vrijdag 26 november 2021

Jannah Loontjens - Schuldig

Jannah Loontjens (1974) is in Denemarken geboren. Ze groeide op in Zweden en Nederland en studeerde filosofie. Naast dicht- en essaybundels publiceerde ze 4 romans. Schuldig is een introspectieve zoektocht naar de redenen voor haar voortdurende schuldgevoelens. De ondertitel luidt dan ook: Een verkenning van mijn geweten.

Aan de hand van een dilemma over het kerstbezoek aan haar moeder neemt Loontjens ons mee op een zoektocht door haar leven. Haar moeder woont alleen in Frankrijk en verwacht dat Jannah met haar kinderen de kerst bij haar door komt brengen. Maar daar voelt ze niet veel voor. Ze gaat liever naar haar tante in Nederland die haar ook uitnodigde. Ze weet niet hoe ze het haar moeder moet vertellen, omdat ze er vanuit gaat dat die teleurgesteld en/of boos zal zijn. Niet alleen omdat ze niet komt, maar ook omdat ze dan wel naar haar moeders zuster gaat. Het boek begint ermee dat Jannah zich af gaat vragen waar dat eeuwige schuldgevoel toch vandaan komt.

Om dat te onderzoeken, blikt ze terug op haar leven. Haar jeugd in Zweden, de scheiding van haar ouders. De verhuizing naar Nederland, haar middelbare schooltijd en recalcitrante pubertijd. De vrijgevochten periode daarna, waarbij ze zich danig in de nesten werkt. Een gewelddadige relatie waar ze maar moeilijk uit kan breken. Tot en met het huidige tijdperk, waarin het klimaat onder druk staat en er maatschappelijke problemen zijn. Met steeds dezelfde vragen: waarom voelt ze zich toch altijd overal schuldig over? En waarom over sommige zaken juist helemaal niet? Is dat reëel, is dat nodig? Kan ze daar vanaf komen?

Ze gaat te rade bij filosofen en psychoanalytici. Duikt in haar familiegeschiedenis. Is het erfelijk? Of misschien zelfs cultureel bepaald door de religieuze grondslagen van onze maatschappij? En steeds komt het dilemma van de kerstbijeenkomst terug, als een spannende rode draad in het betoog. Ze bevraagt tenslotte haar moeder over diens schuldgevoelens. Het laatste hoofdstuk heeft de titel: Verzoening, met daaronder: misschien het meest met mezelf.

Dit zeer persoonlijke verhaal is op een aantrekkelijke manier geschreven. Het verveelt nergens en is niet te hoog gegrepen voor wie niet thuis is in de filosofie of psychologie. Het boeit en biedt herkenningspunten. Voor mij althans. Mijns inziens hebben vrouwen ook vaker schuldgevoelens dan mannen. Maar misschien vergis ik me. Het is beslist geen zelfhulpboek in de trant van Hoe word ik mijn schuldgevoelens de baas. Wel zet het aan tot nadenken over het fenomeen. Daarom is het een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in waar schuldgevoelens vandaan (zouden kunnen) komen en hoe daarover door filosofen en psychologen gedacht wordt. En welke invloed ze kunnen hebben op het persoonlijke leven.

Jannah Loontjes - Schuldig: een verkenning van mijn geweten. Amsterdam, Podium, 2021. Pb., 238 pg., lit. opg. ISBN: 978-94-6381-023-4.

© Jannie Trouwborst, november 2021.

zondag 21 november 2021

Rinus Spruit - De verlossing van Jacob Smallegange

Van Rinus Spruit (Nieuwdorp, 1946) kan met recht gezegd worden dat hij een laatbloeier is, maar zeker geen eendagsbloem. In 2008 verscheen ter gelegenheid van de Week van het Zeeuwse boek zijn debuut als Zeeuws boekenweekgeschenk onder de titel: Zwieg stille. In 2009 herdrukt Cossee het boek met als titel De rietdekker, een familiegeschiedenis. Daarna verschijnt er met enige regelmaat een nieuw boek van zijn hand: Een dag om aan de balk te spijkeren (2013), Broeder schrijf toch eens (2017) en De wonderdokter Albert Willem van Renterghem (2019).

Meestal put hij uit zijn eigen leven om een boeiend verhaal te vertellen. Daardoor ontstaat de verleiding elk volgend boek ook als autobiografisch te willen duiden. Helaas werd daarop teveel nadruk gelegd naar mijn smaak in het interview over De verlossing van Jacob Smallegange, dat te zien was bij het boekenprogramma Brommer op zee. Dat bracht de schrijver in verlegenheid en deed het boek tekort. Laten we het daarom hier maar meer over de inhoud hebben.

Gerard Strobrand en Jacob Smallegange

Gerard Strobrand is een alleenstaande man van zestig jaar. Zijn werkzame leven zit er op en hij woont in het veel te grote huis, dat zijn ouders hem nagelaten hebben. Hij peinst erover hoe het verder moet. Hij houdt van het vrije uitzicht op de grote tuin en de omgeving, maar het onderhoud wordt te zwaar. Hij betrekt een rijtjeshuis in een dorp in de buurt. Maar hij komt er niet toe er echt zijn intrek te nemen, het valt tegen. De eenzaamheid en het ontbreken van een zinvolle bezigheid breken hem op. Hij vlucht het huis uit en zit veel op een vaste plek in een wegrestaurant waar hij weer van het uitzicht kan genieten: hij kijkt hoe de zon onder gaat achter de Abdijtoren van Middelburg. Vaak denkt hij terug aan zijn grootmoeder die tijdens zijn jeugd haar laatste jaren bij hen thuis sleet. Het spijt hem dat hij haar niet meer heeft kunnen vragen over haar leven. Een krantenartikel over een onderzoek naar de kindersterfte op de Bevelanden tussen 1850 en 1900 inspireert hem om zelf op onderzoek uit te gaan naar de tijd waarin zij een jonge vrouw was en kinderen kreeg.

Het onderzoek boeit hem, geeft hem weer een doel. Maar toch mist er iets: een maatje, liefst een vrouw, om zijn oude dag mee te delen. Even lijkt dat te lukken als hij Martha leert kennen, hij trekt zelfs een paar jaar bij haar in. Maar het noodlot en zijn eigen tekortschieten in de omgang met vrouwen werken tegen. Steeds weer hoort hij zijn vader zeggen: "Jongen, jongen, jongen toch." 

Het wegrestaurant wordt weer zijn vaste stek. Somber wordt hij ervan. Dan ziet hij tot zijn verrassing een paar dagen achter elkaar een ooievaar lopen op het grasveld bij het restaurant. Die avond neemt hij een besluit: hij gaat een verhaal schrijven over de verzonnen Jacob Smallegange, vroedmeester in Zuid-Beveland. Daarin kan hij alle verzamelde informatie over bevallingen en kindersterfte in de tijd van zijn grootmoeder kwijt. Als het af is, vraagt hij een typiste het voor hem uit te tikken. En weer raakt hij even in de veronderstelling dat er nog hoop is voor hem op een maatje. 

"Morgen, dacht hij, als het typen is voltooid, dan is er ruimte en rust. Dan kunnen we afstand van Smallegange nemen, want dan is hij bezorgd en onderdak. Dan kunnen we elkaar leren kennen. De typiste intrigeerde hem. Ze had iets mysterieus. Ze kwam graag bij hem. Zij zou de leegte die Smallegange achterliet kunnen opvullen. Die gedachte was de laatste dagen door zijn hoofd gegaan. We hebben elkaar nodig, dacht hij. Samen kunnen wij tot ontplooiing komen."

Als hij daar op de laatste dag werk van wil maken, zegt ze terloops dat ze niet van katten houdt. De klik die hij dacht te voelen is meteen over. Hij zoekt zijn vertrouwde plekje in het wegrestaurant weer op en bekijkt het vertrouwde uitzicht. Morgen zal hij het manuscript opsturen naar 15 uitgeverijen. Er zal er toch wel één zijn die het uit wil geven? Helaas is er geen vogel te zien, ook de ooievaar niet van maanden geleden. Het is een bevlieging geweest, denkt hij.

Aan ons om te bedenken of dat op zijn laatste mislukte avance slaat of op het schrijven van het verhaal over Jacob Smallegange. 

Een verhaal in een verhaal

Rinus Spruit schrijft een verhaal over Gerard Strobrand die een verhaal schrijft over Jacob Smallegange. Wie de autobiografische boeken van Rinus Spruit heeft gelezen, zal bepaalde persoonlijke zaken herkennen in Gerard Strobrand. En Gerard Strobrand heeft op zijn beurt weer een connectie met Jacob Smallegange.

Wat de drie mannen gemeen hebben zijn de omstandigheden op latere leeftijd: eenzaamheid, het missen van een levensgezel en een doel in het leven breken hen op. Hoe voelt dat, hoe denk je terug, hoe herpak je jezelf. Rinus Spruit schrijft daarover in een authentiek verhaal en vervlecht daarin ook nog eens een interessant onderzoek naar de omstandigheden in de kraam- en zuigelingenzorg in de tweede helft van de 19de eeuw.

Het is duidelijk dat Rinus Spruit zijn draai gevonden heeft in het schrijven. En dat hij plezier heeft in het uitpluizen van historische, liefst medische, onderwerpen. Dat bewees hij al met De wonderdokter Albert Willem van Renterghem, naar een dagboek van de Zeeuwse Plattelandsarts Van Renterghem, de man die de hypnose en de psychoanalyse in Nederland introduceerde.

Terwijl Gerard Strobrand twijfelt aan zijn literair talent, hoeft zijn bedenker dat zeker niet te doen. Met De verlossing van Jacob Smallegange heeft Rinus Spruit weer een fijn boek geschreven. Hij heeft een vlotte pen, schrijft met mededogen en humor en leert ons terloops ook nog het een en ander. 

"En dan waren er nog de schapen op de Zeedijk. Ze lagen boven op de dijk te herkauwen in de zon, hun lichaam lichtjes schuddend op het ritme van hun hartslag. Soms liepen ze een eindje mee. Gerard had steun aan hen omdat ze in al hun wijsheid lieten weten dat ze het ook niet wisten. Driemaal kwam Gerard een gedicht van Hans Warren tegen. Manshoge pagina's die uit de dijk leken te groeien. De letters waren uit een metalen plaat gefreesd, de wind waaide door de gedichten heen." [...] "De pagina wiegde lichtjes in de wind. De plaat was verroest, maar dat zou Warren niet erg gevonden hebben, het hoort bij het leven, mensen verroesten ook naarmate ze ouder worden."

Rinus Spruit - De verlossing van Jacob Smallegange. Amsterdam, Cossee, 2021. Pb., 155 pg. ISBN: 978-90-5936-986-3.

© Jannie Trouwborst, november 2021.

zondag 14 november 2021

Wim Hofman - In de sneeuw geboren

Voor de 27ste Week van het Zeeuwse Boek (10-20 november 2021) schreef Wim Hofman (1941) het Boekenweekgeschenk In de sneeuw geboren. Na afloop van de Zeeuwse Boekenweek is het geschenk te koop in de boekhandel.

Elk jaar worden er in deze week meerdere prijzen uitgereikt aan Zeeuwse schrijvers en schrijvers van boeken over Zeeland. Zo is er o.a. een Publieksprijs en een Prijs van de Zeeuwse Boekhandels. De belangrijkste prijs, de Juryprijs, is dit jaar voor het laatst verschenen boek van Wim Hofman: We vertrekken voor het licht is - Hofmans vertellingen, een bundel autobiografisch getinte verhalen. De 80-jarige Hofman mocht al vele prijzen ontvangen voor zijn werk. Behalve schrijver en dichter is hij ook beeldend kunstenaar. Zijn boeken illustreert hij zelf.

Zijn leven lang heeft Hofman dagboeken bij gehouden. Helaas zijn ze niet allemaal bewaard gebleven. 

“Ik hield een dagboekje bij, maar dat is verdwenen. Veel verdwijnt, zoals ook veel herinneringen. Ze zinken weg. Misschien omdat ze onbelangrijk zijn. Soms is het maar goed ook. Vooral als je terug probeert te denken aan je kinderangsten en aan pijn. Maar al vergeet je veel en denk je achteraf dat het meeste van wat je deed en dacht niet zo belangrijk was: alles wat je overkomt laat wel wat sporen na en heeft gevolgen. Ik denk dat ook allerlei onbenullige dingen die ik deed me uiteindelijk gevormd hebben tot wat ik nu ben.” 

In de sneeuw geboren bevat de herinneringen van Hofman aan zijn vroege jeugd in Vlissingen en Valkenswaard. Daarbij is veel aandacht voor de verwoestingen van de oorlog en later de watersnoodramp.  Hoewel hij zijn dagboekje niet kon raadplegen is het verhaal heel visueel en gedetailleerd opgeschreven. Wie van "na de oorlog" is, krijgt zo een duidelijk beeld van hoe zwaar het geweest moet zijn in die jaren. De verwoestingen zijn vaak wel bekend en het resultaat van de Wederopbouw ook. Maar juist die moeilijke, tussenliggende jaren belicht Hofman in dit boekje.

Toch is het geen zware kost. Geschreven door de ogen van een schooljongen en met hier en daar droogkomische opmerkingen en observaties, is het een fijn boekje om te lezen.

Het Zeeuws Archief heeft voor de zwart-wit foto's uit deze periode gezorgd en Hofman maakte er toepasselijke illustraties bij. 

Wim Hofman - In de sneeuw geboren. Middelburg, De Drukkery, 2021. Pb, 96 pg., ills. ISBN:9789493220140

© Jannie Trouwborst, november 2021.

dinsdag 9 november 2021

Ineke Riem - Fantasii

Ineke Riem (Oudenhoorn, 1980) schrijft proza en poëzie en illustreert haar teksten zelf. Via haar debuut Zeven pogingen om een geliefde te wekken (2013) maakte ik kennis met haar werk. Deze roman werd bekroond met de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs en de Bronzen Uil en genomineerd voor de Academica Literatuurprijs. Daarna verschenen haar poëziedebuut Alle zeeën zijn geduldig (2015), de roman Rauw hart (2017) en de bundel korte verhalen Onderwaterverhalen (2020). 
 
En nu is daar de nieuwe dichtbundel Fantasii, waarin geregeld dezelfde magische, sprookjesachtige sfeer wordt opgeroepen als in haar eerdere werk. Op boeiende wijze speelt ze met dromen, fantasieën en herinneringen en gunt ze de lezer een intrigerende blik op haar bijzondere beleving van de werkelijkheid.
De bundel bevat 7 gedeelten met elk 5 gedichten gewijd aan een bepaald thema, plus een toegift. De volgorde van de thema's lijkt een reis door het leven van de dichter.
 
De letter i. Waar is het kleine meisje gebleven? Mooie herinneringen komen plotseling onstuitbaar vanuit de diepte naar boven. Ze mijmert over vroeger.
 
Het verleden dobbert rond in dit moment.
 
Dan begint de tafel te dansen.
Stoelen buitelen, de naald van de pick-up
krast seismische golven op een plaat.
De wereldkaart valt van de muur.
 
Onbewuste tektoniek vernielt mijn sterrenplafond,
ik zie het vensterglas versplinteren.
Brokken woestijnroos rollen van de vensterbank, boeken schokken,
de houten vloer barst onder mijn voeten.
 
De breuklijn schrijft: ik wil naar huis.
 
Ik weet een ven met lissen,
waar zwanenbloemen groeien,
waar het riet hoog is
en je je kunt verstoppen voor de grote jongens.

(Uit: Stickers en fossielen)

Er volgt een donkere periode in De Nacht. Dan het geruststellende besef onderdeel te zijn van al het leven op aarde in Landschap worden. In Astrale excursies wordt verbinding gezocht met het verre verleden en de kosmos. Terug op aarde probeert ze weer houvast te vinden en ontdekt Redenen voor voorzichtig optimisme. Ze ziet Perspectieven, al zijn die niet allemaal even hoopgevend. En tenslotte volgt het Zwanensaluut, waarover zo meer.

Natuurlijk doe ik met deze opsomming de gedichten binnen de thema's tekort. Ze vragen allemaal om aandachtig lezen en herlezen. Er staan prachtige metaforen in en ze bevatten verborgen betekenissen. Het zijn soms heerlijke puzzels, die een beroep doen op je eigen ervaringen. In sommige herken ik de omgeving waarin Ineke Riem opgroeide en waar ik zelf 30 jaar woonde.

Het gedeelte Zwanensaluut gaat over jezelf hervinden, over de kringloop van het leven, over afscheid nemen. Twee gedichten gaan over het afscheid nemen van haar moeder. 

Buiten liggen er grote plassen op de kale akkers, regenbogen vallen
uit decemberwolken. In een wei hebben tientallen zwanen zich verzameld
om je uit te zwaaien. Oma huilt tranen van bloedkoraal,
maar ik ben vreemd kalm. Waar zou ik nog bang voor moeten zijn?
Je bestaat al in mijn gedachten. De wind fluit je naam.
Mijn zusje draagt je ringen, een mapje met je optimisme rolt uit je handtas.

(Uit Het zwanensaluut)

Alle figuren uit de kinderboeken die haar moeder haar voorlas, verwerkt ze op inventieve wijze in Mama en de Maximonsters. Behalve ontroerend is het gedicht een puzzel die erom vraagt alle figuren te herkennen en de boektitels erbij te zoeken. 

Ze is een kleine kapitein die over golvende bladzijden navigeert. (...) 

soms is ze heel even mijn moeder die uit een boek voorleest (...)

In het holst van de nacht verstopt ze zich in het achtste woud, ik kan haar niet meer vinden. Misschien hebben de Maximonsters haar meegenomen. Nu woon ik alleen in een groot huis, ik heb vlechten en ik weet bijna zeker dat ik ontstaan ben uit haar fantasie.

(Uit: Mama en de Maximonsters)

Er valt nog zoveel te ontdekken in deze bundel, dat ik nog lang niet uitgelezen ben.

Eind november 2021 verschijnt in de serie Literaire Juweeltjes (verkrijgbaar bij Bruna) een boekje van Ineke Riem met de titel Herinneringen van een zeemeermin. Daarin 4 verhalen, waarvan er twee eerder verschenen (Voorbereidende aardrijkskunde en Grote roze vogel) en twee nieuwe in de sfeer van de verhalenbundel Onderwaterverhalen (De leugens van Hans Christiaan Andersen en Tesselschade). Het ontroerende, autobiografische verhaal Grote roze vogel verscheen eerder in Het Parool en gaat over het overlijden van de moeder van Ineke Riem. Het geeft een extra dimensie aan het lezen van de laatste gedichten uit de bundel Fantasii.
 
Ineke Riem - Fantasii Amsterdam, De Arbeiderspers, 2021. pb., 71 pg. ISBN:978-90-295-44221.

© Jannie Trouwborst, november 2021.

Lees ook wat Lalagè over deze gedichtenbundel schreef.