Ellen Deckwitz (Deventer, 20 mei
1982) is een Nederlandse dichter, schrijver en columnist. Ze schrijft
onder meer voor NRC Next en NRC Handelsblad. In 2011 won ze met De
steen vreest mij de C. Buddingh' prijs voor het beste
poëziedebuut. Daarna volgden de dichtbundels Hoi feest (2012)
en De blanke gave (2015). Haar werk verschijnt daarnaast in
verschillende literaire tijdschriften en bloemlezingen en is voor een
deel vertaald en gepubliceerd in het Duits, Zweeds, Engels, Arabisch,
Mongools, Chinees en Frans. Ze draagt haar poëzie voor in binnen- en
buitenland.
Genieten van poëzie
Deckwitz geeft regelmatig lezingen en
workshops over literatuurgeschiedenis en schrijven. Ook in boekvorm
draagt ze haar liefde voor de dichtkunst enthousiast uit. In 2015
verscheen Zo word je een geweldige dichter handboek voor de
beginnende dichter. En in 2016 verscheen Olijven moet je leren
lezen, een cursus genieten van poëzie. Het is een uitgebreide
versie van deels eerder verschenen columns onder de noemer Dichten
met Deckwitz in NRC Next.
In de inleiding merkt ze op dat er in
Nederland veel meer gedichten geschreven worden dan gelezen.
Amateurpodia, websites om gedichten te delen en de Turing
Gedichtenwedstrijd (die jaarlijks meer dan tienduizend inzendingen
ontvangt) bewijzen dat er een grote groep schrijvers is, maar de
bedroevende verkoop van dichtbundels wijst erop dat ze nauwelijks
gekocht en gelezen worden.
Ze wijdt die discrepantie niet aan
onwil, maar aan onkunde: in het huidige literatuuronderwijs is er te
weinig ruimte om leerlingen vertrouwd te maken met poëzie. En voor
de overige potentiële poëzielezers geldt, dat ze geneigd zijn zich
te beperken tot wat ze al een beetje kunnen en kennen. En poëzie
hoort daar vaak niet bij, vooral geen moderne poëzie. Dat is jammer,
vindt ze. Want wie er een beetje moeite voor wil doen, zal veel moois
kunnen ontdekken. Of niet, maar dan heeft men het in elk geval met
behulp van dit boek een eerlijke kans gegeven.
Vraag en antwoord
Olijven moet je leren lezen is verdeeld in 23 korte
hoofdstukken die allemaal een vraag als titel hebben: vragen
die Deckwitz tijdens haar lessen tegenkwam. Is vertaalde poëzie de moeite waard?
Waarom rijmen er tegenwoordig zo weinig gedichten? Wat is het nut van
poëzie? Is er poëzie die over de actualiteit gaat? Elk hoofdstuk
wordt vooraf gegaan door een gedicht. Ze beantwoordt de vraag in
klare taal, vaak met humorvolle vergelijkingen en verwijzingen naar
het betreffende gedicht. Het stukje eindigt met een kader waarin tips
voor verder lezen staan: bundels van de besproken dichter en anderen.
Een van de beste tips is naar mijn idee
een bloemlezing aan te schaffen/lenen en te proberen daarin te
ontdekken welke dichters je het meest aanspreken.
Emily Dickinson
De meeste besproken gedichten zijn van
na 2000. Maar als ze de vraag beantwoordt: wie is de Vincent van Gogh
van de dichtkunst? brengt ze Emily Dickinson (1830-1886) ter sprake.
Een Amerikaanse dichteres die haar tijd ver vooruit was en met de
vorm en inhoud van haar gedichten aan het begin van de modernisering
van de poëzie heeft gestaan. En net als Van Gogh daar in haar leven
nooit waardering voor heeft gekregen. Een mooi voorbeeld dat
aangeeft, dat het logisch is dat ook de dichtkunst, net als de
beeldende kunst, een ontwikkeling doormaakt. Daarvoor open willen
staan kan een ander perspectief op de dichtkunst geven.
Jongeren
Binnen twee maanden is inmiddels de
derde druk verschenen van Olijven
moet je leren lezen. De schrijfstijl ervan is duidelijk op
jongeren gericht, ook de voorbeelden en vergelijkingen zullen een
oudere generatie soms ontgaan. Maar ik kan me niet voorstellen dat er
zoveel exemplaren uitsluitend door jongeren en studenten zijn
gekocht. Mijn vermoeden is dat vooral de generatie, die opgegroeid is
met degelijk maar ouderwets poëzieonderwijs, blij is met dit boek.
Met deze verfrissende kijk op moderne gedichten en hoe daarmee om te
gaan, biedt het nieuwe mogelijkheden. Het zou mij niet verbazen als
er bij leesclubs binnenkort minstens eenmaal per jaar een dichtbundel
op de leeslijst komt te staan. En daar kan dit naslagwerk goede
diensten bij bewijzen.
Ellen Deckwitz – Olijven moet je
leren lezen. Amsterdam, Atlas Contact, 2016. Paperback, 160 pg., met
lit opg. ISBN 978-90-450-3134-7. € 17,99.
@Jannie Tr, sept. 2016.
Deze recensie verscheen eerder op De Leesclub van Alles
Ik lees Nederlands 33/35.
Ik vond dit boek ook erg goed, maar om een dichtbundel te gaan lezen met mijn leesclub... dat lijkt me erg lastig. Wat wissel je dan uit? Nouja, misschien zijn we er over een paar jaar wel aan toe. En als Senia er dan leeswijzers over maakt zou dat erg handig zijn.
BeantwoordenVerwijderenWij hebben het wel gedaan. Een toegankelijke bundel uitgekozen (Campert) en daar allemaal 1 gedicht uit gekozen en dat om de beurt voorgelezen. Met motivatie en uitwisseling van gedachten daarover.
VerwijderenVaak zijn er ook recensies te vinden die kunnen helpen om een gedicht/bundel te bespreken. Maar idd, wie weet zal Senia daar ook iets aan gaan doen. Ze hebben wel meer speciale groepen, dus waarom niet een poëziegroep?
De titel van dit boek spreekt me echt enorm aan! En aangezien ik al lange tijd geen poëzie heb gelezen, denk ik dat dit boek voor veel inspiratie kan zorgen. Bedankt voor de tip :)
BeantwoordenVerwijderen