donderdag 5 maart 2009

Remco Campert – Somberman’s Actie


Maart 2009 – waardering: 8,0.
                                                              
Inleiding:
Tijdens de volgende bijeenkomst van onze leesclub wil ik graag Remco Campert onder de aandacht brengen, als schrijver, maar vooral ook als dichter. Omdat we gewend zijn daarbij uit te gaan van een bepaalde titel heb ik voor een recent prozawerk gekozen: Het satijnen hart (2006). In mijn kast bevinden zich echter ook nog: Alle dagen feest (een verhalenbundel uit 1974), Somberman’s Actie (het Boekenweekgeschenk uit 1985), Familie-album (het Boekenweekessay uit 1999) en Dagboek van een poes (2007). Om mijn beeld van Campert compleet te maken kocht ik naast Het satijnen hart nog: Een liefde in Parijs (2004), Kus zoekt mond: een keuze uit de gedichten (2000), het luister- en kijkboek (2007): Nieuwe herinneringen (CD met nieuwe gedichten voorgelezen door Campert) en Tijd duurt één mens lang (een DVD-video met een filmportret van Remco Campert) en Al die dromen al die jaren: Remco Campert – Schrijversprentenboek 46 (Letterkundig Museum 2000). Via Internet zag en las ik nog interviews en recensies.
                                                                        
Ik herinner me dat ik dit Boekenweekgeschenk in 1985 wel gelezen heb (dat gebeurde niet met àlle Boekenweekgeschenken). Maar ik herinnerde me maar vaag waar het over ging. Waarom weet ik niet meer, maar ik associeerde Campert destijds met absurdistisch humoristische verhalen (waar ik overigens niet dol op ben). En daar voldeed dit verhaal niet aan. Het kwam tussen de andere Boekenweekgeschenken in de kast terecht en ik vergat het. Tot ik Campert de afgelopen Boekenweek een paar keer op TV zag, in documentaires over collega’s weliswaar, maar in zijn uitlatingen intrigerend genoeg om het luisterboek te lenen via de bieb en het filmportret te bekijken, zijn gedichten te beluisteren en naar aanleiding daarvan Het satijnen hart te lezen. Maar laat ik me hier eerst beperken tot Somberman’s Actie.
                                                                             
Achterflap:
Somberman (een van de figuren uit Remco Campert’s succesvolle prozabundel Wie doet de koningin) brengt noodgedwongen zijn dagen in ledigheid door. Het Warenhuis waar hij jarenlang een rustige baan had is failliet. Somberman’s vrouw Bezig heeft wel werk, waardoor hun levens steeds meer uit elkaar lopen. Somberman’s enige vriend is de bescheiden dagdromer Domoor, die bij Bezig niet erg in de smaak valt. Voelt zij meer voor de nachtbrakende barkeeper Harry? In het café komt Somberman in aanraking met het barmeisje Soeza, de actievoerder Lubbe en later met de artistieke Professor Knoert. Zij tonen hem ieder een andere kant van het leven. Tenslotte komt Somberman tot de daad die de geschiedenis zal ingaan als Somberman’s Actie. Dit alles verteld in Campert’s luchtige, niet van humor verstoken, precieze en uiterst leesbare proza.
                                                                                         
Leesverslag:
Na bijna 25 jaar doet het boekje nu wel iets met me, waar het eerder niet de kans voor kreeg: het houdt me ook na de laatste bladzij nog bezig en dringt de vraag aan me op: wat is de moraal van dit verhaal? Omdat ik ouder en wijzer ben en minder beheerst word door de waan van de dag? Laten we het daar maar op houden. Maar het is best mogelijk dat ik er over nog 25 jaar weer andere gedachten bij heb.
                                                    
Aan het begin van de vertelling is Somberman inderdaad somber: hij heeft geen doel meer in zijn leven sinds hij ontslagen is en onderneemt geen enkele actie om daar verandering in te brengen. Zijn vrouw Bezig weigert zich mee te laten slepen in zijn lamlendigheid en zelfbeklag en als dat hun relatie onder druk begint te zetten zoekt ze haar vertier elders. Het verergert zijn stemming en houding: jaloezie en wegkwijnend zelfvertrouwen zijn het gevolg. De glijdende schaal kantelt als hij bij toeval in een café belandt waar hij na enkele bezoeken een afspraakje maakt met het barmeisje Soeza. Zijn energie en zelfvertrouwen keren erdoor terug en als de jeugdige kraker Lubbe hem vraagt mee te werken aan de bezetting van het Warenhuis hapt hij na wat aarzelen toe: een doel in het leven hebben, je ergens voor inzetten, gewaardeerd worden, zelfs als daar risico’s aan zijn verbonden, dat is wat hij nodig heeft om weer verder te kunnen en willen in het leven. Dus onderneemt Somberman een actie die hem in een politiecel doet belanden maar tevens de overtuiging geeft “dat niets hem voortaan meer van zijn stuk kan brengen”.
Domoor, de oud-collega van Somberman, leeft een kalm, tevreden leven, zich vasthoudend aan allerlei zekerheden die hem veiligheid moeten garanderen. Geen uitbundigheid, geen risico’s en zeker geen ondoordachte acties! De (saaie) rechte weg die hij voor zichzelf uitgestippeld heeft, lijkt een probleemloze oude dag in het vooruitzicht te stellen. Maar juist deze Domoor wordt door het Noodlot ingehaald, als hij voor 1 keer iets te naïef reageert op de door hem buitengesloten werkelijkheid. Met fatale gevolgen.
                                                                  
“Ik vond het maar een raar eind”, stond er in een scholierenverslag van het boekje. Maar voor mij lag daar nu juist de moraal van het verhaal in opgesloten. “Het eerste wat hij doet als hij het politiebureau achter zich heeft gelaten is een bos witte chrysanten kopen. Als hij niet te lang op de tram hoeft te wachten is hij nog op tijd voor Domoor’s begrafenis”. Je bent een Domoor als je denkt het leven onder controle te kunnen houden door alle risico’s te vermijden en sober en tevreden in je eentje te leven. Wie werkeloos wordt kan somber worden als Somberman, als hij bij de pakken neer gaat zitten en zo alles verliezen (eigenwaarde, relatie). Somberman werd geholpen door het toeval, maar door het als een kans te zien in plaats van een bedreiging, ging de wereld weer voor hem open en voelde hij zich weer een medemens dat er toe doet. Daardoor bruist de een aan het eind van het verhaal van de energie terwijl hij de ander begraaft…….
                                                   
Het auctoriale perspectief past goed bij het verhaal. Het bestek van een boekenweekgeschenk is maar kort en zo is het mogelijk enkele karakters psychologisch goed uit te werken.
De sfeertekening is geslaagd: ook voor de huidige lezer is er genoeg te beleven aan de beschrijving van het leven in Amsterdam gedurende de krakersperiode en de jaren tachtig. Genoten heb ik bv. van het stukje over de groenteman die zich gedwongen zag zijn winkel om te vormen tot een groenteboetiek met exotische vruchten en salades. En de illegale kappersknipbeurt. Of van de manier waarop Bezig de keuzemogelijkheden t.a.v. haar huwelijksproblemen op een rijtje zet. Bitterzoete, wrange humor af en toe, maar luchtig gebracht in een heldere, prettig leesbare stijl. Zelfs de problemen die werkeloosheid met zich meebrengt in de relatie tussen mensen komen reëel, maar niet dramatisch in beeld.
                                                               
Waarmee kan ik dit stukje beter afsluiten dan met de opmerkingen van recensent Carel Peeters in Vrij Nederland van 9 maart 1985: “Als Boekenweekgeschenk behoort Somberman's Actie tot de beste die ooit gemaakt zijn. De ortolaan van Maarten ’t Hart, het geschenk van vorig jaar, was al niet slecht, maar men moet ver terug om nog zo'n serieus cadeau te kunnen aanwijzen, misschien tot De nacht der Girondijnen van Presser (1957).”

Den Haag, CPNB, 1985. Boekenweekgeschenk 1985, 95 p. Het boekje is nog volop tweedehands te koop.

© JannieTr, 5 maart 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten