Mei 2014 - waardering: 7,0.
Inleiding
Van Gijs
IJlander (Alkmaar, 1947) las ik onlangs Vergeef ons onze zwakheid. Ik was er erg van onder de indruk en omdat hij al 14 titels op zijn naam
heeft staan, besloot ik ook een wat oudere titel uit te proberen. Het werd Geen
zee maar water, omdat de samenvatting van de inhoud voor mij als Zeeuws-Vlaamse
associaties opriep met het drama rond de Hedwige polder. Zeker, er waren
raakvlakken, maar toch was dit niet helemaal wat ik ervan verwachtte. En dat
lag niet alleen aan het onderwerp. Van Vergeef
ons onze zwakheid wordt al gezegd dat het zijn beste boek is, dat hij gegroeid
is als schrijver. Dan is het eigenlijk logisch, dat ik wat gemengde gevoelens aan
dit oudere boek overhield: mijn verwachtingen waren gewoon te hoog gespannen.
De manier van schrijven die mij raakte in Vergeef
ons onze zwakheid, vind ik wel terug in Geen
zee maar water. Alleen minder vaak dan ik zou wensen.
Samenvatting
De jonge
staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat Annet de Goede is niet omzichtig in
haar omgang met ambtenaren en collega's in het kabinet. Ze is ervan overtuigd
dat het nieuwe beleid dat ze voorstaat het enige juiste is en onderschat de
weerstand die ze oproept met haar voornemen om land terug te geven aan de zee.
Haar plannen zaaien angst en verwarring bij de mensen die het betreffende land
bewonen, zoals rattenvanger Bennie en zijn drankzuchtige vader, die aan
politiek geen boodschap hebben, maar des te meer aan het waterrijke land
waaraan ze hun bestaan ontlenen. Terwijl Annets populariteit in de aanloop naar
nieuwe verkiezingen stijgt tot onvermoede hoogte, wordt haar familie in de
Wieringermeer onder druk gezet door nietsontziende actievoerders. Geen zee maar
water vertelt uitermate levendig over een actueel conflict dat het zelfbeeld
van dit land fundamenteel raakt en daarom niemand onberoerd laat, en
tegelijkertijd is het een liefdesverklaring aan het Nederlandse landschap met
zijn hoge luchten en rechte lijnen. (Achterflap)
Leeservaring
Voor iemand dat zou kunnen gaan denken: dit is
echt geen slecht boek! Het heeft me nog dagen bezig gehouden voor ik erachter
kwam waarom ik er gemengde gevoelens over had. Gelukkig ben ik daar nu uit.
Nogmaals: ik geef in dit blog altijd mij eigen leeservaring weer en toets verder
alleen of ik het geschikt vind als leesclubboek en waarom. Maar wat voor de
meeste lezers zal gelden, geldt ook voor mij: het moet wel klikken tussen mij
en een boek om er volop van te kunnen genieten. En daar haperde het een beetje
aan in dit geval. Ik moet me thuis voelen in het boek: zowel de plaats en ruimte,
als het tijdperk moeten me aanspreken en ik moet me kunnen inleven in de hoofdpersonen.
Laat ik daar eens een voor een naar kijken.
De plaats
en ruimte: ik had dus een soort
Hedwigepolder verwacht. En dat kwam omdat ik me herinnerde dat er ooit een
plan was om delen van het voormalige eiland
Wieringen op te offeren voor een randmeer of zoiets. Dat onzalige plan is
gelukkig niet doorgegaan. De kleinschaligheid daarvan komt echter dichter in de
buurt van de Hedwigepolder dan de uitgestrektheid van de rechtlijnige Wieringermeer (althans zoals ik me die
voorstel). Maar toch, zoals Gijs IJlander deze omgeving omschrijft, dat heeft ook
wel wat. De weilanden, het water, de luchten, de vogels. Het werk van de
rattenvanger, het oude veerhuis. Nee, aan
de sfeerbeschrijving ontbreekt niets. En
ook de beschrijving van de ruimte waar de andere hoofdpersoon doorgaans verblijft,
Utrecht en Den Haag en de snelwegen daartussen, is helder. Een mooi contrast, nodig voor het verloop van
het verhaal, dat trouwens vol dergelijke contrasten zit.
Het
tijdperk is meestal niet zo'n issue voor me. Elke periode heeft z'n charme,
het is maar net wat de schrijver er mee doet. Het boek is uit 2007. Het verhaal
komt nog steeds actueel over. Toch zou het ook veel eerder hebben kunnen
spelen. Vernieuwers in de politiek?
Sinds 1966 blijven ze opstaan. Het gepolder, het gekonkel, de verborgen agenda's,
de blinde ambities, de gewetenloze compromissen, achterkamertjespolitiek,
spindokters, machtswellust? Het wordt alleen maar erger.
En land
onder water zetten? Ook dat is al heel lang bezig: Groningen, Zeeland, het
Grote Rivierengebied? En naast de al uitgevoerde plannen, zijn er de afgeblazen
projecten. De rol van de milieuclubs? Ook die is niet altijd even zuiver. En
ook daar speelt Gijs IJlander op een onderhuidse en ironische manier mee. Laten
we het er maar op houden dat het boek weinig aan actualiteit heeft verloren. En
dat het daarom nog steeds het lezen waard is.
Blijven over de
hoofdpersonen. En daar wringt de schoen bij mij, heb ik gemerkt. Het boek
is verdeeld in 4 hoofdstukken. In het eerste leren we Annet kennen, als een zeer gedreven jonge politica, die het tot
staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat heeft geschopt en die de ambitie
heeft een nieuwe partij op te richten die alles anders zal gaan doen in de
politiek. En al probeert IJlander haar neer te zetten als een in wezen goed
mens met eerlijke bedoelingen, die echter omringd wordt door mensen die haar
een kant op drijven die haar in conflict brengt met haar geweten,hij slaagt er
niet in bij mij enige sympathie voor haar op te roepen. Het blijft een onecht
mens, zelfs in haar rol als liefhebbende kleindochter en dochter.
Het tweede hoofdstuk is voor Bennie. Wat een verademing na bijna 100 bladzijden politiek. In dit
hoofdstuk herkende ik de schrijfstijl die ik in Vergeef ons onze zwakheid zo bewonderde. Bennie's ouders hadden een
veerdienst met café, De Lier genaamd. Ze woonden in het veerhuis. Terwijl vader de mensen overzette,
schonk moeder in het café of op het terras koffie e.d. Ze had het er druk mee
en op een dag verloor ze Bennie uit het oog, hij raakte te water en verdronk
bijna. Sindsdien is hij zwakbegaafd, heeft geen werk, kan de veerdienst niet
overnemen en woont als volwassen zoon bij zijn ouders. Als zijn moeder
overlijdt, is hij erg verdrietig. Zijn vader raakt aan de drank, doet vreemde nachtelijke
zaken en verwaarloost de boel, zichzelf en Bennie. En dan sterft ook zijn
vader. Bennie is op zichzelf aangewezen, met weinig hulp van de omgeving.
Het is zo ongelooflijk knap hoe IJlander in de
huid en hoofd van Bennie kruipt. Je voelt al lezend wat het betekent om zoals
Bennie te zijn: bang, onzeker, maar ook tot op zekere hoogte overtuigd van zijn
eigen mogelijkheden, zijn besef gebruikt te worden en misleid, zijn pogingen te
ontsnappen aan verwarrende gedachten, zijn vaste geloof in het nabij zijn van
zijn moeder, in de vorm van een vogel. En meer. Een grotere tegenstelling is
niet mogelijk: hier is een echt mens, een oprecht mens, een veracht mens, dat
alleen vraagt met rust gelaten te worden en zijn simpele werkzaamheden in de
polder voort te kunnen zetten.
De
structuur zit goed in elkaar, want in het derde hoofdstuk wisselen Bennie en Annet elkaar af. Maar de
achtergrond krijgt ook steeds meer nadruk: een belachelijke milieuclub van bejaarde activisten (ook
vooral met zichzelf ingenomen) profiteert van Bennie's huis en onvermogen iets
tegen te werpen en een groep mediatrainers
en een oud-hoogleraar zetten Annet
onder druk. Het al dan niet onder water zetten van de polder staat op het spel,
de peilingen voor de verkiezingen met
Annet als lijsttrekker, er zijn bedreigingen, chantage, plannen voor het
opblazen van dijken en meer zaken die het verhaal spannend moeten maken.
In het vierde hoofdstuk tenslotte vindt de confrontatie tussen Bennie en Annet
plaats. Mag Bennie in het veerhuis blijven wonen? Wordt de milieuclub ter verantwoording
geroepen? Gaat de polder onder water? Zet Annet haar plannen voor een nieuwe
partij door?
Wie het weten wil, zal het boek moeten lezen. Mij
blijven vooral de stukken vanuit het perspectief van Bennie bij en de prachtige
beschrijvingen van de poldernatuur. Die twee zaken kunnen zich met Vergeef ons onze zwakheid meten. De rest
sloeg bij mij niet zo aan, maar bij andere lezers vast wel. Of dit een
leesclubboek is? Misschien toch wel, gezien de nog steeds actuele thema's. Gewoon
proberen, zou ik zeggen.
Gijs IJlander - Geen zee maar water. Amsterdam,
Cossee, 2007.Geb. met stofomsl., 286 pg. ISBN: 978-90-5936-196-6.
©JannieTr, 27 mei 2014.
Ik las dit boek als 7/20 voor de Ik lees Nederlands Uitdaging 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten