woensdag 24 september 2014

Een driehoeksverhouding: Bregje Hofstede, Philippe Claudel en Georges Rodenbach



Inleiding

In hoeverre heeft Bregje Hofstede zich laten inspireren door Georges Rodenbach? Die vraag drong zich bij mij op, nadat ik bij toeval eerst het debuut van Philippe Claudel en daarna de roman van Rodenbach las. In het stuk hieronder wil ik proberen hier, voor mezelf, een antwoord op te vinden. Maar ik denk zeker dat ook leesclubs er iets leuks mee zouden kunnen doen. Vandaar dit blog.

Wat vooraf ging

- Eerst las ik met bijzonder veel plezier De hemel boven Parijs (KLIK HIER) en kreeg van Cossee de toestemming daar als eerste een blog over te publiceren. Daarin schreef ik o.a. dat ik na twee lezingen nog steeds het gevoel had, dat er nog meer te ontdekken viel. Dat klopte. In de vele interviews die Bregje Hofstede daarna gaf, vielen er steeds meer puzzelstukjes op z'n plaats. Zoals bv. waarom de rugbywedstrijd zo levensecht beschreven was. Maar ook, en dat is van belang voor dit blog, wat de rol van Parijs was in de roman.
- Daarna was Rivier van vergetelheid (KLIK HIER) van Philippe Claudel aan de beurt. Een toevalstreffer: ik wilde meedoen met de maand van de Franse literatuur en deze stond nog ongelezen in de kast. Zijn debuut, een boek over rouw, waar ik een nogal dubbel gevoel over had. Toen ik dat uitsprak, kreeg ik de tip het boek te lezen waardoor hij geïnspireerd was.
- Dat werd dus Brugge-de-dode (KLIK HIER) van Georges Rodenbach. Terwijl ik dat las begon er iets te dagen: tussen deze 3 boeken leken draden gesponnen. En wat is leuker, dan te proberen die draadjes te ontrafelen.....


En dus...

Het is niet de bedoeling hier een diepgravend onderzoek te doen en daarna antwoord te geven op de bovengestelde vraag. Het zijn mijn overwegingen en voorlopige indrukken. Eigenlijk zou ik Claudel en Hofstede nog een keer moeten lezen, maar misschien komt dat later nog eens.

- Het boek van G.R. verscheen in 1892. Hij was toen al een bekend (symbolistisch) schrijver en dichter. Brugues la Morte bracht hem internationale roem.  Meuse l'oubli verscheen in 1999 en was het debuut van Ph.C. Het was geen doorslaand succes en hij zou pas later doorbreken als gevierd auteur en filmmaker. De hemel boven Parijs was het debuut van B.H. in 2014 en alles wijst erop, dat dit debuut een groot (wellicht ook internationaal) succes zal worden.

- Het thema van alle drie de boeken is rouw (al speelt er bij B.H. meer mee). Bij G.R en Ph.C. gaat het om het verwerken van de dood van een jong gestorven echtgenote, bij B.H. om het verwerken van het verlies van een geliefde en een abortus. Kenmerkend voor alle drie is het leven van de hoofdpersoon, dat  tot stilstand lijkt te komen en het blijven hangen in het verlies. Bij G.R. is er in 5 jaar nog niets veranderd aan de gevoelens van verlies, bij Ph.C. duurt dat minder lang en lijkt er licht te gloren aan het einde van het boek, na ongeveer een jaar. En bij B.H. houdt de hoofdpersoon zijn lethargie al 20 jaar vol, voor er iemand langs komt om hem eruit te halen.

- Bij alle drie is de plaatsbepaling van het verhaal erg belangrijk. Bij G.R. is duidelijk dat Brugge niet alleen het decor is, maar ook vereenzelvigd wordt met de dode geliefde. De beschrijvingen van de stad tijdens wandeltochten laten wat dat betreft niets aan duidelijkheid over. Zoals G.R. schrijft: "Brugge was zijn dode. En zijn dode was Brugge."
Bij Ph. C. werd deze rol gespeeld door de Maas en de seizoenen. Hier geen vereenzelviging van de rivier met de dode, maar met de gevoelens van rouw en de verwerking daarvan. Uiteindelijk neemt de rivier de ergste pijn mee. De seizoenen versterken de beschreven gevoelens.
Voor B.H. is deze rol weggelegd voor Parijs.  "Parijs is net een Openluchtmuseum", zei ze in een interview. Het leeft niet, blijft net als Olivier hangen in het verleden, richt zich niet op de toekomst. Daarmee staat Parijs symbool voor de ontwikkeling van het leven van Olivier.

- De verloren geliefde is een jonge vrouw, die de hoofdpersoon niet los kan laten. Viane  ziet haar evenbeeld lopen in Brugge en reageert alsof hij haar hervonden heeft, met alle gevolgen van dien.  Bij B.H. ontmoet Olivier onverwacht de studente Fie die sprekend op zijn verloren geliefde lijkt. Ook voor hem heeft dat onvoorziene gevolgen. Beiden vertonen gedrag waarbij ze hun vroegere geliefde en de jonge vrouw met elkaar vereenzelvigen. Ph.C. wijkt daar vanaf door de hoofdpersoon  te laten ervaren dat hij niet vast hoeft te houden aan het vervagende beeld van Paule, zich niet schuldig hoeft te voelen als hij weer naar andere vrouwen kan kijken.

- De herinneringen aan de verlorene worden door de drie auteurs op verschillende wijze ingezet. Bij G.R. heeft Viane gekozen voor Brugge omdat hij ervan overtuigd is dat alleen deze stad in staat is de herinneringen levend te houden (zie ook plaatsbepaling). Bij Ph.C. heeft de hoofdpersoon juist voor het plaatsje Feil aan de Maas gekozen, omdat hij op een plek wil zijn waaraan geen gemeenschappelijke herinneringen bestaan. Hij wil proberen een nieuwe start te maken en denkt dat alleen op een nieuwe plek te kunnen.
Voor Olivier geldt dat er geen plek is in Parijs waar hij geen herinneringen aan heeft. B.H. brengt ze ook geregeld naar voren in de flash-backs. Hij  koestert ze gelaten, ze voeden zijn schuldgevoel en zijn gevoel van falen. Hij zoekt ze niet op, hij wijst ze niet af, maar hij leeft er gewoon in.

- De sociale omgeving speelt ook een vergelijkbare rol. Bij G.R. is het Barbe, de huishoudster van Viane, die goed voor haar meester zorgt, hem waarschuwt als ze denkt dat het mis gaat en hem tenslotte verlaat als ze ziet dat hij niet meer te redden is. Haar verontwaardiging over zijn gedrag is te groot.
Bij Ph. C. is die rol voor  Madame Outsander, de pensionhoudster. Ook zij moedert over de hoofdpersoon en staat hem met raad en daar terzijde. Haar inbreng is positiever.
Voor Olivier moeten we daarbij kijken naar Sylvia, waarmee hij een latrelatie heeft. Ook zij denkt hem te zien afglijden en trekt verontwaardigd haar conclusies.
Brugge toont zich een dorp, waar roddel en achterklap en Vlaamse katholieke vroomheid een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van het verhaal. Ook Feil is een dorp, maar hier blijkt het juist een beschutte omgeving te zijn, waar alle bewoners na verloop van tijd de hoofdpersoon accepteren en elk op zijn eigen manier bijdragen aan zijn hernieuwde levenslust. En, heel verrassend, Parijs blijkt ook een dorp! Onder leiding van Sylvia wordt zowel de universiteit als de wijk waar Olivier woont en waar Fie tijdelijk onderdak vindt, opgehitst tegen hem. Roddel, achterklap en zelfs een opstootje voor zijn deur vanuit de kroeg er tegenover.

- Relikwieën zijn er in elk verhaal. G.R. laat Viane de  snuisterijen, foto's, meubels en vooral de haarvlecht van zijn overleden vrouw vereren alsof het heilige voorwerpen zijn. Vooral de vlecht: die wordt bewaart in een glazen kistje en mag niet aangeraakt worden. Hij kust geregeld het kistje. Deze vlecht speelt uiteindelijk een doorslaggevende rol in de plot van het verhaal.
Ph.C. heeft zijn hoofdpersoon een trui en brieven als relikwieën meegegeven naar Feil. Pas als hij in staat blijkt die aan de Maas mee te geven, begint de kentering in zijn leven met het aanvaarden van het besef dat het leven door zal gaan, ook zonder Paule, met alleen nog de steeds verder vervagende herinneringen .
Oliviers relikwieën bestaan uit een doos met oude foto's van Mathilde. Na zijn ontmoeting met Fie haalt hij deze na jaren weer eens tevoorschijn, daar moet hij behoorlijk veel moeite voor doen. "In het late zonlicht had de doos een aureool van stof". Hij zet hem binnen handbereik op de schoorsteenmantel en zal er nog vaak in kijken.

- De rol van de "opvolgster" kent kleine verschillen. Jane (bij G.R) is een uitgekiende tante die denkt van Viane te kunnen profiteren. Het duurt lang voor hij door heeft, dat hij zo bedwelmd wordt door haar gelijkenis met zijn overleden vrouw dat hij de realiteit uit het oog verliest en onvergeeflijke fouten heeft gemaakt. Hij heeft haar ondergebracht in een door hem betaalde woning om haar geregeld te kunnen bezoeken. Ze blijkt een wolf in schaapskleren.
Ook voor Sofie laat B.H. door Olivier een woning regelen bij hem in de buurt. Het duurt lang voor de lezer meer over Sofie en haar motieven te weten komt en zelfs aan het eind van het verhaal is dat niet ondubbelzinnig duidelijk. Wel begint Olivier zich op een bepaald moment af te vragen wat hij zich allemaal op de hals gehaald heeft door de zinsbegoocheling van de gelijkenis. "Hij kende haar van buiten. Nu vervloekte hij die buitenkant. Zij was de wolf, en hij een onwaarschijnlijke Roodkapje". Een fraaie verwijzing naar G.R. vond ik: "Fie lag te slapen op de bank. Haar vlecht krulde over het kussen als een blonde schorpioen".
Reine, het meisje van de bakker in Feil speelt bij Ph.C. een veel bescheidener rol. Ze lijkt niet op Paule, maar maakt toch iets los bij de hoofdpersoon dat hem weer doet geloven in een nieuwe kans op geluk.

Conclusie

Bregje Hofstede heeft Frans gestudeerd. Je mag aannemen dat ze, behalve het in het boek genoemde Le Chef-d’œuvre inconnu van Balzac, ook Brugues la Morte van Rodenbach kende. Het lijkt mij dat ze er op z'n minst door geïnspireerd is. Ze heeft daarna op een subtiele  en intelligente manier een heel speciale draai gegeven  aan het verhaal, waardoor het een totaal andere en moderne roman geworden is.

Men heeft mij verteld dat ook Philippe Claudel is beïnvloed Rodenbach's  Brugues la Morte, waar hij een grote bewondering voor had. Misschien heb ik hem tekort gedaan in mijn blog. Ik ben zeker van plan Rivier van vergetelheid nogmaals te lezen, met de kennis van nu.

Ik hoop dat er leesclubs zijn, die hiermee aan de slag gaan. Reacties worden zeer op prijs gesteld!

© JannieTr, september 2014.


dinsdag 23 september 2014

Georges Rodenbach - Brugge-de-dode



September 2014 - waardering: 7

Inleiding

Wie had ooit gedacht dat ik een 19de-eeuws, van origine Frans boek, met een dergelijke titel zou lezen en bespreken? Ik in elk geval niet. Maar toen Literasa  mij liet weten dat Claudel zijn Rivier van vergetelheid hierop gebaseerd heeft, was mijn nieuwsgierigheid gewekt. En eigenlijk ook wel een beetje omdat ik van Brugge houd.... En daarom werd dit mijn derde boek in deze Ik-lees-Frans-maand (KLIK HIER).

George Rodenbach (Doornik 1858 - Parijs 1898) was een Franstalig Belgisch schrijver en dichter. Hij was een van de eerste vooraanstaande Belgische letterkundigen die de Franse symbolistische dichtkunst omarmde en werd internationaal bekend. Ook in de hier besproken roman uit 1892 speelt het symbolisme (KLIK HIER) een belangrijke rol. In Brugge –waar zijn vader geboren werd- heeft de schrijver nooit gewoond en daardoor kon de stad voor hem gemakkelijk legendarische vormen aannemen. Rodenbach heeft de stad in Bruges-la-Morte tot een innerlijk landschap omgevormd. Dat gebeurt doordat hij voortdurend een analogie legt tussen de stad en de dode vrouw die in het hoofd van het hoofdpersonage voortleeft.

Publicatie van  de roman ‘Bruges La Morte’ vond eerst plaats in de vorm van een feuilleton in de Figaro van 4 tot 14 februari 1892 en kwam in juni dat jaar in boekvorm uit bij Flammarion. Hoewel de Bruggenaren het boek verafschuwden werd het in vele talen vertaald en bleek het een internationaal succes. Ook nu nog wordt het geregeld heruitgegeven. Men zegt dat het er toe bijgedragen heeft dat het kwijnende Brugge zich ontwikkelde tot een toeristenstad.

Samenvatting

Hugues Viane is jong weduwnaar geworden. Hij vestigt zich in Brugge, woont alleen in een groot huis en wordt verzorgd door een oude dienstmeid, Barbe. De melancholie van deze oude, slapende stad verenigt zich met de weemoed en de droefheid om zijn overleden vrouw. Hugues cultiveert haar foto's en spulletjes, die niet mogen worden aangeroerd. Dan ontmoet hij Jane, een danseres uit Lille, en in haar ziet hij zijn overleden vrouw terug. Na enige tijd bezoekt hij haar dagelijks, maar hij vertelt niets over zijn weduwschap, zelfs niet als hij enkele jurken meeneemt om ze door haar te laten aanpassen. Zij vindt ze uit de mode, lacht en danst ermee op tafel. Intussen weet de hele stad af van zijn voor die tijd (einde 19e eeuw) en voor die stad (het katholieke, Vlaamse Brugge) schokkende levenswandel. Stilaan groeit bij Hugues ook het besef dat Jane niet dezelfde is als zijn overleden vrouw, om wie hij nog steeds rouwt. Zij bedriegt hem en verspilt zijn geld. Toch kan hij het niet uit maken. Voor het eerst nodigt hij haar uit bij hem thuis, op de dag van de Heilig Bloedprocessie. Zijn diepgelovige huishoudster wil Jane niet bedienen en neemt ontslag. Jane, niet wetende wat al die foto's en spullen van zijn vrouw voor hem betekenen, lacht ermee en daagt hem uit. Dan voltrekt zich een drama, terwijl de klokken luiden over de dode stad. (zie ook: Wikipedia, klik hier).

Leeservaring

De vertaling die ik las, is uit 1978. Dat zal er toe bijgedragen hebben dat het taalgebruik in de roman niet ouderwets overkomt. De stijl is uiteraard anders: die is duidelijk 19de-eeuws. Maar op de een of andere manier accepteer je dat gemakkelijk, als behorend bij dit specifieke boek met de stad Brugge als decor èn een van de hoofdpersonen.

"Er was een mysterieuze gelijkenis ontstaan. Zijn echtgenote was dood, en de stad waarin hij ging wonen moest ook dood zijn. Hij had het decor van een stad als Brugge ook nodig voor zijn diepe rouw.(.....) De stad die vroeger ook bemind en mooi was geweest, belichaamde het voorwerp van zijn verdriet. Brugge was zijn dode. En zijn dode was Brugge. Alles verenigde zich in eenzelfde lot. Brugge was de dode stad, die zelf in het graf lag van haar stenen kades, met haar reien die verkilde aderen waren geworden toen de krachtige hartslag van de zee was gestokt."

In de hoofdstukken die volgen, zien we hem dwalen door deze stad, waarbij alles meewerkt om de diepe rouw weer te geven: het beschreven beeld van de stad met haar zeer oude huizen, duistere watervlakken in de reien, het sombere gebeier van de kerkklokken, kil en nat weer. Binnenhuis is het al niet anders. Alles is doodstil, hij heeft geen lust in lezen of visite, in alle kamers blijven de meubels en snuisterijtjes onaangeroerd en de foto's en haar haarvlecht zijn kostbare relikwieën geworden die op bijna religieuze manier worden aanbeden. Het liefst zou hij snel sterven om bij haar te zijn.

Maar dan denkt hij op een avondlijke dwaaltocht door de stad zijn vrouw te zien lopen: het blijkt een danseres te zijn die erg op haar lijkt. Hij volgt haar, vindt uit waar ze woont en legt contact. Aanvankelijk is hij ervan overtuigd dat wat hij doet geen probleem is: in deze vrouw eert hij zijn overleden vrouw. Maar de mensen in de stad zien dat anders. Steeds verder raakt hij verstrikt in deze verhouding en als hij begint te beseffen dat er iets niet klopt, dat deze vrouw een totaal andere is dan degene die hij verloor, maken de (bekende Brugse) zwanen hem op een donkere avond op mysterieuze wijze duidelijk dat er onheil opkomst is: er zal iemand sterven.
De symboliek blijft een rol spelen, ook in de Heilige Bloedprocessie die langs zijn huis trekt. Naarmate de schrijn met het relikwie dichter bij komt en de mensen knielen op straat voltrekt zich het drama.

Zo melodramatisch schrijft men tegenwoordig niet meer en toch, vreemd om te moeten constateren, ik las het met meer bewondering en genoegen dan Rivier van vergetelheid van Philippe Claudel (KLIK HIER) . Het is duidelijk dat Meuse l'oubli er nauw aan verwant is. De uitwerking van de plot is echter totaal anders. Maar verrassender vond ik, dat ik er ook zaken in herkende die terugkomen in De hemel boven Parijs van Bregje Hofstede (KLIK HIER), zij het veel subtieler dan de manier waarop Claudel er mee bezig is geweest. Fascinerend dus! Echt iets voor mij om dat eens allemaal uit te diepen in een volgende blog.

Georges Rodenbach ligt begraven te Parijs op het kerkhof Père Lachaise. Het grafmonument toont de dichter die uit het graf stapt met een roos in de hand. Op het onderste deel van het graf is een tempelierskruis gegraveerd. En verder de tekst: Seigneur, donnez-moi donc cet espoir de revivre, dans la mélancholique éternité du livre.

En zo geschiedde.....

George Rodenbach - Brugge-de-dode. Amsterdam/Antwerpen, Van Kampen/Standaard Uitg., 1978. Paperback, 122 pg., oorspr. titel: Bruges la Morte, vert. door Marjolein Jacobs en Jolijn Tevel, onder red. en met een nawoord van Wim Zaal. ISBN: 90-60-91207-1.

© JannieTr, september 2014. 

Ik las dit boek als derde voor Ik lees Frans in september (KLIK HIER).

zaterdag 20 september 2014

Philippe Claudel - Grijze Zielen



September 2014 - waardering: 7,5

Inleiding

Wat een contrast vormt deze Grijze zielen (2003/ vert. 2004) met het debuut dat ik vorige week las. En dat heeft niets te maken met het onderwerp, want ook dit is geen vrolijk verhaal. Maar het is wel spannend en meeslepend, terwijl  de Rivier van vergetelheid (KLIK HIER) traag was en op momenten langdradig werd. Meer over Philippe Claudel kun je daar vinden. Voor Grijze zielen ontving hij de prestigieuze Prix Renaudot en de Grand Prix des Lectrices de Elle. In 2005 werd het boek onder dezelfde naam verfilmd door Yves Angelo, Claudel zelf verrichtte het schrijfwerk voor de film. De film volgt vrij getrouw het verhaal uit het boek en weet de sfeer van het boek keurig op scherm uit te beelden.
Aangezien dit boek nu al tot de klassiekers gerekend mag worden en op verschillende plaatsen uitgebreid besproken is, zal ik me hier beperken tot mijn leeservaring.

Samenvatting

Het verhaal speelt zich af in een klein dorpje in het noordoosten van Frankrijk ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Het front is niet ver weg, maar raakt aanvankelijk het dorp niet. Dat verandert als de gewonde soldaten en de voortdurende nieuwe aanvoer van jonge soldaten door het dorp trekt. De moord op een klein meisje doet het dorp opschrikken. De politieman die op een ijzige morgen haar gewurgde lichaam aan de oever van het kanaal vindt, kan "De Zaak" niet loslaten en is 20 jaar na dato de ik-verteller.  De procureur Destinat, die teruggetrokken leeft op zijn kasteel, is een van de verdachten. Maar er zijn er meer. De verteller is zelf een inwoner van het dorp. Ook voor hem persoonlijk heeft deze zaak ingrijpende gevolgen. Het verlies van geliefden door verschillende hoofdpersonen in de roman cirkelt rondom het centrale thema: wie vermoordde het meisje? De "Grijze Zielen" zijn de bewoners van het dorp: noch goed, noch slecht en niet echt levend, gevangen in herinneringen of ten prooi aan het noodlot. Het is een weemoedig boek geworden in een observerende stijl.

Leeservaring

"Ik weet niet precies waar ik zal beginnen. Het is moeilijk. Al die tijd die is verstreken valt niet meer in woorden te vatten, en de gezichten, glimlachen en wonden evenmin. Maar toch moet ik het proberen te vertellen. Vertellen wat ik al twintig jaar op mijn hart heb. Berouw en grote vragen. Ik moet het mysterie als een buik openrijten en er  mijn beide handen in steken, ook als dat nergens iets aan verandert."

De toon wordt gezet in deze eerste alinea. Twintig jaar lang al denkt deze voormalige politieagent na over "De Zaak", graaft in zijn herinneringen, voert gesprekken met allerlei mensen, leest dossiers en probeert conclusies te trekken. Wie heeft het meisje vermoord? En waarom heeft hij berouw? En wat heeft het allemaal voor zin als er toch niets meer veranderd kan worden?

De structuur is uitgekiend: steeds weer lijkt het of de ik-figuur afdwaalt, als hij uitgebreid begint te vertellen over een van de hoofdpersonen uit het verhaal, maar langzaam voert hij ons naar een (voor)oordeel: deze persoon is niet te vertrouwen, een schurk, om vervolgens de andere kant van deze persoon naar voren te brengen en ons weer te doen twijfelen of die wel tot een moord in staat geacht moet worden. Maar ook het omgekeerde: mensen die bijna te heilig overkomen, maar ondertussen...
Uiteindelijk blijken ze allemaal Grijze Zielen te zijn. Grijs omdat ze een rol speelden in zijn verleden en dus vervaagd zijn en grijs omdat niemand een duistere of lelieblanke aard heeft. Een vriendin van de ik-figuur zegt na een negatieve opmerking van de ik over zichzelf:

"Ik heb nog nooit een schoft of een heilige gezien. De dingen zijn nooit helemaal zwart of helemaal wit, alles is grijs. Mensen en hun zielen ook.... Je ziel is grijs, behoorlijk grijs, zoals die van ons allemaal".

Het verhaal wordt in brokstukjes verteld en speelt dan steeds rondom een van de hoofdpersonen. Het volgt min of meer de chronologie van de gebeurtenissen. In het laatste deel komen alle verhaallijnen samen en wordt er iemand veroordeeld voor de moord, maar of dat de echte moordenaar was? Toch is het verhaal nog niet klaar. Het blijft spannend tot de laatste pagina en dan nog is de ontknoping verrassend.

Wat mij toch wel opviel en wat eigenlijk pas de laatste maanden tot de Nederlanders door begint te dringen, is dat de Grote Oorlog in de Vlaamse  literatuur vaak een belangrijke rol speelt, allang voor de herdenkingen die nu aan de gang zijn i.v.m. het feit dat deze 100 jaar geleden begon. Dit boek is uit 2003. Een paar maanden geleden las ik: Vlucht van Johanna Spaey (KLIK HIER) uit 2007. Ook aan de basis daarvan lag deze oorlog. Net als in Woesten van Kris Vansteenberge, (KLIK HIER) al is die van recenter datum (2013). Het is jarenlang onderschat hoe erg deze Grote Oorlog onze zuiderburen heeft getroffen, terwijl ze die naam toch niet voor niets gekozen hebben.....

Het lijkt me een uitstekend boek voor leesclubs, zowel qua thema als om de structuur van het verhaal te analyseren en na afloop te discussiëren over de identiteit van de moordenaar....  De Bezige Bij heeft op haar site een aantal leesclubtips (KLIK HIER) vermeld.

Philippe Claudel - Grijze zielen. Amsterdam, De Bezige Bij, 2004. Paperback, 237 pg. Oorspr. titel: Les âmes grises (vert. door  Manik Sarkar). ISBN: 90-234-1486-1.

© JannieTr, september 2014.

Ik las dit boek als nummer 2 voor de Ik-lees-Frans-in-september actie van Literasa (KLIK HIER)