Toen Gerbrand Bakker in 2006 zijn debuut voor volwassenen Boven is het stil publiceerde, kon niemand, ook hijzelf niet, vermoeden dat deze internationale bestseller hem door o.a de prestigieuze International IMPAC Dublin Literary Award, vertalingen in meer dan 30 talen, verfilming, en inmiddels al de 25ste druk in Nederland, de mogelijkheid zou bieden om een huis in de Eifel te kopen, met een grote tuin er omheen en een stuk bos. Inmiddels woont hij er vijf jaar en is hij ook al vijf jaar bezig met de verbouwing van zijn huis en de aanleg van zijn tuin. Via zijn columns in De Groene Amsterdammer, Trouw en Onze eigen tuin was daar geregeld iets over te lezen. Ook in zijn weblog Dingetjes enzo houdt hij nog steeds zijn lezers op de hoogte van zijn bezigheden.
Vóór zijn verhuizing naar de Eifel verschijnen nog enkele mooie romans: Perenbomen bloeien wit (2007), Juni (2009) en De Omweg (2010). Daarnaast nog de nodige non-fictie. In het nieuwe huis richt hij een aparte schrijfkamer in. Toch laat een nieuwe roman op zich wachten. Niet dat er niet geschreven wordt: uiteraard de columns en artikelen, non-fictie boeken. Maar een overvolle agenda met lezingen en boekpresentaties in het buitenland is niet bevorderlijk voor het je rustig bezinnen op een nieuwe roman. Druk van buiten werkt averechts op de creativiteit van menig schrijver. Bakker stort zich op zijn huis en Eifeltuin en krijgt gezelschap van Jasper, een Griekse zwerfhond. En al heeft Jasper zo zijn eigenaardigheden, Bakker is dol op hem. En eindelijk kan hij zich er toe zetten weer te gaan schrijven, een autobiografie dit keer, in dagboekvorm, met daarin ook een belangrijke rol voor Jasper.
Voorjaar 2016 verschijnt Jasper en zijn knecht . Met een trieste epiloog: Jasper is vlak na voltooiing van het boek binnen korte tijd aan een onduidelijke ziekte overleden. Bakker mist hem nog steeds. Maar toch is het juist Jasper die hem over een drempel heeft geholpen. In het dagboek staan niet alleen de dagelijkse avonturen met Jasper. Hij haalt ook herinneringen op en maakt korte metten met frustraties en ergernissen van vroeger. Dankzij deze dagelijkse schrijfroutine ligt er nu weer een boek dat er wezen mag, ondanks zijn drukke overige bezigheden.
Combineer een schrijvende hovenier met een tuin in de Eifel, met het thema Natuur van de boekenweek en je komt vanzelf bij Bakker uit. Rotgrond bestaat niet: over cultuurlandschap en natuur luidt de titel van een bundel met stukjes van twee tot ruim tien pagina's over de meest uiteenlopende onderwerpen. In een enkele wordt verwezen naar een column of artikel dat eerder elders verscheen, maar de rest is speciaal voor dit boek geschreven. En hoe! Vol zelfvertrouwen en met de nodige humor kiest hij zowel voor serieuze onderwerpen, als doodnuchtere constateringen die sommige lezers wellicht op de kast jagen. Mopperen doet hij ook graag, maar de ondertoon is altijd lichtvoetig. Alleen als het over Jasper gaat of over andere honden, die bij hem komen logeren, wint de gevoeligheid het en de weemoed.
Zelden gebeurt het mij dat ik een non-fictieboek moeilijk kan wegleggen, maar dit is zo afwisselend en boeiend geschreven, dat je door blijft lezen. Met verrassende waarnemingen en constateringen. Over de maakbaarheid van natuur, de zin en onzin van het bestrijden van exoten, over de schoonheid van cultuurlandschap, over een tuin vol herinneringen, wandeltochten in Wales en vakantie in Griekenland met rotgrond, of toch niet? Filosofische doordenkertjes en gewetensvragen houden de lezer bij de les.
Hij sluit af met De laatste tuindag. De winter komt er aan. Er zijn nog wat karweitjes in zijn Eifeltuin te doen. Als alles klaar is, trekt hij zijn wandelschoenen aan en maakt een lange wandeling rondom het dorp. Ook zonder hond kun je wandelen, ontdekt hij en dan zie je weer heel andere dingen. In de schemering keert hij terug.
"Ik zit in de schrijfkamer. Kijk naar de enorme beuken aan de overkant van de weg. Geen enkel blad meer aan de bomen, in de winter is de wereld veel groter. Het steile weitje is wit. Sneeuw. Stilte. Winter. Tijd deze tekst af te sluiten. Tijd voor fictie."
"Gerbrand Bakker is een rasschrijver" volgens Trouw. Klopt helemaal. En met die fictie komt het ook wel goed.
Gerbrand Bakker - Rotgrond bestaat niet: over cultuurlandschap en natuur. Amsterdam, Cossee, 2018. Pb., 205 pg., ISBN:978-90-5936-799-9.
© Jannie Trouwborst, maart 2018.
vrijdag 30 maart 2018
zaterdag 17 maart 2018
Joke J. Hermsen - Rivieren keren nooit terug
Joke Hermsen is schrijfster en filosofe. Beide disciplines beoefent ze, niet alleen los van elkaar, maar ook als elkaar versterkende elementen, in haar romans en essays. Haar vlotte pen maken essays als Windstilte van de ziel (KLIK HIER) en Melancholie van de onrust prettig leesbaar, ook voor lezers zonder een gedegen filosofische opleiding. In haar romans voegt ze daar nog een behoorlijke portie psychologie aan toe zoals in De liefde dus en Blindgangers (KLIK HIER). Ook in Rivieren keren nooit terug vinden we deze kenmerkende elementen uit de andere romans terug.
Ella Theisseling heeft grote moeite de dood van haar vader te verwerken. Het lukt haar niet te rouwen. Komt het doordat ze niet bij zijn sterven aanwezig was, is het de houding van haar moeder, of zijn het de tegenstrijdige gevoelens ten aanzien van hem? Waarom zijn haar herinneringen aan hem en aan haar jeugd, zo verwarrend? Welke rol hebben ze gespeeld in haar verdere leven? En hoe moet ze nu verder? Om dat te ontdekken besluit ze er een poosje tussenuit te gaan. Ze gaat terug naar een plek waar ze goede herinneringen aan bewaart: naar de oevers van rivier de Gard in de Midi, waar de familie jarenlang de zomervakantie doorbracht en ze haar eerste liefde beleefde.
Via Parijs reist ze per auto in een rustig tempo af naar het zuiden. Onderweg koopt ze een schrift, dat ze wil gebruiken als dagboek van de reis. Maar als ze beseft hoe belangrijk de herinneringen zijn die naar boven komen, besluit ze het schrift ook daarvoor te gebruiken. Daartoe draait ze het schrift om en begint met het noteren daarvan achterin. Ze beschouwt het als een symbool van haar zoektocht: ergens in het midden zullen heden en verleden bij elkaar komen. Ook in de structuur van de roman werkt het zo: heden en verleden wisselen elkaar af, waarbij het verleden niet chronologisch gepresenteerd wordt, maar zoals het zich, vaak via associaties, aandient.
De jeugdherinneringen zijn geschreven in de ik-vorm en de tegenwoordige tijd, alsof ze haar nog levendig voor de geest staan. De reis in de zij-vorm en de verleden tijd, waaruit we al symbolisch af mogen leiden, dat ze deze zoektocht achter zich gelaten heeft. Dat ze er gelouterd als een anders mens uit zal komen. En dat de herinneringen altijd een onderdeel van haar toekomstige leven zullen zijn.
Voor mij was het eerste hoofdstuk in het eerste van de vijf delen die het boek telt een waar hoogtepunt. Zelden heb ik iets gelezen dat zo goed weergeeft hoe pubers zich voelen en gedragen. Hoe ouder je wordt, hoe moeilijker je daarbij lijkt te kunnen komen. Maar dit was herkenbaar en roept direct je eigen herinneringen naar boven. Het laatste hoofdstuk, waarin Ella de balans opmaakt en de toekomst weer met vertrouwen tegemoet durft te zien, is eveneens een hoogtepunt. Wat niet wil zeggen dat er daar tussenin geen bijzondere stukken voorkomen.
Naast deze hoofdlijn zijn er nog enkele andere draadjes die het verhaal een zekere spanning moeten geven: hoe was het verloop van haar jeugdliefde, ziet ze hem ook nog terug? Bestaat er een verwantschap tussen haar vader en een Franse baron? Heeft hij Russisch bloed? Is ze wellicht familie van een schilder uit die familie waar ze bij toeval op afstudeerde? Of is dat geen toeval? En dan is er nog een ontmoeting met een Spaanse antiquair die op zijn beurt weer een steentje bijdraagt aan haar catharsis.
Ik weet zeker dat lezers met een klassieke scholing op veel intertekstuele verwijzingen zullen stuiten. Ook degenen die hun jaarlijkse vakanties in Frankrijk doorbrengen zullen ongetwijfeld meer genieten van de cultuurhistorische plekken die Ella tijdens haar reis aandoet. Het beeld met de beschadigde Januskop dat ze in een van de plaatsen ziet, herken ik nog wel als symbool voor haar reis. Hoe kun je naar de toekomst kijken, als je het verleden geen plaats kunt geven. Ook mijn kennis van kunstgeschiedenis is beperkt, terwijl ook dat een rol speelt in het verhaal. Naar mijn idee meer als aankleding, dan als symboliek. Maar ook dat kan ik mis hebben.
Toch heb je die kennis niet perse nodig om van de filosofische en psychologische kanten te genieten. En van de schrijfstijl. Mooie meanderende zinnen, waarin natuurschoon, gedachten, herinneringen, indrukken en gevoelens tot uitdrukking worden gebracht. Na de laatste bladzijde overviel me een bepaalde melancholie en de behoefte mijn eigen herinneringen eens te bekijken.
Maar ook om op een filosofische manier naar het fenomeen herinnering te kijken. Wat gebeurt er als je herinneringen opschrijft? Worden het daarmee gestolde waarheden? Terwijl herinneringen toch soms ook veranderen in de loop van een leven. Het leven kan alleen maar achterwaarts worden begrepen, terwijl we het voorwaarts moeten leven (Søren Kierkegaard) ondervindt ook Ella.
Rivieren keren nooit terug, luidt de titel. En hoewel de rivier niet lijkt te veranderen, is het water dat er nu door stroomt niet hetzelfde als dat van vroeger. Wat wel blijft, is de rivierbodem waarop Ella staat als ze in het laatste hoofdstuk haar conclusies trekt.
"Tijd is stromend water, maar haar herinneringen vormden de bodem, met kleinere en grotere obstakels, stenen, leem en zand, waarlangs het water zijn weg zocht. Elke druppel water die aan haar voorbij raasde, had over de bodem van het verleden geschraapt, over de zachte en de scherp uitstekende stenen en had daar iets losgewoeld en opgenomen zijn stroom, een stukje mos, een korrel zand, en dit alles bepaalde het moment waarin ze zich nu bevond. Ze kon die stenen en obstakels niet wegpoetsen of doen alsof ze niet bestonden. Het water moest erover heen stromen, en er telkens opnieuw zijn gang langs zien te vinden. Dit is het moment, dacht ze, waarop het verleden nog nakolkt, maar de toekomst als een vermoeden, net na de bocht gelegen, al voelbaar wordt."
Joke J. Hermsen - Rivieren keren nooit terug. Amsterdam, Arbeiderspers, 2018. Pb., 262 pg., 978-90-295-0543-7
© Jannie Trouwborst, maart 2018.
Ella Theisseling heeft grote moeite de dood van haar vader te verwerken. Het lukt haar niet te rouwen. Komt het doordat ze niet bij zijn sterven aanwezig was, is het de houding van haar moeder, of zijn het de tegenstrijdige gevoelens ten aanzien van hem? Waarom zijn haar herinneringen aan hem en aan haar jeugd, zo verwarrend? Welke rol hebben ze gespeeld in haar verdere leven? En hoe moet ze nu verder? Om dat te ontdekken besluit ze er een poosje tussenuit te gaan. Ze gaat terug naar een plek waar ze goede herinneringen aan bewaart: naar de oevers van rivier de Gard in de Midi, waar de familie jarenlang de zomervakantie doorbracht en ze haar eerste liefde beleefde.
Via Parijs reist ze per auto in een rustig tempo af naar het zuiden. Onderweg koopt ze een schrift, dat ze wil gebruiken als dagboek van de reis. Maar als ze beseft hoe belangrijk de herinneringen zijn die naar boven komen, besluit ze het schrift ook daarvoor te gebruiken. Daartoe draait ze het schrift om en begint met het noteren daarvan achterin. Ze beschouwt het als een symbool van haar zoektocht: ergens in het midden zullen heden en verleden bij elkaar komen. Ook in de structuur van de roman werkt het zo: heden en verleden wisselen elkaar af, waarbij het verleden niet chronologisch gepresenteerd wordt, maar zoals het zich, vaak via associaties, aandient.
De jeugdherinneringen zijn geschreven in de ik-vorm en de tegenwoordige tijd, alsof ze haar nog levendig voor de geest staan. De reis in de zij-vorm en de verleden tijd, waaruit we al symbolisch af mogen leiden, dat ze deze zoektocht achter zich gelaten heeft. Dat ze er gelouterd als een anders mens uit zal komen. En dat de herinneringen altijd een onderdeel van haar toekomstige leven zullen zijn.
Voor mij was het eerste hoofdstuk in het eerste van de vijf delen die het boek telt een waar hoogtepunt. Zelden heb ik iets gelezen dat zo goed weergeeft hoe pubers zich voelen en gedragen. Hoe ouder je wordt, hoe moeilijker je daarbij lijkt te kunnen komen. Maar dit was herkenbaar en roept direct je eigen herinneringen naar boven. Het laatste hoofdstuk, waarin Ella de balans opmaakt en de toekomst weer met vertrouwen tegemoet durft te zien, is eveneens een hoogtepunt. Wat niet wil zeggen dat er daar tussenin geen bijzondere stukken voorkomen.
Naast deze hoofdlijn zijn er nog enkele andere draadjes die het verhaal een zekere spanning moeten geven: hoe was het verloop van haar jeugdliefde, ziet ze hem ook nog terug? Bestaat er een verwantschap tussen haar vader en een Franse baron? Heeft hij Russisch bloed? Is ze wellicht familie van een schilder uit die familie waar ze bij toeval op afstudeerde? Of is dat geen toeval? En dan is er nog een ontmoeting met een Spaanse antiquair die op zijn beurt weer een steentje bijdraagt aan haar catharsis.
Ik weet zeker dat lezers met een klassieke scholing op veel intertekstuele verwijzingen zullen stuiten. Ook degenen die hun jaarlijkse vakanties in Frankrijk doorbrengen zullen ongetwijfeld meer genieten van de cultuurhistorische plekken die Ella tijdens haar reis aandoet. Het beeld met de beschadigde Januskop dat ze in een van de plaatsen ziet, herken ik nog wel als symbool voor haar reis. Hoe kun je naar de toekomst kijken, als je het verleden geen plaats kunt geven. Ook mijn kennis van kunstgeschiedenis is beperkt, terwijl ook dat een rol speelt in het verhaal. Naar mijn idee meer als aankleding, dan als symboliek. Maar ook dat kan ik mis hebben.
Toch heb je die kennis niet perse nodig om van de filosofische en psychologische kanten te genieten. En van de schrijfstijl. Mooie meanderende zinnen, waarin natuurschoon, gedachten, herinneringen, indrukken en gevoelens tot uitdrukking worden gebracht. Na de laatste bladzijde overviel me een bepaalde melancholie en de behoefte mijn eigen herinneringen eens te bekijken.
Maar ook om op een filosofische manier naar het fenomeen herinnering te kijken. Wat gebeurt er als je herinneringen opschrijft? Worden het daarmee gestolde waarheden? Terwijl herinneringen toch soms ook veranderen in de loop van een leven. Het leven kan alleen maar achterwaarts worden begrepen, terwijl we het voorwaarts moeten leven (Søren Kierkegaard) ondervindt ook Ella.
Rivieren keren nooit terug, luidt de titel. En hoewel de rivier niet lijkt te veranderen, is het water dat er nu door stroomt niet hetzelfde als dat van vroeger. Wat wel blijft, is de rivierbodem waarop Ella staat als ze in het laatste hoofdstuk haar conclusies trekt.
"Tijd is stromend water, maar haar herinneringen vormden de bodem, met kleinere en grotere obstakels, stenen, leem en zand, waarlangs het water zijn weg zocht. Elke druppel water die aan haar voorbij raasde, had over de bodem van het verleden geschraapt, over de zachte en de scherp uitstekende stenen en had daar iets losgewoeld en opgenomen zijn stroom, een stukje mos, een korrel zand, en dit alles bepaalde het moment waarin ze zich nu bevond. Ze kon die stenen en obstakels niet wegpoetsen of doen alsof ze niet bestonden. Het water moest erover heen stromen, en er telkens opnieuw zijn gang langs zien te vinden. Dit is het moment, dacht ze, waarop het verleden nog nakolkt, maar de toekomst als een vermoeden, net na de bocht gelegen, al voelbaar wordt."
Joke J. Hermsen - Rivieren keren nooit terug. Amsterdam, Arbeiderspers, 2018. Pb., 262 pg., 978-90-295-0543-7
© Jannie Trouwborst, maart 2018.
zondag 11 maart 2018
Jan Terlouw - Natuurlijk
De Boekenweek 2018 heeft als thema Natuur. Een goed gekozen thema dat tal van invalshoeken kent. Met aan de ene kant de schoonheid en wonderen der natuur en onze beleving van wat ons zo vanzelfsprekend lijkt te omringen en waar we een onlosmakelijk onderdeel van zijn. Maar dat ons ook met neus op de feiten drukt: we leven in een periode die doorslaggevend kan zijn voor het bestaan van menselijk (en ander) leven op aarde.
De catalogus van de boekhandel staat vol met prachtige boeken over het onderwerp. Niet zo'n gek idee om jezelf (of een ander) te verwennen met één van de vele titels. En natuurlijk krijg je dan ook het boekenweekgeschenk cadeau, dit jaar geschreven door Griet Op de Beeck. Ik ben er nog niet in begonnen, maar kijk daar wel naar uit. Eerst wilde ik iets anders lezen.
Zoals elk jaar is er ook dit jaar weer een essay verschenen over het thema. Met als ondertitel: Een ode aan de natuur en een pleidooi voor duurzaamheid, schreef Jan Terlouw het, met als titel: Natuurlijk. Het is een hartstochtelijk pleidooi om de aarde in betere staat achter te laten voor volgende generaties. In 64 pagina's en 6 hoofdstukken legt Jan Terlouw uit hoe we bezig zijn de natuur te overvragen en wat de gevolgen daarvan zijn, niet alleen in de toekomst (als we niets doen) maar ook nu al. Zijn uitleg is helder en zijn voorbeelden aansprekend. Het is een dwingende oproep aan zowel de individuele burger als aan de politiek. Geen belerend vingertje, maar een uiting van zijn grote bezorgdheid om de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.
Laat het maar aan Jan Terlouw over om daar op een prettig leesbare manier over te schrijven. Nog altijd vindt hij Nederland een van de mooiste landen van de wereld. Het groen, het water, de dijken, de jagende wolken, de wisseling der seizoenen, het fascineert hem mateloos. Hij kan er bevlogen over schrijven. Maar hij is ook bezorgd, want de natuur is in gevaar. Het tijdperk van het Antropoceen is aangebroken: het menselijk handelen heeft inmiddels een allesbepalende invloed op de toestand van de aarde. Wat de aarde in 4,5 miljard jaar heeft ontwikkeld, is in de afgelopen eeuw in rapt tempo verwoest. De klimaatverandering is een feit. Het is niet te laat, maar het is wel de hoogste tijd voor drastische maatregelen.
Hij maakt duidelijk dat het een kwestie is van de juiste keuzes maken: technisch en economisch is het heel goed mogelijk om een ommezwaai te maken naar een duurzame wereld: er is overvloed en we kunnen bijna alles. Het echte probleem is politiek en maatschappelijk. De bevolking moet weten wat er aan de hand is en welke gevaren hun nakomelingen bedreigen. Daarvan ligt een eerste verantwoordelijkheid bij de politici. Niet een toekomstige stembusuitslag, maar de veiligheid van de bevolking op lange termijn zou het uitgangspunt moeten zijn bij het nemen van maatregelen. Kiezers informeren en een langetermijnvisie presenteren en daarbij leidend optreden. Daar ontbreekt het tegenwoordig nogal aan.
Hoewel de boodschap serieus is en ons een sombere toekomst voorspelt als er niet snel iets verandert, maakt Terlouw ons ook deelgenoot van zijn vertrouwen in de jeugd. Zij zijn het die nieuwe manieren en kansen zien om deze dreiging aan te pakken en daar enthousiast mee aan de slag gaan. Als er één generatie is die het tij nog kan keren, zijn zij het.
Daarom heeft zeker zin om gelijk met het mooie natuurboek dat je jezelf cadeau doet deze week, ook het essay van Terlouw aan te schaffen, het kost maar € 3,50. En misschien zelfs wel meer exemplaren, om uit te delen aan je kinderen en kleinkinderen. Zodat ze op de hoogte zijn van wat er speelt en wat zij eraan zouden kunnen doen. En aan welke politici zij het vertrouwen willen geven om namens hen de juiste maatregelen te nemen voor het veilig stellen van hun toekomst.
Jan Terlouw - Natuurlijk. Amsterdam, CPNB/De Kring, 2018. Pb., 64 pg. ISBN:978-90-5965-434-1.
© Jannie Trouwborst, maart 2018.
De catalogus van de boekhandel staat vol met prachtige boeken over het onderwerp. Niet zo'n gek idee om jezelf (of een ander) te verwennen met één van de vele titels. En natuurlijk krijg je dan ook het boekenweekgeschenk cadeau, dit jaar geschreven door Griet Op de Beeck. Ik ben er nog niet in begonnen, maar kijk daar wel naar uit. Eerst wilde ik iets anders lezen.
Zoals elk jaar is er ook dit jaar weer een essay verschenen over het thema. Met als ondertitel: Een ode aan de natuur en een pleidooi voor duurzaamheid, schreef Jan Terlouw het, met als titel: Natuurlijk. Het is een hartstochtelijk pleidooi om de aarde in betere staat achter te laten voor volgende generaties. In 64 pagina's en 6 hoofdstukken legt Jan Terlouw uit hoe we bezig zijn de natuur te overvragen en wat de gevolgen daarvan zijn, niet alleen in de toekomst (als we niets doen) maar ook nu al. Zijn uitleg is helder en zijn voorbeelden aansprekend. Het is een dwingende oproep aan zowel de individuele burger als aan de politiek. Geen belerend vingertje, maar een uiting van zijn grote bezorgdheid om de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.
Laat het maar aan Jan Terlouw over om daar op een prettig leesbare manier over te schrijven. Nog altijd vindt hij Nederland een van de mooiste landen van de wereld. Het groen, het water, de dijken, de jagende wolken, de wisseling der seizoenen, het fascineert hem mateloos. Hij kan er bevlogen over schrijven. Maar hij is ook bezorgd, want de natuur is in gevaar. Het tijdperk van het Antropoceen is aangebroken: het menselijk handelen heeft inmiddels een allesbepalende invloed op de toestand van de aarde. Wat de aarde in 4,5 miljard jaar heeft ontwikkeld, is in de afgelopen eeuw in rapt tempo verwoest. De klimaatverandering is een feit. Het is niet te laat, maar het is wel de hoogste tijd voor drastische maatregelen.
Hij maakt duidelijk dat het een kwestie is van de juiste keuzes maken: technisch en economisch is het heel goed mogelijk om een ommezwaai te maken naar een duurzame wereld: er is overvloed en we kunnen bijna alles. Het echte probleem is politiek en maatschappelijk. De bevolking moet weten wat er aan de hand is en welke gevaren hun nakomelingen bedreigen. Daarvan ligt een eerste verantwoordelijkheid bij de politici. Niet een toekomstige stembusuitslag, maar de veiligheid van de bevolking op lange termijn zou het uitgangspunt moeten zijn bij het nemen van maatregelen. Kiezers informeren en een langetermijnvisie presenteren en daarbij leidend optreden. Daar ontbreekt het tegenwoordig nogal aan.
Hoewel de boodschap serieus is en ons een sombere toekomst voorspelt als er niet snel iets verandert, maakt Terlouw ons ook deelgenoot van zijn vertrouwen in de jeugd. Zij zijn het die nieuwe manieren en kansen zien om deze dreiging aan te pakken en daar enthousiast mee aan de slag gaan. Als er één generatie is die het tij nog kan keren, zijn zij het.
Daarom heeft zeker zin om gelijk met het mooie natuurboek dat je jezelf cadeau doet deze week, ook het essay van Terlouw aan te schaffen, het kost maar € 3,50. En misschien zelfs wel meer exemplaren, om uit te delen aan je kinderen en kleinkinderen. Zodat ze op de hoogte zijn van wat er speelt en wat zij eraan zouden kunnen doen. En aan welke politici zij het vertrouwen willen geven om namens hen de juiste maatregelen te nemen voor het veilig stellen van hun toekomst.
Jan Terlouw - Natuurlijk. Amsterdam, CPNB/De Kring, 2018. Pb., 64 pg. ISBN:978-90-5965-434-1.
© Jannie Trouwborst, maart 2018.
Abonneren op:
Posts (Atom)