Maart 2009 – waardering: 8,0
Inleiding:
Remco Campert wordt op 28 juli 2009 80 jaar. Van 6 oktober 2000 tot 10 juni 2001, dus kort na zijn 70ste verjaardag, is er een tentoonstelling over zijn leven en werk gehouden in het Letterkundig Museum in Den Haag. Daarbij hoorde dit Schrijversprentenboek. Ik heb het antiquarisch aangeschaft (voor € 10,00) om achtergrondinformatie te verzamelen voor mijn leesclubbijdrage over Campert. Inmiddels heb ik het een eerste maal doorgelezen en ik ben er erg blij mee: het is een prachtig boek. Heel veel foto’s en citaten en een perfecte leidraad bij het lezen van nog veel meer van zijn uitgaven tot 2000.
Inhoud:
De eerste 80 blz. (door Daan Cartens) hebben als titel: Al die dromen al die jaren: Een schrijversleven in citaten en fragmenten. Zoals de titel al zegt, worden de belangrijkste gebeurtenissen uit het leven van Campert tussen 1929 en 2000 op een rijtje gezet, geïllustreerd met tientallen sprekende zwart-wit foto’s en gebruikmakend van talloze citaten en fragmenten uit zijn werk of interviews. Deze zijn met (meestal korte) verbindende teksten zo na elkaar opgeschreven, dat er een goed beeld ontstaat van zowel het leven als de artistieke ontwikkeling van Remco Campert. Omdat voor Campert een leven zonder schrijven geen leven is en hij veel uit zijn persoonlijk leven in zijn geschriften heeft verwerkt, zijn er voldoende fragmenten en citaten om deze levensbeschrijving mede vorm te kunnen geven.
Andere auteurs hebben kortere hoofdstukken geschreven over o.a. zijn stijl, taalgebruik, poëzie en schrijverschap. Uiteraard bevat het boek ook een uitgebreide bibliografie en een register.
Leeservaring:
Tijdens het doornemen van het boek begon het me te dagen waarom ik bij het lezen van Somberman’s Actie een absurdistisch verhaal verwachtte destijds: mijn literatuurlessen op de middelbare school vonden plaats in de jaren 1964-1966. Sommige naoorlogse schrijvers en dichters hadden toen al een plaats gekregen in de “Schets van de Nederlandse letterkunde (van De Vooys en Stuiveling)”, zoals W.F. Hermans, G.K. van het Reve, Harry Mulisch, Hugo Claus, Leo Vroman, Hans Lodeizen en Lucebert. Van de overigen, die zich ”bezig hielden met moderne, expirimenteel gerichte kunst” (pg. 254), waaronder Campert, werd beweerd, dat ze weliswaar begaafd waren, maar dat ze zoveel van elkaar verschilden en elke nieuwe uitgave het literaire beeld van henzelf en hun onderlinge verhoudingen weer zo wijzigde, dat enkel namen en titels op dat moment (1965) voldoende waren. M.a.w. ze moesten zich eerst maar eens bewijzen en “uitgeëxperimenteerd” zijn. Van Remco Campert werden alleen zijn eerste twee dichtbundels genoemd.
Er zal best gesproken zijn op school over “Het leven is Vurrukkuluk” (1961). Voor een degelijk examen zal echter een degelijke literatuurlijst vereist zijn geweest en daar kon dit boek niet op getolereerd worden. Je las Campert dus niet, ook daarna niet, want zoals veel middelbare scholieren had ik na de verplichte literatuurlijsten een aantal jaren genoeg van literatuur.
Maar zijn ontwikkeling ging verder en nu ik die zo lees in het Schrijversprentenboek krijg ik de behoefte mijn schade in te halen. Ik heb inmiddels Somberman’s Actie herlezen, ik ben bezig met Alle dagen feest, Het satijnen hart heb ik uit en Een liefde in Parijs ook, net als zijn bijdrage aan het Familie-album en in Kus zoekt mond lees ik af en toe. Tot zover met veel genoegen. Binnenkort volgen er beslist nog meer titels.
Amsterdam, Bezige Bij/Den Haag, Letterkundig Museum, 2000. Paperback, ingen., 147 p., reg., bibliogr., ills.
(Nog nieuw te koop: € 23,50 en tweedehands vanaf € 12,00).
© JannieTr, 9 maart 2009.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten