatiedienst, als afscheid van die hectische en soms slopende periode van zijn jeugd. Vijftig jaar later heeft hij het manuscript herzien voor deze publicatie. Bij het boek dat ik van Cossee ontving, zit een brochure waarin de auteur de achtergronden bij het verhaal uiteenzet. Een mooie aanvulling.
Samenvatting
In zijn deels autobiografische roman Vuurland vertelt Andreas Oosthoek over zijn tijd als dienstplichtig militair bij het omstreden detachement Dienst Identificatie, een ‘samenraapsel van dromers en denkers, gestrande studenten en rotjongens’. Ze zijn overgeleverd aan de naweeën van de oorlog, ze zijn overgeleverd aan elkaar. Dagelijks worden ze geconfronteerd met de dood: de gesneuvelde jongens zijn van hun eigen leeftijd en vertonen tekenen van vergelding, moord en verraad. Het is de taak van Eenheid 402 om de naamlozen een naam te geven en thuis te brengen. De Duitse grens over, met trompetgeschal en wapperende vlaggen.
Vuurland vertelt over de drieëntwintigjarige commandant Alva, een bikkel met een zachte kern. Zijn ‘lijkenpikkers’ hebben een mascotte, Krakau de Kraai, en kennen bizarre rituelen. Ze delen liefde en noodlot en soms raken ze aan de grens van de waanzin, zonder begeleiding, zorg of nazorg. Ze zijn, zoals Alva zegt, ‘de spelers in een antioorlogsfilm’.
Vuurland is ook het verhaal van de Duitse grenadier die omkomt bij de haast vergeten Slag om de Schelde, de van brute moord beschuldigde Britse commando’s en de jongen uit Keulen die – jaren na de oorlog – het spoor zoekt van zijn vader, een gevreesde commandant die in de duinen van Walcheren door zijn eigen mannen is afgeknald.
Meeslepend, beeldrijk en met een scherp oog voor details vertelt Andreas Oosthoek van een groep jonge mannen die geconfronteerd wordt met de gruwelen van de oorlog en zich staande probeert te houden voor een normaal leven na hun diensttijd. (website Cossee).
Leeservaring
Aan bovenstaande samenvatting hoef ik weinig toe te voegen. Andreas Oosthoek heeft er voor gekozen feiten en fictie met elkaar te verweven. Door voor een goede balans te zorgen tussen deze twee aspecten is een meeslepend, spannend en ontroerend verhaal ontstaan.
Allereerst zijn daar de naweeën van de oorlog en de gevolgen daarvan voor een bepaalde groep dienstplichtigen. Niemand van hen heeft voor deze eenheid gekozen, ze zijn er toe verplicht. Het is luguber werk. Met harde grappen en een grote mond proberen ze zich staande te houden, helpen elkaar, maar hebben het niet altijd in de gaten als sommigen het niet langer trekken, met alle gevolgen van dien. Niet gewaardeerd, geen psychologische begeleiding, veracht door de "echte" militairen. Dat zijn de feiten. Door ze in de vorm van een roman te gieten, kan Andreas Oosthoek zijn verontwaardiging over deze onmenselijke behandeling uiten, bij monde van de vaandrig Alain van der Wende.
In 1965 lag alles nog vers in het geheugen van Andreas Oosthoek. Het opschrijven ervan zal hem goed gedaan hebben. Maar misschien achtte hij toen de tijd nog niet rijp om het wereldkundig te maken.
Dat zal wellicht ook gegolden hebben voor het tweede hoofdthema in deze roman: de liefde. Ook dit thema is indrukwekkend uitgewerkt. Er zijn duidelijke parallellen met Het relaas van Solle: het Zeeuwse platteland, Parijs, de klank en naklank van de oorlog en de liefde tussen twee jongemannen. Het verdriet als de zeer geliefde vriend overlijdt. Het is een dapper en overtuigend verhaal. Van een jongeman die in dienst wil en weigert zich af te laten keuren onder de noemer S5, want dat betekent dat je psychisch niet in orde bent. Hij weigert zijn geaardheid te zien als een ziekelijke afwijking en maakt er ook tijdens zijn diensttijd geen geheim van. Voor de meesten van ons nu misschien een vanzelfsprekend verhaal, maar hoe dat in 1965 ontvangen zou zijn?
Het portret dat hij schildert van Alva (zoals zijn soldaten hem noemen) is fenomenaal: door het perspectief bij hem te houden en vaak associatief te schrijven ontstaat een levensechte man. Het verlies van zijn geliefde vlak voor zijn studententijd betekent diepe wanhoop en rouw. Met alle bijbehorende gedragingen, die er ook voor zorgen dat zijn studieresultaten niet voldoende zijn om nog langer uitstel van dienstplicht te krijgen. Tijdens die diensttijd ontmoet hij een jonge Duitser die op zoek is naar meer gegevens over de dood van zijn vader. Hij zal zijn nieuwe liefde worden.
In zijn manier van beschrijven van de liefde die hij verloor en opnieuw vond, toont hij onnadrukkelijk aan, dat het totaal geen verschil maakt van welk geslacht de geliefden zijn. Precies dezelfde gevoelens maken zich van iedereen meester, als je verliefd bent, liefdesverdriet hebt of intens gelukkig bent met elkaar. Hij beschrijft zijn verhouding als een volkomen natuurlijke manier van leven. En dat voelt goed bij het lezen. Heel knap gedaan. En dat al in 1965!
Zijn stijl is al even bijzonder als in Solle. Ze dwingt tot rustig lezen. Mooie stukken met oog voor details. Bij het werk en in de natuur, maar ook voor de streek, waarbij de Zeeuw ongetwijfeld de plaatsen herkend die niet genoemd, maar beschreven worden. Dan weer in telegramstijl en associatief een samenvatting van wat komen gaat en later uitgewerkt wordt. Of staccato wanneer er verontwaardiging of onrecht geuit wordt. De manier waarop de mannen zich staande houden: humor, sarcasme, cynisme, gevoeligheid, ontroering, verdriet, rouw: ze wisselen elkaar onophoudelijk af.
"Een pauze in de rechter oogkas van Jürgen Felz, de benige harde brug tussen het jukbeen en het neusbeen, de zeef, de wig, het voorhoofd. Het vlindertje zit, een welkome beschutting gevonden in de geheime nis, het bidkapelletje, een veilige lanceerplaats. En dan zijn ze er plotseling. Vijfmaal twee soldatenlaarzen rond Jürgen Felz. De Identificatiedienst treedt aan. Zware zwarte schaduwen. Het vlindertje vliegt en neemt afstand. De boom, populus nigra, ontvangt genadig."
Vuurland is een veelzijdig boek. Literaire toespelingen en historische feitenmateriaal over de Tweede wereldoorlog krijgen een plek in een autobiografische getint verslag van een macabere periode bij de Identificatiedienst. Het verhaal eindigt met een spannende zoektocht naar antwoorden op vragen over de gebeurtenissen in de laatste oorlogsdagen. Alleen door de feiten uit dit boek in een roman te verwerken werd het mogelijk de onmenselijkheid van de werkomstandigheden van de dienstplichtigen bij de Identificatiedienst tot de lezers door te laten dringen.
Ik hoop van harte dat er nog veel meer op de zolder van Andreas Oosthoek ligt......
Andreas Oosthoek - Vuurland. Amsterdam, Cossee, 2016. Pb., 284 pg., met verkl. woordenlijst. ISBN:978-90-5936-650-3
© JannieTr, mei 2016.
Ik lees Nederlands: 21/35.
zondag 29 mei 2016
zaterdag 28 mei 2016
De ideale boekhandel bestaat niet
Drukkerij Middelburg |
Dan zie ik voor me: een grote, lichte ruimte, met voldoende mogelijkheden om even te gaan zitten met een boek en het nader te bekijken. Duidelijk gesorteerd op onderwerp en/of alfabet.
2. Boekenvoorraad en gevarieerdheid in aanbod
Natuurlijk kun je de meeste boeken bestellen en binnen enkele dagen ophalen, maar een ruim en gevarieerd aanbod is wel zo prettig. Je kunt dan ter plekke vergelijken. Bovendien hoef je niet nog eens terug voor je boek. Wist je overigens dat je bij heel veel ECHTE boekwinkels ook online kunt bestellen en thuis laten bezorgen?
3. Deskundigheid en vriendelijkheid van personeel.
Eigenlijk tref ik in een echte boekwinkel nooit ondeskundig personeel aan. Maar in de allergrootste kan men natuurlijk meer specialisten in dienst nemen die thuis zijn in de verschillende non-fictie onderwerpen. Literatuurkenners en -liefhebbers zijn in vrijwel elke boekwinkel aanwezig en dat hoort ook zo in de ideale boekwinkel. Onder vriendelijkheid versta ik ook: persoonlijke belangstelling voor de klanten. Dat vind je in de kleine boekwinkel vaker, daar kent men de voorkeuren van de vaste klanten, kan men gerichter boeken aanraden.
4. Bereikbaarheid.
Binnen een straal van 10 km zou wel fijn zijn, bereikbaar op de fiets.
5. Extra's.
Zoals auteursavonden, tentoonstellingen, informatieve/discussieavonden, leesclubbijeenkomsten.
Maar dan nu de praktijk. In Zeeuws-Vlaanderen zijn niet zo heel veel boekwinkels en geen enkele kan voldoen aan alle hierboven genoemde aspecten. Voor mij persoonlijk tellen het zwaarst de deskundigheid en vriendelijkheid van het personeel en de bereikbaarheid. Die zaken tref ik in een kleine boekwinkel (die tevens antiquariaat is) in Sas van Gent: Mathilda's boek. Een goede tweede is de boekwinkel in Terneuzen: Van de Sande: ruimer gesorteerd (ook een tijdschriftenwand) en de organisator van schrijversavonden. Bovendien ook goed bereikbaar.
Eigenlijk koop ik niet zoveel boeken, ik leen ze meestal bij de bibliotheek en sommige koop ik dan achteraf. Dan maakt het niet uit of ze op voorraad zijn, de winkel bestelt ze wel voor me.
Tentoonstelling in de bibliotheek van Terneuzen |
Misschien valt het op dat ik de deskundigheid en vriendelijkheid van het personeel oversloeg. Dat valt helaas wat tegen hier. De deskundigheid zit hier niet achter de balie, ze zal ongetwijfeld elders (onbereikbaar) in de bieb bezig zijn. Uitleen- en inleverhandelingen moet je zelf uitvoeren. Antwoord op inhoudelijke vragen of advies hoef je niet te verwachten van de medewerkers die de teruggebrachte boeken weer op moeten bergen.
Maar wil je het nog uitgebreider dan moet je in de Zeeuwse bibliotheek in Middelburg zijn. Daar komen trouwens veel van de door mij speciaal aangevraagde boeken gratis vandaan! In die stad is ook nog een boekhandel die in de buurt komt van de ideale boekwinkel: De Drukkerij. Daar zit zelfs een restaurant in, waar je heerlijk kunt eten. Maar Middelburg is voor mij doorgaans helaas toch een toltunnel te ver....
© JannieTr, mei 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
zondag 22 mei 2016
Annie M.G. Schmidt week - Wie kent nog De Spin Sebastiaan?
Van 20 t.m. 28 mei is het Annie M.G. Schmidtweek, met als thema Op Avontuur. Daarbij is er veel aandacht voor haar proza voor kinderen. Maar uiteraard heeft ze nog veel meer op haar naam staan. Ook voor volwassenen. Teveel om op te noemen, kijk maar eens op Wikipedia (KLIK HIER).
Boekenblogster Leesdame kwam met het idee herinneringen aan boeken van Annie te verzamelen en in haar blog een plekje te geven. Een leuk idee! Wil je meedoen, ga dan naar deze link (KLIK HIER). Ik doe ook graag mee en zal haar een samenvatting van dit blogje sturen. De uitgebreide versie vind je hier.
Mijn eerste kennismaking met de versjes van Annie M.G. Schmidt vond plaats via een prijsvraag. Ik was 8 jaar en logeerde bij mijn opa en oma. Ze moedigden me aan een raadsel op te lossen waarmee je een boek kon winnen. Wat spannend was dat! Zelf een briefkaart schrijven, netjes de oplossing op de achterkant, een extra postzegel en dan in de brievenbus. Ik was al weer thuis toen de uitslag kwam: Ik was een van de drie gelukkigen die een boekenlijstje kreeg thuisgestuurd om er een te kiezen. Het berichtje in de krant waarin dat stond heeft mijn vader uitgeknipt en voorin het boek geplakt dat ik koos: Dit is de spin Sebastiaan - Versjes en korte verhaaltjes van Annie M.G. Schmidt.
Dolgelukkig was ik er mee. Ik kon al goed lezen, maar er waren thuis nog geen kinderboeken (ik was de oudste). Ook was er in die jaren geen geld om boeken te kopen of een bibliotheekabonnement te nemen. Met mijn verjaardag kreeg ik wel eens een boek van mijn grootouders. Maar hier kon ik mee vooruit. Ik vond de versjes geweldig en al snel kende ik er een paar uit mijn hoofd. Ze zijn zo verankerd dat ik ook nu nog een aantal ervan moeiteloos kan opzeggen.
Het is wel goed gekomen met die boeken voor een leesgraag meisje hoor! Later kreeg ik Het Fluitketeltje (ook versjes) en De A van Abeltje. Het was toen dat ik begreep dat een boek niet alleen een titel heeft, maar ook een schrijver. En dat je die naam maar beter kunt onthouden als je van zijn/haar boeken had genoten. Voor mijn kleine zusje kwamen de Jip en Janneke boekjes. En toen ik zelf kinderen had waren Floddertje en Pluk van de Petteflet aan de beurt.
Als oppasoma voor onze 2 oudste kleindochters, kocht ik Ziezo: de 347 kinderversjes van Annie M.G. Schmidt. Elke schooldag las ik tussen de middag bij de broodmaaltijd enkele versjes voor. Ze vonden het prachtig. Ook al waren sommige misschien wat gedateerd. Dat was geen probleem om de clou te snappen, van het ritme en het grappige verhaaltje te genieten en meteen de woordenschat te vergroten. "Tante Trui en Tante Toosje zaten op de kanapee" - wat is een kanapee oma? (De spelling is overgenomen uit Ziezo). "Meneer is niet thuis en mevrouw is niet thuis, het keteltje staat op het kolenfornuis" - nog nooit van gehoord. Er ontsponnen zich hele verhalen rondom de versjes, want wat is het leuk dat Tante Trui en Tante Toosje uiteindelijk in Ameland terecht komen, als je net de Waddeneilanden heb leren opsommen op school.
De spin Sebastiaan ligt hier naast me. Ik moet hem voorzichtig hanteren, hij valt bijna uit elkaar. Met recht stukgelezen! Met voorin het krantenberichtje, voorzien van de datum: 26 mei 1956. Middenin deze week 60 jaar geleden!
Een hele dierbare herinnering dus, aan mijn eerste eigen boek èn aan mijn lieve en zorgvuldige vader.
Voor wie het versje van Sebastiaan niet kent, hier de tekst:
Sebastiaan
Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.
Luister!
Hij zei tot alle and're spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo'n drang van binnen
tot het weven van een web.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
kom, Sebastiaan, laat dat nou
wou je aan een web beginnen
in die vreselijke kou?
Zei Sebastiaan tot de spinnen:
't Web hoeft niet zo groot te zijn,
't hoeft niet buiten, 't kan ook binnen
ergens achter een gordijn.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee Sebastiaan,
toe Sebastiaan, toom je in!
Het is zó gevaarlijk binnen,
zó gevaarlijk voor een spin.
Zei Sebastiaan eigenzinnig:
Nee, de Drang is mij te groot.
Zeiden alle and'ren innig:
Sebastiaan, dit wordt je dood....
O,o,o, Sebastiaan!
Het is niet goed met hem gegaan.
Door het raam klom hij naar binnen.
Eigenzinnig! En niet bang.
Zeiden alle and're spinnen:
Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!
Pauze
Na een poosje werd toen éven
dit berichtje doorgegeven:
Binnen werd een moord gepleegd.
Sebastiaan is opgeveegd.
Annie M.G. Schmidt (In: De spin Sebastiaan).
© Jannie Tr, mei 2016.
Boekenblogster Leesdame kwam met het idee herinneringen aan boeken van Annie te verzamelen en in haar blog een plekje te geven. Een leuk idee! Wil je meedoen, ga dan naar deze link (KLIK HIER). Ik doe ook graag mee en zal haar een samenvatting van dit blogje sturen. De uitgebreide versie vind je hier.
Mijn eerste kennismaking met de versjes van Annie M.G. Schmidt vond plaats via een prijsvraag. Ik was 8 jaar en logeerde bij mijn opa en oma. Ze moedigden me aan een raadsel op te lossen waarmee je een boek kon winnen. Wat spannend was dat! Zelf een briefkaart schrijven, netjes de oplossing op de achterkant, een extra postzegel en dan in de brievenbus. Ik was al weer thuis toen de uitslag kwam: Ik was een van de drie gelukkigen die een boekenlijstje kreeg thuisgestuurd om er een te kiezen. Het berichtje in de krant waarin dat stond heeft mijn vader uitgeknipt en voorin het boek geplakt dat ik koos: Dit is de spin Sebastiaan - Versjes en korte verhaaltjes van Annie M.G. Schmidt.
Dolgelukkig was ik er mee. Ik kon al goed lezen, maar er waren thuis nog geen kinderboeken (ik was de oudste). Ook was er in die jaren geen geld om boeken te kopen of een bibliotheekabonnement te nemen. Met mijn verjaardag kreeg ik wel eens een boek van mijn grootouders. Maar hier kon ik mee vooruit. Ik vond de versjes geweldig en al snel kende ik er een paar uit mijn hoofd. Ze zijn zo verankerd dat ik ook nu nog een aantal ervan moeiteloos kan opzeggen.
Het is wel goed gekomen met die boeken voor een leesgraag meisje hoor! Later kreeg ik Het Fluitketeltje (ook versjes) en De A van Abeltje. Het was toen dat ik begreep dat een boek niet alleen een titel heeft, maar ook een schrijver. En dat je die naam maar beter kunt onthouden als je van zijn/haar boeken had genoten. Voor mijn kleine zusje kwamen de Jip en Janneke boekjes. En toen ik zelf kinderen had waren Floddertje en Pluk van de Petteflet aan de beurt.
Als oppasoma voor onze 2 oudste kleindochters, kocht ik Ziezo: de 347 kinderversjes van Annie M.G. Schmidt. Elke schooldag las ik tussen de middag bij de broodmaaltijd enkele versjes voor. Ze vonden het prachtig. Ook al waren sommige misschien wat gedateerd. Dat was geen probleem om de clou te snappen, van het ritme en het grappige verhaaltje te genieten en meteen de woordenschat te vergroten. "Tante Trui en Tante Toosje zaten op de kanapee" - wat is een kanapee oma? (De spelling is overgenomen uit Ziezo). "Meneer is niet thuis en mevrouw is niet thuis, het keteltje staat op het kolenfornuis" - nog nooit van gehoord. Er ontsponnen zich hele verhalen rondom de versjes, want wat is het leuk dat Tante Trui en Tante Toosje uiteindelijk in Ameland terecht komen, als je net de Waddeneilanden heb leren opsommen op school.
De spin Sebastiaan ligt hier naast me. Ik moet hem voorzichtig hanteren, hij valt bijna uit elkaar. Met recht stukgelezen! Met voorin het krantenberichtje, voorzien van de datum: 26 mei 1956. Middenin deze week 60 jaar geleden!
Een hele dierbare herinnering dus, aan mijn eerste eigen boek èn aan mijn lieve en zorgvuldige vader.
Voor wie het versje van Sebastiaan niet kent, hier de tekst:
Sebastiaan
Dit is de spin Sebastiaan.
Het is niet goed met hem gegaan.
Luister!
Hij zei tot alle and're spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
maar ik krijg zo'n drang van binnen
tot het weven van een web.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee, Sebastiaan,
kom, Sebastiaan, laat dat nou
wou je aan een web beginnen
in die vreselijke kou?
Zei Sebastiaan tot de spinnen:
't Web hoeft niet zo groot te zijn,
't hoeft niet buiten, 't kan ook binnen
ergens achter een gordijn.
Zeiden alle and're spinnen:
O, Sebastiaan, nee Sebastiaan,
toe Sebastiaan, toom je in!
Het is zó gevaarlijk binnen,
zó gevaarlijk voor een spin.
Zei Sebastiaan eigenzinnig:
Nee, de Drang is mij te groot.
Zeiden alle and'ren innig:
Sebastiaan, dit wordt je dood....
O,o,o, Sebastiaan!
Het is niet goed met hem gegaan.
Door het raam klom hij naar binnen.
Eigenzinnig! En niet bang.
Zeiden alle and're spinnen:
Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!
Pauze
Na een poosje werd toen éven
dit berichtje doorgegeven:
Binnen werd een moord gepleegd.
Sebastiaan is opgeveegd.
Annie M.G. Schmidt (In: De spin Sebastiaan).
© Jannie Tr, mei 2016.
vrijdag 20 mei 2016
Notities maken tijdens het lezen
Maak jij notities bij het lezen? vroeg Hendrik-Jan ons, als vraag 20 van de reeks #50books (KLIK HIER). Voor mij hangt dat er van af over wat voor soort boek het gaat. Studieboeken krijgen een heel andere behandeling dan romans of non-fictie. Het hangt er ook van af wat ik verder moet doen met de inhoud. Examen doen? Blog schrijven? Verwerken in een artikel o.i.d.?
Mijn studieboeken zijn onverkoopbaar: ik onderstreep (weliswaar met potlood) bepaalde delen van de tekst, schrijf opmerkingen in de kantlijn en maak op papier een samenvatting om te gebruiken bij het leren. Maar die tijd ligt al weer even achter me, al zou ik het weer net zo doen, indien van toepassing. Want blijven leren is toch wel mijn rode draad.
Non-fictie lees ik over het algemeen alleen omdat het onderwerp me interesseert. Als ik daar geen blog over ga schrijven, dan maak ik geen aantekeningen, tenzij ik er nog iets anders mee wil doen: over het onderwerp schrijven op een van mijn andere blogs of bepaalde zaken nog eens elders nader onderzoeken (ander boek, museum, Wikipedia).
Blijft over mijn boekenblog. Zeker voor een blog is voor mij het maken van aantekeningen heel belangrijk. Soms zijn dat technische opmerkingen (perspectiefwisselingen, chronologie, structuur), maar vaker zaken die het boek voor mij persoonlijk boeiend en mooi maken: bepaalde stijlkenmerken, metaforen, stukjes die er om vragen geciteerd te worden. Het gevoel dat het lezen van het boek oproept of (meestal bij non-fictie, maar soms ook in romans) achtergrondinformatie die ik opzoek naar aanleiding van een woord, zinsnede, gebeurtenis.
Hoe ik dat doe? Op een los papiertje (pg. nummer + eerste woord alinea) dat tevens als bladwijzer dient of met gekleurde stickerreepjes op de betreffende bladzijde. Heel af en toe lees ik een e-book via de bieb. Daar is het ideaal dat je hele stukken tekst en pagina's kunt markeren om ze gemakkelijk weer terug te kunnen vinden.
Meestal gebeurt dat alles al tijdens het lezen, maar soms word ik zo gegrepen door een verhaal, dat ik weet: dit moet ik tweemaal lezen. Zodat ik me er bij de eerste lezing aan over kan geven en pas bij de tweede aantekeningen zal maken.
En eigenlijk zijn dat de boeken waar ik ook het meest van geniet: zonder bijgedachten helemaal opgaan in een verhaal en daarna alle aandacht voor de manier waarop de schrijver tot zoiets moois gekomen is! Daar lees ik voor. En op die boeken maak ik graag anderen attent via mijn blog.
© JannieTr, mei 2016
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Mijn studieboeken zijn onverkoopbaar: ik onderstreep (weliswaar met potlood) bepaalde delen van de tekst, schrijf opmerkingen in de kantlijn en maak op papier een samenvatting om te gebruiken bij het leren. Maar die tijd ligt al weer even achter me, al zou ik het weer net zo doen, indien van toepassing. Want blijven leren is toch wel mijn rode draad.
Non-fictie lees ik over het algemeen alleen omdat het onderwerp me interesseert. Als ik daar geen blog over ga schrijven, dan maak ik geen aantekeningen, tenzij ik er nog iets anders mee wil doen: over het onderwerp schrijven op een van mijn andere blogs of bepaalde zaken nog eens elders nader onderzoeken (ander boek, museum, Wikipedia).
Blijft over mijn boekenblog. Zeker voor een blog is voor mij het maken van aantekeningen heel belangrijk. Soms zijn dat technische opmerkingen (perspectiefwisselingen, chronologie, structuur), maar vaker zaken die het boek voor mij persoonlijk boeiend en mooi maken: bepaalde stijlkenmerken, metaforen, stukjes die er om vragen geciteerd te worden. Het gevoel dat het lezen van het boek oproept of (meestal bij non-fictie, maar soms ook in romans) achtergrondinformatie die ik opzoek naar aanleiding van een woord, zinsnede, gebeurtenis.
Hoe ik dat doe? Op een los papiertje (pg. nummer + eerste woord alinea) dat tevens als bladwijzer dient of met gekleurde stickerreepjes op de betreffende bladzijde. Heel af en toe lees ik een e-book via de bieb. Daar is het ideaal dat je hele stukken tekst en pagina's kunt markeren om ze gemakkelijk weer terug te kunnen vinden.
Meestal gebeurt dat alles al tijdens het lezen, maar soms word ik zo gegrepen door een verhaal, dat ik weet: dit moet ik tweemaal lezen. Zodat ik me er bij de eerste lezing aan over kan geven en pas bij de tweede aantekeningen zal maken.
En eigenlijk zijn dat de boeken waar ik ook het meest van geniet: zonder bijgedachten helemaal opgaan in een verhaal en daarna alle aandacht voor de manier waarop de schrijver tot zoiets moois gekomen is! Daar lees ik voor. En op die boeken maak ik graag anderen attent via mijn blog.
© JannieTr, mei 2016
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
dinsdag 17 mei 2016
Arita Baaijens - Zoektocht naar het paradijs
In één van de laatste afleveringen van VPRO boeken gepresenteerd door Wim Brands bekeek ik een interview met de ontdekkingsreizigster Arita Baaijens (KLIK HIER). Daarbij ging hij uitgebreid in op de voorgeschiedenis van het boek Zoektocht naar het paradijs. Ter sprake kwamen haar jaarlijks herhaalde tochten door de woestijn, haar enorme desillusie en inzinking toen ze moest ontdekken dat ze daar toch niet kon vinden wat ze zocht: de diepte van haar persoonlijke crisis en de aanleiding voor de rondreis in Siberië, op zoek naar Shambhala. Een fascinerend verhaal, net als de vraag of ze uiteindelijk in het Altajgebergte wel vond wat ze zocht en wat Shambhala dan precies is. Hoe gedreven Brands haar ook ondervroeg, helemaal duidelijk werd niet of de antwoorden daarop in het boek stonden. Maar de nieuwsgierigheid was genoeg geprikkeld om het toch maar eens te lezen.
Samenvatting
Na een persoonlijke crisis reist Arita Baaijens af naar het Altajgebergte in het zuidwesten van Siberië, waar het legendarische Shambhala te vinden zou zijn, een aards paradijs in een doolhof van gletsjers en ravijnen. Onvermoeibaar trekt de reizigster te paard over besneeuwde bergen en door donkere wouden waar wolven en beren wonen. Onderweg ontmoet ze keelzangers, stoere herders, biologen, sjamanen, kluizenaars, professoren en profeten, maar het paradijs blijft onvindbaar, zelfs na jaren zoeken. Ze raakt geïntrigeerd door het geloof van lokale bewoners in de heilige natuur en vraagt zich af hoe landschap en geest elkaar beïnvloeden. Hoe fantasie zich van de werkelijkheid onderscheidt. En of wetenschap het monopolie op waarheid bezit. De zoektocht naar het paradijs zet het leven van de ontdekkingsreizigster weer op de rails. (Achterzijde boek).
Leeservaring
De ondertitel van het boek luidt: Een onderzoek naar waarheid en werkelijkheid in het hart van Centraal Azië. In de samenvatting hierboven wordt daar al naar verwezen. Wat we te lezen krijgen is niet alleen een reisverhaal, het is ook een verslag van een zoektocht naar de verhouding tussen waarheid en werkelijkheid, naar de dunne scheidslijn tussen westerse wetenschap en oosterse spiritualiteit. Hoe heeft ze dat vormgegeven?
Het boek begint met een proloog, waarin ze beschrijft wat er aan de tocht vooraf ging en haar beweegredenen uiteenzet. Daarna volgt een dagboek, waarin ze de 100 dagen van haar reis beschrijft. En het eindigt met een epiloog. Het is dan een jaar na de laatste reisdag en ze trekt zich voor enige tijd alleen terug op een plek die heel veel voor haar is gaan betekenen. Sjambhala? Misschien.
De tocht gaat door 4 landen, die op een punt midden in het Ataljgebergte aan elkaar grenzen: Kazachstan, China, Mongolië en Rusland. Op de binnenkant van de voorflap staat een mooie overzichtskaart, geen overbodige luxe voor dit relatief onbekende gebied. Met grote regelmaat staan er detailkaartjes tussen de tekst, waarop de route van enkele dagen goed te volgen is. De afbeelding op de binnenzijde van de achterflap vraagt om een nadere uitleg. Het is een zgn. Golden Circle Map.
Elke reisdag is genummerd en wordt uitgebreid beschreven, vooraf gegaan door de exacte coördinaten (behalve in China, daar was het verboden). Verder wat gegevens over het weer, de omgeving, diverse bijzonderheden. Maar steeds daarbij ook de kleur van die dag: de kleuren symboliseren een emotie of een gebeurtenis die ze waardevol genoeg vindt om vast te leggen. Goud = geluk, rood = rotgevoel, groen = bijzondere ontmoeting, blauw = inzicht. Op een grote leren lap staat het middelpunt waar omheen ze rondtrekt en daar weer omheen een grotere cirkel. Met de kleur van de betreffende dag trekt ze vanuit het middelpunt een lijn. Binnen de cirkel staat "de topografie van haar geest", buiten de cirkel de gegevens van de omgeving (hoogte, coords, natuur, etc.). Uiteindelijk zouden de gegevens van de lijnen het effect van het landschap op haar geest moeten weergeven, met in het midden Sjambhala. (Het wordt overigens niet helemaal duidelijk of deze Golden Circle Map ook echt gewerkt heeft).
Laat ik voorop stellen dat de beschrijving van 100 dagen rondreizen niet snel verveelt door de originele manier waarop ze de landschappen waar ze doortrekt beschrijft. Ook de mensen die ze ontmoet, de ontberingen en conflicten die zich voordoen en de tegenslagen zorgen voor afwisseling in het verhaal, zonder dat er te lang bij stil gestaan wordt. Het is even tegoed duidelijk, dat het een reis met hindernissen is geweest. Het contact met de lokale bevolking (via tolken en gidsen) en hun gewoonten en gebruiken, hun totaal andere manier van omgaan met en leven in de natuur zijn interessant om kennis van te nemen. (Zo vreest men dat haar reis gedoemd is te mislukken, omdat ze tegen de klok in reist: een belediging van de natuurgeesten). Ik heb het dikke boek dan ook met belangstelling uitgelezen.
Maar...ik miste iets. Dat lag niet aan Arita Baaijens. Het deed me denken aan Seven Years in Tibet, waarmee ik kennis maakte via het boek van Heinrich Harrer. Er bestaan gelukkig genoeg fotoboeken over Tibet en zo kon ik me bij de tekst een beeld vormen. Toen vele jaren later de film verscheen, was ik blij met de voorkennis van dit boek. Ik heb van de beelden genoten, maar ik ben er van overtuigd dat wie niet eerst het boek las, veel van de essentie gemist heeft.
Er staan geen foto's in het boek van Arita Baaijens, maar om haar reis te bekostigen heeft ze een contract afgesloten met een Amerikaanse filmmaatschappij om haar reis vast te leggen. Het viel haar zwaar, veel werk, zorgen en minder tijd om te genieten van waar ze mee bezig was. Maar dat betekent wel, dat we vast nog wel eens een documentaire te zien krijgen, met de beelden die ik nu moest missen.
De inzichten die ze opdeed tijdens haar reis staan in losse stukjes tussen de tekst met als titel Lint.
"We zijn niet alleen voor de geboorte en na de dood onderdeel van de natuur, maar ook tijdens ons leven. Wij bestaan uit hetzelfde weefsel als de wereld om ons heen, alleen hebben wij aan de dingen om ons heen afzonderlijke namen gegeven. Maar de zon noemt zichzelf geen zon. Zodra het denken stilvalt is alles één."
"Wat is wijsheid? Wijsheid is jezelf niet tot het middelpunt van het universum verklaren, je hart laten spreken en doen wat er gedaan moet worden".
Arita Baaijens - Zoektocht naar het paradijs. Amsterdam, Atlas/Contact, 2016. Pb., 320 pg., met lit. opg. ISBN:978-90-450-2977-1.
© JannieTr, mei 2016.
Ik lees Nederlands: 20/35.
Samenvatting
Na een persoonlijke crisis reist Arita Baaijens af naar het Altajgebergte in het zuidwesten van Siberië, waar het legendarische Shambhala te vinden zou zijn, een aards paradijs in een doolhof van gletsjers en ravijnen. Onvermoeibaar trekt de reizigster te paard over besneeuwde bergen en door donkere wouden waar wolven en beren wonen. Onderweg ontmoet ze keelzangers, stoere herders, biologen, sjamanen, kluizenaars, professoren en profeten, maar het paradijs blijft onvindbaar, zelfs na jaren zoeken. Ze raakt geïntrigeerd door het geloof van lokale bewoners in de heilige natuur en vraagt zich af hoe landschap en geest elkaar beïnvloeden. Hoe fantasie zich van de werkelijkheid onderscheidt. En of wetenschap het monopolie op waarheid bezit. De zoektocht naar het paradijs zet het leven van de ontdekkingsreizigster weer op de rails. (Achterzijde boek).
Leeservaring
De ondertitel van het boek luidt: Een onderzoek naar waarheid en werkelijkheid in het hart van Centraal Azië. In de samenvatting hierboven wordt daar al naar verwezen. Wat we te lezen krijgen is niet alleen een reisverhaal, het is ook een verslag van een zoektocht naar de verhouding tussen waarheid en werkelijkheid, naar de dunne scheidslijn tussen westerse wetenschap en oosterse spiritualiteit. Hoe heeft ze dat vormgegeven?
Het boek begint met een proloog, waarin ze beschrijft wat er aan de tocht vooraf ging en haar beweegredenen uiteenzet. Daarna volgt een dagboek, waarin ze de 100 dagen van haar reis beschrijft. En het eindigt met een epiloog. Het is dan een jaar na de laatste reisdag en ze trekt zich voor enige tijd alleen terug op een plek die heel veel voor haar is gaan betekenen. Sjambhala? Misschien.
De tocht gaat door 4 landen, die op een punt midden in het Ataljgebergte aan elkaar grenzen: Kazachstan, China, Mongolië en Rusland. Op de binnenkant van de voorflap staat een mooie overzichtskaart, geen overbodige luxe voor dit relatief onbekende gebied. Met grote regelmaat staan er detailkaartjes tussen de tekst, waarop de route van enkele dagen goed te volgen is. De afbeelding op de binnenzijde van de achterflap vraagt om een nadere uitleg. Het is een zgn. Golden Circle Map.
Elke reisdag is genummerd en wordt uitgebreid beschreven, vooraf gegaan door de exacte coördinaten (behalve in China, daar was het verboden). Verder wat gegevens over het weer, de omgeving, diverse bijzonderheden. Maar steeds daarbij ook de kleur van die dag: de kleuren symboliseren een emotie of een gebeurtenis die ze waardevol genoeg vindt om vast te leggen. Goud = geluk, rood = rotgevoel, groen = bijzondere ontmoeting, blauw = inzicht. Op een grote leren lap staat het middelpunt waar omheen ze rondtrekt en daar weer omheen een grotere cirkel. Met de kleur van de betreffende dag trekt ze vanuit het middelpunt een lijn. Binnen de cirkel staat "de topografie van haar geest", buiten de cirkel de gegevens van de omgeving (hoogte, coords, natuur, etc.). Uiteindelijk zouden de gegevens van de lijnen het effect van het landschap op haar geest moeten weergeven, met in het midden Sjambhala. (Het wordt overigens niet helemaal duidelijk of deze Golden Circle Map ook echt gewerkt heeft).
Laat ik voorop stellen dat de beschrijving van 100 dagen rondreizen niet snel verveelt door de originele manier waarop ze de landschappen waar ze doortrekt beschrijft. Ook de mensen die ze ontmoet, de ontberingen en conflicten die zich voordoen en de tegenslagen zorgen voor afwisseling in het verhaal, zonder dat er te lang bij stil gestaan wordt. Het is even tegoed duidelijk, dat het een reis met hindernissen is geweest. Het contact met de lokale bevolking (via tolken en gidsen) en hun gewoonten en gebruiken, hun totaal andere manier van omgaan met en leven in de natuur zijn interessant om kennis van te nemen. (Zo vreest men dat haar reis gedoemd is te mislukken, omdat ze tegen de klok in reist: een belediging van de natuurgeesten). Ik heb het dikke boek dan ook met belangstelling uitgelezen.
Maar...ik miste iets. Dat lag niet aan Arita Baaijens. Het deed me denken aan Seven Years in Tibet, waarmee ik kennis maakte via het boek van Heinrich Harrer. Er bestaan gelukkig genoeg fotoboeken over Tibet en zo kon ik me bij de tekst een beeld vormen. Toen vele jaren later de film verscheen, was ik blij met de voorkennis van dit boek. Ik heb van de beelden genoten, maar ik ben er van overtuigd dat wie niet eerst het boek las, veel van de essentie gemist heeft.
Er staan geen foto's in het boek van Arita Baaijens, maar om haar reis te bekostigen heeft ze een contract afgesloten met een Amerikaanse filmmaatschappij om haar reis vast te leggen. Het viel haar zwaar, veel werk, zorgen en minder tijd om te genieten van waar ze mee bezig was. Maar dat betekent wel, dat we vast nog wel eens een documentaire te zien krijgen, met de beelden die ik nu moest missen.
De inzichten die ze opdeed tijdens haar reis staan in losse stukjes tussen de tekst met als titel Lint.
"We zijn niet alleen voor de geboorte en na de dood onderdeel van de natuur, maar ook tijdens ons leven. Wij bestaan uit hetzelfde weefsel als de wereld om ons heen, alleen hebben wij aan de dingen om ons heen afzonderlijke namen gegeven. Maar de zon noemt zichzelf geen zon. Zodra het denken stilvalt is alles één."
"Wat is wijsheid? Wijsheid is jezelf niet tot het middelpunt van het universum verklaren, je hart laten spreken en doen wat er gedaan moet worden".
Arita Baaijens - Zoektocht naar het paradijs. Amsterdam, Atlas/Contact, 2016. Pb., 320 pg., met lit. opg. ISBN:978-90-450-2977-1.
© JannieTr, mei 2016.
Ik lees Nederlands: 20/35.
vrijdag 6 mei 2016
De boekbloggers die ik volg
Op de valreep, zo vlak voor de vakantie, wil ik toch nog graag een antwoord geven op vraag 18 van Hendrik-Jan in het kader van #50books (KLIK HIER) : Welke boekbloggers volg jij?
Om te beginnen: dat zijn er niet zo heel erg veel (20). Maar degenen die ik volg, volg ik met overtuiging. Omdat ze boeken lezen die overeenkomen met mijn smaak en voorkeursgenre en omdat ze kwalitatief goede recensies schrijven. Daarnaast bestaat er ook nog zoiets als een "verwantschap voelen", hoe vaag dat ook mag klinken. Ondanks dat ik geen van deze bloggers (nog) persoonlijk ontmoet heb, heb ik het gevoel dat het klikt. Althans van mijn kant, want ik kan natuurlijk nooit voor de ander spreken.
Ik zal ze hier niet alle 20 noemen, omdat ik niet van iedereen alles lees. Van de verschijning van een nieuwe blogpost krijg ik bericht via Bloglovin' en/of Twitter. De blogposten zelf lees ik in het originele format op hun site. Geen besprekingen van buitenlandse boeken, thrillers of chicklits, maar vooral over Nederlandse literatuur en kinderboeken.
Dat volgen van blogs doe ik eigenlijk pas sinds een paar jaar. En de aanzet daartoe kwam van Inge van INGE LEEST. Zij organiseerde in 2014 de succesvolle actie: Ik lees Nederlands. Een uitnodiging aan lezers en bloggers om de uitdaging aan te gaan in 2014 een zelfgekozen hoeveelheid puur Nederlandse literatuur te lezen en dat (met of zonder link naar hun blog) door te geven, zodat ze ze in een lijst kon verwerken ten behoeve van andere lezers. Dat paste dus precies in mijn straatje: ze is een van de weinige bloggers die alleen Nederlandse literatuur leest en daarover blogt. Daarnaast schrijft ze op haar blog over allerlei boekgerelateerde onderwerpen (uitgeverscatalogi, boekschilderijen, cadeautjes, e.d.). Ik houd wel van die afwisseling.
De Ik Lees Nederlands actie werd in 2015 voortgezet door Tessa van TESSA HEITMEIJER en Jenny van JENNYSBOOKCASE. Het was maar goed dat ze het samen deden, want het succes werd steeds groter. Zo groot, dat er niemand meer gevonden kon worden om het in 2016 voort te zetten. De eerste keer werd georganiseerd door Judith van DE BOEKBLOGGER in 2013. En zo kwam het dat ik deze 4 boekbloggers begon te volgen: wie Ik Lees Nederlands propagandeert, kan bij mij niet meer stuk. En via de reacties van anderen op mijn blog en de recensies van Nederlandse boeken in de lijst kwamen er meer namen van boekbloggers op mijn lijstje.
Teunis Bunt van BUNT BLOGT bijvoorbeeld. Omdat hij docent Nederlands en Nederlandse literatuur is, kan ik op zijn blog mijn hart ophalen. Maar ook hij schrijft daarnaast andere artikelen die me meestal wel aanspreken. Over stripboeken, poëzie, oude kinderboeken, jeugdherinneringen, opiniërende stukken.
En Suzanne van DOOR SUZANNE. Haar volg ik graag vanwege haar prettige schrijfstijl en soms verrassende invalshoeken. Op haar blog vind je naast Boekbelevingen ook Museumbelevingen, beide hebben mijn interesse. Daarnaast heeft ze elke jaar een leuke speciale rubriek: vorig jaar Elke maand een museum, dit jaar Elke maand een route. Wie mee wil doen kan via Twitter #EMER zijn eigen Wandel- of Fietstochtverslag melden. Maar in elk geval zijn de beschrijvingen van de tochten het lezen waard en zijn de bijbehorende foto's geslaagd.
Via Twitter is er geregeld contact met Literasa, Lalagè en Sue. Het is opvallend dat er zoveel jonge vrouwen bij mijn favorieten zitten, pas getrouwd (of binnenkort) en/of net moeder. Sue van BOEKENZ schrijft dan ook regelmatig recensies over kinderboeken en over de Boekenmarkten van de maand. Naast de gewone recensies en haar verslagen over Kringloopvondsten.
Lalagè van LALAGE LEEST leest veel, ook buitenlandse boeken. Haar idee aan de hand van boeken de wereld over te reizen is interessant: een boek over een land door iemand uit dat land geschreven. Al lees ik deze boeken zelf niet, ik vind het wel leuk om mee te mogen lezen hoe ze een boek beleefd heeft en wat ze ontdekt heeft. Wat Nederlandse boeken betreft, komt onze smaak aardig overeen. Verder bezoekt ze geregeld een bibliotheek in een andere stad: daar doet ze verslag van met foto's, ook een leuke zijsprong voor deze voormalige bibliothecaresse!
Literasa van LITERASA is een gekoesterd Vlaams contact. Wij wisselen geregeld uit wat er in Vlaanderen en Nederland verschijnt en waarvan we vermoeden dat de ander het ook zal waarderen.
Ik hoop niet dat de anderen zich tekort gedaan voelen. Zolang je geregeld een Like tegenkomt onder je blogpost, weet je dat ik jullie ook waardeer! Rest mij te vermelden dat ik ook nog 3 Blogs van schrijvers volg. Gerbrands Dingetje van Gerbrand Bakker, Elke dag van Elke Geurts en Ik... van Jan van Mersbergen .
© JannieTr, mei 2016
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Om te beginnen: dat zijn er niet zo heel erg veel (20). Maar degenen die ik volg, volg ik met overtuiging. Omdat ze boeken lezen die overeenkomen met mijn smaak en voorkeursgenre en omdat ze kwalitatief goede recensies schrijven. Daarnaast bestaat er ook nog zoiets als een "verwantschap voelen", hoe vaag dat ook mag klinken. Ondanks dat ik geen van deze bloggers (nog) persoonlijk ontmoet heb, heb ik het gevoel dat het klikt. Althans van mijn kant, want ik kan natuurlijk nooit voor de ander spreken.
Ik zal ze hier niet alle 20 noemen, omdat ik niet van iedereen alles lees. Van de verschijning van een nieuwe blogpost krijg ik bericht via Bloglovin' en/of Twitter. De blogposten zelf lees ik in het originele format op hun site. Geen besprekingen van buitenlandse boeken, thrillers of chicklits, maar vooral over Nederlandse literatuur en kinderboeken.
Dat volgen van blogs doe ik eigenlijk pas sinds een paar jaar. En de aanzet daartoe kwam van Inge van INGE LEEST. Zij organiseerde in 2014 de succesvolle actie: Ik lees Nederlands. Een uitnodiging aan lezers en bloggers om de uitdaging aan te gaan in 2014 een zelfgekozen hoeveelheid puur Nederlandse literatuur te lezen en dat (met of zonder link naar hun blog) door te geven, zodat ze ze in een lijst kon verwerken ten behoeve van andere lezers. Dat paste dus precies in mijn straatje: ze is een van de weinige bloggers die alleen Nederlandse literatuur leest en daarover blogt. Daarnaast schrijft ze op haar blog over allerlei boekgerelateerde onderwerpen (uitgeverscatalogi, boekschilderijen, cadeautjes, e.d.). Ik houd wel van die afwisseling.
De Ik Lees Nederlands actie werd in 2015 voortgezet door Tessa van TESSA HEITMEIJER en Jenny van JENNYSBOOKCASE. Het was maar goed dat ze het samen deden, want het succes werd steeds groter. Zo groot, dat er niemand meer gevonden kon worden om het in 2016 voort te zetten. De eerste keer werd georganiseerd door Judith van DE BOEKBLOGGER in 2013. En zo kwam het dat ik deze 4 boekbloggers begon te volgen: wie Ik Lees Nederlands propagandeert, kan bij mij niet meer stuk. En via de reacties van anderen op mijn blog en de recensies van Nederlandse boeken in de lijst kwamen er meer namen van boekbloggers op mijn lijstje.
Teunis Bunt van BUNT BLOGT bijvoorbeeld. Omdat hij docent Nederlands en Nederlandse literatuur is, kan ik op zijn blog mijn hart ophalen. Maar ook hij schrijft daarnaast andere artikelen die me meestal wel aanspreken. Over stripboeken, poëzie, oude kinderboeken, jeugdherinneringen, opiniërende stukken.
En Suzanne van DOOR SUZANNE. Haar volg ik graag vanwege haar prettige schrijfstijl en soms verrassende invalshoeken. Op haar blog vind je naast Boekbelevingen ook Museumbelevingen, beide hebben mijn interesse. Daarnaast heeft ze elke jaar een leuke speciale rubriek: vorig jaar Elke maand een museum, dit jaar Elke maand een route. Wie mee wil doen kan via Twitter #EMER zijn eigen Wandel- of Fietstochtverslag melden. Maar in elk geval zijn de beschrijvingen van de tochten het lezen waard en zijn de bijbehorende foto's geslaagd.
Via Twitter is er geregeld contact met Literasa, Lalagè en Sue. Het is opvallend dat er zoveel jonge vrouwen bij mijn favorieten zitten, pas getrouwd (of binnenkort) en/of net moeder. Sue van BOEKENZ schrijft dan ook regelmatig recensies over kinderboeken en over de Boekenmarkten van de maand. Naast de gewone recensies en haar verslagen over Kringloopvondsten.
Lalagè van LALAGE LEEST leest veel, ook buitenlandse boeken. Haar idee aan de hand van boeken de wereld over te reizen is interessant: een boek over een land door iemand uit dat land geschreven. Al lees ik deze boeken zelf niet, ik vind het wel leuk om mee te mogen lezen hoe ze een boek beleefd heeft en wat ze ontdekt heeft. Wat Nederlandse boeken betreft, komt onze smaak aardig overeen. Verder bezoekt ze geregeld een bibliotheek in een andere stad: daar doet ze verslag van met foto's, ook een leuke zijsprong voor deze voormalige bibliothecaresse!
Literasa van LITERASA is een gekoesterd Vlaams contact. Wij wisselen geregeld uit wat er in Vlaanderen en Nederland verschijnt en waarvan we vermoeden dat de ander het ook zal waarderen.
Ik hoop niet dat de anderen zich tekort gedaan voelen. Zolang je geregeld een Like tegenkomt onder je blogpost, weet je dat ik jullie ook waardeer! Rest mij te vermelden dat ik ook nog 3 Blogs van schrijvers volg. Gerbrands Dingetje van Gerbrand Bakker, Elke dag van Elke Geurts en Ik... van Jan van Mersbergen .
© JannieTr, mei 2016
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)