In een Belgisch provinciestadje komt op een donderdagmiddag om half vier het 12-jarige meisje Karen om het leven door een stom ongeluk met een camionette. Rond dit centrale gegeven heeft Kristien Hemmerechts een roman gesponnen waarmee ze, volgens een interview met Opzij (maart 2002), mensen wil ontroeren of in verwarring brengen. Voor mij gold bij het lezen ervan vooral dat laatste.
Op de achterflap staat: Dit is een boek over kinderen. Over mensen die kinderen willen maar ze
niet kunnen krijgen, of ze kunnen krijgen maar ze niet willen, of ze krijgen
zonder ze te willen, of ze willen en ook krijgen. (….) Ik heb dit boek
geschreven omdat ik stilaan geloof dat de belangrijkste relatie die een mens in
zijn leven kan hebben, die met zijn of haar kinderen is, ongeacht het succes of
het falen ervan. Meer en meer geloof ik dat ouders onvoorwaardelijk van hun
kinderen moeten houden, hoe moeilijk dat ook is. Dit boek is dan ook opgedragen
aan alle kinderen, dus aan ieder van ons.
Een voorwaarde om je lezers te kunnen ontroeren of
in verwarring te brengen is, volgens Hemmerechts, dat je zelf geraakt bent. Dit
boek heeft haar een paar maal een huilbui bezorgd. Dat is op zich niet zo
verwonderlijk, als je bedenkt, dat zij tijdens haar eerste huwelijk 2 van haar
3 kinderen als baby heeft verloren, waarna dat huwelijk strandde. (Bron:
NEDWEB).
Constante
in haar fictiewerk is het thema van het menselijk onvermogen: door verlies en
gebrekkige communicatie zijn haar personages vaak niet in staat greep op hun
leven te krijgen en blijvende, bevredigende relaties aan te gaan. Ze blijven
vaak met hun hoofd in het verleden hangen en worden geteisterd door gevoelens
van vervreemding, eenzaamheid en schuld.
Haar
stijl en techniek kenmerken zich door een tamelijk afstandelijke registratie
van gebeurtenissen en gedachtes; rechtstreeks ingrijpen in een
verhaalgebeurtenis doet zij nauwelijks, zij toont - zonder te moraliseren -
personages en gebeurtenissen die vastlopen. Vaak vertrekken haar romans vanuit
een eenvoudig en herkenbaar gegeven (een sterfgeval, een scheiding), waar
vervolgens verschillende verhaallijnen en personages omheen opgezet worden die
een complex netwerk opleveren, dat niet alleen voor de personages maar soms ook
voor de lezer verlammend werkt. (Bron: Wikipedia)
Er kan zonder meer gesteld worden, dat ook
Donderdagmiddag half vier aan bovenstaande kenmerken voldoet. In afzonderlijke
hoofdstukken maken we kennis met meerdere personen, die allemaal uiteindelijk
op de een of andere manier direct of indirect met het verongelukte meisje Karen
te maken hebben. We leren de personages kennen via een personaal perspectief.
Daardoor wordt het ondanks de vrij afstandelijke stijl mogelijk je als lezers
iets meer in te leven in de hoofdpersonen. Van allemaal wordt vooral hun
relatie met hun ouders en/of kinderen belicht. Voor een aantal is Karen maar
bijzaak. Nergens ook wordt het verdriet of de wanhoop die deze dood veroorzaakt
moet hebben bij de ouders dramatisch uitgewerkt. Het meest ontroerend is
misschien wel het hoofdstuk dat Karen, al overleden, maar nog niet helemaal
“weg” zelf aan het woord laat.
Verder maken we o.a. kennis met:
- Damien, de tikleraar en eigenaar van de
camionette, vol tikmachines, die op donderdagmiddag les komt geven op school.
In zijn jeugd werd hij ernstig mishandeld door zijn vader, hij trouwde, kreeg
een zoontje, maar verliet zijn gezin toen zijn vrouw hem bedroog. Hoewel hij
veel van zijn zoon houdt, begint hij er aan te twijfelen of het kind wel van hem
is.
- Sam, de stadsarchitect, die een verhouding heeft
met Anna, een schoonmaakster. Hij bezoekt trouw elke week zijn moeder, net als
zijn 4 broers, uit dankbaarheid voor wat zijn moeder voor hen betekend heeft
nadat hun vader jong overleed (zijn moeder was toen in verwachting van de
laatste broer).
- Anna, die als stiefmoeder heel veel hield van 3
jonge kinderen, maar uiteindelijk niet meer op kon tegen de hardvochtigheid
waarmee haar man haar behandelde. Na haar vertrek maakte hij de verdrietige
kinderen wijs, dat ze niet meer van ze hield en andere kinderen gevonden had,
die ze liever vond. Sam ontdekt bij toeval, dat ze de door haar ex afgedwongen
sterilisatie ongedaan wil maken, om samen met hem toch nog een kans te hebben
op een eigen kind.
- Bea en Tamara, vriendinnen, die op de
betreffende dag naar cursus gaan: ze horen Griekse mythen en andere verhalen
over het offeren van kinderen door hun ouders. Op de terugweg rijden ze bijna
een peuter dood, maar het onheil wordt nog net afgewend. Terwijl op datzelfde
moment Karen, de enige dochter van Bea om het leven komt. Tamara heeft 4 zonen.
Met Bea deelt ze het geheim van de onvruchtbaarheid van de man van Bea en de
k.i. die tot de geboorte van Karen leidde. Ze zijn er in discussie over of ze
het aan Karen moeten vertellen, op het moment dat er bijna een ongeluk gebeurt.
- Hassan, het vriendje van Karen. We leren hem
vooral kennen van de verhalen die hij vertelt aan Karen:
zelfverzonnen1000-en-1-nachtverhalen, waar het ook steeds draait om ouders en
kinderen. Zowel Hassan als Karen weten dat hun vader hun echte vader niet is,
maar hebben er een goede band mee.
Ook de overige, minder uitgebreid behandelde
figuren, kunnen op de een of andere manier verbonden worden met het thema:
ouders en kinderen.
De indruk die het boek bij mij achterlaat, is geen
ontroering, geen bewondering voor een indrukwekkende structuur of een
verrassende plot, maar vooral verwarring. Zoals op de achterflap al staat: het
gaat vooral over kinderen. Karen en haar ongeluk zijn nog minder dan een
kapstok om alle soorten houdingen die mensen t.o.v. het hebben en krijgen van
kinderen kunnen hebben. En over hoe kwetsbaar kinderen zijn: wat de gevolgen
voor de rest van hun leven kunnen zijn in een verknoeide jeugd. Wat egoïstische
of verknipte ouders kunnen veroorzaken. En welke filosofische en psychologische
waarden mythen en sprookjes hebben.
Die zaken zijn op allerlei plekken en niveaus te
vinden, maar maken het daarmee een zwaar boek. Je moet het verhaal meer dan
eens lezen om zowel alle onderlinge verhoudingen, als alle gedachten en
houdingen van de verschillende hoofdpersonen t.o.v. de ouder/kind relatie te
kunnen doorgronden. En dat maakt het verwarrend. Of je leest het toch gewoon
als een roman, maar dan blijft het verhaal wel een beetje bleekjes, met slechts
hier en daar iets van ontroering.
© JannieTr, oktober 2007.
Amsterdam, Atlas, 2002.
Paperback, 237 p., isbn: 90-450-0802-5.
(Waardering: 6,5) N.B. DIT BOEK WERD OVERGEZET VANUIT MIJN OUDE WEBLOG EN HEEFT DUS EEN IETS ANDERE FORMAT.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten