Honderden boek staan er hier in huis. Netjes op alfabet of op onderwerp, in vele boekenkasten verspreid door het hele huis. Eigenlijk heb ik er nooit zo bij stil gestaan welke daarvan het prettigst in de hand ligt, want dat is wat Martha bij vraag 30 van #50books wil weten (KLIK HIER).
Een boek kan vele kwaliteiten hebben, maar die hebben toch vooral met de inhoud te maken. Boeit de roman, zijn de afbeeldingen in het non-fictieboek van goede kwaliteit? Spreken de gedichten aan, kloppen de feiten in de biografie?
Het uiterlijk komt op de tweede plaats. Ik heb inmiddels wel geleerd niet op de kaft af te gaan. Een prachtig vormgegeven omslag kan een monster van een verhaal verbergen, terwijl ik heel bijzondere verhalen heb gelezen die een totaal fout gekozen afbeelding op de kaft hadden staan. Als ik niet van tevoren genoeg over de inhoud geweten had, zou ik het betreffende boek nooit gekocht hebben. Eigenlijk is het net als bij mensen: verkijk je niet op de buitenkant, maar stel je open voor wat van binnen verborgen ligt.
Dat gezegd hebbende, wil ik wel een voorkeur uitspreken voor gebonden boeken. Als ik bij de aanschaf kan kiezen voor een pocketuitvoering of een gebonden exemplaar, dan toch dat laatste. Ik heb een enorme hekel aan pocketboeken die zo stijf zijn dat je ze tijdens het lezen met kracht open gevouwen moet houden. Of je moet een behoorlijke knik in de rug maken, waardoor je weer het risico loopt dat de bladen op den duur los raken. Voor mij zijn bibliotheekboeken ideaal, want: altijd gebonden!
E-books lees ik meestal op mijn tablet, want die is ook geschikt voor bibliotheekboeken. Lekker op de bank, met opgetrokken knieën en dan de tablet er tegenaan. Net zo gemakkelijk als met een gewoon boek. Ik heb ook een e-reader, maar die gebruik ik bijna nooit, alleen buiten wel eens vanwege de betere leesbaarheid bij zonlicht. Als ik moet bepalen welke het prettigst in de hand ligt van deze twee, dan kies ik toch voor de tablet. Ik heb trouwens ook wel eens een e-book van de bieb op mijn PC gelezen. Maar die is uiteraard van deelname aan deze verkiezing uitgesloten!
Groot formaat boeken, zoals kunst- en fotoboeken, lees ik het liefst aan tafel. Ze zijn te zwaar om nog lekker in de hand te liggen....
Ik heb zo'n voorgevoel dat de antwoorden op deze vraag deze week veel op elkaar zullen lijken..... We zullen zien.
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van anderen. Wil je ook meedoen? Iedereen is vrij om de vragen te beantwoorden zoals hij of zij wil. Laat een link naar je eigen blog achter in de reacties onder het blog van Martha (KLIK HIER) of alleen je reactie. Zo kan iedereen lezen wat jij ervan vindt.
woensdag 26 juli 2017
maandag 24 juli 2017
Hans Dorrestijn - Dorrestijns Natuurgids
Vorig jaar won ik bij een fotowedstrijd Dorrestijns Natuurgids. Deze zomer volgde ik op de TV de herhalingen van het vogelprogramma De Baardmannetjes. Daarin gaan vogelkenner en -beschermer Nico de Haan en schrijver/cabaretier/vogelaar Hans Dorrestijn elke aflevering een weekend samen op stap om vogels te kijken in een Nederlands natuurgebied.
Inmiddels is het vierde seizoen begonnen. De herhalingen werden op 5 avonden per week uitgezonden, vanaf het eerste seizoen. Achteraf is het leuk om te zien hoe de verstandhouding tussen de twee zo verschillende persoonlijkheden zich ontwikkelde. Van aftasten, een rol kiezen, wrevel, onwennigheid met de camera erbij, tot waardering en respect, plagen, provoceren en grappen maken, elkaar aanvullen. Inmiddels kunnen ze goed met elkaar overweg en ziet het er naar uit dat ze er plezier in hebben om samen op pad te gaan.
Zowel de verhalen over de vogels, als de natuurgebieden die ze bezoeken hebben mijn interesse. Maar waar ik het meest van geniet zijn de verhaaltjes die Dorrestijn in de uitzending zit te typen op een plekje in het gebied: op z'n Dorrestijns. En toen herinnerde ik me de Dorrestijns Natuurgids die ik gewonnen had. Inmiddels heb ik hem bijna uit en kan ik zeggen, dat het een leerzame, maar vooral leuke gids is, vol met dit soort Dorrestijn verhalen. Niet alleen over vogels en andere dieren, maar ook over ontmoetingen met andere natuurliefhebbers, over vogelreizen, herinneringen aan vroeger, overpeinzingen en dromen, precies zoals hij ze in De Baardmannetjes zit te tikken.
"Op de keper beschouwd ben ik een enorme mislukkeling. Ik kan werkelijk helemaal niets. Zelfs mijn hobby's moeten worden gezien als een grote knoeipartij. Mijn muziekleraar heeft mij van pianoles gestuurd. En bij het volgelen moet ik steeds aan mijn medevogelaars vragen waar we naar staan te kijken. Als ik echt zo'n grote mislukkeling ben, wat heeft u er dan aan om dit boek te lezen? Goeie vraag waar ik ook een erg goed antwoord op heb: De mensen kunnen van mij leren ook plezier te hebben van dingen die ze niet goed kunnen."
De gids is 300 pagina's dik. Verveelt dat niet? Zeker niet! Het is de afwisseling van bekende en onbekende dieren, van losse verhalen en uitgebreide jeugdherinneringen. Zo kan een Meerkoet een hilarisch zeilavontuur op de Westeinder Plassen opleveren van enkele pagina's. En dat alles in de bekende Dorrestijn stijl: mopperen, gespeeld melancholisch op het depressieve af, overdrijven, belevenissen duidelijk uit zijn duim zuigen (zoals de Lombokse Kruiskopspin) of er een hilarische draai aan geven. Het is precies die houding die hij langzaam wat liet varen toen hij langer met De Braadmannetjes bezig was. Een maniertje dat nu eenmaal zijn handelsmerk is, maar dat niet nodig bleek om samen met Nico de Haan een succesvol vogelprogramma te maken.
Ondertussen heb ik Dorrestijns Natuurgids dus bijna uit. Heb ik er wat van opgestoken? Vast wel. Maar meer nog dan dat, heb ik plezier beleefd aan zijn unieke manier van vertellen. Voor mijn verjaardag heb ik een verrekijker gevraagd. Daar mag van mij best nog Dorrestijns Vogelgids bij.
Hans Dorrestijn - Dorrestijns Natuurgids. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2010. Pb, 300pg., kleurenfoto's, reg., lit. lijst. ISBN:9789038893471
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
Inmiddels is het vierde seizoen begonnen. De herhalingen werden op 5 avonden per week uitgezonden, vanaf het eerste seizoen. Achteraf is het leuk om te zien hoe de verstandhouding tussen de twee zo verschillende persoonlijkheden zich ontwikkelde. Van aftasten, een rol kiezen, wrevel, onwennigheid met de camera erbij, tot waardering en respect, plagen, provoceren en grappen maken, elkaar aanvullen. Inmiddels kunnen ze goed met elkaar overweg en ziet het er naar uit dat ze er plezier in hebben om samen op pad te gaan.
Zowel de verhalen over de vogels, als de natuurgebieden die ze bezoeken hebben mijn interesse. Maar waar ik het meest van geniet zijn de verhaaltjes die Dorrestijn in de uitzending zit te typen op een plekje in het gebied: op z'n Dorrestijns. En toen herinnerde ik me de Dorrestijns Natuurgids die ik gewonnen had. Inmiddels heb ik hem bijna uit en kan ik zeggen, dat het een leerzame, maar vooral leuke gids is, vol met dit soort Dorrestijn verhalen. Niet alleen over vogels en andere dieren, maar ook over ontmoetingen met andere natuurliefhebbers, over vogelreizen, herinneringen aan vroeger, overpeinzingen en dromen, precies zoals hij ze in De Baardmannetjes zit te tikken.
"Op de keper beschouwd ben ik een enorme mislukkeling. Ik kan werkelijk helemaal niets. Zelfs mijn hobby's moeten worden gezien als een grote knoeipartij. Mijn muziekleraar heeft mij van pianoles gestuurd. En bij het volgelen moet ik steeds aan mijn medevogelaars vragen waar we naar staan te kijken. Als ik echt zo'n grote mislukkeling ben, wat heeft u er dan aan om dit boek te lezen? Goeie vraag waar ik ook een erg goed antwoord op heb: De mensen kunnen van mij leren ook plezier te hebben van dingen die ze niet goed kunnen."
De gids is 300 pagina's dik. Verveelt dat niet? Zeker niet! Het is de afwisseling van bekende en onbekende dieren, van losse verhalen en uitgebreide jeugdherinneringen. Zo kan een Meerkoet een hilarisch zeilavontuur op de Westeinder Plassen opleveren van enkele pagina's. En dat alles in de bekende Dorrestijn stijl: mopperen, gespeeld melancholisch op het depressieve af, overdrijven, belevenissen duidelijk uit zijn duim zuigen (zoals de Lombokse Kruiskopspin) of er een hilarische draai aan geven. Het is precies die houding die hij langzaam wat liet varen toen hij langer met De Braadmannetjes bezig was. Een maniertje dat nu eenmaal zijn handelsmerk is, maar dat niet nodig bleek om samen met Nico de Haan een succesvol vogelprogramma te maken.
Ondertussen heb ik Dorrestijns Natuurgids dus bijna uit. Heb ik er wat van opgestoken? Vast wel. Maar meer nog dan dat, heb ik plezier beleefd aan zijn unieke manier van vertellen. Voor mijn verjaardag heb ik een verrekijker gevraagd. Daar mag van mij best nog Dorrestijns Vogelgids bij.
Hans Dorrestijn - Dorrestijns Natuurgids. Amsterdam, Nijgh & Van Ditmar, 2010. Pb, 300pg., kleurenfoto's, reg., lit. lijst. ISBN:9789038893471
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
maandag 17 juli 2017
Tijdloos plezier, al drie generaties
We kregen min of meer een opdracht van Martha deze keer, voor vraag 29 van #50books (KLIK HIER). En die luidt:
Ga eens voor je boekenkast staan en laat je ogen over de boeken glijden. Welk boek springt eruit en waarom?
Dat was even slikken als je een huis vol boekenkasten hebt. Waar moet je beginnen? Maar dan dringt tot me door wat Martha eigenlijk aan mij vraagt. Niet om serieus en weloverwogen uit al die boeken een boek kiezen met bijzondere eigenschappen. Maar om gewoon eens zonder vooropgezet plan te kijken wat er zomaar uit de boekenkast komt springen. Dus liet ik mijn ogen dwalen over de boeken in de dichtstbijzijnde boekenkast en ja hoor PATS! Niet het boek zelf sprong eruit, maar mijn oog viel erop. Ik neem aan dat dat ook goed is? Want ik wist meteen dat ik die moest hebben. Bij het zien van de rug van het dikke boek borrelden herinneringen op aan vervlogen tijden. Fijne herinneringen, dus dan klopt het gewoon.
Het gaat om Ziezo, de 347 kinderversjes van Annie M.G. Schmidt. Alle 11 versjesbundels zijn er in opgenomen. Met tekeningen van alle illustratoren die er ooit aan meewerkten. Dat forse boek dus, bijna 300 pg. Blijft nog over de vraag "waarom"?
Drie generaties hebben tijdens mijn leven van de versjes van Annie M.G. Schmidt genoten. Ikzelf vanaf een jaar of vijf. Het fluitketeltje (1950) en Dit is de spin Sebastiaan (1951) werden mij voorgelezen en ik ken er nog een aantal versjes van uit mijn hoofd. Uiteraard las ik ze ook weer voor aan mijn kinderen. Niet alleen de versjes, maar ook Jip en Janneke, Floddertje, Pluk van de Petteflat. Er kwam steeds meer bij en het bleef leuk. Ook onze jongste kleinkinderen (5 en 7) genieten inmiddels van de verhaaltjes en de versjes. Vooral Beertje Pippeloentje en Dikkertje Dap zijn favoriet. Zeker sinds ze een CD hebben voor in de auto met een aantal van de liedjes, gezongen door een kinderkoor.
Ik kocht het boek in 2006 toen wij oppas(groot)ouders werden voor onze oudste kleindochters. Die waren toen 4 en 6. Tussen de middag, bij de boterham las ik voor uit het grote, dikke boek. Het maakte niets uit dat sommige woorden een beetje gedateerd waren: "Tante Trui en Tante Toosje zaten op de "canapé"." De meeste versjes zijn tijdloos en moeilijke woorden konden leuke gesprekjes opleveren. Hun woordenschat is in die tijd op een bijzondere manier vergroot. In elk geval genoten ze ervan en spoorden hun oma aan vooral dóór te eten, zodat ze weer voor kon lezen. We hebben er jaren plezier aan beleefd.
Het was een heerlijke tijd met die meiden dagelijks over de vloer. Dat komt allemaal weer naar boven als ik dat boek zie staan. En dat bedoelde Martha waarschijnlijk toen ze haar vraag formuleerde. Ja, dit springt er dus uit, omdat het mooie herinneringen oproept.
Gelukkig komen ze nog steeds langs, die oudste kleindochters. De oudste heeft een paar maanden gelden zonder 1 fout haar theorie-examen gehaald en zojuist, vlak na haar 17de verjaardag, in 1 keer haar rijbewijs. Kleine meisjes worden groot, maar gelukkig mag opa nu weer als oppasopa functioneren door haar het komende jaar tijdens haar ritjes als rijcoach te begeleiden. En misschien zingen ze dan onderweg nog wel eens een liedje van Annie M.G. Schmidt.....
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van anderen. Wil je ook meedoen? Iedereen is vrij om de vragen te beantwoorden zoals hij of zij wil. Laat een link naar je eigen blog achter in de reacties onder het blog van Martha (KLIK HIER) of alleen je reactie. Zo kan iedereen lezen wat jij ervan vindt.
Ga eens voor je boekenkast staan en laat je ogen over de boeken glijden. Welk boek springt eruit en waarom?
Dat was even slikken als je een huis vol boekenkasten hebt. Waar moet je beginnen? Maar dan dringt tot me door wat Martha eigenlijk aan mij vraagt. Niet om serieus en weloverwogen uit al die boeken een boek kiezen met bijzondere eigenschappen. Maar om gewoon eens zonder vooropgezet plan te kijken wat er zomaar uit de boekenkast komt springen. Dus liet ik mijn ogen dwalen over de boeken in de dichtstbijzijnde boekenkast en ja hoor PATS! Niet het boek zelf sprong eruit, maar mijn oog viel erop. Ik neem aan dat dat ook goed is? Want ik wist meteen dat ik die moest hebben. Bij het zien van de rug van het dikke boek borrelden herinneringen op aan vervlogen tijden. Fijne herinneringen, dus dan klopt het gewoon.
Het gaat om Ziezo, de 347 kinderversjes van Annie M.G. Schmidt. Alle 11 versjesbundels zijn er in opgenomen. Met tekeningen van alle illustratoren die er ooit aan meewerkten. Dat forse boek dus, bijna 300 pg. Blijft nog over de vraag "waarom"?
Drie generaties hebben tijdens mijn leven van de versjes van Annie M.G. Schmidt genoten. Ikzelf vanaf een jaar of vijf. Het fluitketeltje (1950) en Dit is de spin Sebastiaan (1951) werden mij voorgelezen en ik ken er nog een aantal versjes van uit mijn hoofd. Uiteraard las ik ze ook weer voor aan mijn kinderen. Niet alleen de versjes, maar ook Jip en Janneke, Floddertje, Pluk van de Petteflat. Er kwam steeds meer bij en het bleef leuk. Ook onze jongste kleinkinderen (5 en 7) genieten inmiddels van de verhaaltjes en de versjes. Vooral Beertje Pippeloentje en Dikkertje Dap zijn favoriet. Zeker sinds ze een CD hebben voor in de auto met een aantal van de liedjes, gezongen door een kinderkoor.
Ik kocht het boek in 2006 toen wij oppas(groot)ouders werden voor onze oudste kleindochters. Die waren toen 4 en 6. Tussen de middag, bij de boterham las ik voor uit het grote, dikke boek. Het maakte niets uit dat sommige woorden een beetje gedateerd waren: "Tante Trui en Tante Toosje zaten op de "canapé"." De meeste versjes zijn tijdloos en moeilijke woorden konden leuke gesprekjes opleveren. Hun woordenschat is in die tijd op een bijzondere manier vergroot. In elk geval genoten ze ervan en spoorden hun oma aan vooral dóór te eten, zodat ze weer voor kon lezen. We hebben er jaren plezier aan beleefd.
Het was een heerlijke tijd met die meiden dagelijks over de vloer. Dat komt allemaal weer naar boven als ik dat boek zie staan. En dat bedoelde Martha waarschijnlijk toen ze haar vraag formuleerde. Ja, dit springt er dus uit, omdat het mooie herinneringen oproept.
Gelukkig komen ze nog steeds langs, die oudste kleindochters. De oudste heeft een paar maanden gelden zonder 1 fout haar theorie-examen gehaald en zojuist, vlak na haar 17de verjaardag, in 1 keer haar rijbewijs. Kleine meisjes worden groot, maar gelukkig mag opa nu weer als oppasopa functioneren door haar het komende jaar tijdens haar ritjes als rijcoach te begeleiden. En misschien zingen ze dan onderweg nog wel eens een liedje van Annie M.G. Schmidt.....
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van anderen. Wil je ook meedoen? Iedereen is vrij om de vragen te beantwoorden zoals hij of zij wil. Laat een link naar je eigen blog achter in de reacties onder het blog van Martha (KLIK HIER) of alleen je reactie. Zo kan iedereen lezen wat jij ervan vindt.
zondag 16 juli 2017
Laura Broekhuysen - Winter-IJsland
Het is nazomer als Laura Broekhuysen samen met haar IJslandse man en haar dochtertje van twee voorgoed naar IJsland verhuist. Het huis en de plek waar ze zullen gaan wonen is hun nog onbekend: de woning is aangekocht door een broer van haar man. Als Laura over de drempel stapt, beseft ze pas goed welke ingrijpende beslissing ze genomen heeft.
"Het huis is van hout en staat op een terp. Afgaande op hoelang het te koop heeft gestaan, zullen we hier nooit weggaan. Dat weten we. Hier worden we oud. Voor het eerst je eindstation betreden gaat niet zonder beklemming. Je stapt in honderd vierkante meter beklemming. Wat er ook gebeurt, het zal hier gebeuren. Onder dit raam zul je je oeuvre bij elkaar moeten pennen. Dit zal je uitzicht zijn. Je ziet voor het eerst de keuken waarin je talloze appeltaarten zult bakken, voor alle verjaardagen en vieringen van zwemdiploma's en eindexamens. Je dochter, nu twee, zal zich in dit huis van je losweken. In die hoek, met de opgerolde telefoonkabel, zul je je ouders verliezen."
In Winter-IJsland beschrijft Laura Broekhuysen de verwarrende, heftige, bijzondere, mooie en indrukwekkende ervaringen en indrukken die ze in de loop van dat eerste jaar opdoet. Het contrast met wat ze in Nederland achterliet, kan niet groter zijn. Het landschap, het klimaat, de mensen, de taal, de cultuur: via haar gedachten en overpeinzingen maken we er kennis mee. Soms beschrijft ze wat ze ziet, zonder oordeel. Soms laat ze haar gevoel over de gebeurtenissen of omstandigheden doorschemeren, maar zonder dat uit te spreken. Toch weet ze over te brengen hoe wanhopig je kunt worden van alweer regen en storm, van nog steeds sneeuw, van geen aansluiting krijgen bij de IJslanders.
De peuter is een bron van vreugde in haar enthousiasme om de IJslandse wereld te ontdekken en te omarmen. Haar vragen en opmerkingen brengen zowel humor als filosofie in het verhaal door de vragen die ze stelt. Ze helpt haar moeder te relativeren. Drie talen leert ze spreken: met haar moeder spreekt ze Nederlands, met haar vader IJslands en vader en moeder spreken Engels met elkaar, dus dat pikt ze ook op.
In de fjord is een walvisverwerkingsfabriekje. Af en toe zwemt er een walvis in de buurt van de fjord. Dan vaart de walvisvaarder uit en harpoeneert het dier. Het gruwelijke verhaal dat daarbij hoort, wil Laura Broekhuysen haar kind besparen. Als ze het schip ziet uitvaren, vertelt ze haar over hoe de walvissen leven. En aan de lezer vertelt ze de rest van het gruwelijke verhaal. Toch kan ze niet voorkomen dat ze tijdens een autoritje langs de fabriek moeten waar de walvis verwerkt gaat worden. Hij ligt met zijn bolle buik in de slachtkuip.
"Onze dochter wijst op de walvis die in zijn grote walvisbed te slapen wordt gelegd. In haar wereld sterf je alleen maar van ouderdom." (....) Thuis wil ze dat de achterdeur openblijft. Ze zit op de drempel en kijkt naar de zee, knippert zo min mogelijk om de zeldzame uitademing van de walvis, de metershoge stoomwolk die ze op een foto heeft gezien, niet mis te lopen. Ze wil haar eten op de drempel, het is haar uitkijkpost. Ze is bereid er maanden te zitten."
Zo maakt ze ons deelgenoot van kleine en grote gebeurtenissen. Het kerstfeest bij de grootouders in een vissersdorpje, het midzomerfeest in een landhuis waar alle nakomelingen van de stamvader van de familie traditiegetrouw bij elkaar komen, de eerste schooldagen van de peuter, het lange wachten op de zon (het huis ligt tegen een berg aan, waardoor het lang duurt in het voorjaar voor die op hun land en huis schijnt). De verbazing van de peuter als die haar eigen schaduw ziet. En andersom het onbegrip als het weer donker wordt 's nachts. De geboorte van hun zoontje - wie zo treffend kan verwoorden hoe een bevalling voor een moeder verloopt, is een literair talent! Een heftige, maar prachtige geboortescène is het resultaat. En dan is het jaar bijna om. De zon trekt zich terug, de lampen moeten weer aan in huis, de vrieskou en de wind doen zich opnieuw gelden. Maar binnen in nu thuis, waar ze van haar gezin geniet en buiten is minder belangrijk.
"Het jaar is rond en ik stop met kijken. (..) Het fjord, een grafische partituur die je als schrijver op honderden manieren kunt uitvoeren, verliest als zodanig zijn functie. Zoals ik een boek herlees, leef ik diagonaal, in plaats van elk woord, elke sneeuwvlok onder de loep te nemen. Misschien dat het stormt, dat het hagelt, dat de zon schijnt. Dat zijn de zinnen die ik oversla." Ze geniet van haar kinderen, er komt kraambezoek uit Nederland. "Mijn dochter helpt me de wandelwagen de helling op te duwen, de wielen door de sneeuw. Samen zingen we (...). En het is niet dat we de wind niet voelen, we voelen hem niet."
De verhalen verschenen op Revisor.nl als feuilleton. Dat maakt ze nog authentieker. Geen verhaal achteraf, maar de ervaringen op het moment zelf. Ik was in verwarring na het lezen van dit persoonlijke relaas. Het raakte me, maar het zette me ook aan het denken. Wat is het verschil tussen deze Nederlandse vrouw in IJsland die haar leven in een totaal andere omgeving vorm moet proberen te geven, een onbegrijpelijk moeilijke taal moet leren en moet wennen aan het barre klimaat en de cultuurverschillen. En een Syrische vluchtelinge in Nederland? En dan is Laura's man een IJslander die haar helpen kan waar nodig.
Dit boek geeft een prachtig beeld van het echte IJsland: van haar landschap, bewoners en cultuur. Maar ook verwoordt het heel treffend de verwarring en de moeizame aanpassing van wie plotseling in een totaal andere wereld terechtkomt. Laura Broekhuysens taalgebruik en stijl zijn origineel, soms poëtisch, dan weer filosofisch getint. Ze nemen je moeiteloos mee in haar nieuwe wereld. Als je tenminste empathisch genoeg bent om aan te voelen wat ze niet opschrijft....
Laura Broekhuysen (1983) studeerde viool aan het Conservatorium van Amsterdam. Haar debuut, Twee linker laarzen verscheen in 2008. De roman werd genomineerd voor de Selexyz Debuutprijs en voor de Vrouw & Kultuur DebuutPrijs. In 2011 volgde Hellend vlak. Winter-IJsland was één van de 5 genomineerden voor de Bob den Uyl prijs 2017.
Winter-IJsland: mijn eerste jaar in een verlaten fjord. Amsterdam, Querido. 2016. 136 pg. ISBN:9789021402178
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
zaterdag 15 juli 2017
Geen boeken mee op vakantie!
Na een pauze van ongeveer een half jaar begon het toch weer te kriebelen. Ik kan niet beloven dat er elke week iets komt, maar ik wil toch weer af en toe mee doen met #50books. Martha wil dit keer weten: Welk(e) boek(en) neem je mee op vakantie? (KLIK HIER). Daar wil ik graag een antwoord opgeven, al is het misschien niet helemaal wat Martha ervan verwacht. Om het kort samen te vatten: ik neem geen boeken mee op vakantie.
Lees ik dan niets in de vakantie? Jazeker wel! Het hangt er echter vanaf wat ik tegenkom. Huh? Om te beginnen gaan wij eigenlijk altijd ergens in Nederland op vakantie. Wij zijn aangesloten bij Holidaylink, een organisatie die bemiddelt tussen mensen die een oppas zoeken voor hun huisdieren en hun huis en mensen die daar wel oren naar hebben. Net als vorig jaar gaan wij naar Noordwolde, een plaatsje in Friesland, op de grens met Drenthe en Overijssel. We bivakkeren daar 4 weken in een gerestaureerd boerderijtje in het buitengebied met een prachtige tuin, een braaf poesje en een heerlijk vrij uitzicht. Met voldoende wandel- en fiets natuur in de directe omgeving.
Zoals mijn gewoonte is, heb ik vorig jaar vóór de vakantie geprobeerd te lezen wat er te lezen viel over plek waar we op vakantie gingen. Over de geschiedenis van Noordwolde: ooit het bloeiende centrum van het rietvlechtambacht. Maar ook de verhalen over de armoede onder de land-en veenarbeiders en het harde leven in deze buurt stonden beschreven in het enige boekje dat ik vond: Geschiedenis van Noordwolde en de rotan-meubelindustrie door L. Kamminga uit 1964. Een geweldige basis om de omgeving waar je wandelt en fietst met andere ogen te bekijken en om alles nog eens terug te vinden in het Rietvlechtmuseum. Als je ooit in de buurt bent een aanrader. (Voor een uitgebreid verhaal over het museum: KLIK HIER).
In dezelfde buurt liggen de Koloniën van Weldadigheid die volgend jaar naar alle waarschijnlijkheid tot het Werelderfgoed gaan behoren. Ik las tijdens ons verblijf in Noordwolde de drie boeken van Wil Schackmann daarover (voor het hele verhaal plus de boekbesprekingen: KLIK HIER). Maar die boeken had ik dus niet zelf meegebracht.....
Tijdens de kennismaking vorig jaar bleken de gastheer en -vrouw onze interesses te delen. Bruno heeft een kast vol boeken over de regionale geschiedenis en andere historische onderwerpen en abonnementen op allerlei historische tijdschriften. Karin is een liefhebber van Nederlandse literatuur en heeft kasten vol boeken staan die ik altijd al eens had willen lezen. Ik hoef dus helemaal geen boeken mee te nemen: ik mag uit de kast pakken wat me interesseert.
En krijg ik dan toch ineens zin in Maarten 't Hart of Hans Dorrestijn, dan zet ik die via de onlinebibliotheek gewoon even op mijn tablet.
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
De foto's bij dit blog zijn gemaakt in Museum de Koloniehof in Frederiksoord.
Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van anderen. Wil je ook meedoen? Iedereen is vrij om de vragen te beantwoorden zoals hij of zij wil. Laat een link naar je eigen blog achter in de reacties onder het blog van Martha (KLIK HIER) of alleen je reactie. Zo kan iedereen lezen wat jij ervan vindt.
Lees ik dan niets in de vakantie? Jazeker wel! Het hangt er echter vanaf wat ik tegenkom. Huh? Om te beginnen gaan wij eigenlijk altijd ergens in Nederland op vakantie. Wij zijn aangesloten bij Holidaylink, een organisatie die bemiddelt tussen mensen die een oppas zoeken voor hun huisdieren en hun huis en mensen die daar wel oren naar hebben. Net als vorig jaar gaan wij naar Noordwolde, een plaatsje in Friesland, op de grens met Drenthe en Overijssel. We bivakkeren daar 4 weken in een gerestaureerd boerderijtje in het buitengebied met een prachtige tuin, een braaf poesje en een heerlijk vrij uitzicht. Met voldoende wandel- en fiets natuur in de directe omgeving.
Zoals mijn gewoonte is, heb ik vorig jaar vóór de vakantie geprobeerd te lezen wat er te lezen viel over plek waar we op vakantie gingen. Over de geschiedenis van Noordwolde: ooit het bloeiende centrum van het rietvlechtambacht. Maar ook de verhalen over de armoede onder de land-en veenarbeiders en het harde leven in deze buurt stonden beschreven in het enige boekje dat ik vond: Geschiedenis van Noordwolde en de rotan-meubelindustrie door L. Kamminga uit 1964. Een geweldige basis om de omgeving waar je wandelt en fietst met andere ogen te bekijken en om alles nog eens terug te vinden in het Rietvlechtmuseum. Als je ooit in de buurt bent een aanrader. (Voor een uitgebreid verhaal over het museum: KLIK HIER).
In dezelfde buurt liggen de Koloniën van Weldadigheid die volgend jaar naar alle waarschijnlijkheid tot het Werelderfgoed gaan behoren. Ik las tijdens ons verblijf in Noordwolde de drie boeken van Wil Schackmann daarover (voor het hele verhaal plus de boekbesprekingen: KLIK HIER). Maar die boeken had ik dus niet zelf meegebracht.....
Tijdens de kennismaking vorig jaar bleken de gastheer en -vrouw onze interesses te delen. Bruno heeft een kast vol boeken over de regionale geschiedenis en andere historische onderwerpen en abonnementen op allerlei historische tijdschriften. Karin is een liefhebber van Nederlandse literatuur en heeft kasten vol boeken staan die ik altijd al eens had willen lezen. Ik hoef dus helemaal geen boeken mee te nemen: ik mag uit de kast pakken wat me interesseert.
En krijg ik dan toch ineens zin in Maarten 't Hart of Hans Dorrestijn, dan zet ik die via de onlinebibliotheek gewoon even op mijn tablet.
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
De foto's bij dit blog zijn gemaakt in Museum de Koloniehof in Frederiksoord.
Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van anderen. Wil je ook meedoen? Iedereen is vrij om de vragen te beantwoorden zoals hij of zij wil. Laat een link naar je eigen blog achter in de reacties onder het blog van Martha (KLIK HIER) of alleen je reactie. Zo kan iedereen lezen wat jij ervan vindt.
zaterdag 8 juli 2017
Frederik Baas - Dagboek uit de rivier
Literaire thrillers zijn aan mij niet besteed. Tweemaal heb ik een poging gewaagd en tweemaal was ik dermate teleurgesteld in wat mij voorgeschoteld werd, dat ik besloot er geen moeite meer voor te doen. Wat er precies literair is aan de twee boeken die ik las, werd me niet duidelijk. En thriller staat blijkbaar voor extreem geweld en psychische terreur, wat bij mij vooral weerzin opriep.
Detectives heb ik altijd graag gelezen: Agathe Christie (Miss Marple en Hercule Poirot) en Ellis Peters (Broeder Cadfael) behoorden tot mijn favorieten. Een eenvoudig misdrijf, veel verdachte personen en een spectaculaire ontmaskering van een onverdachte dader. Ook de TV-serie Midsummer Murders volgde ik aanvankelijk graag, tot die zich ook steeds meer in de richting van massamoordenaars en rituele slachtingen ging begeven. Misschien is het kort door de bocht, maar er is zoveel moois te lezen in ons taalgebied, dat ik literaire thrillers dus maar links laat liggen.
Maar ja, toen was daar ineens Dagboek uit de rivier, geschreven door een van mijn favoriete schrijvers, Jan van Mersbergen, onder het pseudoniem van Frederik Baas. En op de kaft staat toch echt: literaire thriller. Nieuwsgierig, maar ook vol vertrouwen, heb ik toch de stap maar gewaagd. Blij toe, want naar mijn idee is Dagboek uit de rivier gewoon een goed geschreven en spannende detective. Thriller heeft voor mij toch nog steeds de associatie met gruwelijke toestanden en die bleven hier gelukkig uit.
Het verhaal laat zich gemakkelijk samenvatten. Een schrijver met een writer's block heeft zich teruggetrokken in zijn huis in de Ardennen om in alle rust aan een nieuw boek te kunnen werken. In een vakantiewoning vlakbij komt zijn uitgever, samen met zijn vriendin en haar zoontje, een weekje vakantie vieren. De schrijver is al geruime tijd bezig met het schrijven van een boek over een meisje uit de buurt dat enkele jaren geleden plotseling verdween. Hij is erin vastgelopen. Om de vakantie voor het zoontje een beetje aantrekkelijk te maken, verzint de moeder een spannende speurtocht naar het meisje met behulp van papiertjes die in de rivier drijven en die uit het dagboek van dit meisje lijken te komen. Terwijl de uitgever zich met andere zaken bezighoudt, spelen de schrijver en de moeder het spannende spel mee met het nietsvermoedende kind. Maar in hoeverre blijft het een spel en wie weet meer over de verdwijning?
Er zit echter een dubbele bodem in het verhaal. Ten eerste speelt Van Mersbergen met de verhouding uitgever/schrijver. We krijgen een kijkje in de keuken van de schrijvers- en uitgeverswereld. Hoe de verhoudingen liggen, waar de onderlinge wrevel en welke belangen er meespelen. Daarnaast is er aandacht voor de lezer. Die wordt tegenover de uitgever geplaatst en in het verhaal vertolkt door de vriendin van de schrijver. De moederlijke gevoelens en beschermende handelingen die zij tegenover haar kind toont, maakt dat zij ook beter begrijpt wat een boek voor een schrijver betekent. Bovendien is ze als lezer ook beter in staat aan te voelen wanneer een boek authentiek is en wanneer het om commerciële redenen op een bepaalde manier geschreven wordt, omdat de uitgever dat zo wil. Via de schrijver die Van Mersbergen als hoofdpersoon in zijn verhaal opvoert, kan hij zijn eigen ideeën over het bovenstaande in het verhaal verwerken. Zoveel is duidelijk. Maar het personage zelf doet mij aan heel iemand anders denken....
Al meer dan 10 jaar, vanaf de verschijning van Boven is het stil, ben ik een trouwe lezer van zowel de boeken als het online dagboek (Dingetjes enzo) van Gerbrand Bakker. En uiteraard las ik ook het autobiografische Jasper en zijn knecht. Daardoor is het voor mij zonneklaar dat hij, min of meer, model gestaan heeft voor de schrijver. Lees voor de Ardennen de Eifel en het plaatje klopt. De omgeving, de koop en de verbouwing van het huis, de bewoners in de buurt, zelfs het writer's block, al was dat in zijn geval niet direct na het succesvolle debuut (zoals in dit boek), want er zouden nog meer mooie boeken verschijnen voor hij naar de Eifel vertrok. De beschrijvingen van de omgeving en het huis zijn heel beeldend en kunnen dat zijn omdat ze zo authentiek zijn. Jan van Mersbergen heeft op z'n minst enige tijd bij Bakker gelogeerd. Maakt allemaal niet uit, ook niet voor de beoordeling van het boek. Ik vond het gewoon extra leuk om de herkenningspunten te zien.
Niet van alles is vast te stellen in hoeverre Van Mersbergen Bakker als model in het verhaal heeft opgevoerd. Het spannende avontuur staat er uiteraard los van. Maar de verhouding uitgever/schrijver? Er is één boek van Gerbrand Bakker dat ik ontroerend mooi vind, maar waarin een scene voorkomt, die ik er niet in vind passen en waarvan ik altijd al gedacht heb: moest die er soms in van de redacteur/uitgever? De manier waarop Van Mersbergen de uitgever beschrijft, sterkt me in die gedachte. En ik vraag me af in hoeverre dat soort ingrepen en eisen een writer's block kunnen veroorzaken.....
Maar los van deze persoonlijke mijmeringen: dit is een heerlijk boek om te lezen, zeker in de vakantie. Een goed geschreven, spannend verhaal, een mooi beeld van de uitgevers-/schrijvers wereld, en de boodschap dat de lezer uiteindelijk degene is (of zou moeten zijn) waarvoor de schrijver zijn boek schrijft. En dit boek heeft Frederik Baas voor ons geschreven: dus veel leesplezier!
Frederik Baas (ps. van Jan van Mersbergen) - Dagboek uit de rivier. Amsterdam, Ambo/Anthos, 2017. ISBN:978-90-263-3755-0.
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
Detectives heb ik altijd graag gelezen: Agathe Christie (Miss Marple en Hercule Poirot) en Ellis Peters (Broeder Cadfael) behoorden tot mijn favorieten. Een eenvoudig misdrijf, veel verdachte personen en een spectaculaire ontmaskering van een onverdachte dader. Ook de TV-serie Midsummer Murders volgde ik aanvankelijk graag, tot die zich ook steeds meer in de richting van massamoordenaars en rituele slachtingen ging begeven. Misschien is het kort door de bocht, maar er is zoveel moois te lezen in ons taalgebied, dat ik literaire thrillers dus maar links laat liggen.
Maar ja, toen was daar ineens Dagboek uit de rivier, geschreven door een van mijn favoriete schrijvers, Jan van Mersbergen, onder het pseudoniem van Frederik Baas. En op de kaft staat toch echt: literaire thriller. Nieuwsgierig, maar ook vol vertrouwen, heb ik toch de stap maar gewaagd. Blij toe, want naar mijn idee is Dagboek uit de rivier gewoon een goed geschreven en spannende detective. Thriller heeft voor mij toch nog steeds de associatie met gruwelijke toestanden en die bleven hier gelukkig uit.
Het verhaal laat zich gemakkelijk samenvatten. Een schrijver met een writer's block heeft zich teruggetrokken in zijn huis in de Ardennen om in alle rust aan een nieuw boek te kunnen werken. In een vakantiewoning vlakbij komt zijn uitgever, samen met zijn vriendin en haar zoontje, een weekje vakantie vieren. De schrijver is al geruime tijd bezig met het schrijven van een boek over een meisje uit de buurt dat enkele jaren geleden plotseling verdween. Hij is erin vastgelopen. Om de vakantie voor het zoontje een beetje aantrekkelijk te maken, verzint de moeder een spannende speurtocht naar het meisje met behulp van papiertjes die in de rivier drijven en die uit het dagboek van dit meisje lijken te komen. Terwijl de uitgever zich met andere zaken bezighoudt, spelen de schrijver en de moeder het spannende spel mee met het nietsvermoedende kind. Maar in hoeverre blijft het een spel en wie weet meer over de verdwijning?
Er zit echter een dubbele bodem in het verhaal. Ten eerste speelt Van Mersbergen met de verhouding uitgever/schrijver. We krijgen een kijkje in de keuken van de schrijvers- en uitgeverswereld. Hoe de verhoudingen liggen, waar de onderlinge wrevel en welke belangen er meespelen. Daarnaast is er aandacht voor de lezer. Die wordt tegenover de uitgever geplaatst en in het verhaal vertolkt door de vriendin van de schrijver. De moederlijke gevoelens en beschermende handelingen die zij tegenover haar kind toont, maakt dat zij ook beter begrijpt wat een boek voor een schrijver betekent. Bovendien is ze als lezer ook beter in staat aan te voelen wanneer een boek authentiek is en wanneer het om commerciële redenen op een bepaalde manier geschreven wordt, omdat de uitgever dat zo wil. Via de schrijver die Van Mersbergen als hoofdpersoon in zijn verhaal opvoert, kan hij zijn eigen ideeën over het bovenstaande in het verhaal verwerken. Zoveel is duidelijk. Maar het personage zelf doet mij aan heel iemand anders denken....
Al meer dan 10 jaar, vanaf de verschijning van Boven is het stil, ben ik een trouwe lezer van zowel de boeken als het online dagboek (Dingetjes enzo) van Gerbrand Bakker. En uiteraard las ik ook het autobiografische Jasper en zijn knecht. Daardoor is het voor mij zonneklaar dat hij, min of meer, model gestaan heeft voor de schrijver. Lees voor de Ardennen de Eifel en het plaatje klopt. De omgeving, de koop en de verbouwing van het huis, de bewoners in de buurt, zelfs het writer's block, al was dat in zijn geval niet direct na het succesvolle debuut (zoals in dit boek), want er zouden nog meer mooie boeken verschijnen voor hij naar de Eifel vertrok. De beschrijvingen van de omgeving en het huis zijn heel beeldend en kunnen dat zijn omdat ze zo authentiek zijn. Jan van Mersbergen heeft op z'n minst enige tijd bij Bakker gelogeerd. Maakt allemaal niet uit, ook niet voor de beoordeling van het boek. Ik vond het gewoon extra leuk om de herkenningspunten te zien.
Niet van alles is vast te stellen in hoeverre Van Mersbergen Bakker als model in het verhaal heeft opgevoerd. Het spannende avontuur staat er uiteraard los van. Maar de verhouding uitgever/schrijver? Er is één boek van Gerbrand Bakker dat ik ontroerend mooi vind, maar waarin een scene voorkomt, die ik er niet in vind passen en waarvan ik altijd al gedacht heb: moest die er soms in van de redacteur/uitgever? De manier waarop Van Mersbergen de uitgever beschrijft, sterkt me in die gedachte. En ik vraag me af in hoeverre dat soort ingrepen en eisen een writer's block kunnen veroorzaken.....
Maar los van deze persoonlijke mijmeringen: dit is een heerlijk boek om te lezen, zeker in de vakantie. Een goed geschreven, spannend verhaal, een mooi beeld van de uitgevers-/schrijvers wereld, en de boodschap dat de lezer uiteindelijk degene is (of zou moeten zijn) waarvoor de schrijver zijn boek schrijft. En dit boek heeft Frederik Baas voor ons geschreven: dus veel leesplezier!
Frederik Baas (ps. van Jan van Mersbergen) - Dagboek uit de rivier. Amsterdam, Ambo/Anthos, 2017. ISBN:978-90-263-3755-0.
© Jannie Trouwborst, juli 2017.
Abonneren op:
Posts (Atom)