Mei 2014 - waardering: 7,5.
Inleiding
Toine Heijmans (1969) is verslaggever en columnist
van de Volkskrant.
Als romancier debuteerde hij met het succesvolle Op zee, dat werd verfilmd en waarvan
meerdere vertalingen verschenen. De Franse vertaling van Op zee werd bekroond met
de prestigieuze Prix Médicis étranger, de Franse literaire prijs voor de beste
vertaalde roman. Vorige maand kreeg het boek ook nog de Franse Prix
Henri-Queffélec, die in het kader van het Festival Livre & Mer (Boek &
Zee) werd uitgereikt tijdens het Festival, dat van 18 tot 20 april 2014 werd
gehouden in Concarneau.
In januari 2014 verscheen Heijmans’ tweede roman Pristina.
Samenvatting
Een vader
neemt zijn zevenjarige dochter mee op een zeiltocht, in twee dagen van Noord-
Denemarken naar Nederland. Afgezonderd van de rest van de wereld horen ze meer
dan ooit bij elkaar. Totdat er iets gebeurt wat hun leven totaal op zijn kop
zet. Op zee is een spannende, wonderschone roman over ouders en kinderen en de
angst om alles te verliezen. Over de genadeloos mooie Noordzee. En over een
plan dat mislukt. Of toch niet? (Achterflap).
Leeservaring
Een bericht over de tweede Franse prijs die T.H.
voor dit boek ontving, trok mijn aandacht. Op
zee is al in 2011 verschenen, maar ondanks de eerste Franse prijs en de
film die er van gemaakt is, was het boek aan mijn aandacht ontsnapt. Tijd voor
een inhaalslag, temeer omdat zijn inmiddels verschenen tweede boek Pristina ook de moeite waard schijnt te
zijn. Dus eerst deze maar eens proeven.
Soms is het heel moeilijk een boek te bespreken
zonder de plot weg te geven. Dit is er zo een. En zelfs deze mededeling kan al gedeeltelijk
een onbevangen lezen te niet doen, heb ik ervaren. Vooraf las ik een enkele
recensie, maar dat was al genoeg om het verhaal vol argwaan te lezen. En dat is jammer, want
daarmee gaat een deel van de perfect opgebouwde spanning verloren.
Laten we neutraal beginnen: het is een psychologische roman die zich geheel
afspeelt op de zeilboot Ismaël van
de ik-figuur ( Donald lezen we later).
De andere hoofdpersonen zijn zijn
dochter Maria en zijn vrouw Hagar, die we het grootste deel van het
boek via zijn ogen leren kennen. Pas op de laatste 20 bladzijden wisselt het perspectief en horen we via Hagar meer
over haar man Donald.
Met de
chronologie is slim gespeeld: het verhaal begint dreigend, er komt noodweer
opzetten, de zeiler dreigt in paniek te raken, maar dat mag hij niet laten
gebeuren, want zijn dochter is aan boord. Het hoofdstuk eindigt met "Als je niet meer helder denkt, neemt
de zee je mee". Via korte
flashbacks lezen we hoeveel moeite het gekost heeft om Hagar ervan te
overtuigen dat het goed was voor Maria om een stukje mee te mogen varen. "Ik wil haar leren dat je ook anders
kunt leven. Dat je geen marionet hoeft te zijn als je dat niet wilt. Geen pop
aan de touwtjes van anderen, van situaties, van wat aanvaardbaar is of
netjes." (Zoals verderop in het verhaal duidelijk wordt, is dat meer
zijn eigen reden om de zeiltocht te ondernemen.)
Het weer wordt slechter en tijdens zijn
voorbereidingen daarop besluit hij nog even te controleren of Maria nog slaapt,
maar... Maria is weg. Dan zijn we pas op pg.38. Het duurt tot pg. 130 voordat
het verhaal weer verder gaat. Ondertussen gaan we terug in de tijd naar het
moment waarop Donald in de haven van Thyborøn (Denemarken) aankomt, na een zeereis
van 3 maanden. Hier zal Maria aan boord komen en zullen ze samen in 48 uur naar
Harlingen zeilen.
Dat verhaal wordt weer onderbroken door flashbacks
die een nadere uitleg geven over de reden van deze tocht: Donald was
vastgelopen op zijn werk en kreeg de mogelijkheid om een sabbatical op te
nemen. Hij had enorm genoten van de vrijheid, het avontuur en zich, bijna als
een kluizenaar, ver van andere mensen gehouden.
"Drie maanden lang niets dan mezelf en
mijn gedachten en mijn boot en de zee."... "Mijn boot en de zee
werden vrienden. Soms had ik het gevoel dat ze onderdeel waren geworden van
mezelf"..."Ik ging me hechten aan het alleen zijn. Aan de gesprekken
met mezelf en mijn boot"... "De rest van mijn leven raakte uit
zicht"... "Het enige dat ik de afgelopen 3 maanden op zee echt gemist
had, was de warmte van Maria en van haar moeder. De rest kon me gestolen
worden".
Ondertussen is Maria met het vliegtuig naar
Denemarken gekomen en heeft hij haar van het vliegveld gehaald en naar de boot
gebracht. En dan varen vader en dochter richting Terschelling en hebben een
geweldige tijd samen. Tot het noodweer losbarst. En Maria spoorloos is. Hij
maakt zich verwijten, begrijpt niet hoe het kan. Hij had met Hagar afgesproken
dat hij 48 uur wakker zou blijven, omdat Maria wel eens slaapwandelt. Als hij
zijn logboek nakijkt, dat hij elk uur bijhoudt, blijkt hij een uur overgeslagen
te hebben. Is hij toch in slaap gevallen? Is het toen gebeurd? De radeloosheid
slaat toe en zijn angst drijft hem tot waanzinnige acties.
"Mijn
lot is in de handen van de zee. Kan het de zee wat schelen als ik misluk? Tot
nu toe zag ik de zee als bondgenoot, een vriend met wie ik samen op kon
trekken. Ik had drie echte vrienden: Hagar, Maria en de zee. Maar de zee kan je
vriend niet zijn. Water heeft geen gevoel en geen geschiedenis. Het doet niks,
het is er gewoon. Als het je vermoordt, als het je verdrinkt, dan zit daar
niets achter, behalve je eigen stommiteit. De zee is geen vriend en ook geen
vijand."
Hoe het verder gaat, kan ik niet vertellen zonder
het leesplezier te bederven. Maar nog wel iets over de opbouw van deze
spanning. Het ik-perspectief van
Donald is doorslaggevend. De lezer voelt zich daardoor niet alleen nauw
betrokken bij wat hem overkomt, hij zal ook geneigd zijn aan te nemen dat alles
wat Donald zegt, denkt en doet klopt. Soms is dat ook zo, soms niet, het is
niet mogelijk dat direct te onderscheiden. (Een tweede maal lezen geeft wel
summiere aanwijzingen, die je eerder over het hoofd zou kunnen zien). Het zij-perspectief van Hagar doet het
beeld dat we gevormd hebben kantelen. Het is neutraler, dan wanneer ook hier
een ik-perspectief gebruikt was.
De motto's
zijn heel toepasselijk, net als de namen
Ismaël, Hagar en Maria (Sterre der zee).
Een duidelijk motief
is dat van de band tussen ouder en kind, over de grootste angst die een ouder
kan treffen: je kind te verliezen.
Maar het belangrijkste thema is misschien wel dat van de ontsnapping: aan de werkelijkheid en aan de knellende banden van
het dagelijkse leven, aan de druk te moeten presteren als vader, echtgenoot en
werknemer. Aan de mensen en de wereld waarin je nu eenmaal moet verkeren. Dat
wil Donald niet meer:
"Ik wil
haar leren dat je ook anders kunt leven. Dat je geen marionet hoeft te zijn als
je dat niet wilt. Geen pop aan de touwtjes van anderen, van situaties, van wat
aanvaardbaar is of netjes."
Maar ook Op
zee is het niet veilig, de zee is geen vriend, maar is slechts wat het is: een
onverschillige en onberekenbare hoeveelheid water.
Zo wordt de
zee een metafoor voor het leven
zelf.
Toine Heijmans - Op zee. Amsterdam, Veen, 2011. Geb., 191 pg., ills.
isbn: 978-90-204-2655-7
©JannieTr, mei 2014.
Ik
las dit boek als 4/20 voor de Ik lees
Nederlands uitdaging 2014.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten