Er zijn een paar schrijvers waarvan ik elke nieuwe titel ongezien bestel bij onze plaatselijke boekhandel, vaak nog voor het boek verschenen is. Een daarvan is Remco Campert. En nog nooit ben ik teleurgesteld, al krijg ik soms iets anders te lezen, dan ik verwachtte. Zo ook dit keer. De titel deed iets anders vermoeden dan een verzameling columns. Maar uiteindelijk bleek vooral de ondertitel wonderwel te kloppen.
In de bundel 'Te
vroeg in het seizoen' geeft schrijver Remco Campert het proces van ouder
worden weer. Zijn wereld wordt weer klein, net als vroeger, en details worden
belangrijker dan ooit. Het heden bestaat voornamelijk nog uit herinneringen,
maar hoe betrouwbaar zijn die? Verslaggever Maarten Westerveen van de VPRO zocht hem thuis
op om er met hem over te praten. Via de deze link kun je het interview beluisteren.
Leeservaring
De in dit boek opgenomen columns verschenen van september 2012 tot januari 2014 wekelijks in de Volkskrant. Omdat ik geen abonnement heb op de Volkskrant waren de meeste stukjes nieuw voor mij. Meestal spelen columns in op de actualiteit en daardoor krijgen ze gebundeld al snel iets gedateerds. Dat ligt in dit boek volkomen anders. Zonder de expliciete verwijzing op de achterzijde van de titelpagina herken je de stukjes nauwelijks als columns. Vandaar dat de ondertitel "autobiografische schetsen" zo goed de lading dekt. Het is aangenaam lezen in deze bundel met herinneringen, beschouwingen, overpeinzingen en dagdromen. De toon is wisselend: melancholisch, vlak of droef, maar ook uitdagend en met soms nauwelijks onderdrukt vilein plezier of vol zelfspot en droge humor. Dat ze met een tussenpoos van minstens een week geschreven zijn, zorgt vermoedelijk mede voor deze prettige afwisseling.
De titel Te vroeg in het seizoen komt terug in het stukje Fladderen, waarin hij beschrijft hoe hij al associërend van herinnering naar herinnering fladdert. Via een dichtregel van Paul Rodenko komt hij tot de conclusie: "Voor tulpen is het nog te vroeg in het seizoen". Ik zag echter al eerder een verband in De dood als product. Daarin beschrijft hij hoe hij o.a. door een literair tijdschrift wordt gevraagd zijn eigen in memoriam te schrijven, wat hij weigerde: "Ik vond mezelf niet de aangewezen persoon om mijn eindvonnis op schrift te stellen en weigerde. Voor je het weet ga je jezelf serieus nemen". Daarna volgde een glossy die hem op de foto in een doodskist wilde ("Ik leef nog, de glossy is intussen ter ziele") en de EO met De Kist. Ze schreven bij het verzoek dat er haast bij was, omdat er plotseling iemand uitgevallen was. "Dit deed het ergste vermoeden, dood door schrik?"
Leeservaring
De in dit boek opgenomen columns verschenen van september 2012 tot januari 2014 wekelijks in de Volkskrant. Omdat ik geen abonnement heb op de Volkskrant waren de meeste stukjes nieuw voor mij. Meestal spelen columns in op de actualiteit en daardoor krijgen ze gebundeld al snel iets gedateerds. Dat ligt in dit boek volkomen anders. Zonder de expliciete verwijzing op de achterzijde van de titelpagina herken je de stukjes nauwelijks als columns. Vandaar dat de ondertitel "autobiografische schetsen" zo goed de lading dekt. Het is aangenaam lezen in deze bundel met herinneringen, beschouwingen, overpeinzingen en dagdromen. De toon is wisselend: melancholisch, vlak of droef, maar ook uitdagend en met soms nauwelijks onderdrukt vilein plezier of vol zelfspot en droge humor. Dat ze met een tussenpoos van minstens een week geschreven zijn, zorgt vermoedelijk mede voor deze prettige afwisseling.
De titel Te vroeg in het seizoen komt terug in het stukje Fladderen, waarin hij beschrijft hoe hij al associërend van herinnering naar herinnering fladdert. Via een dichtregel van Paul Rodenko komt hij tot de conclusie: "Voor tulpen is het nog te vroeg in het seizoen". Ik zag echter al eerder een verband in De dood als product. Daarin beschrijft hij hoe hij o.a. door een literair tijdschrift wordt gevraagd zijn eigen in memoriam te schrijven, wat hij weigerde: "Ik vond mezelf niet de aangewezen persoon om mijn eindvonnis op schrift te stellen en weigerde. Voor je het weet ga je jezelf serieus nemen". Daarna volgde een glossy die hem op de foto in een doodskist wilde ("Ik leef nog, de glossy is intussen ter ziele") en de EO met De Kist. Ze schreven bij het verzoek dat er haast bij was, omdat er plotseling iemand uitgevallen was. "Dit deed het ergste vermoeden, dood door schrik?"
Om te eindigen met: "And death shall have no dominion", schreef Dylan Thomas. Althans
niet zolang ik leef". Met andere
woorden: ik ben misschien aan mijn laatste seizoen bezig, maar voorlopig is het
nog Te vroeg in het seizoen om op
mijn einde vooruit te gaan lopen.
Zoals gezegd: de stukjes bevatten veel herinneringen. Niet chronologisch, maar willekeurig. Aan het eigen leven en de ontwikkeling als mens en schrijver/dichter, over gelezen boeken en gewaardeerde schrijvers en vrienden, aan plaatsen en gelegenheden. Of juist over het ontbreken van herinneringen, als de regels in de notitieboekjes niets meer oproepen of alleen vragen over wanneer, met wie, hoe? Geregeld gaat het ook over het weinig opwindende dagelijkse leven en de beperkingen van de ouderdom, de valkuil van een depressie. En tenslotte over het fenomeen van het schrijven en dichten zelf.
Het is ondoenlijk om hier alle rake zinnen te vermelden die ik tijdens het lezen opschreef. Neem maar van mij aan, dat er genoeg te genieten valt in de bundel. Ik zal er hieronder een aantal citeren. Ervoor staat het stukje waarin ze te vinden zijn.
Ademen: Ik vermoed dat er heel wat schrijvers zijn, maar laat ik voor mezelf spreken, die in het diepste van hun wezen twijfelen aan het belang van hun schrijverschap. Toch maar doorschrijven, want als je die gedachte echt tot je toelaat dan duurt het niet lang of je adem stokt en er komt geen woord meer uit je.
Zoals gezegd: de stukjes bevatten veel herinneringen. Niet chronologisch, maar willekeurig. Aan het eigen leven en de ontwikkeling als mens en schrijver/dichter, over gelezen boeken en gewaardeerde schrijvers en vrienden, aan plaatsen en gelegenheden. Of juist over het ontbreken van herinneringen, als de regels in de notitieboekjes niets meer oproepen of alleen vragen over wanneer, met wie, hoe? Geregeld gaat het ook over het weinig opwindende dagelijkse leven en de beperkingen van de ouderdom, de valkuil van een depressie. En tenslotte over het fenomeen van het schrijven en dichten zelf.
Het is ondoenlijk om hier alle rake zinnen te vermelden die ik tijdens het lezen opschreef. Neem maar van mij aan, dat er genoeg te genieten valt in de bundel. Ik zal er hieronder een aantal citeren. Ervoor staat het stukje waarin ze te vinden zijn.
Ademen: Ik vermoed dat er heel wat schrijvers zijn, maar laat ik voor mezelf spreken, die in het diepste van hun wezen twijfelen aan het belang van hun schrijverschap. Toch maar doorschrijven, want als je die gedachte echt tot je toelaat dan duurt het niet lang of je adem stokt en er komt geen woord meer uit je.
Roken en
drinken: Denkend aan drank zie ik
oneindige rijen flessen in mijn leven staan.
Voetbaldroom
en poëzie: Ik schrijf graag over het
niet-bijzondere, in de hoop het een paar honderd woorden bijzonder te maken.
Bril in bad:
De regenjas bleek te weerloos voor de
gemene streken van de slachtmaand, een bruut woord dat al genoeg zegt over
november. En: Op de radio en
televisie wordt geleden aan een overmaat van politiek. Je zou bijna weer naar
radiostilte verlangen.
Kalender:
Sissend, knallend en gierend kwam het
oude jaar tot stilstand. Ik betastte mijn ledematen, gelukkig niets gebroken,
stapte uit en hees me, door weer en wind bestookt, aan boord van het volgende
jaar. En: De eindejaarskranten,
waarin de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, die we juist graag zouden
vergeten, omstandig werden opgerakeld.
Writers' block:
Schrijven mag dan volgens Cees N. het
tegenovergestelde van leven zijn, maar eenmaal dood komt er niets meer van.
Achter het
bonsaiboompje en Inhaallezen
zijn in zijn geheel mooi om te lezen. Net als:
Herinneringen:
Twee passen vooruit en dan weer anderhalve
pas terug, zo twijfel ik me door het leven. En: Herinneringen zijn de mest van de kunst. Zolang ze niet vervlogen zijn,
kan ik het erover hebben. En: Ik
beschik over veel herinneringen. Ze hoeven niet echt te zijn. Als er maar mee
te schrijven en te leven valt.
Winterjas:
Het is altijd een feest om andere
dichters te ontmoeten, al was het alleen maar omdat je niet met elkaar over
poëzie hoeft te praten.
Lucebert:
Alles gaat voorbij, daar heb ik me bij
neergelegd, maar als er een tijd is die ik zou willen terughalen dan is het wel
die tijd, toen alles nog beginnen moest, alles nieuw was, de toekomst open.
Veel herinneringen in deze bundel, veel autobiografische schetsen. Toen zijn dichtbundel Nieuwe herinneringen (link) uitkwam, keek hij ook nog vooruit.
Nu schrijft hij:
Veel herinneringen in deze bundel, veel autobiografische schetsen. Toen zijn dichtbundel Nieuwe herinneringen (link) uitkwam, keek hij ook nog vooruit.
Nu schrijft hij:
Mijn vlucht
vooruit in het heden heb ik opgegeven. Mijn heden bestaat nu voornamelijk uit
de herinnering. Pogingen om opnieuw te beginnen, met een schone lei als het
ware, geef ik op. Mij rest - en dat is
meer dan genoeg - de herinnering aan vroegere hedens, vol gebeurtenissen die
soms goed, soms verkeerd uitvielen. Het hoort allemaal bij elkaar. Eerst de
herinnering en dan de eeuwigheid. Maar die moet nog even wachten ( in: Koffers pakken).
Het is nog te vroeg in het seizoen.
Remco Campert - Te vroeg in het seizoen: autobiografische schetsen. Amsterdam, Bezige Bij, 2014. Paperb., 196 pg., isbn: 978 90 234 8621 3
Het is nog te vroeg in het seizoen.
Remco Campert - Te vroeg in het seizoen: autobiografische schetsen. Amsterdam, Bezige Bij, 2014. Paperb., 196 pg., isbn: 978 90 234 8621 3
Geen opmerkingen:
Een reactie posten