1. Briefromans kunnen verschillende vormen aannemen. Het kan
om een correspondentie gaan tussen personen, het kunnen de brieven van 1
persoon zijn, aan 1 andere of meerdere personen gericht. Hier schrijft de
ik-persoon 1 hele lange brief aan haar overleden echtgenoot. Maar in het
verhaal zijn ook brieven van anderen aan haar opgenomen. Waarom zou dat zijn en
wat is het effect?
2. Oorspronkelijk
heet het boek “Rose”. Wat vind je van de Nederlandse titel? Waarom zou die
anders zijn en waar gaat jouw voorkeur naar uit?
3. Wat vind je van de motto’s van dit boek? Voegen die voor
jouw gevoel nog iets toe?
4. De briefschrijfster is slechts enkele dagen met haar
brief bezig. Toch vertelt zij het hele verhaal van wat er in Parijs gebeurde
tussen 1852 en 1870, via herinneringen (flashbacks). Ze vertelt haar man dingen
die na zijn overlijden zijn gebeurd, maar spreekt hem ook aan met: Weet je nog
dat wij.... Zo krijgt de lezer een compleet beeld van wat er in die periode
gebeurde. Vind je dat ze de geschiedenis op een natuurlijke manier verwerkt
heeft in haar brief of komt het geforceerd over?
5. Wat vind je van de hoeveelheid informatie die De Rosnay in
haar boek stopt?
6. Rose is uitsluitend gefocust op de verwoesting van het
bestaande en het verdriet dat dat met zich meebrengt voor haar en haar
buurtgenoten. Wie de plot eenmaal kent, begrijpt waarom dat voor het verhaal
nodig was. Toch zorgt de schrijfster er voor dat ook de voordelen van de
stadsvernieuwing een plekje krijgen. Hoe doet ze dat?
7. Wat vind je van de sfeertekening van de betreffende
periode? Denk daarbij aan de mode, de literatuur, de beroepen, de winkeltjes.
8. Haar zoontje stierf aan cholera, door water uit de
nabijgelegen fontein. Een gevolg van de onhygiënische toestanden destijds zonder
degelijke waterleidingen en riolen. Maar waarom is volgens Rose juist haar
zoontje gestorven? Wat vind je hiervan?
9. Eigenlijk leer je behalve Rose, niemand goed kennen.
Hoewel Rose op een paar mensen heel erg gesteld is, heeft ze met niemand een
dieper contact. Wat zou de reden daarvan zijn? Hoewel, bij nader inzien, hoe
goed leren we Rose eigenlijk kennen?
10. Welke vriendschap was voor Rose het meest waardevol?
11. Terwijl Gilbert aan het eind van de strijd het meeste
begrip voor Rose schijnt te hebben, is het uiteindelijk Alexandrine, die haar
eerst egoïsme verweet, die met haar ten onder gaat. Begrijp je dit?
12. Begrijp je de (niet-) relatie met haar dochter? Of heb
je er een verklaring voor?
13. Al op blz. 23 heeft Rose het over een nachtmerrie die
haar al meer dan dertig jaar kwelt. Het duurt tot blz. 184 totdat ze eindelijk
uit de doeken doet wat er is gebeurd. Waarom zou ze dit nooit aan Armand hebben
durven vertellen?
14. Wanneer ontdekt Rose dat Baptiste niet de zoon was van
Armand, maar van die monsieur Vincent? Verandert dat iets aan haar gevoelens
voor Baptiste?
15. Wat is het thema van het boek? Welke motief gebruikt De Rosnay hierbij?
16. Waarom zou De Rosnay erin verwerkt hebben dat Rose ineens
belangstelling krijgt voor de literatuur?
17. Wat heeft Rose in de kelder nog aan persoonlijke
bezittingen?
18. Op een gegeven moment vergelijkt Rose Parijs met “een
overjarige,opgedirkte, met haar ritselende rokken koketterende lichtekooi”.
Wanneer en waar doet ze dat en wat vind je daarvan?
Met dank aan Marry v.d. M.
©JannieTr, 18 februari 2013.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten