Februari 2013 - waardering: 7,5.
Inleiding
Wie eenmaal een schrijver ontdekt heeft die
aanspreekt, wil alles van hem/haar lezen. Dat overkwam mij bij Jan van Mersbergen. Via het Winterboek van Gerbrand Bakker kwam ik
bij de Grasbijter terecht en daarna
bleek dat er nog voldoende titels over waren om voorlopig even zoet te zijn. Ik
las ze inmiddels bijna allemaal. Met nog één te gaan (deze) kwam ondertussen Naar de overkant van de nacht uit. Perfect
om te lezen rond het carnaval. Maar tenslotte was deze aan de beurt. De
achterstand is hiermee ingehaald en het is wachten op het volgende boek. Daar
wordt aan gewerkt, begrijp ik. Dus behelpen we ons voorlopig maar met de
dagelijkse stukjes op zijn weblog: die zijn meestal ook de moeite waard.
Samenvatting
De regen
stroomt over de ruiten, de ruitenwissers kunnen het water bijna niet de baas.
Dan ziet Robert – op weg naar Pamplona voor zijn jaarlijks uitje naar het
stierenrennen – een lifter langs de snelweg staan. Hij stopt, en neemt hem mee.
Gaandeweg ontstaat er een band tussen de twee. Robert is nieuwsgierig naar de
teruggetrokken en weinig spraakzame Danny, een bokser: het lijkt alsof Danny
zich willoos laat meevoeren, ogenschijnlijk verslagen door een geheim.
Maar dan, in Pamplona, temidden van de aanstormende stieren en de stofwolken, blijkt dat je je voor elkaar kunt opofferen, ook al zijn we allen onbekenden. Als het echt dreigt mis te gaan, als de verplettering nabij is, reageert onze naastenliefde. Onverbiddelijk. (Website Uitgeverij Cossee).
Maar dan, in Pamplona, temidden van de aanstormende stieren en de stofwolken, blijkt dat je je voor elkaar kunt opofferen, ook al zijn we allen onbekenden. Als het echt dreigt mis te gaan, als de verplettering nabij is, reageert onze naastenliefde. Onverbiddelijk. (Website Uitgeverij Cossee).
Leeservaring
De trefwoorden
die de bibliotheek aan dit boek geeft, zijn: boksers en mannenleven. Niet direct iets wat voor mij aansprekend
genoeg geweest zou zijn om eraan te beginnen, ware het niet dat ik door de andere
boeken van Van Mersbergen er genoeg vertrouwen in had, dat ook dit boek de
moeite van het lezen waard zou zijn. En daarin werd ik niet teleurgesteld.
Danny is op de vlucht, dat lezen we al in de
eerste zin:" Een bokser rent door de
stad." Wat daar de reden van is, lezen we pas op de laatste
bladzijden. Robert neemt hem mee, voelt wel aan dat de zwijgzame en
teruggetrokken Danny ergens mee zit, maar het lukt hem niet de feiten aan de
oppervlakte te krijgen. Ook de lezer tast lang in het duister.
"Morgen zijn we in Pamplona",
zegt Robert tegen Danny. Hij moet hem uitleggen wat zich daar afspeelt, hoe
levensgevaarlijk het kan zijn, als je niet op de juiste manier reageert. Danny geeft
aan mee te willen doen. Maar Robert vertrouwt het niet helemaal.
De lange weg van Amsterdam naar Pamplona (en
terug) wordt er weinig gesproken door de beide mannen. Des te knapper is het dat
het verhaal blijft boeien en dat de lezer zich toch een beeld kan vormen van wie
deze mannen zijn, wat hun drijfveren zijn en hoe hun onderlinge verhouding zich
ontwikkelt.
Van Robert komt de lezer niet veel te weten. Het
zijn vooral zijn daden (vragen en handelingen) die hem zichtbaar maken. Het perspectief ligt hoofdzakelijk bij Danny. Hij
beschrijft Robert, denkt na over wat hemzelf tot hier gebracht heeft en stelt
de vragen die ons zicht geven op het gezinsleven van Robert. Robert zegt en
vraagt regelmatig dingen die (zo ontdek je bij een tweede lezing) voor Danny onverdraaglijk
moeten zijn. De daarop volgende korzelige reacties en uitbarstingen van Danny
om kennelijk niets, houden de spanning
in het verhaal vast.
Ook de structuur
speelt bij de spanningsopbouw een
rol. Twee verhaallijnen kronkelen om
elkaar heen: de flashbacks, die in chronologische volgorde het achterliggende
verhaal vertellen, en het vertelheden, dat de autorit, het stierenrennen in
Pamplona en de terugreis omvat. Stukje bij beetje wordt duidelijk wat er
gebeurd is en waarom Danny is gevlucht.
De stijl
van Van Mersbergen is ook in dit boek weer sober
en toch (ver)beeldend. Heldere taal, maar weinig woorden en juist veel meer
de gedragingen van de hoofdrolspelers om je eigen verhaal mee in te vullen. Als
lezer betekent dat dat er vragen overblijven waarmee je blijft zitten. Soms
komt daar een antwoord op, als je het boek nogmaals leest, soms blijven ze door
je hoofd spoken, als je het boek allang weer in de kast hebt staan.
Om op de trefwoorden terug te komen: boksers en mannenleven. De boksschool is
een van de plekken waar zich een deel van het verhaal afspeelt. Wie niets van
boksen weet, zal er mooi gedoseerd kennis van kunnen nemen: genoeg om kloppend
te zijn met de werkelijke situatie en niet te uitgebreid. Mannenleven is een
beetje vage term. Om dit boek te kunnen
waarderen is vooral empathie nodig. Dat Robert naar het stierenrennen wil
en dat Danny een bokser is en dat deze beide samen op stap zijn, maakt hier nog
geen roman over mannenlevens van. Ik denk dat veel vrouwen het ook met genoegen
zullen lezen. Sommigen noemen het zelfs een liefdesverhaal. Ook dat vind ik
niet helemaal kloppen. Het is een van die vragen die overblijft: wat bracht
Danny tot zijn daad? Was het liefdesverdriet, jaloezie of vernedering en ligt
er een symbolische link met het stierenrennen?
Kortom: ik durf dit boek over Boksers en Mannenleven wel aan te bevelen voor leesclubs, zelfs als
die vnl. uit vrouwen bestaan. Het geeft genoeg in zich om over te discussiëren.
Jan van
Mersbergen - Morgen zijn we in Pamplona. Amsterdam, Cossee, 2007. Paperback,
189 p., isbn: 978-90-5936-130-0.
©JannieTr, 26 februari 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten